“We moeten méér van de liefde verwachten”

28 februari 2019

Na ‘Blijf bij mij’ is er ‘Alleen met jou’, het nieuwe boek van relatietherapeute Rika Ponnet. Hierin bouwt ze nog verder op de hechtingsstijlen volgens John Bowlby. In de hechtingsstrategieën ziet ze een kans om alsmaar dichter te komen bij onze diepste behoeftes aan verbinding. Artikel van Tanja Dierckx voor Metafoor

In 2015 leerde ik Rika kennen. Zij was toen gastschrijver voor het magazine waarvoor ik tot voor kort werkte als chef human interest. Een maand lang opereerden we samen op diverse print- en digitale platformen. Vooral haar professionaliteit viel me toen op, en ook de manier waarop ze markante stellingen durft poneren. Dit doet ze vanuit een sterk doorzicht in relatiedynamieken, gebaseerd op jarenlange ervaring. Kortom: een vrouw die weet waarover ze praat.
Dat voel je ook als je haar nieuwe boek leest. ‘Alleen met jou' kan geïnterpreteerd worden als een uitnodiging om steeds meer inzicht te verkrijgen in je eigen hechtingsstrategieën en die van je partner, op een dieper niveau vraagt het om meer openheid en kwetsbaarheid in de intieme relatie. Zelf noemt ze het een pleidooi voor de romantische liefde.
We ontmoeten elkaar bij Duet in Gent, waar Rika al meer dan twintig jaar hoopvolle singles ontvangt en relatietherapie geeft aan koppels. Deze job leverde haar ook de rol van lovecoach op in het EEN-programma ‘Vind je lief". We drinken koffie, gebracht door Rika's innemende man Mark.

Rika, eerst even terug naar ‘Blijf bij mij", je vorige boek uit 2012. Veertigduizend exemplaren
verkocht, and still counting. Had je dat verwacht?

"Toen ‘Blijf bij mij" er lag, had ik het gevoel dat het ging werken. Maar de omvang en de impact ervan doet mij nog steeds versteld staan. In Vlaanderen was dat hele verhaal rond hechting al redelijk bekend, vooral dankzij Peter Adriaenssens, maar dan eerder met betrekking tot opvoeding, de hechting tussen ouders en kinderen. Ik hertaalde het naar volwassenen, illustreerde het met voorbeelden van hier en legde de link naar de machtsstrijd tussen koppels. Mijn insteek was: we zijn van een rollenpatroon naar een overlegmodel geëvolueerd, waardoor partners steeds meer hun positie binnen de relatie moeten bepalen. En onder het machtsvertoon dat daarmee gepaard gaat, zit het verlangen naar verbinding."

Ik maak regelmatig mee dat cliënten bij mij komen en zeggen: we hebben het boek van Rika Ponnet gelezen en we willen het hebben over hechting. Ik hou wel van dat soort cliënten.
"Ik ook. Want als ze dat aangeven, staan we al drie gesprekken verder, toch? (lacht) Het betekent dat ze met het meest fundamentele in relaties bezig zijn. Ze spreken dan in termen van ‘veilig", ‘angstig" en ‘vermijdend" en gebruiken die woorden om zichzelf en de ander te definiëren. Het goeie daaraan is dat ze een heldere taal hebben gevonden om dingen te benoemen. Als ze die echter inzetten om elkaar te culpabiliseren, ga ik niet meer akkoord. ‘Hij of zij is een vermijder, wat denk jij ervan?", vraagt iemand dan. Ik zal dat nooit bevestigen, want het gaat hier niet om een typologie, wel om een dynamisch gegeven. Het is essentieel om een duidelijk onderscheid te maken tussen je hechtingsstijl, die vrij stabiel is doorheen de tijd, en het hechtingsgedrag dat je in een bepaalde relatie vertoont. Dat kan soms haaks staan op wat je verwacht vanuit je hechtingsstijl of ook totaal verschillend zijn geweest in een vorige relatie."

Het heeft geen zin om ons al te veel vast te pinnen op een vaste stijl, want we kunnen wel eens spontaan veranderen van strategie, hoor ik je zeggen.
"Inderdaad, zo kan iemand met een angstige hechtingsstijl in een relatie met iemand die vermijdend is, uitgesproken angstig hechtingsgedrag vertonen: controleren, vaak contact zoeken, piekeren over de betrokkenheid van de ander ... Diezelfde persoon kan in een relatie met een nog angstiger gehecht iemand, zich opvallend vermijdend gaan gedragen. Zijn of haar hechtingsstijl blijft angstig, maar door de dynamiek in de relatie, het aanvallende of claimende gedrag van de andere, kan hij of zij zich terugtrekken, weinig delen of afstand inbouwen."

