Marijke (44) en Dries (54) zijn drie jaar samen en hebben elk kinderen uit een vorig huwelijk. Er zijn in hun relatie altijd wrijvingen geweest over de betrokkenheid van Dries. Afgelopen zomer kreeg Marijke borstkanker en de manier waarop Dries daarmee omgegaan is, heeft een kloof geslagen.
Marijke
Ik leerde Dries een paar jaar geleden kennen op een artsenconferentie in Barcelona. We voelden ons direct sterk tot elkaar aangetrokken. Allebei hadden we een moeilijke scheiding achter de rug. Dries was na 30 jaar huwelijk door zijn vrouw het huis uitgezet, iets wat hij tot op vandaag niet echt verwerkt heeft. Ik heb zelf een punt gezet achter mijn huwelijk, maar mijn ex neemt me dat tot op vandaag kwalijk en blijft proberen om me te raken. We hadden het nooit over ons vroeger leven, vonden bij aanvang bij elkaar een plek waar we er niet mee bezig moesten zijn. We delen heel veel interesses en als we samen zijn, is het altijd intens en interessant. Maar in die "als" zit veel. Dries is er heel weinig. Hij heeft zich de laatste jaren op zijn werk gestort, wat ik begreep na zijn scheiding, maar niet nu ik er ben. Hij wil er ook altijd voor zijn kinderen zijn. Als zij bellen, gaan ze voor, ook al zijn ze ondertussen volwassen. Ik begrijp dat als moeder, maar het wringt ook. Ik kom altijd de laatste in de rij. Het gaat me ook niet over de hoeveelheid tijd, maar wel of hij rekening met me houdt en dat doet hij niet. Hij beslist zonder enige vorm van overleg. We hebben daar al vaak ruzie over gemaakt. Zo kan hij bijvoorbeeld een golfweekend plannen met vrienden en het mij de dag ervoor aankondigen. Hij bedoelt dat niet slecht, ik gun hem dat ook, maar ik sta wel altijd voor voldongen feiten, moet me aanpassen. Het afgelopen jaar is extra zwaar geweest. Ik heb een broer die verongelukt is. Mijn zoon is diabetespatiënt geworden en als klap op de vuurpijl werd bij mij huidkanker vastgesteld. De behandeling is al bij al goed verlopen. Ik heb een heel hoge genezingskans en mag dus zogezegd van geluk spreken, maar zo voelt het wel niet. Waarom moet mij dit immers overkomen? Dries ging heel pragmatisch en praktisch om met de ziekte, zorgde er mee voor dat er goed voor mij gezorgd werd, maar van hem rechtstreeks kreeg ik weinig of geen ondersteuning. Ik moest het altijd vragen, of hij er bij zou zijn als ik wakker werd na de operatie. Hij me zou ophalen, zou thuisblijven. Hij deed dat dan, maar ik had zo graag gehad dat hij dit spontaan deed. Hij bleef ondertussen ook keihard werken en al begrijp ik dat hij grote verantwoordelijkheden heeft, kon hij die in die periode echt niet wat overlaten aan een ander? We zijn nu uit de gevarenzone, maar deze periode heeft me fysiek en ook mentaal uitgeput. Het zorgt er ook voor dat je alles in je leven evalueert en naar de essentie van de dingen gaat. Ik stel me de laatste tijd vaak de vraag: is dit nu wat ik wil en nodig heb? Is dit nu het soort van relatie waarin ik verder wil?
Dries
Toen ik Marijke leerde kennen, was ik drie jaar alleen. Ik heb het moeten leren dat alleen zijn, want kwam uit een groot gezin met vijf kinderen en mis eigenlijk tot op vandaag de drukte die dat met zich meebrengt. Ik vond Marijke direct tof gezelschap: een felle, iemand die op eigen benen staat, tegen mij durft in te gaan, haar ding doet. Haar verwachtingen leken me aanvankelijk ook goed aan te sluiten bij de mijne: een latrelatie, waarbij we accepteerden dat de ander een eigen druk leven had en we toch probeerden van elkaar regelmatig te zien. Tot nu toe lukt dat, al merk ik dat Marijke vaak niet gelukkig is, me ook altijd het gevoel geeft dat de tijd die ik met haar doorbreng nooit genoeg is. Ik vind dat heel moeilijk, wil er dan over praten, maar ze is dan nooit voor rede vatbaar. Haar emoties schieten dan alle kanten uit en het eindigt dan vaak in verwijten. Ik vertrek dan gewoon, want kan daar niet mee om en wil het ook niet. Wij zijn uit vrije wil samen, moeten niet bij elkaar zijn en als we samen zijn, wil ik dat het goed is. Zo ziet zij het ook, dat zegt ze toch vaak en ik geloof haar ook, maar in de praktijk is het toch te regelmatig een ander verhaal. Zeker het afgelopen jaar toen we te horen kregen dat ze huidkanker had, is heftig geweest. Ik probeerde goed te doen, er