Kan je angst voor intimiteit altijd terugbrengen tot je jeugd?

10 juli 2022

Ze denkt dat het uiteindelijk toch allemaal niets voor haar is. Dat daten, dat zich altijd opnieuw opladen. Al van bij het eerste berichtje krijgt ze een wee gevoel. Misselijkheid die begint ter hoogte van de maag, maar al snel zorgt voor een spanning in haar lichaam, die maar gaat liggen als het avontuur achter de rug is. Relatie-expert Rika Ponnet geeft advies.

Column voor Het Nieuwsblad

De afspraak die toch weer tegenvalt. Of beter: het gevonden excuus om niet af te spreken. Te veel werk. De dochter die examens heeft. Ziekjes. Waarna er uitstel komt dat altijd afstel is. Als ik het dan maar alleen blijven ter sprake breng, komen de eerste tranen. Ogen die spiegels worden van een diep, niet ingevuld verlangen. Ze zo graag kan zien, ze zo graag gráág ziet, maar het geen zin heeft. Omdat ze het uiteindelijk toch niet echt kan. En ze altijd de niet-beschikbare mannen weet uit te kiezen. Halftijds wonend in Zweden. Met een invalide vrouw die hij nooit in de steek zal laten. Of de eigenaars van die gouden kooien waarin je als vrouw alleen het kwetsbare vogeltje mag zijn.

Ze weet waaraan het ligt. Haar onveilige hechting. De huilbaby die ze was en het pediatrisch advies aan haar ouders. De verste kamer, laten wenen, ze zal wel stoppen met wenen. Wat ze ook gedaan had. Ze kreeg het verhaal maar te horen jaren na datum waardoor ze wel begreep waarom die kamer haar telkens als ze er binnen kwam bijna deed wegdraaien. De misselijkheid die haar telkens overspoelde. Nog pijnlijker dan het gebeurde vond ze de reactie op haar inzicht dat ze op latere leeftijd deelde met haar ouders. De relativerende lach, het wegwuifgebaar. Het doktersadvies, het tijdskader dat was vergefelijk, hun reactie vandaag ervoer ze als harteloos, waarop de tranen overvloedig stromen. Snikkend vervolgt ze dat het dus ook logisch is, haar diepe angst voor verbinding, haar onveilige hechtingspatronen.

Ik geef aan dat we allemaal zonder uitzondering bang zijn van intimiteit. Omdat we allemaal ooit afgewezen geweest zijn, niet erkend, genegeerd. Omdat we ons allemaal al eenzaam gevoeld hebben, niet begrepen of gezien in ons uniek zijn, met al onze behoeftes. Omdat we mensen zijn op zoek naar verbinding, liefde en we die behoefte nooit maar dan ook nooit mogen pathologiseren. Ik keer terug naar de misselijkheid in de kamer en suggereer een link naar haar misselijkheidsgevoel bij het daten. Het lichaam dat immers nooit liegt, een feilloos geheugen heeft waarop ze volledig kan vertrouwen. Als ze het juist leest.

Het inderdaad gaat over angst, niet voor intimiteit, wel voor de áfwijzing van haar behoefte aan intimiteit. Mogelijk is het de immense pijn van de afwijzing toen, die die misselijkheid stuurt. Vanuit het overlevingsinstinct: dat nooit meer. Ze vraagt naar een remedie waarop ik aangeef dat die lastig maar ook lonend is, zoals veel dingen in het leven. Je van misselijkheid niet dood gaat. Het gewoon toelaten en proberen te verdragen ervoor zal zorgen dat het mildert, mindert en mettertijd ook dragelijker wordt. Als ze dat wil, is de beste weg toch weer het daten. En als tussenstap, oefenen in echte nabijheid met die ene vriendin die ze zo vertrouwt. Als ze buiten gaat, zijn er geen tranen meer, in haar ogen sprankeltjes van hoop.