Ik merk ook dat je in je nieuwe boek ‘Alleen met jou" duidelijk gaat normaliseren in plaats van problematiseren. Hechtingsgedrag is nooit pathologisch, zeg je.
"Door continu met de hechtingstheorie te werken, en ook te merken wat het met mensen doet, ben ik de afgelopen jaren enorm geëvolueerd. Ik sta nog steeds achter ‘Blijf bij mij", maar ik vind de analyse die het boek biedt nu wel hard en koud. De overslag naar ‘Alleen met jou" weerspiegelt mijn persoonlijke evolutie. Ik ga vandaag veel milder met een aantal dingen om. Ik kijk nu vooral naar hechtingsgedrag als een uiting van ons mens-zijn, van onze allerdiepste behoefte om lief te hebben en geliefd te worden. We starten immers allemaal onze relaties met hechtingstrauma"s. De liefde is altijd een poging om dat tekort, het onvervulde, datgene wat we niet gehad hebben, in te vullen. Want we hebben honger, niet alleen op biologisch, maar ook op psychologisch niveau. Het tekort zal altijd de drijfveer zijn. En eigenlijk moeten we ook getraumatiseerd zijn om evolutionair verder te kunnen als mens. Stel dat we perfecte ouders hadden, we zouden niet ver geraken."

Dan denk ik aan de noodzakelijke ‘val uit het paradijs". Die bereidt ons voor op de maatschappij, waar mensen rondlopen die niet perfect zijn en waar we dingen meemaken die pijnlijk zijn.
"Mensen denken vaak dat onveilige hechtingsstijlen gaan over kinderen die zwaar getraumatiseerd zijn. Maar niemand is 100% veilig gehecht. Ouders kunnen nooit helemaal tegemoetkomen aan de verwachtingen van het kind. Er zullen altijd momenten zijn dat het in de kou stond, of dat er bepaalde gebeurtenissen een niet bedoelde impact hadden. Dat is ook heerlijk ontlastend voor ouders: we moeten het niet perfect proberen te doen, want onze kinderen moeten gefrustreerd en op zijn minst deels getraumatiseerd zijn (lacht). In het scheppingsverhaal wordt de mens uit het paradijs geschopt en vanaf dan is het ploeteren. Er zal altijd tekort zijn, en dus pijn en lijden. Dat is het leven. En met het tekort als drijfveer belanden we in dynamieken waarin zaken die niet ingevuld werden, getriggerd worden. En zoeken we daar een invulling voor."

Dan komen we bij de liefde, waarin emoties een sleutelrol spelen. In jouw model ‘de liefdesacht" werk je met de primaire en secundaire emoties.
"Primaire emoties vloeien rechtstreeks voort uit de hechtingsbehoeften. Die zijn vrij eenvoudig en puur. Die gaan altijd over bestaansrecht, te mogen zijn wie je bent. Autonomie, dus. En daarnaast over het verlangen naar verbondenheid en het afhankelijk mogen zijn. Zie mij! En mag ik mezelf zijn vanuit verbondenheid? Ik die mezelf niet moet aanpassen, wegsteken of ontkennen. En jij die me toont dat je me nodig hebt en met mij verder wilt. Deze primaire emoties liggen aan de basis van ons voelen en handelen, maar komen meestal op een andere manier naar buiten, onder de vorm van secundaire emoties. Die zijn reactief van aard en maskeren onze diepste hechtingsverlangens. Want de primaire ervaren we veelal als te kwetsbaar om er rechtstreeks uiting aan te geven."

Wat we zien tussen mensen zijn meestal de secundaire emoties.
"Bij de keuze van een partner zitten we vaak op het niveau van de secundaire emoties: het verlanglijstje of de checklist die we afvinken. Men noemt dat de narcistische verlangens: uiterlijke kenmerken, de ideale leeftijd, job, hobby"s en dergelijke. Zo had ik een vrouw op gesprek die geen Werchter-type wenste, want zij ging naar Tomorrowland en ‘dat werkt toch niet". Deze vrouw was ervan overtuigd dat het nooit zou kunnen klikken, en dus wilde ze hem niet ontmoeten. ‘Wat als we naar zee rijden en hij zet de radio op Studio Brussel, terwijl ik liever naar MNM luister?", vroeg ze, ‘Dan heb je toch direct ruzie?". Als je doorvraagt dan draait het om angst voor conflict en zelf afgewezen te worden, een uiting van dieper liggende bindingsangst. Als hij naar Werchter wil, zag zij dat niet gewoon als een verschil, maar bijna als een afwijzing. Als iemand op alle vlakken bij je past, en hij gaat elk jaar een keer naar Werchter, heeft een relatie dan geen kans? Geloof me: daar kom je overheen ..."

