WARM AANBEVOLEN >> Tweedaagse voor singles die opnieuw willen uitreiken!
20 februari 2024
WARM AANBEVOLEN! Samen met Kathleen Tobback organiseert collega Catherine een tweedaagse voor singles op 22 en 23 maart in Mechelen. Spread the word!
22 januari 2024 Dagblad
Ander werk kiezen, doen wat je eigenlijk al zo lang écht wilt, je leven hertekenen na je pensioen... Hoe geven we ons bestaan opnieuw zin in een nieuwe levensfase en welke lessen leren we eruit? ‘Pas als we echt met het einde van ons leven worden geconfronteerd, denken we na over authentieke keuzes.’
De Morgen - Tekst: Joanie De Rijke
Anders gaan leven
Brahim Rachiki (44) uit Etterbeek schopte het van streetdancer tot choreograaf van niemand minder dan Madonna en later van Janet en Michael Jackson . Na een lange danscarrière keert hij nu terug naar België om zich bezig te houden met datgene waar zijn hart echt sneller van gaat slaan: de begeleiding van jongeren in zijn oude buurt in Brussel en de lokale politiek.
‘Toen ik in 2008 in de VS als choreograaf voor Madonna werd aangenomen, dacht ik: ik heb het ultieme bereikt, nu kan ik rustig doodgaan (lacht). Niet veel later bleek ook Janet Jackson belangstelling te hebben voor mijn danswerk en het ongelooflijke gebeurde: ik kon bij haar aan de slag.’
Vanaf dat moment gaat het alleen maar steil bergopwaarts met Brahims carrière. Na Janet Jackson verschijnt in 2009 uiteindelijk ook Michael Jackson ten tonele. ‘Het was een ongelofelijke kans en het lukte zowaar, ik danste mee tijdens Jacksons laatste tournee. Opnieuw: hierna kon ik sterven. Ik had alles bereikt wat er in de danswereld te behalen viel.’
Hier en nu
Na de dood van Michael Jackson gooit de choreograaf het stap voor stap over een andere boeg. ‘Ik legde me toe op acteren en op sociaal-culturele projecten in België. Qua dans kon ik mezelf niet meer verbeteren, ik ben inmiddels ouder en minder flexibel dan vroeger. Kortom, het was tijd voor een nieuwe wending.’
Momenteel ruimt hij zijn laatste spullen op in zijn huis in Los Angeles om zich voor het eind van het jaar terug in België te vestigen. ‘Ik wil jongeren in Brussel helpen om een toekomst uit te bouwen. Zelf ben ik verder geraakt dan ik ooit had durven dromen. Nu voel ik dat ik iets terug wil doen voor mijn gemeenschap.’
Dit staat allemaal in de steigers voor 2024: ‘Een expositie over 50 jaar hiphop in Brussel en een opera die ik toegankelijk wil maken voor mensen die dat normaal niet kunnen betalen. In de opera zullen niet alleen topdansers aan het werk zijn, ook nieuwelingen krijgen een kans. Kunst en cultuur kennen geen grenzen, het moet voor iedereen bereikbaar zijn. Ik wil ook de politiek in, zodat ik nog meer voor mijn gemeenschap kan betekenen. Het is een totaal ander leven en tegelijk ook niet, want ik blijf bezig met muziek en dans. Maar dan wel met een nieuw soort diepgang, iets waar ik me vroeger niet van bewust was.’
Het gemak waarmee Rachiki het roer telkens omgooit en daar ook opnieuw voldoening in vindt, is niet iedereen gegeven. De een maakt het mee tijdens zijn pensioen, de ander na een ingrijpende gebeurtenis of door het besef dat hij te lang in een (werk)situatie zit waarbij hij zich allang niet meer goed voelt. Ook kun je soms niet anders, gaat het om een gedwongen keuze. Doordat je lichaam niet meer mee wil, door ziekte of door ontslag. Een verplichte ommezwaai is wellicht het moeilijkste. Hoe zorg je ervoor dat je in zo'n nieuwe levensfase opnieuw zingeving vindt? Hoe maak je je los van je werkidentiteit, van succes of een vast inkomen zonder het gevoel te hebben dat je jezelf verliest?
