Het traditionele samenlevingsmodel krijgt concurrentie. Jonge én oude koppels scheiden steeds sneller, we zien meer en meer nieuw samengestelde gezinnen en vrienden nemen vaker de rol over van familie. Artikel van Evelien Rutten voor Feeling.
Mijn vader was lange tijd een wat neutrale figuur in mijn leven. Hij ging werken, kwam thuis, las de krant, at zijn avondeten en keek naar het nieuws. Hij was iemand die hield van routine, liefst zonder al te grote verrassingen en zijn levensmotto was dan ook ‘doe maar niet te zot'. Totdat mijn moeder onverwacht overleed. Plots was daar een kwetsbare, bleke vader wiens comfortabele leventje compleet overhoop werd gegooid. Hij moest leren strijken, zelf boodschappen doen en kuisen. Na drie maanden riep hij zijn kinderen bij zich en kwam hij met de haast formele mededeling dat hij niet was gemaakt om alleen te blijven en dat hij op zoek ging naar een nieuwe vrouw. Dat was even slikken, maar uiteraard gunden we hem zijn geluk. Wij waren na de schok allemaal verder gegaan met ons eigen leven, terwijl hij alleen zat in het huis waar hij bijna veertig jaar lief en leed had gedeeld met mijn moeder. Die wat gezapige, niet echt ondernemende man met zijn eeuwige krant in de zetel, schreef zich plots in bij een organisatie voor oudere singles. En warempel: twee maanden later werden wij voorgesteld aan de al meer dan tien jaar gescheiden Liliane, zijn nieuw lief. Ik herinner me hoe vreemd het was om twee eind-vijftigers verliefd te zien, hoe ze de eerste keer ruziemaakten, hoe ze allebei hun weg zochten in wat uiteindelijk een LAT-relatie zou worden die vandaag nog altijd standhoudt. Hun relatie lijkt in niets op het huwelijk dat mijn ouders hadden. Zij leerden elkaar kennen op hun zestiende, stapten kinderlijk naïef samen het volwassen leven in en bouwden een geschiedenis op die niet te herhalen valt. Deze nieuwe relatie is realistischer, met andere verwachtingen. Mijn vader gaat nu minstens drie keer per jaar op reis tot ver buiten Europa, volgt avondles Duits en gaat naar de opera. Het is de relatie van de tweede kans. Er wordt niets traag opgebouwd en er is niks afwachtends aan, er wordt gewoon heel hard geleefd. Af en toe gaan we met zijn allen op weekend: ons gezin en haar gezin. Mochten we allemaal veel jonger zijn, zou ik haar kinderen als mijn stiefbroer- en zus beschouwen. Maar omdat we allemaal al boven de dertig waren toen onze vader en hun moeder een relatie begonnen, zie ik hen eerder als goede kennissen. Zowel Liliane als haar kinderen zijn een verrijking voor mijn leven. Had je me op mijn zestiende verteld dat ons ‘gezin' er ooit zo zou uitzien, ik had je niet geloofd. Ik zou me er waarschijnlijk mentaal tegen verzet hebben, maar vandaag is dit voor mij het nieuwe normaal. Het stemt me hoopvol: wat er ook gebeurt in je leven, hoeveel verdriet je op een bepaald moment ook hebt, blijkbaar veer je weer recht en ga je toch terug op zoek naar warmte en genegenheid.
