Rika Ponnet is relatiebemiddelaar, seksuoloog, bestsellerauteur en spreker. Ze is een autoriteit in haar vakgebied en wordt om de haverklap om haar mening gevraagd. Tegelijk is zij een van die zeldzame mediafiguren die immuun lijken voor overexposure. Ik kijk er dan ook naar uit om het met deze intrigerende dame te hebben over Primark-daten, de liefdes-8 en ondernemerschap in de liefde. Tekst: Kristien De Wolf voor Boeken magazine
We hebben afgesproken bij Alice in Gent. Het is mooi weer en Rika zit al op het terras. Ze draagt de haren niet opgestoken, zoals ik haar vroeger meestal gezien heb, maar los. De vakantiezon heeft haar gezicht nog niet verlaten en ze draagt een helblauwe jumpsuit die ik ook wel zou willen. Tijdens ons gesprek zal ik vooral een gepassioneerde vrouw te zien krijgen die ik nauwelijks kan bijhouden. Al vlug zal ik denken: laten we dit ijverige notablok maar opbergen en gewoon luisteren.
Op de cover van Alleen met jou staan twee mensen die bij elkaar op de schoot zitten. Heeft dit beeld een speciale betekenis voor jou?
Het beeld van de cover is heel belangrijk voor mij. Ik eindig het boek ook met een stuk dat bij die foto aansluit. We zijn voor de cover voor een rijper koppel gegaan. Eerst zaten ze gewoon naast elkaar, in romantische poses. Dat werkte niet. Reeds van vroeger vond ik mensen die op elkaars schoot zitten een zeer mooi beeld. De betekenis, de intimiteit. Het laatste stuk van het boek over de betekenis van de schoot, heb ik geschreven de allerlaatste dag voor het manuscript binnen moest. Het was echt een afsluiten. In dat stukje heb ik nog alles gelegd. Daarvoor heb ik het boek geschreven, voor het gevoel dat bij dat beeld past. En dan was het af. Op de knop drukken. Hier is het. Daarna ben ik hier op mijn eentje iets komen eten. Mijn pijp was uit.
Heel wat mensen gebruiken Blijf bij mij als een soort relatiebijbel. Waarom dit volgende boek?
De tijden zijn toch een stuk veranderd. Ik bedoel dan onder andere de technologie die zijn intrede heeft gedaan in ons leven. Het eerste deel van het boek was er vrij snel. Dit is het deel waarin ik een overzicht geef van de manier waarop we anno 2018 daten, hoe we naar partnerkeuze en ook relaties kijken, en wat daar de gevolgen van zijn. Maar het tweede deel heeft een lang proces nodig gehad. Ik wist dat ik opnieuw iets over hechting wilde toevoegen. Dit is het onderwerp van het vorige boek Blijf mij. De hechtingstheorie blijft belangrijk, maar in herhaling vallen wilde ik niet. Ik wilde eveneens wegblijven van alle moraliteit, etiketten, definiëren. Het kader van Blijf bij mij leidt nogal gemakkelijk tot oordelen. Dat is niet de bedoeling, maar komt soms wel zo over. Hij of zij is onveilig gehecht, vermijdend. Mensen ervaren dat als een oordeel of gebruiken het als een soort van typologie om zichzelf, hun partner, anderen te labelen, te definiëren. Met dit boek nuanceer ik verder. De liefdes-8 incorporeert nog steeds de hechtingstheorie, maar is dynamischer en gaat ook diep in op emoties: de primaire emoties die diep in het onbewuste meespelen en de secundaire die we wel tonen, maar die toch een soort vertaling zijn. Mensen die eigenlijk verdriet hebben worden bijvoorbeeld boos. Daarnaast is er ook veel aandacht voor de wisselwerking tussen die emoties, gedrag, perceptie en jammerlijke misverstanden die daaruit voortkomen.
Wat is dat eigenlijk de liefde? Wat zoeken we in haar?
Toen ik het boek doorstuurde, schreef ik aan de uitgever: heel simpel samengevat? We starten allemaal op volwassen leeftijd aan relaties en we zijn allemaal getraumatiseerd. Iedereen heeft in zijn jeugd en kindertijd dingen meegemaakt. De liefde is een poging tot traumaherstel. Er is niet meer. We zijn er. Afgerond. Meer moeten we daar niet over zeggen (lacht).
