Vlaamse jongeren dromen nog altijd van huwelijk en kinderen

23 juli 2011

Interview van Kaatje De Coninck (Het Nieuwsblad) met Rika Ponnet n.a.v. onderzoek van de studiedienst van de Vlaamse overheid bij leerlingen uit de tweede en derde graad middelbaar onderwijs.

 

De meeste Vlaamse jongeren blijven dromen van een huwelijk en kinderen, ondanks het steeds dalend aantal huwelijken en het stijgend aantal echtscheidingen. Al zijn ze realistisch: één op de drie denkt ook ooit te scheiden.

Onderzoek van de Studiedienst van de Vlaamse overheid, die leerlingen uit de tweede en derde graad middelbaar onderwijs ondervroeg, toont dat slechts 15 procent van de jongeren uitsluit ooit te trouwen.

‘Dat ligt in de lijn van voorgaande onderzoeken’, zegt relatiedeskundige Rika Ponnet. ‘De romantische, ware liefde blijft toch een onverwoestbaar ideaal.’Wat wel veranderd is: drie op de vier Vlaamse jongeren wil eerst samenwonen voor ze trouwen. Een ‘testrit’, en één die het liefst ongeveer twee jaar duurt voor ze in het huwelijksbootje stappen. ‘Vlaanderen kwam daarin achter op onze buurlanden. Ongetwijfeld speelde onze katholieke achtergrond daar een rol in, maar dat speelt bij jongere generaties natuurlijk veel minder’, zegt Ponnet. De laatste jaren is het aantal jongeren dat eerst samenwoont, dan ook exponentieel gestegen. ‘Niet in het minst omdat hun ouders daar ook steeds meer op aansturen: samenwonen wordt gezien als een proefhuwelijk.’
Slechts 11 procent van de ondervraagden wil meteen trouwen, een cijfer dat vooral berust op de voorkeur van jongeren van Turkse en Marokkaanse afkomst.
De leeftijd waarop we trouwen is dan ook sterk opgeschoven: voor mannen ligt de huwelijksleeftijd al op 31 jaar (28,3 in 2000), bij vrouwen is dat 29 (26 in 2000).
Een overweldigende meerderheid van de ondervraagden wil ook kinderen, zo’n 97 procent. Een kwart wil er zelfs drie of meer. Wel wordt steeds vaker getrouwd na de geboorte van het eerste kind, en dat zal bij de jongere generatie niet anders zijn.


Toch zijn onze jongeren behoorlijk realistisch: 32 procent denkt ooit te scheiden. In 2003 – bij een rondvraag bij eerstejaars universiteitsstudenten – was dat nog 22 procent. Meisjes schatten de kans op een echtscheiding hoger in dan jongens, net als leerlingen uit het BSO en kinderen van gescheiden ouders.
‘Eigenlijk moeten we blij zijn dat zo’n grote groep jongeren nog steeds gelooft in het instituut huwelijk. Dat men het nog steeds ziet als een belangrijke verbintenis en toch op zijn minst hoopt zijn hele leven samen te blijven’, zegt Ponnet. ‘Maar het valt amper te verwonderen dat men incalculeert dat het mis kan lopen. In een maatschappij waar zo goed als iedereen in zijn familie iemand kent die is gescheiden, of waar mensen die vandaag trouwen meer dan 50 procent kans hebben ooit te scheiden.’

 
Het aantal echtscheidingen bij 60-plussers is in tien jaar tijd met maar liefst 87 procent gestegen, blijkt uit cijfers van de Algemene Directie Statistiek. Van 2.103 echtscheidingen in 1999 tot 3.759 in 2009.
‘Veel koppels komen rond hun pensioen tot de vaststelling dat ze allebei in een andere richting zijn geëvolueerd’, vertelt Rika Ponnet. ‘Als bevolking worden we ouder en blijven we langer in goede gezondheid. Het is dan ook normaal dat ze zich afvragen of ze nog wel 20 – goede – jaren in een relatie willen blijven die niet meer goed is.’


Ponnet ziet in Duet, haar praktijk voor relatiebemiddeling, dat het vooral de vrouwen zijn die voor een echtscheiding kiezen. ‘Dit is de eerste golf vrouwen die echt geëmancipeerd zijn, die gewerkt hebben en voor zichzelf kunnen zorgen. Maar vaak zitten zij in relaties die niet zo geëmancipeerd zijn. Met een man die een relatie niet altijd gelijkwaardig ziet. Deze vrouwen spiegelen zich aan ‘modernere’ relaties, en hebben het gevoel dat het beter kan.’ Er is ook sprake van een domino-effect. ‘Ze zien hun eigen kinderen scheiden, waardoor ze ook automatisch gaan nadenken: waar ben ik mee bezig?’ Echtscheidingen op latere leeftijd zijn niet noodzakelijk slecht nieuws. ‘Je hebt een groep die geen zin meer heeft in een relatie, en met plezier zijn of haar eigen leven leidt. Anderen gaan actief op zoek naar een nieuwe relatie. Dat is niet altijd makkelijk – vaak ligt het verwachtingspatroon van mannen en vrouwen op die leeftijd uit elkaar – maar het kan wel. Op je zestigste nog een nieuwe, goede relatie beginnen.’