De helft gaat scheiden
Niet enkel ziekte of dood maakt een einde aan relaties en doet mensen opnieuw op zoek gaan naar de liefde. Een niet te ontkennen maatschappelijke evolutie is het hoog aantal echtscheidingen. Veel koppels zien het niet meer zitten om een ongelukkig of onbevredigend huwelijk uit te zitten tot het einde der dagen en willen liever terug alleen zijn of een nieuwe kans wagen op geluk. Op dit moment eindigt een derde van alle huwelijken met een scheiding en de prognose is dat dit zelfs zal oplopen tot vijftig procent. Een studie van de Vlaamse Regering die dit jaar verscheen, komt met interessante cijfers. Bij 60 % van de echtscheidingen zijn de partners nooit eerder getrouwd, maar bij 40 % is minstens één partner al eens eerder gescheiden. Mannen zijn gemiddeld 45 als ze scheiden, vrouwen 43. Het gemiddelde verbroken huwelijk duurt 16,5 jaar. In Brussel scheiden koppels het vaakst. Het zijn vooral de veertigers, vijftigers en zestigers die scheiden. De leeftijdsgroep die amper scheidt, zijn de 85 plussers. In 2016 zijn 54 % van de gescheiden mannen en 57 % van de gescheiden vrouwen na tien jaar nog steeds single. Vrouwen blijven na een scheiding langer alleen, omdat ze vaker inwonende kinderen hebben dan mannen. Blijkbaar is dat een bepalende factor in het vinden van een nieuwe relatie.
Bij het woord echtscheiding krijgen we doorgaans een naar gevoel. De relatie is mislukt, met een hoop ellende tot gevolg. Toch bestaat er ook zoiets als een ‘goede' echtscheiding. Ann Van de Velde is advocaat, gespecialiseerd in huwelijksrecht. Op haar kantoor Mahla in Mechelen doet ze ook aan bemiddeling voor koppels die uit elkaar willen gaan. "Ik wil één ding duidelijk stellen: mensen scheiden misschien wel vaker dan vroeger, maar het is nooit een lichtzinnige beslissing. Het gaat altijd gepaard met schuldgevoelens, het is nooit makkelijk om uit elkaar te gaan. Wat ik wel een positieve evolutie vind, is dat het aantal echtscheidingen met onderlinge toestemming duidelijk toeneemt. In mijn rol als bemiddelaar raad ik mensen altijd aan om met elkaar te blijven spreken en tot compromissen te komen. Alleen als er bij één van de partners sprake is van gewelddadig gedrag, drugs- of alcoholmisbruik is bemiddeling onmogelijk, dan moeten afspraken afgedwongen worden via de rechtbank. Het valt mij de laatste jaren enorm op dat koppels steeds jonger scheiden, soms al na vier of vijf jaar huwelijk. In mijn beginperiode als advocaat was dat eerder zeldzaam. Ook oudere koppels zie ik vaker uit elkaar gaan. Er is wel een verschil tussen jonge en oude koppels. De jongere generatie denkt eerder als koppel na over hoe hun toekomst er nog kan uitzien, zeker als ze kinderen hebben. De oudere generatie staat meer stil bij zichzelf. Hun opdracht als ouder is voorbij en dan beginnen ze na te denken over hun eigen leven en wat er allemaal nog mogelijk is zonder hun partner. Daar is niets mis mee, vind ik. Vreemd genoeg hebben vechtscheidingen niets met leeftijd te maken, wel met de instelling van het koppel: is er wrok? Gunnen ze elkaar een fijn leven of niet?"
