Het Grote Monogamie onderzoek: de resultaten

19 april 2017

Eén op vier had al eens seks buiten z’n relatie. Maar wil dat dan zeggen dat het klassieke monogame relatiemodel passé is? Relatiebemiddelaar Rika Ponnet en seksuoloog Alexander Witpas geven hun kijk op de resultaten van het Grote Monogamie onderzoek, georganiseerd door Het Nieuwsblad Magazine en Charlie Magazine.

We geloven in monogamie (maar twijfelen soms toch een beetje)
35 procent vindt het zinvol om na te denken over alternatieve relatiemodellen waar seks en relaties niet noodzakelijk met elkaar verbonden zijn

Alexander Witpas: "Wat me opvalt, is dat het idee van de een-op-een partnerrelatie nog steeds stevig overeind staat, monogamie is zeker niet voorbijgestreefd. De grootste groep mensen staat erachter en bijna 4 op 5 geeft aan het helemaal niet moeilijk te hebben om geen seks te hebben buiten die relatie. Anderzijds is er ook een groep die niet in monogamie gelooft als de énige waarheid, of waarbij trouw blijven toch niet zo erg goed lukt (26% geeft aan ooit al eens seks te hebben gehad met iemand anders dan zijn/haar partner, nvdr). Kijk je naar de verschillen in leeftijd dan zullen de jongeren (tot 30-35 jaar) meer seks hebben, daar vaker over praten, een principiëlere houding aannemen tegenover ontrouw én minder goed om kunnen met overspel bij de partner. Ze zijn ook minder vergevingsgezind. Wijken zij af van dat monogame relatie-idee, dan doen ze dat ook vaker vanuit het experiment: ze willen niet klakkeloos aannemen wat de maatschappij hen dicteert. Daarnaast heb je dan de iets oudere groep, van middelbare leeftijd. Zij hebben minder vaak seks, praten er minder over en zijn ook al wat vaker overspelig geweest. Wat ook logisch is: ze hebben er al meer tijd voor gehad. Bij hen zien we dat ze - naar attitude toe - toch iets wijzer en realistischer zijn geworden. Ook weer omdat ze al wat meer hebben meegemaakt. Ze kennen de beperkingen van het monogame model en vragen zich vaker af of er geen alternatief mogelijk is (35 procent van de respondenten vindt het zinvol om na te denken over alternatieve relatiemodellen waar seks en relaties niet noodzakelijk met elkaar verbonden zijn, nvdr.). Niet iedereen worstelt daarmee, niet iedereen is overspelig. Maar er is toch een groep die aangeeft: ik twijfel of ik het wel zal volhouden, dat monogaam zijn. Daaruit leid ik af dat er - op dit moment - zeker geen groot draagvlak is om het monogame relatie-idee overboord te kieperen, maar wél een behoefte om wat meer ruimte te creëren binnen dat concept. Het is ook een erg absolute, strenge regel, natuurlijk. Een monogame partnerrelatie heb je, tot de dood je scheidt. Voor onbepaalde duur. Maar het is zo'n alles-of-niets-situatie. Heb je één keer iets verkeerds gedaan, ben je alles kwijt. Dat kan op de duur heel beklemmend worden. Zeker voor mensen die positief staan tegenover seks. Ben je samen met iemand, dan is seks met anderen een aspect van je leven waar je een kruis over kan zetten. Dat is confronterend. Alle andere aspecten van een relatie beoordelen we toch wat meer op een schaal: we investeren meer of minder tijd in elkaar, praten meer of minder en hebben meer of minder seks. Met overspel is dat anders. Eén keer seks met een ander na twintig jaar samen, of een langdurige buitenechtelijke relatie: het valt allemaal onder diezelfde noemer. Ik denk dat dat toch iets is waar mensen zich - vooral privé - vragen over stellen. Zeker wie na een aantal omzwervingen of een scheiding het gevoel heeft: wil ik het nog wel eens, dat hele romantische, bijna absolutistische ideaalpakket? Kan ik daar niet een paar dingen uitpikken die ik belangrijk vind in een relatie? De steun, de intimiteit, de aandacht? Een moduleerbare relatie, zeg maar, met de mogelijkheid om ze toch wat meer op maat van jezelf samen te stellen. Dat is uiteraard theorie. Je denkt misschien: als ik een open relatie had, dan zou het allemaal zo veel makkelijker en natuurlijker verlopen. Maar dan komt de praktijk: met wie zou je dan seks willen hebben? Liefst iemand die er goed uitziet, en met wie het klikt. Met iemand waarmee je goeie seks hebt, en die niet te ver weg woont, want het moet nog een beetje praktisch blijven ook. Ten eerste lopen er niet zo heel veel van dat soort mensen rond - zeker geen mensen die niet al in een relatie zitten. Ten tweede is de kans heel groot, àls je dan zo iemand tegenkomt, dat je er verliefd op wordt. En dan kun je bijna niet anders dan de vergelijking maken met je eigen relatie. Een lastige kwestie, want een langdurige relatie kan bijna nooit op tegen het ‘nieuwe' en die gevoelens van verliefdheid. En daar loopt het vaak spaak. Een strikt monogame relatie voelt soms misschien wat beklemmend en beperkend, maar ze is ook veilig. En open of polyamoureuze relaties vragen heel veel van je: veel tijd, veel onderhandelen en je relaties voortdurend in vraag stellen. Voor sommigen werkt dat, maar de meesten hebben toch een gloeiende rothekel aan die onzekerheid. We leven niet graag in een verhoogde staat van alertheid."