Sommige mensen zoeken het in een relatief eenvoudige beroepsverandering. Ze voelen dat het tijd is om iets te doen dat echt bij hen past, dat hun leven meer inhoud en dus meer voldoening geeft. Anderen komen erachter door ziekte, door het besef dat hun leven eindig is. Ze waken erover niet opnieuw verloren te lopen in alle moetens en ruis in het leven waar ze hun tijd niet meer aan willen besteden.
‘Pas als we echt met het einde van ons leven worden geconfronteerd, denken we na over authentieke keuzes. En zelfs dan is het moeilijk om tussen alle dwingende zaken toch je eigen weg te bewandelen’, zegt therapeut Rika Ponnet . ‘Ik denk dat dit tegenwoordig een hele opdracht is. ‘Hoe wil ik leven’ is een existentiële vraag. De meesten van ons leven alsof het bestaan oneindig is, alsof de dood niet bestaat. We stoppen dat besef over het einde massaal weg. Maar vaak staan de mensen die met de dood zijn geconfronteerd juist het dichtst bij het leven, bij de echte waarden van ons bestaan.’
Mensen naar wie we best goed luisteren, raadt Ponnet aan. ‘Zodat we ook aan onszelf de vraag durven te stellen waarom we zo irrationeel bezig zijn. We kopen, sparen en beleggen. We werken, werken, werken en doen soms bijna blindelings wat de maatschappij en onze omgeving van ons verwachten. De dingen die we echt willen – ooit eens die reis maken – stellen we alsmaar uit.’
Menswaardig leven
Op de vraag waarom we die existentiële vragen niet of nauwelijks aan onszelf stellen, is het antwoord bijna altijd: angst.
Ponnet: ‘We zijn het verleerd om in het hier en nu te leven, we maken ons constant zorgen over later. Tot we plots inzien hoe kwetsbaar het leven is. Ik zie het bij mensen die een zwaar ongeval hebben meegemaakt of hun partner hebben verloren. Omwille van die ervaring geven ze hun leven plots meer vorm vanuit intrinsieke waarden. Vaak gaat dat om een heel gewoon, klein leven, over innerlijke rust, je niet laten opjagen door dat wat we onszelf opleggen. Want we doen het onszelf aan.’
Jan Bosmans (68) weet waar Ponnet het over heeft. Hij was nog maar net met pensioen toen hij in augustus 2021 te horen kreeg dat hij aan de progressieve spierziekte ALS leed. Plots werd hij met de keiharde realiteit geconfronteerd dat het leven eindig is. De laatste tien jaar van zijn loopbaan had hij zijn voormalige job weer opgenomen als radioloog in het UZ Gent, daarvoor werkte hij in het Universitair Ziekenhuis Antwerpen. Ook was hij lang actief geweest als onderzoeker en productmanager medische informatica en als journalist en hoofdredacteur van medische tijdschriften. ‘Toen ik op mijn 65ste met pensioen ging, ben ik opnieuw gegaan voor mijn oude liefde: schrijven. Ik hield genoeg tijd over voor reizen met mijn vrouw en voor onze kleinkinderen, maar ik wilde me ook nog nuttig maken. Ik had altijd mensen geholpen en advies gegeven. Dat kon ik niet zomaar opgeven.’
Jan ging opnieuw aan de slag als schrijver van medische tijdschriften. Tot hij ziek werd. Het besef dat hij niet lang meer te leven had, deed hem besluiten zijn eigen levensverhaal neer te pennen. ‘Ik wilde dat mijn kleinkinderen, en in zekere zin ook mijn kinderen, zouden weten wie ik geweest was. Ik ben er nu anderhalf jaar aan bezig, intussen zit ik in 1993, ik heb dus nog wel een tijdje nodig om de rest op te schrijven. Terwijl mijn tijd beperkt is.’
De datum voor euthanasie – en orgaandonatie – is al verschillende keren uitgesteld. ‘De laatste maanden ga ik snel achteruit. Ik kan mijn rechterarm en -hand niet meer gebruiken en schrijf via spraakherkenning. In het eindstadium van ALS vallen ook de spraak en ademhalingsfunctie weg, waardoor je sterft aan ademhalingsinsufficiëntie. Ik ben niet van plan om het zo ver te laten komen. Vanaf het moment dat ik voel dat ik niet meer in staat ben om een menswaardig leven te leiden – en mijn vermogen om te schrijven is daar een belangrijk onderdeel van – wil ik niet doorgaan. Het is een kwestie van enkele weken, denk ik. Maar ik ben er niet bang voor.’
