Je valt niet op de verkeerde, je kiest ervoor

28 september 2012

Wat denkt u als iemand tegen u zegt ‘Blijf bij mij'. Vindt u dat uitnodigend of moet u juist de neiging onderdrukken om hard weg te lopen? En wat zegt dat dan over u? Relatiedeskundige Rika Ponnet weet er alles over. Interview van Veerle Beel voor De Standaard met Rika Ponnet over 'Blijf bij mij'.

Sommigen onder ons hebben bindingsangst, anderen zijn al drie keer getrouwd, en weer anderen zijn al hun hele leven gelukkig met hun studentenlief. Volgens Rika Ponnet is dat allemaal geen toeval. Veel heeft te maken met hoe onze eerste relaties in onze kindertijd waren - die met onze ouders: veilig gehecht, of niet. Het is een theorie van de Amerikaan John Bowlby, die bijvoorbeeld ook op neonatale afdelingen tot een heel andere manier van omgaan met premature baby's heeft geleid. Ponnet, die samen met haar man het relatiebureau Duet leidt, past die psychologische hechtingstheorie over moeder en kind nu ook toe op de relatiemarkt.

Liep u vast met klanten die geen partner vinden, en zocht u naar een nieuwe verklaring?

‘Het is in ieder geval een theorie die helpt om meer inzicht te verwerven in problemen omtrent relatievorming. Ik ben niet de eerste die dit zegt, in het buitenland is bijvoorbeeld Sue Johnson al lang bezig met relatietherapie die hierop geschoeid is. Ik heb geprobeerd het te vertalen naar concrete verhalen van bij ons en ook naar de start van de relatie, de partnerkeuze.'
‘Ik zie dertigers bij wie alles in hun leven lukt. Behalve dat ene: ze hebben nog geen partner. Je kunt jezelf dan blijven wijsmaken dat je de juiste nog niet tegengekomen bent. Maar daar schiet je niets mee op. Je kunt je ook afvragen hoe het komt. De vraag is niet wat je fout doet. De vraag luidt: welke kansen heb je eerder gehad en waarom ben je ze uit de weg gegaan? Bijvoorbeeld: je had op je 25ste een goed lief, maar je verkoos een promotie in het buitenland. Daarop liep die relatie stuk. Waarom heb je toen gekozen voor die promotie, en niet voor de relatie?'

Omdat een 25-jarige nog jong is en de wereld wil zien?

‘Het is vandaag bijzonder trendy voor jongeren om de wereld als hun dorp te zien. Ze mogen niet al te gebonden zijn aan thuis, ze moeten allemaal op Erasmus en liefst zo ver mogelijk. Ik ken een CEO die zijn zonen naar China stuurt. Want daar ligt de toekomst! Op economisch vlak klopt dat als een bus. Maar welke prijs betaal je daar op menselijk vlak voor? Het is zo'n totaal andere cultuur, die voor ons zo ontoegankelijk is. Met zo'n keuze stel je je autonomie en zelfontplooiing dus heel ver boven je verbondenheid met andere mensen. En dat zijn twee belangrijke domeinen die we allebei moeten ontwikkelen om evenwichtig in het leven te staan.'

Autonomie wordt vandaag misschien meer gewaardeerd dan verbondenheid.

‘We zijn daar erg dubbel in, vind ik. Op school leren we kinderen dat ze sociaal moeten zijn en oog hebben voor de zwakkeren. In de Freinetschool hier schuin over mijn deur, hangt er uit dat ‘de groep voorgaat op het individu en dat je voor jezelf en de ander moet zorgen'. Er wordt zo weinig mogelijk gequoteerd, want dat is te competitief. Ik vind dat prachtig, maar vrees dat men later wel met iets anders wordt geconfronteerd. De ideale werknemer heeft geen vast uurrooster en geen vaste werkplaats; hij mag aan niets gebonden zijn, presteren en renderen is de waardemeter.
Je een tijdlang vrij en autonoom aan je studie en je werk kunnen geven, biedt zeker voldoening. Ik spreek uit ervaring, ik studeerde ook graag en blijf het boeiend vinden om bij te leren. Maar heel wat mensen zetten alles daarop. Dan komt de dag waarop je je afvraagt waarvoor je het allemaal doet, en slaat de zogenaamde quarterlife-crisis toe. En die mensen zitten dan op de stoel waar u nu zit, op zoek naar een partner, die ze eerder vooral uit de weg zijn gegaan.'