Dikwijls herken je jezelf feilloos in de ander. Dat heeft niets met oppervlakkige gelijkenissen te maken of gedeelde interesses of levensstijlen, maar alles met de manier waarop we met intimiteit en kwetsbaarheid hebben leren omgaan. Vooral de dingen die we liever niet laten zien, die we als pijnlijk, beschamend heb- ben leren ervaren en de wijze waarop we die kwetsbaarheid camoufleren, lezen we in de lichaamstaal van de andere. Bij de start, onze geboorte, krijgen we allemaal twee essentiële ontwikkelings-domeinen op ons bord: ons verbinden met anderen en vanuit die veilige plek, haven, onszelf ontplooien tot een autonome man of vrouw die op zijn en haar beurt in staat is om voor anderen te zorgen. Die ontwikkeling verloopt nooit feilloos, omdat niemand perfecte ouders heeft of in perfecte omstandigheden opgroeit. Die niet of minder optimaal ontwikkelde aspecten gaan altijd over die twee domeinen: we hebben bijvoorbeeld intimiteit als bedreigend leren ervaren en gaan deze dus uit de weg. We vinden alleen iets doen heel onaangenaam en zoeken dus in alles wat de ondernemen steun bij anderen. We verpakken die kwetsbaarheden vaak als sterktes: zie ik eens hoe goed ik alles alleen kan (lees: ik heb er geen vertrouwen in dat er anderen er voor mij zullen zijn) of zie eens hoe gevoelig en relatiegericht ik ben (lees: ik heb het gevoel dat ik zonder relatie niet besta, het niet overleef). Heel vaak vallen mensen dan op iemand die dat kwetsbare deel voor hen invult zodat ze er vooral zelf ver weg van kunnen blijven. Zo ontstaat in elke relatie een basisdynamiek waarbij de ene meer die autonomie, die vermijdende rol invult en de andere meer het verbindende, de meer angstige pool in de relatie is. Meestal belanden mensen in de rol die ze goed kennen en die veilig aanvoelt, een soort context die ze van thuis kennen en op hun beurt vorm geven. Daardoor kan het zijn dat je na verloop van tijd in een relatie zit die hard lijkt op de emotionele omgeving waarin je vroeger thuis deel van hebt uitgemaakt. Er zit echter ook iets teleologisch onder. Anders zou dat erg negatief zijn. Je probeert ook iets te herstellen omdat je daar nu de kracht en de macht voor hebt. Die heb je niet als je in een ouder-kind relatie zit. Dat herstellen probeer je samen met je partner te doen, door alsnog hard te proberen een invulling te krijgen voor de behoeftes waarvoor er weinig of geen aandacht was of waarop je afgewezen werd.
De clou zit dus eigenlijk altijd in datgene wat we niet tonen. Dat is het interessante. Je kunt heel hard vallen voor alles wat je ziet. Eigenlijk moet je eens nadenken: wat toon jij mij niet? En wat toon ik zelf niet. Velen weten dat ook niet. Het is ontstellend hoe weinig voeling mensen hebben met hun eigen diepe behoeftes. Ze weten heel goed wat een partner voor hen moet zijn. Dat komt vanuit een concept van wat de ideale partner is, maar zonder raakvlak met de echte behoeftes.
Bedoel je hier het opmaken van checklists?
Ik krijg dagelijks te maken met lijstjes met verwachtingen. Dit zijn echter geen echte verlangens. Hij of zij moet vanuit zijn verschijning of gedrag mijn ideaalbeeld van een man of vrouw invullen. Dat is inderdaad het checklistdaten. Ik herinner me het verhaal van de vrouw die volledig afknapte op het feit dat de voorgestelde date in zijn profiel aangaf Werchter te bezoeken, terwijl zijzelf aan Tomorrowland verslingerd is. Hoe we dat over het hoofd konden hebben gezien! Dat kon toch nooit klikken! Ik heb daarover met haar een gesprek gehad. Dan merk je dat wat daaronder zit, ten eerste de angst is om zich te moeten aanpassen en ten tweede die voor de afwijzing. Het feit dat hij naar Werchter gaat is een afwijzing van mijn voorkeur, dus van mijzelf. Je ziet dat ook bij mensen die zeer ecologisch zijn, of een bepaalde maatschappelijke overtuiging aanhangen. Hun identiteit valt als het ware samen met die ‘vlag". Het feit dat de andere niet voor die vlag kiest, of ze nuanceert, wordt ervaren als de totale afwijzing van hun identiteit, van wie ze zijn.