voor haar te zijn, maar kon er precies voor haar niet zijn zoals zij het wou. Ik weet het aan de ziekte, dat ze zo wispelturig was, maar tot op vandaag verwijt ze me toch een gebrek aan betrokkenheid en hoe pijnlijk duidelijk dit voor haar was tijdens haar ziekte. Ik vind dat heel kwetsend, omdat ik denk wel gedaan te hebben wat ik kon, maar ik weet ook dat discussies daarover geen zin hebben. Ik denk ook dat het belangrijk is dat ze dit alles wat loslaat: de prognose is heel positief, alles is goed verlopen, ze kan opnieuw gaan werken. Waarom nog al die gesprekken daarover, dat zet toch geen zoden aan de dijk? Ik begrijp natuurlijk dat het heel moeilijk is geweest, confronterend ook, maar we hebben geluk gehad en zouden nu met volle teugen van deze kans moeten genieten. Ik vind ook dat ze haar nood aan aandacht in onze relatie te veel etaleert en cultiveert en ze daardoor die noden nog groter maakt. Ik vind dat zo vermoeiend! Ik heb het ook gehad met altijd opnieuw aangevallen te worden, mezelf te moeten verantwoorden. Ik zie haar graag, ben er voor haar, werk daarnaast heel hard en probeer ook een goede vader te zijn. Wat kan ik nu eigenlijk nog meer doen? Kan ze ook eens kijken naar alles wat er wel is in plaats van altijd te zeuren over de dingen die ze mist. We kunnen het nochtans heel goed hebben, dat merk ik als we op weekend gaan of met vakantie zijn. Ze is dan liever, toegankelijker, een vrouw bij wie ik me goed voel. Waarom kan dat de rest van de tijd niet zo zijn?
Hoe het verder ging
Marijke en Dries zijn een fel, communicatief koppel. De gesprekken beginnen rustig. Bij Dries ervaar ik vooral terughoudendheid, bij Marijke ontgoocheling. Zij neemt vooral het woord, hij luistert en weerlegt. Ze vertelt hoe eenzaam ze zich voelde tijdens haar ziekte en dat hun grootste probleem hun verschillen zijn. "Hij is zo rationeel, komt koud en afstandelijk over. Ik heb het daarmee zo moeilijk." Waarop hij aangeeft dat ze overdrijft. "Wanneer was ik er niet? Je weet dat je me altijd kan bellen. Maar naast je zitten en je hand vast houden? Komaan, we zijn toch volwassen? Je schuift gewoon je frustraties over je ziekte op mij af." We gaan samen terug naar een moment dat Marijke tijdens haar ziekteproces als pijnlijk heeft ervaren. "De dag dat ik geopereerd moest worden. Ja, ik werk in het ziekenhuis, iedereen was er voor mij, maar waarom was hij er niet spontaan? Waarom moest ik het vragen om me te voeren en bij me te blijven tot de operatie en deed hij dat niet uit zichzelf? Voelt hij dat dan niet hoe belangrijk dat is?" Marijke begint op dat moment boos te huilen, Dries wendt zich af. Ik probeer bij Dries te peilen wat hij bij deze beschuldigingen ervaart. "Ik vind dat onterecht, hoe kan ze zo reageren?". Ik vraag hen allebei naar een ander heel moeilijk in moment in hun leven en hoe ze daarmee omgegaan zijn. Bij Marijke was dat het overlijden van haar grootmoeder, bij Dries toen hij te horen kreeg dat zijn vader dementeerde. Marijke zocht steun bij vriendinnen. "Erover kunnen praten helpt me enorm." Bij Dries is dat anders. "Ik kan bij zo een nieuws niet stilzitten. Ben een lange fietstocht gaan maken om mijn hoofd leeg te maken en de periode erna heb ik heel veel gewerkt." Ik leg hen uit dat we allemaal onze stress bij verlies, bij levensbedreigende boodschappen op een andere manier proberen te reguleren, leefbaar te houden. Sommigen, zoals Marijke,door die te delen. Anderen door dingen te doen, een gevoel van competentie te hebben, controle, om zo het gevoel van machteloosheid te verminderen. "Het is ook niet dat ik er dan niet mee bezig ben", zegt Dries, "maar ik wil het er niet de hele tijd over hebben. Ik ben ook als ik zelf ziek ben, me zwak voel, liever alleen." Door bij elkaar zien dat wat ze elkaar verwijten net die copingstrategie is, komt er een grotere acceptatie. Als Dries zegt "ik had mijn telefoon altijd bij mij, mocht je bellen, je ging voor, dat wist iedereen in het ziekenhuis" begint Marijke hartstochtelijk te huilen, waarop Dries haar hoofd streelt. De daaropvolgende sessie geven ze aan veel gepraat te hebben, over hoe ze met moeilijkheden omgaan en hoe anders ze dat ervaren. Ze willen verder met elkaar en ook met de therapie om minder vast te lopen in conflicten.