Als je geen genoegen neemt met een zesje

28 februari 2019

'Ik ben vorige week dertig geworden. Het moment om te contempleren over bereikte en onbereikte doelen en eigen en maatschappelijke verwachtingen. Dertig is de leeftijd waarop vrienden in stroomversnelling trouwen en kinderen maken. En waarop singles een keertje extra nadenken over hun relationele status. Ik ook.' Artikel van Thalisa Devos voor Het Nieuwsblad

Tot voor kort toeterde ik alleen maar wat een goede single ik ben. Ik ben intussen een toontje lager gaan zingen en durf toe te geven dat ik naar een partner verlang. Ook al ben ik gelukkig en sta ik graag op mijn ­eigen benen. Ik ben niet wanhopig omdat ik dit schrijf, erover praat of het soms herhaal. Ja, ik wil iemand die naast me staat, als partner. Die me versterkt en steunt, me omhoog - of naar beneden - haalt wanneer het moet, die me in evenwicht brengt. ­Iemand met wie ik leuke dingen kan doen of gewoon eens mee in de zetel kan liggen.

Tot op heden heb ik die dus nog niet gevonden. "Zo moeilijk kan dat nu toch niet zijn?" "Je bent te veel­eisend." "Tja, een makkelijk karakter of leven heb je nu ook niet." Daarom heb ik volgens anderen geen partner. Maar wat ík me vooral afvraag, is waarom sommigen in relaties lijken te glijden alsof het niets is, en anderen ze eerder ervaren als kruistochten vol complicaties.

De 28-jarige Schotse stand-up­comedian Daniel Sloss geeft het antwoord in zijn Jigsaw-show: "They settle for less" - over de mensen die glijden. Een week na de uitzending en het viraal ervan gaan, meldden 4.000 koppels dat ze uiteen gingen, werden 17 verlovingen verbroken en 9 scheidingen aangekondigd.

Sloss zegt dat we als maatschappij zodanig hameren op het "compleet" zijn met een soulmate aan je zijde, dat iedereen die dat niet heeft zich incompleet voelt. Dus gaan we onszelf veranderen totdat we in een keurslijf passen en we ons zo in een relatie met de ander kunnen wringen. Dat we genoegen nemen met minder dan we verdienen en verwachten, opdat we toch maar lepeltje-lepeltje kunnen liggen. Want écht alles lijkt beter dan alleen te zijn.

Hoger mikken
Dat is ook exact wat relatietherapeute Rika Ponnet hekelt. De "zesjescultuur" noemt ze het. Ze doelt ermee op het genoegen nemen met een zes, een partner die voldoende bij je past. In plaats van hoger te mikken, en te wachten op iemand die écht goed bij je past. Een acht, of een negen, bijvoorbeeld. Te veel mensen zijn alleen en zijn bang om dat te blijven. Daarom settelen ze dus voor "gewoontjes". "We mogen echt wel ambitieus zijn als het over de liefde gaat", zegt ze daarover. "Mikken op de romantische liefde. Want dat is de meest volledige. Diegene door wie je jezelf leert kennen, maar ook diegene door wie je op je bek kan gaan. Want ze veronderstelt een overgave die groter is dan de angst voor de pijn."

Ik ben altijd een streber geweest. More is absoluut more, veel meer dan less is more. Een voldoende was nooit genoeg. En dat is het vandaag ook niet. Dus waarom zou ik voor een kabbelende liefde kiezen? Ik wil echt wel hoger mikken. Op de romantiek dus. Maar dan word je dus afgedaan als te kritisch en te veeleisend. Ik heb geen lijst, en al zeker geen ellenlange. Maar waar ik niet van wil afwijken is de knal.

Stomp in de maag
Ik heb hem al ervaren, die stomp-in de-maag-liefde. Het resulteerde in een af-en-aan-relatie waarin heftigheid een belangrijke rol speelde. Die liefde is al enkele jaren verdwenen. De littekens ervan niet. Want dat gevoel heb ik niet meer ervaren sinds dan. Niet in die allesoverweldigende vorm. Waar geen plaats meer is om te rationaliseren, omdat je hoofd en buik toch al een besluit genomen hebben. Of dat een verstandig besluit is, heeft daar niets mee te maken.