Hoe ben jij op dit punt in je leven gekomen en hoe verklaar je het succes dat je geniet?
Ik heb nooit grote plannen gesmeed, maar als ik iets doe, is het wel met volle overgave. Ondanks dat is het wel zo dat mensen mijn terrein zijn. Ik ben een mensenmens, een enorme observator. Door de veelheid van verhalen die ik al gelezen heb, doorzie ik de dingen ook snel, kan snel puzzels leggen. Ik doe reeds vijfentwintig jaar niets anders dan met mensen aan een tafel zitten en praten over hun leven, hun liefdesleven. Daarnaast denk ik dat ik geboren ben om zelfstandig te werken. Ik ben maar een jaar in loondienst geweest. Dat ondernemerschap heeft me nooit beangstigd. Mijn man Mark en ik hadden niets te verliezen en we zijn gesprongen. Soms denk ik wel eens aan de levens die ik niet geleid heb. Niet uit spijt, maar ik wou dat ik mezelf in vijf kon klonen. Eens zien wat ik in een andere wereld zou hebben gedaan.
Je bent zowel germanist als seksuoloog, geen evidente combinatie.
Tot op vandaag vind ik van mezelf dat ik veel meer germanist ben, dan seksuoloog. Verleden week had ik een dubbelgesprek met Esther Perel (een internationaal vermaarde relatietherapeut, die onlangs in Zomergasten zat). Haar traject bleek zeer gelijkaardig. Zij studeerde theater en Romaanse filologie en verdiepte zich pas naderhand in de systeemtherapie. Taal is een heel belangrijk gegeven in het contact met mensen. Ik heb dus minstens zoveel aan de talenopleiding als aan de opleiding seksuologie. Het uitdrukken, het vinden van de juiste beelden, de metaforen. Het samenkomen van die twee opleidingen ervaar ik als een zeer krachtige combinatie.
Lees je zelf veel?
Met kerstmis in het eerste studiejaar, veel vroeger gaat niet denk ik, ben ik beginnen lezen en ik ben niet meer gestopt. Ik lees ook nu nog vrij veel. Deze vakantie had ik Mannen zonder vrouw mee van Murakami. Ik word door dit soort verhalen meer gevoed dan door het lezen van vakliteratuur. In een van de verhalen komt een charmante man voor die steeds relaties heeft met getrouwde vrouwen. Na twee of drie jaar worden deze vrouwen elegant afgeserveerd. Dit loopt prima, tot hij rond zijn vijftigste catastrofaal verliefd wordt en zelf wordt afgewezen. Het is de eerste keer dat hij zich op het diepste niveau van zijn hechtingsbehoeftes met iemand verbonden heeft en zich volledig kwetsbaar heeft getoond. Dat blijkt dodelijk. Hij stopt met eten en sterft. Murakami noemt datgene wat zo diep bij hem geraakt wordt, een onafhankelijk orgaan. Iets waar je geen controle over hebt en dat essentieel is in het menselijke van iemand. Dergelijk beeld kan geen enkel wetenschappelijk boek mij bieden. Zo is de literatuur een hele rijke bron voor mij.
Wat is de belangrijkste meerwaarde, de grootste component binnen je werk als therapeut en bemiddelaar?
Mensen komen uiteraard in eerste instantie omdat ze iemand willen leren kennen. Ze komen met de gekende lijstjes. Ik heb dit probleem. Ik betaal u, los dit op. Toch is er steeds meer sprake van een traject. We werken met mensen aan het actief verbreden van scenario"s en vooral het stimuleren van ontvankelijkheid. Vandaar ook de start van het boek. Ik heb niets tegen technologie als die goed gebruikt wordt. Maar mensen die al wat angstiger zijn, of de neiging hebben dingen te willen controleren, worden daardoor het slechte pad van de overdreven controle opgeholpen. Een aanzienlijke groep loopt daarin vast. Als je het gevoel hebt een Primark-trui van vijf euro te zijn, dan ga je manieren zoeken om jezelf te beschermen. Niemand wil het gevoel hebben inwisselbaar te zijn, wegswipebaar, zonder betekenis. Als de context onveilig aanvoelt, gaan mensen zich concentreren op het vermijden van afwijzing. Zij durven zich niet meer te tonen, durven niet meer vanuit overgave in contact gaan met anderen. Die angst proberen ze te controleren door lijstjes op te maken. Veel andere instrumenten zijn er niet.
