Niet te dichtbij

16 maart 2019

'Die heeft bindingsangst', zeggen we al snel over iemand die geen relatie wil. Maar mensen zonder partner hebben door vaak goede redenen voor. Artikel van Anouk Tulner voor Psychologie Magazine Nederland

Als je weinig piekert over de liefde en je prettig voelt bij intimiteit, ben je waarschijnlijk een ‘veilige hechter". Je bent in staat langdurige, stabiele relaties aan te gaan en hebt geen onrealistische verwachtingen van je partner. Ruwweg de helft van de bevolking heeft zo"n veilige hechtingsstijl, een term die afkomstig is van de Amerikaanse psycholoog Mary Ainsworth. Zij baseerde zich op onderzoek van de Engelse psychiater John Bowlby naar de hechting tussen kinderen en ouders. Die stelde vast dat de mens een aangeboren behoefte heeft zich te binden - al was het alleen maar omdat hij als baby niet zou overleven zonder de bescherming van anderen.

Hoewel iedereen die basisbehoefte aan verbondenheid heeft, verschillen we in de manier waarop we daar uiting aan geven. Behalve een veilige hechtingsstijl is er namelijk ook zoiets als een vermijdende en een afwerende stijl, zag Ainsworth. Een vermijdend gehecht kind heeft geen vertrouwen in de beschikbaarheid van de opvoeder; het onderdrukt angst, vermijdt contact en gedraagt zich zelfstandig. Een kind dat afwerend gehecht is, is onzeker over de beschikbaarheid van de opvoeder en zoekt op een boze of huilende, vaak claimende manier contact.

De verschillende hechtingsstijlen zie je terug in volwassen relaties, schrijven de Amerikaanse wetenschappers Amir Levine en Rachel Heller in Verbonden - Hechting & Liefde. Waar de een zich zeker voelt in de liefde, heeft de ander moeite met nabijheid of gelijkwaardige relaties. Je afhankelijk opstellen, bang zijn om verlaten te worden of je partner op afstand houden; het heeft allemaal te maken met de manier waarop je je hecht. De meeste mensen herkennen zich in alle stijlen wel een beetje. Want, benadrukken Levine en Heller, het zijn geen statische labels, maar dimensies waarop je hoger of lager kunt scoren en die in de loop van je leven kunnen veranderen. In de wil of het vermogen je te binden, spelen ervaringen met familieleden en vriendschappen een rol, net als eerdere liefdesavonturen.

Wie ooit wreed gedumpt is, gaat een nieuwe relatie misschien liever uit de weg. Die persoon heeft ‘bindingsangst', zoals dat in de volksmond heet. Bang om weer te worden gekwetst, ontwikkelt hij een vermijdende stijl. Ook mensen die helemaal geen behoefte aan intimiteit lijken te hebben, krijgen vaak het stempel bindingsangst. Volgens Rika Ponnet, auteur van het boek Blijf bij mij, koesteren zij een ideaalbeeld van een vrij leven vol zelfontplooiing en vinden ze relaties al snel verstikkend, een bedreiging van hun onafhankelijkheid. ‘Maar hun dadendrang is vaak een vlucht, weg van intimiteit," aldus de Vlaamse seksuologe. ‘De behoefte daaraan hebben ze onderdrukt, bijvoorbeeld als gevolg van een jeugd waarin weinig ruimte was voor liefde en verbondenheid."

Deze vermijdende types doen om niet te hoeven voelen, zegt Ponnet. In het begin kunnen ze nog zo blij zijn met hun nieuwe partner, zodra de relatie hechter wordt, bekoelt de liefde. Dan treden er strategieën in werking om het teveel aan intimiteit tegen te gaan: letten op kleine imperfecties van de partner, zich verliezen in werk en hobby"s of lichamelijk contact vermijden. Maar als iemand eenmaal is weggeduwd en de dreiging van intimiteit is verdwenen, kunnen de positieve gevoelens voor die persoon weer in alle hevigheid terugkeren, waardoor een patroon van aantrekken en afstoten ontstaat.

Kun je iets doen om minder vermijdend te worden? Psycholoog Pieternel Dijkstra, expert op het gebied van relatieprocessen, denkt van wel. ‘Een veilige stijl laat zich niet afdwingen, maar het helpt als je je eigen drijfveren kent. Ga je intimiteit uit de weg uit angst voor afwijzing? Hoef je oprecht niet zo nodig emotioneel close met iemand te zijn of heb je die behoefte wel, maar loop je er toch steeds voor weg? Het is zaak je patroon te zien en er vervolgens bovenuit te stijgen. Bijvoorbeeld door bij jezelf de neiging om weg te lopen op te merken, en vervolgens iets anders te doen, zoals blijven."

Het goede nieuws, aldus Dijkstra, is dat niemand de rest van zijn leven gedoemd is tot één hechtingsstijl. ‘Het is wel een soort blauwdruk, maar die is ook heel veranderlijk. Zo kan interactie met een nieuwe geliefde je eigen stijl versterken of afzwakken. Is hij of zij een veilige hechter, dan heeft dat ook invloed op jouw liefdesgeluk."