Val je altijd op onbereikbare mannen? Klamp je je aan je partner vast, of neem je net afstand als hij/zij te dichtbij komt? In haar boeken Liefdesbang en het recente vervolg Liefdeskunst doorbreekt Hannah Cuppen het patroon van verlatings- en bindingsangst. Artikel van Lene Kemps voor Feeling
"De dans van achtervolgen en weglopen ken ik tot in iedere vezel van mijn lijf. Ik ben ermee grootgebracht. In relaties is het er altijd geweest. Zelfs bij mijn eerste prille verliefdheid op de lagere school. Als ik verliefd was op een jongen, was hij niet op mij en zodra ik het had losgelaten, werd hij verliefd op mij. Ik wist toen nog niet dat dit de rode draad in mijn leven zou worden, daarvan werd ik me pas later bewust. (...) Altijd viel ik op mannen die om welke reden dan ook niet beschikbaar bleken te zijn. Ik voelde me als een magneet tot hen aangetrokken. De mannen op wie ik werkelijk verliefd werd, hadden al een relatie of waren te bang om er een aan te gaan. Als mannen voor mij vielen, deed ik er alles aan om de liefde te saboteren. Zo leefde ik de dans van achtervolgen en weglopen, en bleef de liefde kansloos achter." (Hannah, uit ‘Liefdesbang')
In Liefdesbang is Hannah Cuppen net zozeer ervaringsdeskundige als therapeut. "Dat verklaart, denk ik, het grote succes van het boek", zegt ze. "Ik had als therapeut de zoveelste theorie over hechting kunnen neerschrijven, maar door te vertrekken van mijn eigen ervaringen, heb ik ook de harten van mensen bereikt. Omdat ik het zelf had meegemaakt, was het voor de lezer meer dan een conceptje, het was een uitnodiging om naar zichzelf te kijken. Het was best spannend om dat boek zo te schrijven. Ik dacht: als ik uit de kast kom, want zo voelde het bijna, zie ik niemand meer in mijn kabinet. Het tegengestelde bleek waar. Mensen waardeerden dat ik wist waarover ik het had, ze voelden zich gezien en begrepen."
Voor Hannah was liefde nooit zo maar toegankelijk, maar altijd verweven met angst. "Dat heb ik met de paplepel binnengekregen. Niet omdat iemand dat zo gewild heeft, maar omdat het zo was."Hannah is de jongste en het enige meisje in een gezin van vier kinderen. Haar oudste broer is door een medische nalatigheid op traumatische wijze ter wereld gekomen en heeft daardoor een verstandelijke beperking opgelopen. Haar moeder ontsnapt tijdens de bevalling op het nippertje aan de dood. Er komen nog twee broers, maar terwijl de jongste nog in de wieg ligt, verongelukt de middelste, Hansje, in het bijzijn van zijn broer en opa, die zich daar voor de rest van zijn leven schuldig over voelt en vier jaar later sterft van verdriet. Hannah wordt een jaar na het overlijden van Hansje geboren, en is ook naar hem vernoemd. Ze zegt: "Hoe welkom ik ook was, ik kwam terecht in een nest van verdriet dat te groot was om te dragen. Hoe moesten mijn ouders mij ontvangen terwijl er al zoveel dood was vanbinnen?"
De rol van trauma
Uit deze eigen pijnlijke ervaringen, distilleerde Hannah haar visie op intimiteit, liefde en de rol die trauma speelt in het opbouwen van relaties. "Omdat mijn ouders dat trauma niet konden toelaten en zich moesten afsplitsen van hun diepste gevoelens om door te kunnen gaan met hun leven, was het voor mij onmogelijk om hen emotioneel te kunnen bereiken. Er was altijd een onbewuste angst om hen aan te raken in hun grote verdriet, omdat ik bang was dat ze dit niet zouden overleven en ik hen alsnog zou verliezen. Het risico van verbinding kwam overeen met het risico van verlies. Bij het aangaan van werkelijke verbinding komt die doodsangst naar boven. Alsof verbinden nog steeds betekent: verliezen. Vanuit deze oude overtuiging lijkt het veiliger om iets aan te gaan met iemand waarbij de kans op verbinding het kleinst is. Alsof je dan niet meer verlaten kunt worden."