We doen het eigenlijk niet zo vaak
De meesten hebben een paar keer per maand seks

Rika Ponnet: "Seks neemt veel plaats in onze maatschappij in, maar eerlijk? We praten er meer over dan dat we het daadwerkelijk doen. Bij de allergrootste groep blijft seks toch beperkt van een paar keer per maand (36 procent, nvdr.) tot een paar keer per jaar (19 procent, nvdr.). Vroeger werd er altijd vanuit gegaan dat we het gemiddeld drie keer per week deden, maar uit onderzoeken van de jongste jaren, blijkt toch telkens weer wat een enorme overschatting dat was. En dit onderzoek bevestigt dat opnieuw. Let op: deze cijfers betekenen niet dat we nu minder vaak seks hebben dan vroeger. Wel dat het geen taboe meer is om eerlijk op die vraag te antwoorden. Dat merk ik ook in mijn praktijk: mensen voelen minder de behoefte om op dat vlak aan een ideaalbeeld te voldoen, we kunnen erover praten zoals het echt is. Dat we over het algemeen minder vaak seks hebben, heeft natuurlijk ook te maken met een ouder wordende populatie. We horen altijd over de scheidingen: iets meer dan een derde scheidt of gaat uit elkaar. Maar dat betekent ook wel dat toch ruim de helft in een vast relatieverband zit en blijft. Veel koppels zijn voor een lange periode samen. En het is natuurlijk ook geweten dat je in een prille relatie vaker seks hebt, en dat die frequentie afneemt naarmate je langer samen bent. Dat wordt soms gezien als de passie die afneemt of partners die naast elkaar gaan leven. Een vrij negatieve benadering, vind ik. Want eigenlijk toont het net heel mooi het nut van seksualiteit aan. Uiteraard zijn de aantrekking, verliefdheid en lustgevoelens nog veel sterker in dat prille begin, maar zeker in die beginfase is seks een manier om bevestiging te krijgen: de ander ziet mij, erkent mij en vindt mij aantrekkelijk. Op dat moment hebben we daar veel nood aan. Hoe langer je samenblijft, hoe meer die nood afneemt, omdat je ook op andere vlakken zekerheid krijgt over het engagement van de andere, dat ondertussen al bewezen is: je partner is al zo lang met je samen of heeft er samen met jou voor gekozen om kinderen te krijgen. Daardoor sta je met meer vertrouwen in die relatie. Nog een opmerking: uit een onderzoek van Sexpert Vlaanderen bleek dat bij zestigplussers die gehuwd zijn, ruim 1 op 5 eigenlijk nooit meer seks had. Dat in dit onderzoek 36 procent aangeeft dat ze een relatie zonder seks niet noodzakelijk zien als iets dat moet mislukken, ligt daarmee in lijn. Ik hoor het wel vaker: we hebben al meer dan vijf jaar geen seks, maar toch is onze relatie goed en vinden we het zinvol om samen te blijven. Het hier dankzij onderzoeken en enquêtes openlijk over hebben is een goeie zaak, want ik merk dat het voor velen een verademing is, dat de relatie zonder seks eindelijk genormaliseerd wordt."