Zo doen babyboomers en millennials het
Relatietherapeute Rika Ponnet ziet in haar praktijk ook steeds jongere en oudere koppels die uit elkaar gaan. "Bij de oudere babyboomers komt het inzicht vaak als de kinderen het huis uit zijn. Ze hebben als koppel lang naast elkaar geleefd, hebben elkaar eigenlijk niets meer te vertellen en dan duikt daar het doembeeld op van het pensioen. Opvallend genoeg zijn het vaak de vrouwen die hierin het initiatief nemen. Ze hebben het meest geïnvesteerd in het gezinsleven en zijn hun zorgende rol een beetje moe. Ze hebben het gevoel meer gegeven dan gekregen te hebben. Je ziet ook copycatgedrag: zestigers zien hun kinderen bewuster in en uit relaties stappen, vrouwen zien hun dochters net wat beter opkomen voor een eigen leven en ze zien ook een nieuw type man in die jongere generatie. Daardoor voelen ze zich gestimuleerd om eveneens voor dat andere soort van leven te gaan, met een nieuwe partner. Aan de andere kant zijn er dus ook de kersverse koppels met baby's die uiteen gaan. We krijgen dus te maken met kinderen die de eerste twintig jaar van hun leven zullen doorbrengen op twee locaties. Een grote oorzaak van dit soort echtscheidingen ligt bij de opvoeding. De millennials zijn sterk gericht op individueel geluk. Ze hebben van hun ouders de boodschap meegekregen dat ze al hun dromen kunnen waarmaken, als ze maar hard genoeg willen. Dat is een heel andere boodschap die oudere generaties meekregen, waarbij zorg voor de ander, gezinsengagement en verantwoordelijkheid centraal stonden. De jongeren hechten meer dan ooit waarde aan individuele vrijheid en zelfontplooiing. Dat staat toch enigszins haaks op wat relaties nodig hebben: het wij-belang laten primeren. Als jongeren zo snel een relatie verbreken, is dat geen egoïsme, maar een logisch gevolg van het relationeel waardenkader dat ze in hun opvoeding hebben meegekregen."
Vrienden zijn de nieuwe famillie
In het boek Framily beschrijven auteurs Filip Lemaitre en Amélie Rombauts het leven van deze Generation Y, grofweg geboren tussen 1980 en 2000. Ze staan bekend als digital natives, de eerste jongeren die opgegroeid zijn met internet. Ze houden van authenticiteit, hebben weinig geduld en zijn fans van DIY tutorials op internet. Het is de generatie die zo treffend werd geportretteerd in de tv-serie Girls. En dan vooral hun niet alledaagse zoektocht naar zinvolle relaties. In de serie duikt zelfs een nieuw fenomeen op, dat van de ‘dating partner': geen boyfriend, maar een vriend waar je mee op stap gaat en af en toe seks mee hebt. Hoofdpersonage Hannah spreekt haar dating partner in één van de afleveringen als volgt aan: "I respect your right to see and do whoever you want. And I don't even want a boyfriend, I just want someone who wants to hang out all the time. And I really don't want to go to brunch. And I don't want you to sit on the couch while I shop, or meet my friends. I don't even want that." Auteur Amélie zag na veel gesprekken met jongeren haar buikgevoel bevestigd: dit is de eerste generatie die radicaal breekt met de waarden van het verleden. Ze hebben andere prioriteiten en aarzelen niet om het traditionele gezin te hertekenen. Doordat veel jonge ouders ervoor kiezen om één kind te krijgen, verkleinen gezinnen en hun broodnodige netwerk automatisch. Daardoor gaan vrienden een steeds grotere rol spelen: het is hun framily. Ze vergroten hun intieme cirkels met mensen die dicht bij hen staan, familie of niet. Als de jongeren van vandaag op zoek moeten gaan naar een peter of meter voor hun kind, komen dus niet enkel meer de nonkels of tantes in aanmerking, maar ook hun beste vrienden. Ze geven die vrienden daarmee een zeer sterke rol in hun eigen leven, een band die je bijna niet kunt verbreken.
