Gemiddeld maken koppels 312 keer per jaar ruzie, vooral op donderdag. Dat blijkt uit een Brits onderzoek. En op zich is er niets mis met een stevige ruzie, zeggen experts. Meer nog: het kan koppels zelfs dichter bij elkaar brengen. Artikel van Stefanie Van Den Broeck voor Marie Claire.
"Doodgraag zien mijn man en ik elkaar, al vijftien jaar intussen", vertelt Mia* (33). "Maar we kunnen ook heel hard ruziemaken. Zeker in het begin van onze relatie ging het er soms heftig aan toe. Dan stonden we aan de deur van zijn studentenkot en vroeg ik of we elkaar diezelfde avond opnieuw zouden zien. Als het antwoord dan nee was, omdat hij bijvoorbeeld op stap wilde met vrienden, kwam daar vaak ruzie van. Soms stonden we te roepen op straat. (lacht) Erg gênant, zeker als er net vrienden passeren. Gelukkig konden we het altijd snel bijleggen. Al denk ik toch dat bepaalde vrienden ervan overtuigd waren dat wij het niet lang zouden uithouden. Maar kijk: intussen zijn er twee kinderen en zijn we gelukkig getrouwd. Al maken we nog geregeld ruzie. Elke dag is er wel één of ander meningsverschil. Meestal gaat het nu over kleine dingetjes: de ene die niet opgeruimd heeft, de andere die tijdens het eten op zijn smartphone zit te tokkelen, de driftbuien van onze dochters en hoe we die het beste aanpakken, ... Maar we hebben één regel: nooit boos de deur uitgaan. Tegenwoordig leggen we het altijd snel bij. En die vrienden van toen, die soms aan ons twijfelden? Die moeten gewoon hard lachen als we in hun bijzijn nog eens ruziemaken. Ze weten intussen dat het wel goedkomt."
Mia en haar man zijn lang niet de enigen die vaak ruziemaken. Britse onderzoekers rekenden uit dat een koppel gemiddeld 312 keer per jaar ruziemaakt, meestal op donderdag om 20u. En dat het bijna altijd over futiliteiten gaat: de wc-bril die omhoog blijft staan, naar welk TV-programma er gekeken wordt, vuile was die rondslingert, ... Het zal vast herkenbaar zijn voor veel lezers. Al zijn er ook huishoudens waar amper of nooit een kwaad woord valt. En ook daar hebben anderen dan weer een mening over: nooit ruziemaken, dat kan toch ook niet gezond zijn? "Op zich kun je niet zeggen wat er nu ‘goed' of ‘slecht' is", zegt seksuologe en relatiedeskundige Rika Ponnet. "Je hoeft geen ruzie te maken om een goede relatie te hebben. Zolang mensen maar erkennen dat er verschillen zijn. Want die zijn onvermijdelijk in een relatie: je zult nooit twee mensen vinden die op elk gebied precies dezelfde verwachtingen hebben. Maar of die verschillen nu uitgeklaard worden met rustige gesprekken, of met hevige ruzies, dat maakt op zich niet uit. Zolang er op het einde maar een compromis wordt gevonden, want dat brengt een koppel dichter bij elkaar. In die zin kan een stevige ruzie die goed bijgelegd wordt, heel versterkend zijn voor de intimiteit. Terwijl koppels die elk verschil ontwijken en ontkennen, daar meestal een tekort aan hebben."
Autonomie en betrokkenheid
Maar als er constant conflicten zijn, over van alles en nog wat, is dat toch ook een teken aan de wand, weet Ponnet. "Meestal schuilen daar diepere emotionele problemen en frustraties achter. In de kern draaien zulke ruzies altijd om twee thema's: autonomie en betrokkenheid. Je bent er te weinig voor mij, of je eist mij te veel op. Onlangs had ik nog een sessie met zo'n koppel. De vrouw vertelde dat ze het niet leuk vindt als ze samen met vrienden op stap gaan, omdat haar man dan altijd veel drinkt. Tijdens hun laatste uitje was het weer zover: hij stond aan de toog met maten, zij stond op de dansvloer. En ze werd benaderd door een andere man, die haar probeerde te versieren. Haar man had niet gereageerd, hij had er zelfs nauwelijks iets van gemerkt. Zij verweet hem dat het hem allemaal niets kon schelen. Een heel directe aanval. Waarop hij meteen in de verdediging schoot: mag ik dan nooit een pintje drinken? Zij begon te wenen en hij begreep er niets van: kan ik dan niets goed doen? Terwijl die vrouw eigenlijk iets helemaal anders bedoelde: ze wilde graag dat hij even bij haar kwam staan toen die andere man haar kwam versieren. Dat hij toonde dat hij haar graag ziet. Dat gaat dus over die diepe nood aan betrokkenheid."