We houden ontrouw liever stil (en voelen ons niet schuldig)
Bij 6 op 10 kwam het overspel niet uit. 6 op 10 voelt zich niet schuldig.

Rika: "Meer dan 50 procent verlangt naar of fantaseert over seks buiten de relatie, maar slechts 1 op 4 heeft daar daadwerkelijk ooit al naar gehandeld. In gedachten zijn we dus niet altijd zo monogaam en dat is niet erg, want in ons hoofd zijn we vrij. Maar de winst die monogamie ons oplevert - de veilige haven en de zekerheid - en de consequenties van het niet monogaam zijn, wegen toch duidelijk zwaar door. We willen de prijs van de misstap niet betalen. Het verlangen om een avontuur aan te gaan, blijft dus in grote mate bij een fantasie. Opmerkelijk: bij diegenen die het er wél al eens op waagden, kwam het overspel in 6 op de 10 gevallen niet uit. Exact evenveel mensen heeft er ook geen schuldgevoel over. En 54 procent van diegenen die buiten de relatie gingen, denkt dat hun daden geen impact hadden op de relatie. Dat staat allemaal met elkaar in verband. Want als het toch gebeurt, kunnen mensen het eigen gedrag vrij gemakkelijk ‘ontschuldigen'. Ze leggen de fout bij de relatie - terwijl zij daar toch ook deel van uitmaken - of de omstandigheden. De meerderheid vindt overspel niet oké, dus laten we er maar van uitgaan dat diegene die buiten de relatie gaat, op het ogenblik dat het gebeurt goed weet dat hij of zij niet volgens de afspraak handelt. En toch merk ik in mijn praktijk hoe moeilijk het is om verantwoordelijkheid op te nemen voor die daden en voor wat ze hebben aangericht bij de ander. Net doordat er zo weinig schuldinzicht is, onderschat diegene die buiten de relatie gaat ook de impact van de eigen daden. Maar als ontrouw uitkomt of wordt opgebiecht, blijkt de impact ervan op andere en de relatie toch bijzonder groot. ‘In welke mate had het feit dat je partner seks had met iemand anders in het algemeen een impact op jullie relatie?'. Op die vraag antwoordt 49 procent, net niet de helft, dat het een zeer negatieve impact had en de relatie erdoor werd stopgezet. Nog eens 28 procent bleef bij zijn partner, maar ervaarde toch een negatieve impact op de relatie. Er is dus een groot verschil in de perceptie van de impact van het overspel, gezien door diegene die buiten de relatie gaat of door de andere."

