WARM AANBEVOLEN >> Tweedaagse voor singles die opnieuw willen uitreiken!
20 februari 2024
WARM AANBEVOLEN! Samen met Kathleen Tobback organiseert collega Catherine een tweedaagse voor singles op 22 en 23 maart in Mechelen. Spread the word!
30 maart 2023 Column Dagblad
Wanneer ze op een dag zegt dat ze met een vriend naar ballet gaat, wordt ze iets gewaar bij haar partner. Jaloezie. Het maakt haar kregelig, want ze is zo zeker van hem. Van hen. Rika graaft de centrale vragen achter die jaloezie op en toont haar de weg naar echte autonomie.
Column voor Het Nieuwsblad
Het was een discussie die ze niet verwacht had. Niet met hem. Zijn vrije, relativerende kijk op relaties. De andere laten zijn, spontaan, zichzelf. Het was wat ze zo waardeerde. De afwezigheid van jaloezie en wantrouwen. Het gevoel dat elke kans op je pad je gegund wordt. Dat elke beslissing en elke keuze besproken kan worden. Voor, tijdens of erna, zoals het zich aandient. Maar dat de intenties nooit in vraag gesteld worden. Omdat de overtuiging er is: wij zijn wij, niets kan dit verbreken. Niet helemaal dus. Want toen ze casual vertelde dat ze die zaterdag niet met Liesbet maar met Koen − je weet wel, Koen van Karen − naar een balletvoorstelling ging, had hij daar weinig op gezegd. Ze had direct gevoeld iets geraakt te hebben dat over vertrouwen ging.
Hij had nadien gezegd dat hij het niet fijn vond. Omdat hij voor een voldongen feit werd geplaatst. De beslissing was al genomen. Er kwam een discussie die een paar dagen aanhield. Eerst grappend, nadien emotioneler. Nooit met kwaadheid of ultimatums, maar bij haar wel met een zinderend gevoel dat er storing op de anders zo heldere verbinding zat. Hij had het over mannen. Dat die toch anders in elkaar zitten. En dat vrouwen daarin anders zijn, wat naïef. Dat zijn bedoelingen er toch niet toe deden, dat zij recht in haar schoenen stond en dat ze bovendien niet dacht dat hij bijbedoelingen had. Hij had uiteindelijk gezegd dat zij besliste, maar dat ze zijn standpunt kende. Zij had het ongemakkelijk gevonden, waarop ik peil naar de betekenis van dat ongemak.
“De beklemmende idee dat alles vanuit overleg moet gebeuren.” En als zij toch vrij kan beslissen, waarom het overleg er dan moet zijn? Als het met een vrouw is, blijkt dat overleg niet of minder nodig. En vooral zijn uiteindelijke bemerking. Want dat je, als je weet dat je lief iets niet leuk vindt, het toch niet doet. Het riep herinneringen op aan haar vorige verhaal. Het dwingende, bezitterige en verstikkende. Terwijl we allemaal toch van onszelf zijn? Dat alles toen overleg was, wat altijd weer uitmondde in wat hij wou, wat hem een veilig gevoel gaf, zijn behoeftes. En als ze er niet in meeging, het conflict oplaaide en zij plooide. Maar ook besloot dat wat niet weet, niet deert. Als er een weggetje naast dat van hem was, bewandelde ze dat.
En ze is zo zeker. Als je intenties juist zijn, dan is de andere toch verantwoordelijk voor zijn angsten. Ze begint over haar jeugd: de veeleisende opvoeding. Hoe ze, telkens ze kon, toch haar ding deed. Voor het gevoel. Dat ze haar eigen meester was. En dan de vraag: of ik ook geloof dat ze naïef is? Dat mannen van Mars komen en vrouwen van Venus? Ik schud het hoofd. Dat het verleidelijk is om in dat denken mee te gaan. Maar dat het interessanter is om te kijken naar wat er emotioneel speelt. Dat het gaat over twee centrale vragen. Ben jij er voor mij? Ben ik (goed) genoeg voor jou? Dat overleg over wat zij doet misschien overbodig lijkt, maar dat het het antwoord is op die centrale vragen. Ja, ik ben er voor jou. Ja, jij bent goed genoeg voor mij. Ja, je geluk is voor mij van belang.
En dat het nog meer is. Dat ze hem zo de kans geeft om iets terug te geven. Als jij mij erkent, voelt het voor mij veilig aan om je je vrijheid te gunnen. En gekregen vrijheid verbindt, in tegenstelling tot bevochten vrijheid. Net dat is het kenmerk van veilige hechting. Autonomie vanuit verbondenheid.