Ruzie maken: gezond of gevaarlijk?

11 oktober 2012

Ook in hechte relaties wordt er al eens geruzied. Of beter: juist in hechte relaties woedt er soms storm. "Intieme liefde is ondenkbaar zonder conflicten", stelt Rika Ponnet in haar nieuwe boek Blijf bij mij. De seksuologe linkt de manier waarop volwassen partners ruzie maken, aan de hechtingsstijl die ze ontwikkelden als kind. Artikel van Barbara De Munnynck voor Psychologies Magazine.

 

Love is a battlefield. De rockhit van Pat Benatar mag uit de 80s dateren, de stelling klopt nog steeds. Tussen twee mensen die hun leven delen en een gezin draaiende houden, woedt er altijd een machtsstrijd. Want samenleven is samen beslissingen nemen en daarbij rijst onvermijdelijk de vraag: wie er geeft toe en wie krijgt z'n zin? De top vijf van twistpunten onder koppels bestaat uit het huishouden, de carrières, geld, seks en de kinderen. "We leven in een maatschappij waarin de economische logica domineert", zegt Rika Ponnet. "Bijgevolg kijken veel koppels door die bril naar hun relatie: ‘Geef ik dit toe, wil ik dat in ruil.' In mijn praktijk stel ik vast dat mensen gauw vastlopen in zo'n extreem ‘voor wat, hoort wat' denken. Gek genoeg helpt het wanneer ik de economische symboliek doortrek en hun relatie presenteer als een ‘BVBA van de Liefde' met twee vennoten. Partners hoeven niet exact evenveel te investeren, om gelukkig te zijn met het rendement van hun relatie."

IK, JIJ, WIJ = 3
Sterke, hechte koppels hebben weinig problemen met die denkswitch. Ze hebben geen moeite om hun relatie te bekijken als een soort van ‘derde poot' die hun twee persoonlijke polen verbindt. "Iedereen kent in z'n omgeving wel een koppel", zegt Rika Ponnet, "dat in conflictsituaties precies het goede doet. Zonder dat ze boeken hebben gelezen of therapie hebben gevolgd. Louter intuïtief, vanuit het instinct om hun verbondenheid, hun relatie te beschermen als iets kostbaars. Bij zulke koppels groeit een conflict over volle wasmanden nooit uit tot iets groter dan de strijkkamer. Een ruzie bedreigt niet meteen de relatie." Hechte koppels respecteren elkaars autonomie en hebben oog voor de noden van elk van de twee partners. Daarnaast voelen ze een diepe verbondenheid, die ze bewust voeden en verzorgen. Bij zulke koppels geldt: in de liefde is één plus één drie; er is een ik, een jij en een wij. "Ongeveer de helft van de bevolking kijkt zo naar relaties", weet Rika Ponnet uit onderzoek. "De andere helft kreeg als kind een andere wiskunde aangeleerd. Er zijn mensen die streven naar versmelting, naar twee partners in symbiose: één plus één blijft één. En er zijn mensen die niets van zichzelf willen opofferen voor een gezamenlijk liefdesproject. Bij hen blijft één koppel de som van twee individu's, zonder dragende derde poot."
 
LIEFDESWISKUNDE
Hoe je als volwassene omgaat met een relatieconflict, heeft te maken met de ‘liefdeswiskunde' die je als kind van je moeder leerde. Had je een prettig gevoel van verbondenheid met haar, en stimuleerde ze tegelijkertijd je autonomie? Dan hoor jij bij die 50% lucky bastards voor wie één plus één als vanzelfsprekend drie is. Jij kunt in relaties zowel water bij de wijn doen als opkomen voor jezelf. Jij gelooft in de liefde en weet dat die bestand is tegen kleine stormen. "In psychologisch jargon spreken we van veilige hechting", zegt Rika Ponnet. "De band die een kind in de eerste drie levensjaren ontwikkelt met zijn of haar moeder - of algemener: met de belangrijkste zorgfiguur - bepaalt sterk de latere partnerkeuze en relatievaardigheden." Om als volwassene op een gezonde manier met intimiteit en met conflict te kunnen omgaan, moet je als kind een min of meer veilige hechtingsstijl hebben ontwikkeld. Rika Ponnet: "Honderd procent veilige hechting bestaat niet. Er zijn geen perfecte mensen en dus ook geen perfecte moeders. Niemand krijgt als kind het ultieme evenwicht aangereikt tussen verbondenheid en autonomie. Maar pakweg de helft van ons kreeg van thuis een werkbare mix mee: een basisvertrouwen in zichzelf, in andere mensen en in relaties. Dat volstaat om te spreken van veilige hechting." Jammer genoeg loopt het bij één op de twee kinderen anders. Zij ontwikkelen een onveilige hechtingsstijl en dragen die mee in hun volwassen liefdesleven.
 