Natuurlijk passeerden er sindsdien love-interests. Mensen bij wie een vonkje ontstaat omwille van een aantrekkingskracht, maar een vonkje dat nooit echt ontvlamt. En anderen bij wie er een connectie is omdat je van dezelfde dingen houdt en elkaar steeds op dezelfde plaatsen tegenkomt. En je zelf de hiaten in het verhaal begint op te vullen. Omdat je diep vanbinnen wel weet dat er geen vonk is, maar de rest zo goed zit. En dan teleurgesteld achter blijft. Want dezelfde boeken graag lezen is niet genoeg.

"Liefde is een werkwoord", zeggen ze. Ik vind het even onnozel als "honger is de beste saus". Natuurlijk moet je aan de liefde werken eens die diepgeworteld is en er problemen de kop opsteken. Maar als je van in het begin moet timmeren en lijmen, dan zit er toch iets niet juist?

Op zoek naar de knal
Hoe pak je de dingen dan wel aan? "De romantische liefde is niet maakbaar, de omstandigheden waarin ze ontstaat wel." Het is de slagzin van Ponnet. Pyschotherapeut Kathleen Ghequière beaamt. "Maak zoveel mogelijk contacten. Blijf niet in je zetel hangen, maar doe de dingen die je graag doet en omring je met de mensen bij wie je je goed voelt. Je openstellen voor nieuwe mensen is het beste idee, krampachtig op zoek gaan naar de liefde minder. Al zie ik in mijn praktijk evengoed mensen die dat enkele jaren lang volhouden en dan toch de liefde vinden."

"Het gaat vooral om welke persoonlijkheid je bent. De liefde is niet bij iedereen anders, de verhoudingen wel. Voor iedereen geldt dat er - om verliefd te worden - twee zaken aanwezig moeten zijn: een minimale chemie en een minimale basis van gemeenschappelijkheid. Maar de één wil een maximale chemie voelen - wil die knal ervaren - en vindt ­gemeenschappelijkheid misschien minder belangrijk omdat ze vrienden hebben met wie ze hun interesses kunnen delen. Anderen verkiezen een sterke gemeenschappelijke basis omdat ze meer op zoek zijn naar die ene persoon met wie ze alles kunnen delen, eerder dan de chemie. Zij geloven misschien meer in het groeien van de liefde."

Ik weet naar welke kant ik overhel. Absoluut de romantische, emotionele, ongrijpbare, van een flinke scheut chemie voorziene kant. Iets wat ik na een recente ontmoeting nog meer besefte. De persoon in kwestie babbelde honderduit over het leven, de liefde en de pijn die ze hem al gebracht hadden. Ik was overdonderd en zei dat ook. "Is smalltalk dan beter?", vroeg hij. Ik ben met een hoofd vol vragen naar huis gefietst. Over jezelf openstellen en diepere connecties. En een besef: perfectie bestaat niet, niemand is perfect. Maar de lat mag wel juist liggen. Hoog genoeg ook.

Illusie
Iemand vinden die bij je past is energierovend en emotioneel. "Het is spannend en mysterieus, frustrerend en magisch", zegt Dirk Dewachter daarover in zijn boek Liefde. Een Onmogelijk Verlangen. "In onze westerse beschaving zien wij liefde en geluk te veel als een wilskrachtige toestand van mensen die het gemaakt hebben, die weten hoe het moet. Wij denken dat ze maakbaar zijn. Maar dat is een illusie. Doe vooral wat minder, stel je open en geloof in toeval en een beetje chance. En leef vooral het leven."

Voluit leven is één van mijn sterktes. Ik moet mezelf eerder forceren in de zetel te gaan liggen dan mezelf eruit te hijsen. Er passeren wekelijks interessante mensen in mijn leven, en voor diepere connectie sta ik open. Nu nog de chemie.