Bij het ruziemaken zijn er twee ‘basisstrategieën', gaat Ponnet verder. "Ruzie opzoeken en ruzie vermijden. In elk koppel zijn twee types aanwezig: de ene partner is meer geneigd om ruzie te zoeken, terwijl de andere daarvan wegloopt - letterlijk of figuurlijk. Zolang dat in balans blijft, is er geen probleem. Maar soms kan het potje van de ‘vermijder' overkoken en slaat hij keihard terug. Zo'n onverwachte aanval kan heel kwetsend overkomen. En als zulke zware conflicten vaak terugkeren, geven beide partijen het na verloop van tijd op. Dat is meestal het begin van het einde." Een goede relatie is als een dans, zegt Ponnet. "Het kan een heel harmonieuze wals zijn, of een spel van aantrekken en afstoten. Maar als iedereen de dansvloer verlaat, is het feest voorbij." Het is belangrijk om je bewust te worden van je eigen ‘ruziestrategie', weet Ponnet. "Typische ‘vermijders' moeten leren beseffen dat het belangrijk is om hun frustraties te uiten, omdat dat een relatie kan verdiepen en versterken. En de ‘ruziezoekers' moeten beseffen dat het soms beter is om zaken te laten rusten, of ze minder aanvallend te formuleren. Wie altijd klaagt en zaagt, stoot de andere af."
Zij zaagt, hij zwijgt
Omdat de meeste echtelijke ruzies binnenskamers gebeuren, is het moeilijk om er wetenschappelijk onderzoek naar te doen. Maar psychologieprofessor Ann Buysse (Ugent) deed het toch. Zij nodigde honderden koppels uit in het laboratorium, om voor de camera ruzie te maken over een thema naar keuze. Al was het wel de bedoeling dat ze hun conflict probeerden op te lossen. Gemiddeld duurde dat een halfuur. Buysse merkte dat er drie soorten conflicten zijn: de banale discussies (over te laat thuiskomen, de vaatwasser leegmaken, de TV-zender kiezen, ...), de diepere conflicten (over liefde, aandacht, jaloezie) en ten slotte de ruzies waarbij er op de man (of vrouw) gespeeld wordt. Die laatste zijn meestal een teken op de wand: als er geen begrip meer is, enkel nog ergernis, dan is de relatie vaak op sterven na dood.
Maar Buysse merkte toch ook een verschil tussen de seksen. "Dat mag je zeker niet veralgemenen, maar bij vele koppels klopt het toch: vrouwen willen alles uitpraten (of zagen, in de ogen van veel mannen), terwijl mannen liever zwijgen en conflicten zoveel mogelijk vermijden. Dat heeft veel met opvoeding te maken: meisjes krijgen vaker te horen dat ze hun verhaal moeten doen, en dat ze eens goed mogen wenen. Terwijl jongens eerder aangemoedigd worden om naar buiten te gaan en wat af te koelen." En er zijn ook biologische verschillen, zegt Buysse. "Vrouwen worden langzamer boos. Doordat ze rustiger blijven, lukt het altijd nog om te praten. Terwijl mannen sneller ‘uitbarsten'. Dat wordt niet altijd geapprecieerd, dus proberen mannen dat te vermijden." Volgens Buysse kun je die ‘zagen-zwijgen-sequens' beter vermijden. "Probeer je wat vaker in te leven in de gevoelens van de ander, en laat elkaar af en toe ‘winnen'. Elke partner heeft bepaalde terreinen die voor hem of haar extra belangrijk zijn. Gun elkaar dat, en probeer een evenwicht te vinden."
Relatietherapie
Dat verschil tussen mannen en vrouwen is ook voor relatietherapeute Annik Couwberghs erg herkenbaar. "Ik merk dat vrouwen vaker de behoefte hebben om te praten, terwijl mannen eerder voorstander zijn van praktische oplossingen. Een tijdje geleden zat er nog zo'n koppel bij mij in de spreekruimte. De vrouw was ongelukkig omdat ze alles alleen moest doen in het huishouden, ze was helemaal op en zag het niet meer zitten. Haar man zag het probleem niet: hij had toch al vaak gezegd dat ze een poetshulp moesten vragen? Terwijl die vrouw gewoon erkenning zocht, en misschien af en toe wat hulp. Of nog een voorbeeld: een vrouw die klaagt over problemen op het werk en haar man die vindt dat ze dan maar ander werk moet zoeken. Terwijl die vrouw gewoon nood heeft aan een uitlaatklep, een goed gesprek. Door zulke zaken in therapie uit te leggen, leren partners dat ze nu eenmaal verschillend zijn en dat ze meer rekening moeten houden met elkaars gevoelens."
