Ava Miller en ik

23 april 2019

Welk boek zou u aanraden aan vrienden en collega's? Marnix Verplancke van De Morgen vroeg het aan Rika Ponnet.

Er bestaat ongetwijfeld een woord voor: ik lijd meer onder de levens die ik niet geleid heb dan onder het leven dat ik leid. Ik heb dat ook met boeken. Telkens ik iets goeds lees, denk ik aan al die romans die ik nooit zal kunnen lezen, om nog maar te zwijgen over wat ligt te verstoffen in de onderste laden van burelen omdat het nooit een weg vond naar een uitgever. Ava Miller en ik, recent verschenen, onderging dat lot gelukkig niet.

Meer dan ooit is lezen een beetje verworden tot een opdracht om zeker al de gehypte, blinkende parels in huis te halen. Ik was vergeten hoeveel plezier je beleeft aan die ene parel die je zelf in de oester ontwaart. Dit boek kwam vanuit mijn persoonlijk leven binnen gewaaid, ik begon er aan zonder voorkennis en dus met mild voorbehoud, maar liet dat na de eerste bladzijden al meteen varen.

De Bildungsroman, het Coming of age-genre heeft me altijd gelegen, wegens psychologisch blijvend interessant. Ik dacht aan Elena Ferrante, ook wat aan Spit en zelfs aan de populaire Netflixreeks, Sex Education. Maar al die referenties hoeven in wezen niet.

Dit boek is een heerlijke, Oost--Vlaamse - en dat is niet denigrerend bedoeld - versie van de universele pijn die opgroeien heet.

Relevant, opdat we nooit zouden vergeten hoe moeilijk dat is. Stof tot discussie omwille van de talrijke filosofische bedenkingen. Iets om van te genieten, door het zuivere taalgebruik, het gepaste tempo.

Ik las het voor een groot stuk onder een overweldigend bloesemende boom, wat hou ik daarvan, maar maakte mij na de laatste pagina de bedenking. Zouden bomen ook last hebben van groeien, zou bloesemen pijnlijk zijn?

Kristien De Wolf is dit jaar 50, dan kom je niet meer op leeftijd, dan heb je die leeftijd en juist daardoor ook de kracht om de demonen van je jeugd voorgoed gepast te slapen te leggen. Het is wat ze met verve deed in ‘Ava Miller en ik'.