Wij gebruiken uiteraard ook lijsten, maar de manier waarop mensen dergelijk lijstje invullen spreekt boekdelen. Bij sommigen wordt de lijst heel losjes ingevuld, de rest zien we wel, geen wet van Meden en Perzen. Bij anderen is het een half boekwerk. Dan is de uitdaging om de angst die speelt bespreekbaar te maken om te komen tot meer ontvankelijkheid. Dat werkt ook. Soms vinden mensen binnen het traject zelf geen partner, maar hebben zij toch geleerd om zich meer open te stellen en lukt het alsnog. Wij krijgen die feedback ook regelmatig. Dat ze iemand hebben ontmoet die helemaal niets wegheeft van het beeld dat ze voor ogen hadden tijdens het opstellen van "de checklist": niet de juiste lengte, niet de juiste leeftijd, toch scheve tanden, noem maar op. Met de mantra van het open opstellen voor ogen, is er heel wat mogelijk.
Wat bedoel je precies met de mantra van het openstellen?
Daten vanuit de mantra van het openstellen is eigenlijk een vorm van mindfulness. Je bent bezig met wat er zich aandient, met de ander, op een nieuwsgierige manier, in plaats van met wat de datingexperts je aanpraten. Je moet zolang in zijn ogen kijken, je moet je zus en zo kleden, dat moet je vragen, dat mag je niet zeggen. Mensen zijn aldus met zichzelf bezig. Als je echter op de ander gericht bent, ben je niet met jezelf bezig. En dan, pas dan bèn je jezelf, open, ontvankelijk en niets is aantrekkelijker dan dat.
Heb je zelf een evolutie moeten doormaken om dit boek te kunnen schrijven?
Het boek reflecteert zeker ook mijn persoonlijke evolutie, als bemiddelaar en als vrouw. In Blijf bij mij vertrekt alles nog heel sterk vanuit de analyse, het hoofd. Alleen met jou betrekt veel meer het gevoel. Die evolutie kwam er omdat ik merkte hoe analytisch en statisch mensen soms kijken met het denkkader rond hechting. De afgelopen zes jaar kreeg ik via lezingen, sociale media en uiteraard ook in mijn praktijk vaak te horen hoe ze hechting toch inzetten als een soort van diagnosestelling van zichzelf en hun relatie. Hechting is een heel dynamisch gegeven waarbij de centrale focus altijd weer het gevoel is, niet het hoofd. Tegelijkertijd merkte ik ook telkens dat net door de helderheid van dat denkkader, het feit dat mensen zich daarin herkennen, er ook ruimte was om naar dat gevoel te gaan. Ook in mijn persoonlijke ontwikkeling loopt dat als een rode draad. Zo ben ik toch lang vooral met inzicht en kennis bezig geweest, wat een gevoel van controle met zich meebrengt, minder met de onderliggende gevoelsbeleving. Door ouder te worden ervoer ik hoe langer hoe meer het vermogen en ook verlangen om veel meer ook vanuit dat gevoel het leven en anderen te benaderen. Een makkelijke weg vind ik dat zeker niet. Zo heb ik lang gedacht dat ik makkelijk en vanuit aanvaarding ouder zou worden, maar dat gaat me toch minder goed af dan gedacht. 50 worden is een muur geweest waartegen ik toch even hard aangeknald ben. Toen de datum gepasseerd was, bleek het geen issue meer. Het ging en gaat uiteraard over iets anders dan die 50: een evaluatie van alles wat geweest is, een kijk op wat komt, een groeiend bewustzijn dat de tijd die je hier nog uit mag zitten danig aan het slinken is. En vooral dat controle een illusie is.
Kinderen krijgen had op dat vlak een nog grotere impact. Ik denk dat kinderen krijgen een proces in gang zet om als vrouw bij je emoties en in je lichaam te geraken, bij je diepste hechtingsnoden. Het moederschap omschrijf ik als een bestemming. Ik ben niet het type moeder dat in extase is over mijn kinderen, ze vullen niet mijn volledige leven. Het moederschap is meer een deel van mezelf. Ik kan dat bijna niet uitleggen. Het wijzigen van het perspectief is enorm. De pretentie die ik jaren had. Hoe zij je vleugels knippen en je aan de grond houden, ervoor zorgen dat je niet met jezelf kan bezig zijn. Hoe dat je leert wat het precies is om ‘niet met jezelf bezig zijn". Je denkt: ik werk veel, dus ... maar nee! Dan ben je nog àltijd met jezelf bezig. Een les in bescheidenheid, is het moederschap.