VASTKLAMPEN OF WEGLOPEN?
Ons denkkader, ons liefdesvermogen wordt gevormd door onze eerste intieme relatie. Sommige moeders zetten om uiteenlopende redenen te sterk in op de verbondenheid met hun baby of peuter. Ze betuttelen hun kind en houden het klein. Dat leidt tot volwassenen die dromen van versmelting en intense relaties. Andere moeders overdrijven in het beklemtonen van autonomie. Zij leren kinderen om alleen op zichzelf te vertrouwen, waardoor ze op latere leeftijd weglopen van de liefde of bewust kiezen voor lat-relaties. Rika Ponnet: "Bij onveilig gehechte kinderen is het evenwicht tussen verbondenheid en autonomie verstoord. Ofwel is het hechtingsmechanisme overdreven geactiveerd: dan krijg je angstige volwassenen, die zich vastklampen aan hun partner. Ofwel is het hechtingsmechanisme gedeactiveerd: dan krijg je ‘vermijders', die hun relatie weigeren ernstig te nemen. Een kleine restgroep heeft een ambivalente hechtingsstijl en schippert tussen de onveilige extremen. Dat maakt hun partnerrelaties helemaal problematisch."

SOORT ZOEKT SOORT (SOMS)
Veilig en onveilig gehechte mannen en vrouwen hebben een neus voor elkaar. En op dit niveau geldt: soort zoekt soort. Rika Ponnet: "Dat verklaart waarom sommige koppels quasi moeiteloos conflicten uitpraten, terwijl een ruzie bij anderen meteen escaleert." Twee veilig gehechte partners investeren gemakkelijk in hun relatie omdat ze op de liefde durven vertrouwen. Bij twee onveilig gehechte partners is dit basisvertrouwen er niet. Zij maken sneller en langer ruzie omdat hun hechtingssysteem meteen alarm slaat. Rika Ponnet: "Een onveilig gehechte, angstige volwassene zal in een banaal relatieconflict meteen het bewijs zien dat de partner ervandoor wil. Met als reactie: grote ruzie en heftig aanklampen." Dit werkt contraproductief, want op dit niveau - binnen de Onveilige Club - trekken tegenpolen elkaar aan. Een angstig gehechte volwassene heeft een laag zelfbeeld en zoekt een sterke partner om mee te versmelten. Het buikgevoel kiest dan bijna altijd voor een ‘vermijder', want die straalt kracht uit en autonomie. Rika Ponnet: "Zo wordt een kleine ruzie bij een onveilig gehecht koppel al snel een noodlottige dans. Want hoe meer de angstige partner gaat klampen, hoe harder de vermijdende partner wil weglopen."

TUSSEN DE KRIJTLIJNEN
Naar schatting is 50% van de volwassenen veilig gehecht, 20% angstig, 20% vermijdend en een onduidelijke restgroep is ambivalent. De kans dat je dezelfde hechtingsstijl hebt als je moeder is immens. Twee op de drie volwassenen ontwikkelden hun hechtingsstijl als jong kind. Dat wil zeggen dat die bij één op drie toch verandert tijdens het opgroeien. Veilig gehechte kleuters die als tiener de dood of de (v)echtscheiding van hun ouders meemaken, kunnen een onveilige hechting verwerven. Omgekeerd kunnen angstige of vermijdende adolescenten door een vroege liefdesrelatie met een veilig gehechte partner nog switchen van stijl. Grofweg zet je kinderlijke hechtingsstijl echter de krijtlijnen uit: die bepaalt tot welke partner je als volwassene bent aangetrokken en hoe je ruzie binnen een liefdesrelatie beleeft. Een angstige of vermijdende persoon zal nooit zo gezond en vol vertrouwen leren ruziën met z'n lief als een veilig gehechte persoon, maar er is wel evolutie mogelijk. Inzicht in jezelf en in je partner helpt.
 
EERSTE HULP BIJ CONFLICTEN
De kracht van Blijf bij mij is dat het boek een interessante bril biedt (‘hechtingsstijlen') om te kijken naar relaties en conflicten. Het boek verheldert de dynamiek tussen twee partners. Ook als je veilig gehecht bent, steek je er veel van op. Rika Ponnet: "Honderd procent veilige hechting is een utopie. Veilig gehechte mensen hebben meestal een onderstroom van hetzij angstig, hetzij vermijdend gedrag. Dat bepaalt hoe ze omgaan met conflicten."

Onveilig gehechte mensen kunnen op drie fronten werken aan betere partnerrelaties:
Ken jezelf: Denk eens na over de relatie met je moeder, de relatie tussen je ouders, je hechtingsstijl. Hoe veilig is die? Ben je eerder angstig of vermijdend? Als je begrijpt waarom je op een bepaalde manier op intieme conflicten reageert, kun je dat ook uitleggen aan je partner. Zodra je beseft dat je onveilig gehecht bent, kun je kiezen voor een (eerder) rationele partnerkeuze. Extreem angstig gehechte mensen worden aangetrokken tot grote vermijders, maar op lange termijn werkt zo'n verbintenis niet.
Ken je partner: Hoe veilig gehecht is je partner? Welke onderstroom heeft hij/zij? Zodra je weet dat jij nogal angstig bent en je lief nogal vermijdend, hoeven jullie ruzies niet meer te escaleren bij elke dichtslaande deur. Hij/zij maakt nu eenmaal ruzie door zich af te sluiten. Jij vreest dan het einde van de relatie, maar dat is jouw angst, niet de realiteit. Dat inzicht haalt de stoom van de ketel.
Investeer in je relatie: Denk niet: ‘Wat ik doe voor jou, moet jij op één of andere manier terugdoen voor mij.'
Denk beter: ‘Wat kan elk van ons doen voor de relatie, zodat die ons allebei gelukkig houdt?'