Bindingsangst en verlatingsangst in een pakketje van pijn. Liefdesbang raakte een snaar bij een groot publiek en werd verkozen tot het Beste Spirituele boek van 2015. Hannah: "Het hechtingsthema resoneert natuurlijk niet alleen in liefdesrelaties, maar in alle relaties, ook die met jezelf. Uiteindelijk gaan Liefdesbang en Liefdeskunst (het werkboek bij Liefdesbang) over het opbouwen van een rijk en volwaardig leven waarin je trouw bent aan jezelf, over je innerlijke kracht vinden en die meenemen in de relatie met een ander. Voluit leven is een voortdurende vorm van verbinding. Het vraagt engagement, commitment. Als ik meteen naar de bottomline ga: verlatingsangst is eigenlijk de angst om voluit te leven, om risico's te durven nemen, om het leven met twee handen vast te grijpen en te zeggen: hier ga ik voor. Terwijl bindingsangst eigenlijk doodsangst is: risico's opzoeken, zoveel mogelijk uit het leven halen om niet te moeten stilstaan bij de echte angst die je zou kunnen voelen."
Overlevingsmechanisme
Hechting is geen nieuw onderzoeksdomein. Dé grote pionier is kinderpsychiater John Bowlby die eerst vanuit observatie en later vanuit research aantoonde hoe belangrijk de band is die jonge kinderen de eerste levensjaren ontwikkelen met hun ouders of verzorgers, en wat voor een impact die band heeft op alle latere intieme relaties. Kort door de bocht: wie opgroeit in een warm en veilig nest, heet veilig gehecht en kan het zelfvertrouwen en de onafhankelijkheid ontwikkelen om makkelijker warme en hechte relaties aan te gaan. Wie zich thuis niet geliefd, gewaardeerd of veilig voelde, is onveilig gehecht en zal het daar moeilijker mee hebben.
Hannah: "Onveilige hechting creëert overlevingsmechanismen. Je had het als kind niet aangekund om te moeten beseffen: mijn vader is er niet echt voor mij, of mijn moeder verstikt me. Die realiteit kan je als kind niet toelaten. Dus creëer je overlevingsstrategieën, als een jas waarin je je veilig voelt. Onbewust leer je om de liefde op afstand te houden, uit angst om de liefde te verliezen. In latere relaties kunnen die mechanismen opnieuw in gang schieten, terwijl ze ons op dat moment niet langer van dienst zijn. Het oude patroon wordt dan steeds opnieuw een voldongen feit en we missen de liefde waarnaar we zo verlangen."
De ideeën van Bowlby werden door psychologe Sue Johnson (Hou me vast) uitgewerkt, en in België verspreid door Rika Ponnet (Blijf bij me); die de hechtingsproblematiek herkenbaar in kaart bracht. Ponnet is zelf nog steeds verbaasd over de gigantische impact die dat boek had. En hoewel het niet bedoeld was als een manier om een diagnose te stellen, is dat wel een beetje het resultaat. "Ik merk het in mijn kabinet. Mensen hebben de hechtingstypes in Blijf bij mij op zichzelf toegepast, gaan zitten en zeggen: ‘Ik ben angstig gehecht en hij is afwijzend vermijdend, we hebben een groot probleem'. Terwijl de hechtingstheorie toch iets complexer is dan dat, en het is bovendien geen vaste typologie. Je bent je hechtingsstijl niet. Afhankelijk van de relatie waar je in zit, kun je veranderen. Maar het is wel soort basisvoorkeur, een onderstroom, een emotionele logica die je gedrag stuurt."
Ponnet benadrukt het krachtenspel achter de hechting, en stelt dat bindings- en verlatingsangst geen twee zwart-witbegrippen zijn, gebeeldhouwd in steen. Vanuit de hechtingstheorie worden relaties gezien als een heel eigen dynamiek, door Rika uitgetekend als een liggende acht, waar de basisbehoeften aan verbondenheid en autonomie de dans van de relatie bepalen en leiden. Ponnet: "Er is een aanjager en een terugtrekker, of er zijn twee aanjagers. Elke relatie volgt zijn eigen patroon dat kan evolueren in de tijd en naargelang de omstandigheden. Omdat de ander nooit het perfecte, sluitende antwoord biedt op onze behoeften, blijft elke relatie een oefening in afstemmen en opnieuw afstemmen, in telkens opnieuw grenzen aangeven en bevragen. Twee mensen gaan altijd weer op zoek naar de juiste afstand, de juiste nabijheid, het juiste evenwicht."