Alexander: "Er is ook een verschil tussen één keer seks hebben met een ander, of er gedurende een lange tijd een buitenechtelijke relatie op nahouden. Je zou denken dat hoe langer of vaker mensen ontrouw zijn, hoe schuldiger ze zich gaan voelen. Maar dat weet ik eerlijk gezegd nog zo niet. Want het is erg moeilijk om gedurende zo'n lange tijd ontrouw te blijven volhouden, als je jezelf er voortdurend schuldig om voelt. Er treedt dan een soort van copingmechanisme op. Dat overspel in 6 op de 10 gevallen niet uitkomt, schijnt ook meteen een licht op de uitspraak: ‘Ik zou het wel weten als mijn partner me bedroog'. Dat is dus niet zo. En de kans dat hij of zij het zelf vertelt, is ook al niet zo groot (19 procent kwam te weten dat zijn of haar partner seks had met iemand anders omdat die partner dat zelf vertelde, nvdr.). Het is natuurlijk ook vaak geen bewust plan: ‘Nu ga ik eens overspelig zijn, ik ga dat zus en zo aanpakken en ik ga het dan vervolgens niet vertellen'. Neen. In de aanloop ernaartoe zie je bij mensen wel vaak een soort van vermijdingsproces. Dan denk ik: had je dat nu écht niet zien aankomen? Maar eens het dan gebeurd is, wannéér vertel je het dan aan je partner? En hoé moet je het dan aanbrengen? Dat is niet evident. Hoe langer je het uitstelt, hoe groter de kans dat je het gewoon nooit meer opbiecht. Het zijn dus zeker niet allemaal gewiekste bastards die zwijgen (lacht). Je kunt je ook afvragen of we een misstap sneller zouden toegeven als die wat meer bespreekbaar zou zijn binnen ons relatiemodel. Er hangt veel van af hé. Je wéét dat er een reële kans bestaat dat je relatie wordt verbroken. Of dat je op z'n minst tegen twee jaar relationele miserie aankijkt. Als we verliefd worden op een ander, maar daar niets mee doen, geven we dat wel sneller toe. Verliefdheid wordt - in mijn ervaring - doorgaans niet echt beschouwd als ontrouw, wel als een ernstig signaal en een aanknopingspunt om aan je relatie te werken. Over ‘werken' gesproken: bij de jongere groep leidt ontrouw sneller tot een relatiebreuk dan bij koppels die al langer samen zijn. Dat is logisch, want wie jong is, heeft nog tijd om het allemaal nog eens opnieuw te proberen. Als je 45 bent, ga je niet zomaar heel je gezinsleven heropbouwen met een ander. We weten ook uit onderzoek dat wat je nodig hebt om over zo'n incident heen te komen, vergeving is. En mensen zijn veel sneller geneigd om iemand te vergeven waar ze al veel in geïnvesteerd hebben, of omdat er meer te verliezen valt. Dat is ook logisch."
"Twaalf procent van de mensen die zelf iets buiten de relatie deden, zegt dat die relatie beter werd na het overspel? Goh, ik hoor weleens mensen zeggen: ik heb er drie jaar over gefantaseerd, heb het dan uiteindelijk gedaan en het viel zo onnoemelijk hard tegen dat ik nu geen moeite meer heb om trouw te blijven. Of: ontrouw het heeft mij tot het inzicht gebracht dat er iets moest veranderen binnen onze relatie. En dan is er nog een heel kleine groep die zoiets als posttraumatische groei ervaart, die uit die moeilijke periode komen met een betere vertrouwensband. Maar ik zou nu niet overspelig zijn om dat te proberen bereiken, dan zijn er betere manieren (lacht)."


Vrouwen zijn angstiger, maar ook vergevingsgezinder
Verliefd worden? Zoenen? Sexting? Flirten? Vrouwen zien er sneller overspel in dan mannen

Rika: "Wat me opviel is dat monogamie, zowel door mannen als door vrouwen, toch nog vrij conservatief wordt gedefinieerd. Zo vindt 38 procent verliefd worden op een ander overspel. Terwijl we weten dat verliefdheid iets is dat ons overkomt. En je je trouw toch eigenlijk pas bewijst op momenten dat het moeilijk wordt? 23 procent vindt afspreken voor een etentje of avondje uit al niet monogaam. Daar schrok ik toch van. Nu, ik blijf het herhalen: het gaat er in werkelijkheid tussen de lakens een pak conservatiever aan toe dan we vermoeden. De meerderheid leidt een heel braaf bestaan. Het afgelopen jaar had 10 procent seks met meer dan 1 persoon? Dat is betrekkelijk weinig. Ook: de verschillen tussen wat mannen en vrouwen als monogaam ervaren zijn er, maar ze zijn nu ook weer niet zo groot. Ja, mannen fantaseren er meer over en geven ook wat vaker aan dat ze seks met iemand anders hadden. En vrouwen zien sneller een bedreiging in bepaalde daden dan mannen. Hebben vrouwen het gevoel dat ze er net wat meer bij te verliezen hebben, misschien? Anderzijds zie je ook dat als het overspel door de vrouw wordt gepleegd, de relatie vaker eindigt of dat de misstap ernstigere problemen oplevert. Vrouwen zijn dus angstiger voor het verlies van hun relatie én bovendien vergevingsgezinder."