Fout getrouwd en opnieuw beginnen
Een ander gevolg van al die echtscheidingen en relatiebreuken, zijn de vele nieuw samengestelde gezinnen met een wekelijks wisselende samenstelling. Bij de rechtbank of de bemiddelingsadvocaat worden zorgvuldig uitgekiende formules opgetekend: de kinderen van de vrouw zijn er op weekdagen maar niet in het weekend, de kinderen van de man komen van donderdag tot zondagavond. Of omgekeerd. Of helemaal anders. Dat gaat helaas ook gepaard met hartpijn. Eva (42) werd tien jaar geleden verlaten door haar man, die verliefd was geworden op iemand anders. "Dat ons huwelijk verbroken werd, door kon ik nog mee leven. Ik was ‘mistrouwd' met iemand die ik bij nader inzien eigenlijk niet goed kende. Maar plots zat ik in een situatie van co-ouderschap waar ik nooit om had gevraagd. Mijn twee dochters waren op dat moment twee en vier jaar oud. De jongste droeg nog luiers. We zaten in een regeling van week om week, waardoor ik ze twee weken per maand gewoon niet meer zag. Dat brak mijn hart. Het rouwen daarover gaat eigenlijk niet over. Ik heb nooit een Kerstdag of Nieuwjaarsdag met mijn kinderen, enkel de avonden ervoor. Over alles moeten compromissen gesloten worden. Gelukkig zijn ze nu wat ouder en ben ik ook iemand nieuw tegengekomen. Zeven jaar geleden zijn we getrouwd. Hij heeft ook twee kinderen dus nu zijn we om de week met zijn zessen. In het begin was dat niet zo makkelijk, maar om het met een quote van Nick Cavete zeggen: we decided to be happy. Mijn vorig huwelijk was achteraf bekeken nogal traditioneel en macho, in deze relatie kan ik vrij zijn en mezelf volledig ontplooien."
Gedragscode voor pluspartners
Ann Van de Velde ziet tijdens haar bemiddelingssessies veel van deze nieuw samengestelde gezinnen. "Het is altijd een grote puzzel. De partners hebben allebei kinderen die ook tijd moeten doorbrengen bij de ex-partners. Maar de nieuwe partners van de ex-partners hebben ook kinderen en daar moeten ook regelingen worden getroffen. Sommige koppels willen een week helemaal zonder kinderen, andere willen dat alle kinderen altijd samen aanwezig zijn. Dat is niet makkelijk, ook omdat iedereen zijn eigen methode heeft van opvoeden en het is lastig om op dat vlak compromissen te sluiten. In Nederland staan ze daar veel verder mee, ze hebben er een gedragscode ontwikkeld voor de ‘pluspartners'. Die kunnen zich dus niet zomaar meer bemoeien met de opvoeding van de kinderen van hun nieuwe partner. Het zou goed zijn als dat in België ook werd ingevoerd, want die problematiek gaat steeds vaker voorkomen bij gezinnen. Maar ik wil graag nog een kleine randopmerking maken. Ik ben natuurlijk advocaat en geen psycholoog, maar een nieuw samengesteld gezin is niet altijd zo slecht hoor. Ik ben ervan overtuigd dat kinderen er deugd van kunnen hebben als ze van verschillende personen impulsen krijgen. Misschien is er in het ene gezin veel aandacht voor cultuur en kunst, in het andere gezin zijn ze dan weer sportiever. Het is enkel slecht als het slecht gaat tussen de twee ex-partners. Het stoort mij soms dat de maatschappij zoveel kritiek heeft op gescheiden partners en de manier waarop hun kinderen dat moeten ondergaan. Mensen gaan echt niet samenblijven door ze te bekritiseren. We moeten er mee leren leven dat dit de situatie is en positieve oplossingen zoeken, niet de situatie proberen te veranderen. Het is zoals de multiculturele samenleving, die is er en zal ook niet weggaan. Stigmatiseer de mensen niet, al hun zekerheden wankelen sowieso al. Ze moeten gesteund worden!"
Pioniers en proefkonijnen
Relatietherapeute Rika Ponnet, die in haar praktijk ook dagelijks te maken krijgt met de nieuwe samenlevingsvormen, is eveneens optimistisch ingesteld. "We zien een echte dijkbreuk: het klassieke rollenpatroon, dat we door en door kennen, is in veel gevallen niet meer de dominante leefvorm. Mensen voelen zich vaak een proefkonijn, omdat er nog geen rolmodellen zijn voor het alternatief. Maar ik vind het persoonlijk een zeer positieve tendens dat er zo'n rijk palet aan relatievormen ontstaat. Mensen voelen zelf wel wat goed voor hen is en dat is een verrijking voor de maatschappij. Gelukkig wordt dat meer en meer geaccepteerd, iets wat je bijvoorbeeld goed ziet in reclamecampagnes. Steeds vaker spelen alternatieve koppels of gezinnen daarin een rol. Het hoeft niet altijd meer huisje-boompje-beestje te zijn."