Ook in therapie zie je koppels vaak vastlopen op het niveau van de secundaire emoties.
"Koppels die zich in een aanval-verdedigingsmodus bevinden, zitten op het niveau van de secundaire emoties. De ‘angstige" zegt dan vaak: ‘Ik ben emotioneel, gevoelig". De ‘vermijder" reageert daarop: ‘Ik ben rationeel, ik relativeer dat allemaal". Maar niemand is 100% rationeel, alle mensen zijn emotioneel. ‘Ben je dan nooit kwaad?", vraag ik dan. ‘Jazeker", is het antwoord. Wel, dat is emotioneel! Rationele mensen bestaan niet. Als iemand rationaliseert heeft dat te maken met angst om volgens zijn of haar emoties te leven. Dat zijn allemaal strategieën. De onderliggende vraag van de eerste was eigenlijk: ‘Waar zit jouw nood? Ik zie ze niet. Dat maakt mij zo klein, dat jij je niet toont. Dat kan toch niet dat ik alleen zo klein, kwetsbaar en afhankelijk ben". Dan zitten we bij de primaire emoties."

Het hechtingsmechanisme is een copingstijl, een manier om het voor onszelf veilig te maken. We voelen ook feilloos aan dat de ander ons de mogelijkheid biedt onze veilige positie aan te nemen. Is dat ‘de klik", zoals dat heet?
"Jazeker. We willen een veilig liefdesklimaat creëren vanuit onze persoonlijke geschiedenis. Onbewust herkennen we de copingstrategieën van de ander. We zijn hier veel fijner geprogrammeerd dan we weten, al van sinds we een baby waren. Vanuit de neurologie wordt dat vandaag hoe langer hoe meer aangetoond, hoe afgestemd we zijn. Dat heeft te maken met oogcontact, gezichtsexpressies, intonatie van de stem, aanrakingen, etc... Ieder heeft op een bepaalde manier geleerd om de kwetsbaarheden rond zijn niet-ingevulde hechtingsbehoeften uit de weg te gaan. En dus verbind je je op zo"n manier, dat je dat op die manier kunt blijven doen. Dat is één manier om in een relatie te staan, maar dan blijf je helaas steken op het niveau van de secundaire emoties. De tweede, en dat ervaren velen als zeer onveilig, is dat de ander je rechtstreeks raakt op het niveau van de primaire hechtingsbehoeften. Dat is vaak de hals over kop-verliefdheid.
De ander komt op zo"n manier binnen dat je je er heel kwetsbaar bij voelt. Als je dat gevoel hebt,
dan weet je: dit gaat heel diep. Iemand doet dingen met jou die je heel weerloos maken. Zoals die
man die op een vrouw afstapt en onverbloemd zegt: ik wil je. Zij hoort iets dat ze altijd heeft willen
horen en valt voor hem. Dat maakt haar weerloos."

Jouw boek is een pleidooi om terug te gaan naar de romantische liefde, om hierin grote ambities te hebben en ook weerloos te zijn. Zit dat dan in het valideren van de primaire emoties?
"Vanuit het verlangen dat wij hebben om ons psychologisch en seksueel met elkaar verbonden te voelen, is dat de enige weg. En dat is een kwetsbare weg. Of beter gezegd: een weerloze weg. Maar het is niet omdat er pijnlijke kanten aan zitten dat we het kind met het badwater moeten weggooien. Want als je keihard verliefd bent op elkaar, dan overstijgt dit alles. We moeten vooral beter leren omgaan met die pijnlijke kanten van de liefde. Dit gaat niet over rationaliseren of je ergens bij neerleggen, maar vooral om te durven leven vanuit je gevoel. Dan gaan we ook dingen meemaken die ons raken in de beide richtingen, hemels én pijnlijk. Dat kunnen we dan zien als ‘in de liefde mens zijn". Op het moment van de verliefdheid staan we het meest naakt tegenover elkaar. Als je dit ziet als een kwetsbaarheid die te vermijden valt, of als je de pijn en het lijden niet wil, zal je deze perfecte staat nooit bereiken."