Alexander: "Bij de vrouwen ligt de lat inderdaad altijd een tikje hoger. Seks zonder penetratie (68 van de mannen vindt dat overspel vs. 79 procent van de vrouwen), sexting (52 vs. 70 procent), zoenen (58 vs. 72 procent), verliefd worden op iemand anders (31 vs. 45,5 procent): ze beoordelen al die daden consequent iets vaker als niet-monogaam dan mannen. Mannen hebben het dan weer wat lastiger om trouw te blijven. Je zou ook kunnen stellen dat een iets grotere groep mannen meer seks wil dan een groep vrouwen. Dan is het ergens logisch dat vrouwen zich daarvan bewust zijn, en dus ook angstiger reageren. Maar goed: de verschillen zijn nu ook weer niet dramatisch. Het is niet zo dat je op basis van deze resultaten kunt voorspellen hoe een man of een vrouw zich in een bepaalde situatie zal gedragen. Er wordt in deze enquête door de respondenten ook vanuit gegaan dat overspel bij mannen om lust, seks en spanning draait, terwijl het voor vrouwen vooral voortkomt uit verliefdheid. Maar je kunt je natuurlijk afvragen hoe mensen dat onderscheid maken? Verliefdheid of lust, het zijn ook maar labels die je er voor jezelf opplakt. Terwijl het eigenlijk gevoelens zijn die intrinsiek met elkaar verbonden zijn. Wat me wel nog opviel, was dat overspel hier toch vooral gelinkt werd aan een positieve motivatie. 57 procent zocht naar lust, spanning en avontuur, of was verliefd. De zin in dat avontuur kwam veel sterker naar voren dan een bepaald gemis (12 procent miste intimiteit/genegenheid binnen de relatie, 10 procent had onvoldoende seks binnen de relatie, 8 procent vond dat de partner te weinig aandacht voor hem of haar had, nvdr.). En dat terwijl de meesten toch denken dat het net dàt is dat mensen in de armen van een ander drijft, dat ze iets te kort komen in de eigen relatie. In elke relatie is er, na verloop van tijd, uiteraard altijd wel ergens iets mis. Dat is normaal. Maar het is ook zo dat heel veel mensen die goeie relaties hebben, toch die positieve aantrekkingskracht van buitenaf voelen."

We controleren elkaar erg weinig
82 procent heeft zijn/haar partner nog nooit te hebben gecontroleerd

Rika: "Er zit een groot verschil tussen de perceptie van trouw binnen de eigen relatie en de perceptie van trouw tussen anderen. Het lijkt wel alsof we denken dat het er bij anderen nét niet als op Temptation Island aan toegaat (lacht): 44 procent van de ondervraagden denkt dat 26 tot 50 procent van de Vlamingen wel eens vreemdging. En 26 procent denkt dat dat er zelfs 51 tot 74 procent zijn. Terwijl we toch een erg groot vertrouwen hebben in ons eigen engagement en ook in dat van onze partner. 78 procent vindt het bijvoorbeeld niet moeilijk om in de huidige relatie geen seks te hebben met iemand anders en 81 procent denkt dat zijn of haar partner het daar evenmin moeilijk mee heeft. Daarbovenop komt nog eens dat 82 procent aangeeft zijn partner nog nooit te hebben gecontroleerd. En dat in een cultuur waarin we door sociale media toch enorm verbonden zijn met heel veel anderen, een verbondenheid die toch sowieso een aspect van bedreiging in zich draagt. Als meer dan 4 op 5 dan zegt: ‘Ik controleer mijn partner niet', wel dan vind ik dat we geen overmatig angstig gedrag vertonen."