Vroeger was er één model, vandaag is er een veelheid aan modellen. Soms blijven kinderen in het ouderlijk huis wonen, terwijl de ouders wekelijks wisselen. Nieuw samengestelde gezinnen krijgen plots ook eigen kinderen. Vrienden kopen samen een huis en vormen uiteindelijk ook een soort gezin met regels en afspraken. Homo- of lesbiennekoppels krijgen kinderen, misschien zelfs met een meemoeder- of vader.
Niels en Bouke zijn twee Nederlandse veertigers die als homokoppel een grote kinderwens hadden. "Tien jaar geleden begonnen we te denken aan adoptie, maar destijds was het voor homokoppels enkel mogelijk om een kind te adopteren uit Nederland of de VS. Maar bij ons worden heel weinig kinderen afgestaan ter adoptie en in de VS kunnen de advocaatkosten oplopen tot 40000 euro. Dus dat idee lieten we met spijt in het hart varen. Enkele jaren later gingen we op bezoek bij vrienden met pleegkinderen en dat zagen we eigenlijk ook wel zitten. We hebben ons ingeschreven bij een pleegzorgcursus bij jeugdzorg en al op de tweede dag kregen we profielen voorgelegd van kinderen. We hebben uiteindelijk een halfbroer en -zus in huis genomen van 1,5 en 5 jaar. Onze cabrio ging de deur uit en werd ingeruild voor een gezinswagen. In het begin voelde het aan als een logeerpartijtje, pas na enkele weken werden we een echt gezin. Er was natuurlijk wel het verplicht contact met de biologische ouders, die nog bezoekrecht hebben. Dat was een grote drempel in het begin. Maar eigenlijk verliep het nog vrij goed. Zolang je de ouders in hun waarde laat, zijn er eigenlijk geen problemen. Dit jaar hebben we nog een kind in huis genomen: het derde halfbroertje van dezelfde biologische moeder als onze andere pleegkinderen. Het zijn drie kinderen met dezelfde moeder, maar allemaal een andere vader. We hebben een nieuw huis gekocht dat we inmiddels aan het verbouwen zijn om plaats te bieden aan ons gezin, dat nu helemaal compleet voelt. De wereld staat soms op zijn kop, maar wat is het toch mooi zo. Het leukste compliment dat we kregen, was van het kinderdagverblijf waar de jongste al zat toen hij nog bij zijn moeder woonde: zijn geluksfactor is met 200 procent gestegen. En dat maakt ons als koppel ook gelukkig."
Rika Ponnet vindt de relationele tijden waarin we nu leven, enorm boeiend. "We zijn volop aan het zoeken naar nieuwe evenwichten en nieuwe samenleefvormen. Uiteraard doen we dat met vallen en opstaan, maar het mooie is dat we altijd weer opnieuw zien hoe mensen tot verbondenheid willen komen. Hoe ze van echte betekenis willen zijn voor die ene andere en een leven lang blijven zoeken naar de liefde die bij hen past. Ik zie ook struikelblokken, de dingen die moeilijk gaan en het is anders dan dertig of veertig jaar geleden. Maar het is niet erger of slechter. Niet de mens is gewijzigd, die blijft een liefdesdier, maar wel zijn leefomgeving, zijn mogelijkheden en verwachtingen. Via de nieuwe samenleefvormen geven we gewoon op een andere manier uiting aan onze aloude verlangens."