Volgens u vallen ‘vermijders' vaak op ‘angstig gehechten', die zich net tezeer vastklampen aan hun partner - en omgekeerd. Waarom het jezelf zo moeilijk maken?

‘Van thuis uit zijn die beide types gevormd tot mensen dia qua gehechtheid bepaalde noden hebben, die hen tot het perfecte antwoord maken voor de ander. De een heeft alles op autonomie ingezet, en stelt zich sterk en zelfstandig op. De ander zet alles op verbinding, en heeft die sterke andere nodig. Angstig gehechten worden onrustig als de ander niet bij hen is, ze bellen de ander vijfmaal per dag, sturen voortdurend sms'en of kunnen erg jaloers zijn. Hoe meer de ‘vermijder', voor wie grote intimiteit benauwend aanvoelt, zich daaraan probeert te onttrekken, hoe feller die angst bij de partner toeslaat. Toch zoekt de ‘vermijder' in eerste instantie deze relatie op, omdat hij of zij graag bevestigd en bewonderd wordt. Je valt niet op de verkeerde, zoals de uitdrukking zegt. Je kiest ervoor, vanuit je kinderlijke noden. Ik kan zo'n mensen aan iemand voorstellen die veilig gehecht is, maar meestal vinden zij zo iemand saai.'

U omschrijft ze in uw boek ook zo: het zijn mensen die vaak een langdurige relatie hebben, en een doodgewoon leven leiden, met huisje-boompje-kindjes.

‘Ze worden vaker als grijze muizen omschreven, maar saai? Ze gaan niet snel de boekskes vullen, dat is waar. Ik vind dat niet saai. Ik heb een vriendin die zo'n evenwichtig leven leidt, en die daar ook rust in vindt. Voor zulke mensen gaat heel veel vanzelf. Liefde is een werkwoord, de slogan die mijn leraar professor Alfons Vansteenwegen gelanceerd heeft, gaat niet echt op voor hen. Hun relaties gaan ook wel eens door moeilijk vaarwater, maar zij beschikken over het natuurlijke vermogen om compromissen te sluiten en de ander tegemoet te komen, zonder daar zelf onrustig van te worden. Omdat ze veilig gehecht zijn.
Laatst zei mijn vriendin tegen mij dat haar man het zo druk had. ‘Maar elke avond gaan we toch samen even wandelen'. Tijd of niet, zij doen dat. Zij voeden hun relatie en zij ervaren dat niet als werken. Ik bewonder dat, hoe ze spontaan zelf dingen toepassen die relatietherapeuten als advies geven.'

Kunnen mensen veranderen op dit vlak, of is het hechtingsverhaal deterministisch?

‘Wat je met je ouders meemaakt tijdens je eerste levensjaren, wordt er natuurlijk ingesleten. Het beïnvloedt zoveel facetten van ons leven... Het moment dat we ergens geboren worden, ligt een groot deel van onze toekomst al vast. Ja, dat is deterministisch. Het druist in tegen de mythe van de maakbaarheid. Maar niet helemaal. Nog heel veel mensen evolueren in de loop van hun leven wat hun hechtingstijl betreft, in negatieve zin, onder invloed van pijnlijke gebeurtenissen of relaties, maar zeker ook in positieve zin. Samenleven met een partner die veiliger gehecht is, kan ertoe leiden dat je meer van zijn of haar ingesteldheid overneemt.' ‘Ook inzicht kan erg verhelderend zijn. Gisteren had ik hier iemand die zei nog altijd niet te begrijpen waarom haar ex zus handelde, en zij zo. Door samen met haar naar de dynamiek in haar relatie, haar partnerkeuze te kijken, ging er een licht branden. Je begrijpt dat je door een bepaalde bril naar relaties en naar partners kijkt. En dat er ook andere brillen mogelijk zijn.'

Zegt u nu dat we rationelere partnerkeuzes moeten maken?

