De goede partner kiezen kun je leren

01 augustus 2012

Vergeet romantische liefdesverhaaltjes en prinsen op het witte paard. Geluk in de liefde hangt vooral af van de keuze van de partner. En dat een complex proces dat enige studie vraagt om het tot een goed einde te kunnen brengen, menen relatiedeskundigen. “Een keuzevak ‘relatievorming’ op scholen en universiteiten is helemaal niet overdreven.” Cathy Galle van Knack sprak met Peter Delprat en Rika Ponnet.

 

Een relatie vormen is een beetje zoals kunstfotografie, vindt Peter Delprat. Geen exacte wetenschap, meer een vaardigheid waarbij een dosis talent goed van pas komt maar waar mag worden verwacht dat de leercurve kan versnellen door de theorie te bestuderen. Relaties vormen is dus een stiel die je kan leren. Hij schreef er recent een boek over, ‘Relationships, how to select the right partner'. "Het selecteren van de juiste partner is een van de belangrijkste aspecten van een gelukkig leven. Toch zijn er nauwelijks mensen die relatievorming en partnerkeuze bestuderen vooraleer ze zelf relaties vormen", stelt Delprat. "En dat is gek, want het echtscheidingspercentage gaat in onze contreien richting 50 procent, dus daar is nog wel wat winst te halen."


Een keuzevak relatievorming op scholen en universiteiten kan een oplossing zijn, meent hij. "Je kan een heel aantal skills aanleren die het hele proces kunnen vergemakkelijken. Dat is ook wat ik uitleg in mijn boek. Vooruit kunnen kijken, inschattingen kunnen maken, op een goeie manier interviewen waardoor je nuttige informatie krijgt, dat soort dingen. Het vermogen om situaties en gebeurtenissen te voorspellen vloeit volgens mij vooral voort uit kennis van de mechanismen en de processen. Hoe verloopt een relatie, welke factoren kunnen dat verloop beïnvloeden? Wie dat bestudeert, bouwt een expertise op waardoor hij betere keuzes kan maken."


En die expertise kan je maar beter zo vroeg mogelijk opbouwen. "Ik vermoed dat de meeste mensen pas na hun dertigste geïnteresseerd raken in relatiekunde, terwijl die kennis eigenlijk nuttiger is vanaf het achttiende levensjaar. Relatievorming lijkt op een stoelendans, je kan beter niet te lang wachten vooraleer er aan te beginnen. Medisch en statistisch gezien is het een goed idee om voor je 26ste een partner te kiezen."


Ook de Vlaamse relatiedeskundige Rika Ponnet is het grotendeels eens met de uitleg van Nederlander Peter Delprat. Zelf legt ze ook de laatste hand aan een boek over relatiekeuze, op basis van bijna 20 jaar ervaring als relatiebemiddelaar. Haar boek ‘Blijf bij mij' verschijnt dit najaar. "Het idee dat het probleem bij het begin moet aangepakt worden, is de jongste tijd aan het rijpen bij experten", stelt ze. "Er wordt nu nog altijd oneindig veel energie gestopt in remediëren wanneer een relatie al fout gelopen is, terwijl de focus inderdaad veel meer zou moeten liggen bij de keuze van de partner zelf."


Al is het natuurlijk ook gewoon makkelijker om te remediëren dan in deze preventief te werken. "Het zou nochtans niet zo moeilijk kunnen zijn, mochten we het aspect ‘verliefdheid' uitschakelen", benadrukt Ponnet. "Denk maar aan de gearrangeerde huwelijken in sommige landen. Daar wordt de keuze gemaakt op basis van een aantal duidelijke criteria: de afkomst van de kandidaat, het milieu waarin hij of zij is opgegroeid, de bestaansmiddelen en vaak ook het karakter. Uit heel wat onderzoek naar dat soort huwelijken blijkt dat die gemiddeld even goeie resultaten opleveren als de zelfgekozen huwelijken bij ons."


Er is heel wat wetenschappelijk onderzoek voorhanden naar wat werkt in een relatie en wat niet en waar we bij relatievorming op moeten letten. In haar relatiebureau, Duet, probeert Ponnet daar ook rekening mee te houden. "Allereerst kijken we naar de doelen die de klanten nog willen realiseren. Het spreekt voor zich dat je een 35-jarige man met twee kinderen die zich heeft laten steriliseren niet bij een vrouw moet zetten met een kinderwens. We kijken ook naar de overeenkomsten. Uit onderzoek blijkt inderdaad dat er in instabiele relatie vaak een intellectuele of sociale ongelijkheid is tussen de partners. En we kijken uiteraard ook naar het karakter, al is daar geen algemene regel voor. Bij sommigen werkt het spreekwoord ‘tegengestelden trekken aan'. Bij andere net niet."


Toch mogen we volgens Ponnet zeker niet voorbijgaan aan een heel belangrijke factor bij de partnerkeuze: de chemie tussen mensen. "Ik heb in die bijna 20 jaar duizenden mensen zien passeren en ik zie heel vaak mensen die systematisch foute keuzes hebben gemaakt. Dan vragen ze mij: kies jij nu maar iemand. Maar ik mag dan nog op basis van alle rationele theorieën iemand uitkiezen, als de twee mensen niet op elkaar vallen dan is het afgelopen. En waarom iemand op iemand valt en waarom niet op iemand anders, dat is nogal koffiedik kijken."


Dat kan te maken hebben met het vroegere relatiepatroon van de betrokkenen, denkt Ponnet. "Bij een koppeling analyseren we eerst onze klanten en kijken we hoe mensen keuzes maken, op wie ze vallen en dergelijke. Bij de meesten zie je meteen een patroon. En de moeilijkheid is vaak dat daar heel moeilijk aan te tornen valt. Een vrouw die al verschillende macho's heeft gehad, weet zelf ook dat een nieuwe macho niet zo'n goed plan is. Maar als wij haar dan vijf mannen voorstellen, zal ze zeker voor de meest machoachtige gaan. Dat is een fenomeen dat we niet meteen kunnen verklaren, maar het speelt een heel grote rol."


En dat zijn elementen die we er met meer inzicht in het relatievormingsproces en het kweken van skills ook niet uit zullen krijgen, vreest ze. "Mensen zijn als het ware geprogrammeerd door hun levensloop, door wat ze meegemaakt hebben in hun leven, door hoe hun vroegere relaties waren en door hoe ze zich al of niet kunnen hechten. Je kan iemand niet zomaar resetten en herprogrammeren. Zo eenvoudig is het zeker niet."