Alexander: "Het is uiteraard wel een subjectief veiligheidsgevoel. Als je de cijfers bekijkt (1 op 4 had al seks buiten de relatie, nvdr.) is de kans dat je eens in je leven te maken krijgt met overspel toch best groot. Nu, ik ben niet overtuigd dat als je een relatie hebt, je elkaar honderd procent en zonder voorbehoud moet kunnen vertrouwen. We blijven allemaal mensen, en mensen maken fouten. Dat je daar dus een realistische bezorgdheid rond koestert, vind ik niet zo erg. Het kan ook goed zijn dat, als je de geschiedenis van je partner kent, je niet zo naïef bent om te vermoeden dat overspel nooit meer zou kunnen plaatsvinden. Het lijkt me dus normaal om je af te vragen of je partner wel trouw is. Dat zegt ook niets over de kwaliteit van je relatie. Wat wel ondermijnend kan zijn, is vast geraken in het idee dat als je onzeker bent, je zekerheid kunt verkrijgen door controledrang. Die drang kan zich uitbreiden. En dat is niet goed: ten eerste kun je, tenzij je je partner vierentwintig op vierentwintig, zeven op zeven schaduwt, nooit zeker zijn. En ten tweede is je partner consequent controleren ook niet bepaald constructief. Als er wantrouwen is in je relatie, dan kun je dat maar beter uitspreken en aanpakken."

We zijn niet zo graag single
25 procent van de deelnemers is single, terwijl slechts 6,5 procent aangeeft dit te verkiezen als relatievorm

Alexander: "De single, dan moeten we denken aan Carrie Bradshaw in Sex and The City. Maar onder die noemer vallen ook weduwes en weduwenaars. Of alleenstaanden na een scheiding. Lang niet allemaal happy singles met veel wisselende contacten, die dat alleenstaande leven superspannend vinden, dus. ‘Single' is een veel te algemene term, als je kijkt naar de diverse groep mensen die erachter schuilgaat. Bovendien weten we dat mensen graag een relatie en seks willen, en dat wie dat niet heeft, daar doorgaans niet zo gelukkig mee is. Dat is niet nieuws. Het gemis wordt dan al eens opgevangen door seks met een goeie vriend, ‘friends with benefits', heet dat dan (20 procent gaf aan seks te hebben gehad met een vriend, nvdr.). Verstandhoudingen waarin twee mensen elkaar heel leuk vinden en de lakens met elkaar delen. En soms verwachten dat er geen derde partijen meer in het spel zijn. Of waar gevoelens bij komen kijken. Dan kun je je natuurlijk afvragen wat het verschil met een LAT-relatie precies is?"

Rika: "Iemand die single is, daar gaan we vanuit, geeft zijn leven vorm op de manier waar hij of zij zich goed bij voelt. Daar bestaat vandaag nog maar weinig afkeuring rond, de moraal is wat vrijer op dat vlak. Er wordt dan ook vaak gedacht dat singles het wildste seksleven leiden, omdat ze nu eenmaal vrij zijn om elk weekend te doen wat ze willen. En toch: in de praktijk valt dat meestal erg tegen. De mensen die het vaakst seks hebben, zijn nog altijd de mensen die in een relatie zitten. Niét de singles. Het blijkt ook uit andere onderzoeken dat het voor weinigen een bewuste levenskeuze is om alleenstaand te zijn. Singles zien het meer als een overgangsfase. De allergrootste groep leeft toch het liefst in een intiem relatieverband. En zulke ‘benefits' blijken wel vaker een vergiftigd geschenk. Een seksrelatie is dan ook veel complexer dan ze op het eerste gezicht lijkt. Net door het vrijblijvende karakter ervan is ze immers helemaal niet zo controleerbaar. Het is geen duidelijk gedefinieerde relatievorm, er zijn geen vaste regels, zoals in de traditionele een-op-een partnerrelatie. Weet je: op een rationeel niveau willen mensen wel erg graag lossere afspraken maken omtrent monogamie. Of zouden ze het fijn vinden om in een wat vrijer relationeel concept te functioneren. Want de steun van een vaste relatie, en toch een vrij seksleven? Het lijkt het beste van twee werelden. Maar je merkt dat we daar vrij snel botsen op hoe wij als mens geprogrammeerd zijn. Het avontuur trekt misschien aan, maar het is de zekerheid die ons gelukkig maakt."