‘Die keuze maken we meestal op basis van verliefdheid, die een sterke emotie is. Verliefdheid aan het begin van een relatie is zeker een plus. Het kan de bron zijn waar je altijd terug naar toe gaat, een soort van selffulfilling proficy: een geloof dat je bij elkaar hoort, wat er ook komt. Anderzijds kunnen we ons ook afvragen of dit echt de enige goede manier is. Als je bij jezelf vaststelt dat elke verliefdheid eindigt in destructie, in nog maar eens een gebroken relatie, kan je moeilijk stellen dat het een gezonde leidraad voor je is, in het aangaan van relaties. Ik heb al gewerkt voor mensen die anders in een tweede relatie stappen. Niet rationeel, wel bewuster, misschien met iets minder passie, maar met evenveel engagement. Ik hou in het boek trouwens een pleidooi om niet enkel uit te gaan van het romantisch ideaal ‘ze werden verliefd en samen leefden ze lang en gelukkig', maar ook andere relatievormen als gelijkwaardig te beschouwen. Als 1 op 2 langere relaties strandt in een breuk, kunnen we dat moeilijk een succes noemen. Het werkt duidelijk niet voor iedereen. En vanuit het hechtingsverhaal zie je ook waarom: wat bij de ene als vanzelf gaat, kost de andere heel erg veel moeite.'

Welk advies zou u jongeren geven die net 20 zijn?

‘Het is niet iets waar je jongeren over adviseert. Het start wanneer ze geboren worden. Als je altijd tegen je dochter zegt dat mannen en vrouwen gelijkwaardig zijn en zelf pas je je in je relatie voortdurend aan de grillen en wensen van je partner aan, dan zal ze toch vooral dat laatste meedragen als beeld. Ook de manier waarop ouders onderling, en met hun kinderen, in conflict gaan, de manier waarop ze omgaan met verschil, is erg bepalend. Weet je wat ik vind? Ik vind dat wij zelf niet genoeg over onze relaties praten. Authentiek communiceren over de struikelblokken in ons leven en over de goeie momenten, dat zou veel voor jongeren kunnen betekenen. Het kan hen inzichten bieden, realistische voorbeelden van hou we met vallen en opstaan vorm geven aan dat aspect van ons leven. Maar concrete adviezen, nee, daar lopen ze van weg.
Authentiek communiceren is trouwens ook het sleutelwoord in relaties waarin een niet-veilige hechtingstijl spelbreker is. Je noden en gedrag, je denkwijze en gevoel toelichten bij de ander haalt de lont uit veel explosief materiaal. Leg uit waarom je aandacht nodig hebt of tijd voor jezelf, laat je niet verleiden tot een spel van aantrekken en afstoten, maar probeer je te tonen zoals je bent. Dan kom je al een heel eind.'

En anders blijf je oorlog voeren?

‘Die strijd die ontstaat vanuit verschillende hechtingsnoden verzandt vandaag heel vaak in een echte machtsstrijd, dé basis van bijzonder veel echtscheidingen ook. Vaak wordt die strijd herleid tot de man-vrouw-tegenstellingen, het Venus- en Marsverhaal waar conflicten gezien worden als een verschil in communiceren. Dat gaat voorbij aan de kern van de zaak. Als Lien thuiskomt van de supermarkt en zegt dat de boodschappen in de koffer staan, en Raf haalt die niet uit, dan is dat niet omdat hij het niet begrepen heeft. Hij heeft er dan gewoon geen zin in. Hij wil zich niet door haar laten commanderen. Het is een deel van hun machtsstrijd die zich daar afspeelt, en die zich op vele fronten kan herhalen: hoeveel tijd Raf aan zijn werk besteedt, of Lien. Hoeveel seks ze hebben. Wie er bepaalt wat er met het geld gebeurt, of wat de kinderen moeten doen.
In elke relatie speelt die machtstrijd zich af. Hoe veiliger gehecht, hoe makkelijker men tot compromissen komt. Hoe onveiliger gehecht, hoe vaker conflicten zich blijvend herhalen, er geen oplossing voor komt en men uiteindelijk alleen nog kan kiezen voor een breuk. Jonge mensen voelen dat almaar vaker aan en gaan dat risico op machtstrijd soms al op voorhand uit de weg. Zo zie ik de laatste jaren al eens vrouwen die al vrij vroeg ervoor kozen om alleen een kind op de wereld te zetten, zonder man. Sommigen zeggen het zelfs letterlijk: ‘dit is dan toch al van de baan, hierover hoef ik al niet meer te onderhandelen. En ook: over mijn kind zal die toekomstige in elk geval niets te zeggen hebben. Eigenlijk neem je op die manier op voorhand al terrein in, vanuit de onmacht om samen tot een beslissing te komen. Van een machtsstrijd gesproken!'