Er hangt nog een taboe rond relatietherapie, maar zeker bij jonge mensen is dat stilaan aan het verdwijnen, merkt Couwberghs. "En maar goed ook, want het kan koppels goed en snel helpen. Als ze op tijd komen, wanneer de ruzies nog niet geëscaleerd zijn in diepe verbittering, kan het vaak met enkele sessies opgelost worden. Vaak zijn dat jonge dertigers die in een heel stresserende periode zitten: verbouwingen, jonge kinderen, twee carrières. Bij hen is er meestal nog veel liefde, maar ze missen ‘iets'. Terwijl ik soms ook koppels zie bij wie de energie al volledig op is. Dat vind ik zo jammer: als zij enkele jaren eerder waren gekomen, dan had ik hen veel makkelijker kunnen helpen." Bij relatietherapie draait het vooral om bewustzijn, vertelt Couwberghs. "Wat schuilt er achter die futiele discussies? Vaak hebben mensen een heel andere opvoeding en familie-achtergrond, waardoor ze sommige zaken veel belangrijker vinden dan hun partner. Maar als er genoeg liefde is, kunnen ze dat makkelijk overwinnen."
Leren ruziemaken
Tijdens de relatietherapie leren koppels technieken om beter met ruzies om te gaan, legt Couwberghs uit. "We spreken bijvoorbeeld af dat wanneer een discussie dreigt te escaleren, een van de twee partners stop zegt. Dat moet ik tijdens de therapie trouwens ook vaak doen. (glimlacht) Dan haal ik er soms kleine poppetjes bij, waarmee ik toon hoe ze ruziemaken. De ene zegt dit, de andere dat. Maar waarom zeggen ze die dingen? Als je dat aan partners vraagt, weten ze dat vaak niet eens. Ze gaan zo op in conflicten, dat ze niet meer stilstaan bij elkaars wensen en verlangens." Er is ook een heel eenvoudige oefening die Couwberghs vaak meegeeft als huiswerk. "Plan elke dag een vast, rustig moment in voor een gesprek. Doe dat niet tussen de soep en de patatten, maar liefst 's avonds, als de kinderen in bed liggen. De ene kan dan over zijn dag vertellen, terwijl de andere luistert. En daarna omgekeerd. Veel koppels moeten echt weer leren luisteren naar elkaar."
En dan is er nog één heikel thema waar veel mensen het moeilijk mee hebben: mag je wel ruziemaken waar de kinderen bij zijn? "Dat is inderdaad bijna een taboe geworden", weet Rika Ponnet. "Terwijl het net belangrijk is dat kinderen hun ouders zien ruziemaken. Ze mogen gerust weten dat een relatie niet altijd rozengeur en maneschijn is, anders raken ze later toch maar teleurgesteld. Ook in conflict gaan met je kinderen is trouwens steeds meer een taboe geworden. Veel ouders willen hun kinderen constant pleasen, ze zijn bang voor ruzies. Terwijl het goed is om af en toe boos te zijn op je kinderen, en het nadien weer bij te leggen. Zo leren ze dat conflicten er mogen zijn, maar dat die niets hoeven te veranderen aan een relatie. Ondanks zo'n ruzie is de liefde nog altijd even groot. Trouwens: ook broers en zussen onderling mogen gerust ruziemaken. Veel ouders proberen dat meteen te stoppen, maar het kan geen kwaad om hen af en toe te laten doen. Dan vinden ze zelf een oplossing, wat een heel leerrijk proces is."
Ten slotte nog één troost, voor al die koppels die 312 keer per jaar met elkaar in de clinch gaan en dat af en toe toch erg vermoeiend vinden: meestal wordt het beter met ouder worden. "Ruziemaken verloopt in fases", zegt Ponnet. "Tijdens de eerste verliefdheid gebeurt het meestal weinig, maar vanaf het vijfde relatiejaar ontstaan er gemiddeld meer ruzies. Dat valt simpel te verklaren: meestal is dat een stresserende periode, met jonge kinderen, carrière, nieuwe huizen, ... Maar daarna is er weer wat meer rust. Transitiemomenten zijn altijd het moeilijkst: kinderen in de puberteit, op pensioen gaan, ... Maar koppels die dat allemaal overleven, hebben meestal een rustige oude dag. Met de jaren word je vanzelf wat milder, en er is dan ook minder om je over op te winden. Al kan het natuurlijk ook zijn omdat al je energie tegen dan opgebruikt is. (lacht)"