Op zoek gaan naar een veilig gehechte partner lijkt me plots eerder saai.
"Als mensen zich ontvankelijk opstellen in contacten, dan zullen ze vallen voor wie op dat moment emotioneel bij hen past. Trouwens, voor wie zelf geen evident relatietraject achter de rug heeft, acht ik de kans bijzonder klein dat hij of zij plots iemand zou ontmoeten die superveilig gehecht is. Ik zou het zeker niet als doel stellen."

Dus pleit je ervoor om vooral inzicht te krijgen in de primaire emoties.
"Inzicht en invoeling krijgen hoe we relaties vormgeven en sturen, is essentieel. Vooral invoelen dan, want snappen op een inzichtelijk niveau is één ding, maar afdalen naar het gevoelsniveau is iets anders. Daar moet je willen geraken, want daar leven ook de angsten. Ik pleit voor de romantische liefde, waar verliefdheid deel van uit maakt, want die laat ons glashelder zien wat onze diepste behoeftes en kwetsbaarheden zijn. Die krijgen we niet altijd makkelijk ingevuld binnen onze relaties: omdat we ze onvoldoende kennen, of zelfs helemaal niet. Omdat we ze ook niet herkennen bij onze partner."

Dat is ambitieus, en totaal iets anders dan mensen als Alain De Botton en Dirk De Wachter verkondigen. Zij gaan eerder voor ‘tevreden zijn met goed genoeg".
"Alain de Botton bestempelt de romantische liefde als een illusie. Hij zegt dat we minder ambitie moeten hebben in de liefde en dat we onze verlangens moeten beteugelen, dat we bij aanvang testen moeten doen om te zien of we niet te veel conflicten gaan hebben. Als ik dat allemaal hoor, dan vraag ik me af waar hij over bezig is bezig: over de kwaliteit van relaties of over relaties die lang moeten blijven duren? De ambitie wordt bewust laag gehouden. Dat is in mijn ogen een pastoorsboodschap. Wat is de waarde van oud gebouw dat slecht gezet is? Ik vind dat we niet minder van de liefde moeten verwachten, maar méér. We moeten onze verlangens groter durven maken en ze als drijfveer zien. Niet inzetten op beheersen of controleren van onze verlangens, rationaliseren of filosoferen. Dat zijn nu net manieren om onze diepste, niet ingevulde verlangens te negeren."

Dat is een ferme stelling in een relatielandschap waarin de liefde vaak heel erg moeilijk blijkt.
"Maar al te vaak wordt er ingezoomd op het falen, de mislukking, de onmogelijkheid van de liefde. Door de focus te leggen op die lastige kant worden we angstiger in de liefde, en vanuit die angst durven we ons vaak niet meer te geven. Ik pleit ervoor om vaker de fantastische kant van de liefde te belichten, en zo een vollediger beeld te schetsen. We lijken soms te vergeten dat er een kant aan de liefde zit, die de lastigheid ervan de moeite waard maakt."

En toch gaan mensen vaak uit elkaar. De prognose is dat de helft van de mensen die zich vandaag verbindt, uit elkaar gaat.
"Mensen gaan vaak uit elkaar, precies uit verlangen naar verbinding. Het lukt niet bij die ene partner, dus gaan ze voor een andere. En daar hebben ze vaak ook gelijk in. Scheiden hoort erbij. Kijk naar de huwelijksjubilea: 25 jaar getrouwd is zilver, 50 jaar is goud. Een langlopend huwelijk wordt gezien als een prestatie, als iets geslaagds en de koppels als mensen die iets heel bijzonders waargemaakt hebben. Maar is langer altijd beter? Wat voor een houding is dat nu om te zeggen dat de ene helft een prijs verdient en de andere helft faalt!"

Een mooie uitdrukking in je boek vind ik: het gras is altijd het groenst waar het water krijgt. Er is dus werk aan de winkel. Ik merk dat steeds meer mensen de weg vinden naar relatietherapie.
"Ook bij Duet zien we de afgelopen jaren een enorme toename in aanvragen voor relatietherapie. We merken toch dat het meer en meer ingang begint te krijgen. Tegelijkertijd blijft het aanbod eerder beperkt, te beperkt. Ik denk dat vraag aan aanbod, en vooral gezien het vaak acute karakter van aanvragen, nooit helemaal op elkaar afstembaar zullen zijn."