Is het verstand dan niet meer belangrijk? En wat met de ziel?
We kunnen daar geen onderscheid in maken. We denken nog te veel van uit een tweedeling, lichaam tegenover geest. Dat is middeleeuws. Biologie, spiritualiteit, voor mij is er alleen de totaliteit van de mens. Er is geen keuze tussen hart of verstand. Een verstandige keuze is altijd gevoelsonderbouwd. Het gevoel ligt mee aan de basis van de beste inschatting, vanuit wat je observeert, ervaart, ervaart bij jezelf. Dat zie je ook bij een goed auteur, dat stroomt, dat is een geheel. Dat zie je ook bij de talrijke voorbeelden en de relatie-8 in het boek. Het is een dynamisch geheel. Daarom word ik zo boos als een of andere futuroloog komt vertellen dat we binnenkort allemaal een sensor dragen die zal bepalen of we een match voor elkaar zijn. Het zit veel complexer in elkaar dan we zelf vermoeden.
Zielsverlangens zijn dan weer die dingen waardoor jij je als mens op de diepst mogelijke manier voldaan voelt in je mens zijn. Dat is heel persoonlijk. Dat raakt aan de weerloosheid. Als je daar zit ben je in je mooiste staat van zijn. Dat kan niet altijd natuurlijk. We hebben onze schilden nodig. Anders moet je al
een soort Dalai Lama zijn. Dat hoeft niet. Maar als dat een keer geraakt wordt dan is er geen schild, ben ik weerloos en waarschijnlijk op mijn mooist.
Is het niet zo dat wanneer je die weerloosheid tot in het extreme toelaat, je toch weer onkwetsbaar wordt?
Een mens is nooit totaal onkwetsbaar. Het is heel zeldzaam om iemand te ontmoeten die extreem weerloos durft te zijn. Mijn groottante Jeanne was zo iemand. Als je kwam ging de poort open en was jij het belangrijkste op de hele wereld. Was het af met mijn lief, zat zij samen met mij te wenen in de ontmoet-
ingskamer. Ze had verlangens, maar geen verwachtingen. Ze was blij en dankbaar voor een mooi gesprek, maar vroeg niet wanneer je terugkwam. Misschien daarom dat we zo graag gingen. Ze was wellicht niet onkwetsbaar, maar haar ego was toch heel miniem. Ze had ook een ijzeren gezondheid en een grote mentale veerkracht. Dat helpt om naar dergelijke staat van onthechting te gaan. Ik verwijt echter niemand die zich als een slachtoffer in een hoekje terugtrekt voor een tijdje. Er is niets mis met wel boos te zijn. Niet iedereen kan zoals Christa Bracke of Marieke Vervoort met tegenslagen omgaan. Dat zijn ideaal-
beelden van menselijk functioneren die sommige mensen zeker inspireren en steun bieden, maar anderen een klein gevoel geven, omdat zij daar niet op die manier in slagen. Deze helden doen die dingen ook zelden alleen, er is ook altijd een context. Sommige mensen hebben heel vroeg al zo"n beschadigende din-
gen meegemaakt, dat je daarover niet zomaar kunt oordelen.
In het boek heb je het over de frisse kijk van het kind. Wat kunnen we daarvan leren?
We zijn allemaal geprogrammeerd. Dat toont de liefdes-8 mooi aan. Volwassenen zien al gauw vooral verschillen en tegenstellingen. Daarnaast denken we dat onze realiteit, dé realiteit is. Het is rijk om te leren zien dat dit niet de waarheid is. Dit aanvaarden is de basis van ontvankelijkheid, de frisse kijk, kijken alsof het de eerste keer is. Dat vergt focus. Dan wordt observeren heel mooi om te doen. Omgekeerd kan het niet meer kijken naar wat er werkelijk bij de ander is, tot erge vooroordelen leiden. Zo weigerde een vrouw een date met een man omdat hij op zijn facebookprofiel vermeldde dat hij ooit naar Thailand was geweest. Voor haar stond Thailand gelijk aan sekstoerisme. Hij was dus een sekstoerist. Er was geen weg rond. Ze weigerde de date. Toch jammer.
Je gebruikt in het boek ook de metafoor ‘ondernemerschap in de liefde". Een soort ondernemerschap zonder al te strak business plan wellicht?
