Waarom is samen sterven de wens van veel tachtigers?

23 april 2019

Samen sterven. Volgens geriaters zou dàt de wens zijn van 90% van de tachtigers. Daar zijn drie opties voor: hopen dat de natuur meewerkt, er zelf voor zorgen, of een simultane euthanasie. Dat laatste word in ons land ook effectief aangevraagd en houdt een zekere romantiek in - hand in hand het graf in - maar ook tragiek. "De versmelting tussen echtgenoten komt er òòk omdat men wantrouwig is tegen de buitenwereld en zelf onzeker in het leven staat." Tekst: Nadine Van Der Linden

"Het is zo typisch. Vraag aan honderd goede koppels van in de tachtig wat hun grootste wens is. Meer dan 90 procent zegt: ‘Dat we samen mogen gaan.'"Het zijn woorden van Vlaanderens bekendste geriater, Lucien De Cock, bij het drama in Oost-Vlaanderen waarbij een koppel tachtigers uit het leven stapte. Allebei sukkelden ze zwaar met de gezondheid. Je vraagt je daarbij af: was euthanasie een (betere) optie? "Aanvragen voor een simultane levensonderbreking komen inderdaad voor", zegt professor Wim Distelmans. "Ik heb dat zelf al een paar keer uitgevoerd, gewoon bij mensen thuis. Ze nemen afscheid van mekaar en je kan de medicatie zo regelen dat ze gelijktijdig in slaap vallen. Je voelt bij hen een zekere opluchting dat het sàmen gebeurt." Maar de voorwaarden zijn streng: "Beide echtgenoten worden apart en onafhankelijk door LEIF-artsen beoordeeld. Ze moeten terminaal ziek zijn. Of: stel dat één van beiden incontinent is, zich met een looprekje beweegt, amper kan eten, komt die in aanmerking voor euthanasie wegens ‘polypathologie'. Als men bereid is op mekaar te wachten tot de aanvragen allebei zijn goedgekeurd, kan het ook dan simultaan. Maar: een man of vrouw die zegt, ‘Ik kan gewoon niet zonder de ander', is géén reden voor euthanasie. Ook niet als zulks als ‘psychologisch lijden' wordt bestempeld. De gedachte is dat zulk gemis niet per se onherroepelijk is. Er zijn mensen die zich na dat rouwproces herpakken."

Al zijn daar een paar voorwaarden voor, weet geriater Lucien De Cock: "Men moet als weduwnaar of weduwe een zekere mentale flexibiliteit hebben, en die kan op hoge leeftijd ontbreken. Die rigiditeit kan zelfs mee aan de basis liggen van sociale drama's tussen echtgenoten. De man, bijvoorbeeld, vindt dat de geboden hulp niet goed genoeg is, of vertrouwt ze niet, of vindt het te duur. Natuurlijk is het gevoel van eenzaamheid, van ‘ik-kan-niet-meer' reëel. Maar het feit dat men uiteindelijk enkel nog een vuurwapen als oplossing ziet, wijst erop dat het denken toch enigszins vernauwd is." Dat beaamt relatietherapeute Rika Ponnet. "Je ziet bij koppels soms een groot vertrouwen in het wij-verhaal, maar tegelijk een zeker wantrouwen in de eigen kracht en de goede bedoelingen van de buitenwereld. Er kan zelfs een zekere jaloezie meespelen: ‘Niemand zorgt beter voor mijn wederhelft dan ik!' Enerzijds heeft die versmelting tussen twee mensen iets romantisch: je ziet dat wel eens, oudere stelletjes in de supermarkt, die zelfs samen willen beslissen of ze 6 dan wel 12 eieren meedoen naar huis... Tegelijk kan die symbiose bij ziekte dus tot drama's leiden." Zulke hechte koppels zullen in de toekomst weliswaar in aantal verminderen, meent Ponnet. "Vroeger zat je de rit samen uit, kost wat kost. Ik kende in mijn jeugd een man die voor zijn echtgenote zorgde sinds ze 40 was en een hersenbloeding kreeg. Dat was een held. Nu zouden mensen zeggen: ‘Denk ook aan jezelf.' En dat doen de nieuwe generaties inderdaad: er zijn veel meer relatiebreuken, waarna mensen ook op 60 of 70 jaar nieuwe relaties aanknopen. Dat is mooi, maar qua mantelzorg gaat dat onze maatschappij voor grote uitdagingen stellen. We zien immers dat de bereidheid om voor mekaar te zorgen in die gevallen veel kleiner is. Dat men zegt: ‘Sorry, het waren 5 mooie jaren samen, maar ik wil nog van het leven genieten.' De zorg voor zieke mensen zal straks dus in nog veel grotere mate op de gemeenschap komen dan vandaag het geval is. Bovendien zal de huidige generatie ook veeleisender zijn op hun oude dag, vermoed ik. Gaan de mensen die nu hippe citytrips maken, straks tevreden zijn met een OCMW-kamertje en een filterkoffie?"

Dat er op onze maatschappij een zorg-tsunami afkomt, bevestigt geriater Lucien De Cock: "Bij de nieuw samengestelde gezinnen zie ik slechts een hele beperkte bereidheid om voor mekaar te zorgen. Stiefkinderen hoor ik zeggen: ‘Jongens, dat is mijn eigen moeder niet, ik ga daar toch niet alle weken kuisen en boodschappen doen, zeker?' Eigen kinderen zeggen na een moeilijke echtscheiding: ‘Mijn vader was er amper in mijn jeugd, dan ga ik er nu ook niet voor zorgen.' Dat is allemaal begrijpelijk, maar het sociaal weefsel wordt dus dunner en dunner. Koppels die mekaar meenemen in de dood, dat is een drama, maar tegelijk getuigt het van verantwoordelijkheidszin. Zelfs van een plichtsbesef dat stilaan zeldzaam wordt..."