Als twee onveilig gehechte mensen een relatie hebben, zal er een voortdurend spanningsveld zijn tussen afstand en nabijheid en ontstaat wat Hannah de liefdesbange dans van trekken en duwen noemt."Mensen kijken naar de relatie die Rob en ik hebben, en denken dat ze ideaal is. Omdat we elkaar vrijheid gunnen en elkaar de ruimte geven om elk ons eigen ding te doen. Hij is vaak weg, hij reist voor zijn werk, hij heeft zijn vrienden en zijn hobby's. Wat ze niet beseffen, is dat ik daar niet altijd even gelukkig mee ben, en me soms eenzaam kan voelen. Ik heb Rob altijd veel ruimte gegeven omdat hij aangaf dat nodig te hebben, maar nu voelt hij plots de behoefte aan een open relatie. Het is zijn wens om seksualiteit te kunnen beleven met anderen. Ik wil dat niet, maar ik durf niet nee zeggen." (Saskia, uit ‘Liefdesbang')
Hannah: "Saskia is zo bang Rob te verliezen dat ze het niet durft om naar haar hart te luisteren en haar grenzen te stellen. Hier spelen verschillende belangrijke vragen mee. Pas ik me aan de ander aan ten koste van mezelf? Durf ik te kiezen voor mijn eigen waarde, ook als dat betekent dat ik de ander kwijtraak? Dat is een sterk innerlijk conflict. De werkelijke verbinding aangaan roept angst op, maar de geliefde loslaten evenzeer. Saskia kan ervoor kiezen om bij Rob te blijven. Je kunt leren leven met de beperkingen van een relatie. Vraag is: wil je dat? Wat vind je dat je zelf verdient? Je kunt kiezen voor een relatie waarin je geen gelijkheid en wederkerigheid vindt, maar heb je dan de kans om het gelukkigste leven te leiden dat voor jou haalbaar is? Om dat patroon van achtervolgen en weglopen te doorbreken is het een goed begin je eigen rol in de dans te zien. Welke van mijn passen houden die van de partner in stand, of lokken ze uit?"
Types en etiketten
Hoewel het gaat om een dynamiek, val je in hechtingsliteratuur over de etiketjes. Het is natuurlijk ook leuk om je ‘typetje' op te zoeken en dat vast te houden. Ben ik een prinses (Zorg voor mij, kijk naar mij!) of een eenzame cowboy (sterk, daadkrachtig, gericht op doen en niet op voelen)? Ben ik een metselaar (muurtjes bouwen om afstand te bewaren) of een jager (alleen geïnteresseerd in de prooi als ze nog niet veroverd is). Ben ik een hopper (niet kunnen kiezen tussen partners), een perfectionist (niemand is goed genoeg) of een oude vrijster (ik moet zorgen voor anderen)?
Hannah: "Het mooie aan een typologie is dat ze erg herkenbaar kan zijn en heel duidend, maar ze houdt tegelijkertijd een beperking in. De diagnose is verhelderend, maar kan een keurslijf worden: eenmaal een jager, altijd een jager. Terwijl je in een volgende relatie een heel andere positie kunt innemen. Je kunt zelfs binnen dezelfde relatie van plaats veranderen. Bindings- en verlatingsangst zijn geen twee monolitische blokken, ze zijn aan elkaar gekoppeld. Dat belangrijke fluïde aspect verlies je met een starre typologie."
