Bestaat de eeuwige liefde?
04 juni 2019
'De Expert' is een videoformat van dS waarin wekelijks één centrale, menselijke vraag beantwoord wordt door een expert terzake.
13 maart 2019 Column
Hij noemt ze ‘hijos" het Spaans voor kinderen als hij me de jonge stekken naast de forse bananenboom, la madre, aanwijst. Die draagt op dit moment een reuzegrote tros bananen. Willen de stekken een kans hebben om zelf bananen te dragen, dan moet de moederplant, na de oogst, tot aan de basis afgesneden worden zodat de voeding uit de wortelstok niet meer naar haar gaat. Ik wil hem uitleggen dat het een prachtige metafoor is voor het leven, maar mijn Spaans schiet schromelijk te kort.
Het feit deed zich een jaar geleden voor in Lanzarote en het beeld is sindsdien met mij meegereisd naar mijn praktijk. Het hielp me een paar weken erna bij een gesprek met een 44jarige verpleegkundige. Ze had nog nooit een relatie en woont nu twee jaar alleen. Ze is nu drie jaar in individuele begeleiding bij een psychologe nadat ze rond haar veertigste de staat van haar leven had opgemaakt en het resultaat haar deed panikeren. Ze had zich ondertussen neergelegd bij het feit nooit moeder te zullen worden of toch niet van eigen kinderen. Maar een relatie, een leven op eigen benen, dat moest toch nog tot de mogelijkheden behoren. Als ik haar vraag naar die eerste twintig volwassen jaren van haar leven of ze dan echt nooit iemand ontmoet had, vertelt ze over het besloten leven dat ze al die tijd leidde. De ideale, beschikbare, zorgzame dochter die ze altijd geweest is voor haar zorgbehoevende, klagende, immer met ziektes en kwalen belaste moeder. De term parentificatie valt: de brede noemer die we in de psychologie gebruiken voor ouder-kind-relaties waarin niet de ouder voor het kind, maar het kind voor de ouder zorgt. Hoe die term toch ook niet echt de lading dekt, want dat ze al die tijd inderdaad wel gemoederd heeft over haar eigen moeder, maar daardoor toch nooit de kans heeft gekregen om zelf echt volwassen te worden, op haar beurt te moederen voor haar eigen kinderen. Hoe ze op een bepaalde manier alleen maar de dochter van haar ouders mocht zijn. Tot op vandaag is haar grootste opdracht het doorknippen van die navelstreng, het zich losmaken van die gezamelijke wortelstok, van een relatie die ze nu als parasitair ervaart. Ze heeft ondertussen al de fazen van manipulatie doorstaan: van smeekbedes in doodsangst tot woedende, verwijtende telefoons dat ze voor haar geen dochter meer is. Het lukt haar, vanuit een dwingend overlevingsinstinct om weerstand te bieden aan alle strategieën die voorheen wel werkten. Alleen het schuldgevoel, dat blijft en is bijwijlen een zware last om dragen en het zoeken naar een manier om daar zo goed als mogelijk mee om te gaan, een belangrijke opdracht. Daten schijnt haar daar in de daaropvolgende maanden te helpen. Door haar zorgende natuur, contactgerichte aard en zachte uitstraling verovert ze makkelijk het hart en de geest van mannen. Ze start voor het eerst een relatie, aandoenlijk, de prilheid en onzekerheid, de puurheid, op die leeftijd. Hij gaat onvoorwaardelijk voor haar, zij voor hem, vanuit de overtuiging dat het leven zelf hen deze unieke kans geeft. Ze plannen een verre reis, voor het eerst een maand weg uit haar geboortestad. De moeder steigert, smeekt en dreigt, maar ze gaan door. Tot ze drie dagen voor de afreis valt en een been breekt. Nu kan ze toch alleen maar annuleren, vertelt ze mij in tranen en of ik denk dat ze zoiets met opzet zou doen. Dat de vraag en het vermoeden van meer betekenis zijn dan het antwoord dat we niet kunnen geven, zeg ik haar. En ik vertel haar over de bananenplant, dat dit, nu het moment is waarop ze voor het eerst misschien echt de keuze maakt tussen haar behoeftes en geluk en die van haar moeder. En ik besef hoe moeilijk die keuze is. Want moeders horen navelstrengen door te knippen en hun kinderen in de wereld te zetten, niet omgekeerd. We concluderen dat er misschien toch oplossingen zijn voor dat been. Die worden gevonden en de reis gaat door, een overwinning op het verpletterende van het schuldgevoel.
Een paar weken geleden ging ik opnieuw naar de bananenplant kijken. De madre staat er, een aanwezige stronk die herinnert aan de moeder die ze ooit was. Ernaast staat een frisse, jonge plant. Nog twee jaar, en dan draagt ook zij bananen, zegt hij. El ciclo de vida, weet ik ondertussen.