Hoe zie je de toekomst van relatietherapie?
"Ik geloof ook nogal sterk in het concept van meerdere koppels tegelijk te begeleiden in groep, zoals in het Hold me tight-programma van Sue Johnson. Koppels kunnen daarin heel veel van elkaar opsteken. Dat concept doet me soms ook wat denken aan een goede vriendenkring, waar mensen in staat zijn om met elkaar ook dingen over hun relatie te bespreken, wat vaak al heel helpend kan zijn. Ik ben ook overtuigd van alle vormen van relatie-educatie. De kennis over wat we met elkaar doen in relaties, de diepere betekenis van ons handelen, voelen en denken, het is iets wat vaak nog heel beperkt wordt aangeboden. Verder vermoed ik dat het doel van relatietherapie ook deels zal verschuiven van ‘proberen bij elkaar te blijven" naar ‘goed uit elkaar gaan". En tenslotte denk ik dat elke therapie een vorm van relatietherapie is. In de praktijkruimte zit nooit alleen de cliënt, maar met hem/haar van één persoon tot heel veel volk. Relatietherapie helpt enorm voor jezelf als therapeut om altijd opnieuw de mens in zijn context, in zijn systeem te zien en te voelen."

Stel dat je John Bowlby nog zou kunnen ontmoeten, wat zou dat geven?
"Uiteraard is hij mijn grote inspirator. Zijn hechtingstheorie is bekend, maar Bowlby als persoon minder. De boodschap was belangrijker dan de man, zowat het omgekeerde van Freud en daar heb ik een enorm respect voor. Bowlby zit voor mij in de top-vijf van de grootste denkers van de vorige eeuw. Daarnaast leek hij me een enorm toegankelijke en aimabele man en ik zou het met hem zonder twijfel over zijn werk hebben. Een gesprek over zijn gedachtengoed, zijn bevlogenheid en inzichten kunnen hebben, dat lijkt me een enorm geschenk."

Sue Johnson heb je ontmoet in haar eigen huis in Ottawa waar je mocht deelnemen aan een intervisie-avond.
"De inspiratie die dergelijke bevlogen mensen overdragen vanuit hun werk met mensen, de authenticiteit ook, is iets wat me altijd zal bijblijven, ook als bron voor mijn eigen werk en weg. Ik ben Sue Johnson dankbaar voor haar EFT-kader en ik blijf haar uiteraard volgen, net als het werk van een aantal mensen die mee haar gedachtengoed vormgeven. Ik ben ervan overtuigd dat zij de basis heeft gelegd voor een denk- en werkkader rond relaties dat zich almaar sterker zal doorzetten en ook vanuit bijvoorbeeld neurologische hoek almaar meer onderbouw zal krijgen. Relatiewetenschap wordt ooit een vak, denk ik."

Ik zou nog uren met Rika kunnen praten, en dat zullen we ooit wel eens doen, maar nu wacht er een
hoopvolle single op een gesprek. Dus maak ik me uit de voeten, een stuk ambitieuzer dan ik ben binnengekomen. Ik raad iedereen, en niet alleen therapeuten, om ‘Alleen met jou" te lezen. Voor singles die zich bewegen in het courante landschap van online daten, checklists en algoritmen kan het - op zijn minst - een alternatief bieden om naar relatievorming te kijken. Voor koppels kan het confronterend zijn: een gebrek aan romantiek en diepgang in de relatie. Of net bevestigend: wij zijn goed bezig. Sowieso gaat dit boek naar de kern van de zaak en geeft het ook handvaten om bewust met je relatie bezig te zijn. En vooral: elkaar tot in het diepste van je wezen te leren kennen. Als dat geen romantiek is ...

Rika Ponnet (50) is Master in de Germaanse Taal- en Letterkunde en seksuologe van opleiding.
Sinds 1995 werkt ze als relatiebemiddelaar en -therapeut in haar eigen bedrijf Duet met vestigingen in Gent, Leuven, Antwerpen en Hasselt. Zij schreef ‘Mijn leven als koppelaarster" (2006), ‘Blijf bij mij" (2012) en ‘Alleen met jou" (2018). Daarnaast schrijft ze columns voor diverse magazines en is ze een veelgevraagd expert in de schrijvende pers. Rika is 25 jaar samen met Mark Boeykens, psycholoog en haar vennoot in Duet. Zij hebben een tweeling van tien, Anna en Charlotte.