Op een keer was ik betrokken in een brainstorm voor een startup. De ondernemers gaven aan dat ze ook nog een plan B hadden, een job voor het geval hun idee niets zou worden. De groep ondernemers rond te tafel zat al gauw met het hoofd te schudden. Zo werkt dat niet. Je moet je project zíjn. Als je er niet hon-
derd procent voor wil gaan, lukt het niet. Voor mij betekent ondernemerschap in de liefde, diezelfde instelling te hebben in relaties. Het is dikwijls zo voorwaardelijk, ook uit angst om voor naïef en onnozel door te gaan. Zeg maar eens: ik ben de vrouw van mijn leven tegen gekomen. Ik trouw met haar! Je zult veel wenkbrauwen omhoog zien gaan. Wacht maar eens af, zeggen de mensen, dat is niet meer van deze tijd, je zult wel nog anders piepen. Het toch doen betekent overgave, maar het is ook geloof in jezelf. We zijn allemaal competent in de liefde, alleen durven we vaak niet meer.
Er is nog een ander aspect. Ambitie in ondernemerschap gaan meestal over onszelf. In relaties daarentegen is de ambitie vaak voor de ander gereserveerd. Míjn lat ligt hoog, zeggen mensen dan, maar de lat ligt niet hoog voor henzelf, maar voor degene die ze gaan ontmoeten. Die gaat zijn of haar best mogen doen! Ik denk dat ik de vraag eens zal moeten invoeren: waarom denk jij een aantrekkelijke partner te kunnen zijn voor iemand? Dat is geen simpele vraag.
We definiëren dingen vaak als ‘geven", maar eigenlijk geven we dan wat we over hebben, wat gemakkelijk is, niet wat de ander gevraagd heeft, en niet wat de ander nodig heeft. De inspanningen die moeite kosten en die ik bij de ander bevraagd heb, daar zit de liefde. Het summum van liefde is iemand iets kunnen geven, alleen maar omdat de ander het gevraagd heeft. Daarbij help ik graag de misvatting de wereld uit dat wat je krijgt nadat je het hebt moeten vragen, niet liefdevol zou kunnen zijn.
Is het pleidooi voor de romantische liefde ook een pleidooi tegen de angst?
Het pleidooi voor de romantische liefde, is een pleidooi voor het leven. Waar angst heerst, kan geen leven zijn. Het snijdt ons af. Angst is af en toe goed, maar nu blokkeert het alles, het leven. We zijn vergeten dat we elkaar nodig hebben. Tot op zekere hoogte is het individu in staat om op zichzelf te leven. De mantra is het YOLO. Je moet er voor jezelf alles uithalen. Omdat het niet meer levensnoodzakelijk is om te verbinden
met anderen, doen we het minder en gaan we een stuk voorbij aan onze natuur. Ik heb daar ook geen oplossing voor. Van een Filippijnse vrouw heb ik daar wel veel over geleerd. In die overleefcultuur kent iedereen elkaar en lijkt iedereen verbonden en vriendelijk. Diensten aan elkaar lijken gratis maar eigenlijk
heeft iedereen ook schuld bij iedereen. Die schulden blijven soms jaren uitstaan, maar ooit worden die ingelost. Wij kunnen voor alles professionelen inschakelen, zij moeten zich aangenaam gedragen uit noodzaak. Dat brengt echter ook een vorm van geborgenheid met zich mee, die wij niet meer kennen. We
zijn nog maar goed dertig jaar bezig zoals we bezig zijn en zien al dat we op de grenzen van onze vrijheiddrang botsen. En dat is die angst. Een mens kan niet vrij zijn, we zijn verbonden. Moet je echt naar Azië gaan om te ontdekken dat alleen in een tent zitten niet zo plezant is? Investeren in relaties kost moeite en vrijheid afgeven, maar er komt wel een warmte en geborgenheid voor terug.
Wat brengt jou toekomst?
Als ik nu iets schrijf, denk ik dat het fictie wordt. Ik heb onlangs ook gezegd dat ik graag iets zou schrijven rond het thema mannen, maar voorlopig is mijn schrijfpijp dus wel uit. Uiteindelijk denk ik dat ik in het bejaardentehuis ook nog consultatie zal houden. Dat mijn deur zal openstaan. Ook daar zal ik nog altijd geïnteresseerd zijn in wie met wie onderweg is en als ze er eens willen over babbelen, ze komen maar af!