Hannah Cuppen ziet twee trauma's onder de liefdesbange dynamiek: de wonde van verlating en de wonde van verstikking. "Als je te weinig veilige hechting hebt ervaren, door ouders die er om wat voor reden ook emotioneel niet voor je waren, dan geeft dat een gevoel van verlatenheid en eenzaamheid, van gebrek aan eigenwaarde. Dat zorgt voor een voortdurend verlangen naar iemand die dat ‘gat' kan vullen. Van elke partner die je ontmoet, maak je meteen je moeder of vader want je hunkert naar de symbiose die je als kind hebt gemist. Dat is de wonde van verlating. De wonde van verstikking ontstaat als ouders zelf veel te kort zijn gekomen en dat gemis aan aandacht en liefde door hun kinderen gecompenseerd willen zien. Bij de verstikking speelt de angst jezelf te verliezen: als ik mijn moeder een vinger geef, eet ze me helemaal op. Bij de verlating gaat het om het verlies van de ander: waar ben je, hou van me."
Die trauma's kunnen overgedragen worden, soms gaan ze generaties terug. Hannah: "Het is een cyclus, ouders zijn een schakel in de geschiedenis en geven hun onverwerkte pijn door. Ik veroordeel niemand, ik ga ervan uit dat elke ouder het beste wil doen voor zijn kind, maar iedereen zit vast aan zijn conditionering."
"Mijn vader werd in een pleeggezin geplaatst toen hij drie was, op verzoek van de pastoor. Hij zag zijn ouders misschien een halfuur per jaar en zijn broers en zussen zag hij nooit. Na acht jaar moest hij terug naar zijn eigen gezin, waar hij niet meer werd geaccepteerd. Ik heb als oudste dochter altijd zijn pijn gevoeld, letterlijk: het er niet bijhoren, de kwetsing, de vernedering. Ik ben voor hem gaan zorgen en ben ook zijn pijn mee gaan dragen. Hij kon zijn emoties lang inhouden, maar als het te veel werd, ontplofte hij en moest mijn moeder het ontgelden. Als mijn ouders onenigheid hadden, beschermde ik mijn vader en kwam ik voor hem op. Zo heb ik voor hem gezorgd en ik besef nu hoezeer ik dat nog steeds doe bij elke man die ik tegenkom." (Yvonne, uit ‘Liefdesbang')
De golf en de oceaan
"Ik hoor het mezelf nog zeggen, heel overtuigd: ‘Ik ga echt nooit meer met hem mee, gelukkig doorzie ik het nu.' Maar als het dan weer net lang genoeg geleden was en er een nieuw hoogtepunt op de loer lag, trapte ik er met open ogen in door gedachten als: geef jezelf er maar een keer aan over, de boog kan niet altijd gespannen zijn. Hij vindt het ook fijn, dat voel je toch. Hij is heel oprecht en deze keer zal hij merken dat we echt bij elkaar passen. Dit gevoel kan ik toch niet alleen hebben?' Na het hoogtepunt kwam onvermijdelijk het dieptepunt: de volledige radiostilte en de bevestiging van de totale onbeschikbaarheid." (Hannah, uit ‘Liefdesbang')
Hannah Cuppen heeft ze zelf gehoord, de stemmetjes in ons hoofd, die ons verleiden met een kortetermijnkick. De innerlijke saboteur die valse hoop geeft en illusies in stand houdt. Je kunt je innerlijke saboteur onschadelijk maken, in wat Hannah de ‘helende beweging' noemt, een manier om de aloude patronen te doorbreken.
"Als je getriggerd wordt en je wilt heel erg achter de ander aan rennen, of je wilt net heel snel weg, sta dan even stil en laat die emotie er zijn. Probeer in contact te komen met de onderliggende gevoelens van eenzaamheid, rouw en verdriet. Het kind in je had dit niet overleefd, maar de volwassene die je nu bent, kan het aan. Denk aan jezelf als een oceaan, waarin de kindpijn een golf is. Zo'n golf kan intens en heftig zijn, maar in de weidse oceaan gaat hij ook weer liggen, dat is een natuurwet. Als volwassene kun je stap voor stap golfjes toelaten, dat is de helende verbinding. Dat proces is niet altijd makkelijk en misschien heb je hulp nodig. Maar het kan, en dan hoef je niet langer bang te zijn. Uiteindelijk creëer je op die manier veiligheid in jezelf en hoef je je niet meer aan de ander vast te klampen, of weg te rennen."