Zonder schrijven kan hij niet leven, klinkt het beslist. ‘Ik ben ook met schrijfprojecten bezig waarbij ik anderen help met hun boek. Ik niet weet of ik die boeken ooit gedrukt zal zien, maar dat vind ik niet erg. Het proces is belangrijker dan het resultaat.’
‘Het doet me goed dat mijn ideeën iets wezenlijks veranderen aan bepaalde zaken. Over bepaalde aspecten van het werk als radioloog bijvoorbeeld. Maar ook over de geschiedenis en de huidige stand van zaken in de abortuswetgeving. Schrijven over dat soort onderwerpen geeft zin aan mijn leven. Dat voel ik nu meer dan ooit.’
Gecreëerde behoeftes
Op latere leeftijd kom je er meestal wel achter wat je echt belangrijk vindt in het leven, benadrukken experts. Voor jongeren is dat moeilijker. Ze hebben vaak de neiging om te willen wat andere mensen willen: zaken die bevestiging, status en financieel gewin brengen.
‘De focus bij jonge mensen ligt op alles wat ze níét hebben’, bevestigt Ponnet. ‘We leven in een wereld met veel kansen en mogelijkheden. Dat is prachtig, maar het brengt ook faalangst mee. Jongeren in het derde middelbaar moeten al weten wat ze gaan worden later. Het zou goed zijn als we die focus op wat we niet kunnen controleren of niet hebben wat meer loslaten. We zouden al die zorgen en plannen voor de toekomst beter verleggen naar vandaag, naar dit moment, het hier en nu. En niet naar al die gecreëerde behoeftes.’
Het is voor jongeren meer dan ooit een opdracht om onze diepere behoeftes op een authentieke manier in te vullen, vindt Ponnet. ‘Maar we krijgen zo veel prikkels dat we er vaak niet aan toekomen. Het is dan ook zaak om je deels af te sluiten van alle prikkels en in plaats daarvan verbinding te zoeken met anderen.’
Toch is het niet allemaal kommer en kwel, nuanceert Ponnet. ‘Ik zie veel jongeren die bewust bedenkingen maken over hun leven en op zoek gaan naar andere manieren. Ze zien het niet meer zitten om in de voetstappen te treden van de vorige generatie die zich te pletter werkte en enorme villa’s bouwde. Je kunt dat ook zien als een positieve tendens, in plaats van te klagen dat jongeren vandaag te kwetsbaar en verwend zijn en niets meer kunnen. Wellicht zijn ze er zich vroeger van bewust dat ze van het leven zoals het nu is niet gelukkiger worden.’
Maar ook heel wat ouderen worstelen en zijn opnieuw zoekende naar betekenis in hun leven. In de VS duiken steeds meer postcareer -programma’s op voor mensen, meestal vijftigers en zestigers, die zich terugtrekken uit het beroepsleven en proberen uit te zoeken wat ze met de rest van hun leven willen doen. ‘In ons land bestaan dergelijke initiatieven voor zover ik weet niet’, zegt loopbaancoach Mileen Delaere. Wel krijgt ze veel vijftigplussers over de vloer die zich niet meer thuis voelen in de huidige bedrijfscultuur. ‘Je ziet dat vooral in het bankwezen. Door de digitalisering is het nauwelijks nog nodig om in het bankkantoor aanwezig te zijn. Het menselijke contact dat de werknemers zo belangrijk vonden, is zo goed als verdwenen, waardoor ze zich afvragen waarom ze het eigenlijk nog doen.’
Anderen komen tot nieuwe inzichten doordat ze wegens fysieke beperkingen de rem op hun werktempo moeten zetten. ‘Ik had vandaag een verwarmingsmonteur over de vloer’, vertelt Delaere. ‘Hij is eind 50 en heeft zichzelf eindelijk teruggevonden, zegt hij. De man beseft dat hij zijn hele leven heeft gewerkt ten koste van zijn gezin en dat hij fysiek niet meer dezelfde is als vroeger. Wat wil ik nu eigenlijk nog, vraagt hij zich af. Maar net door die vraag te stellen en bewuste keuzes te maken, heeft hij zijn vrijheid teruggevonden. Hij heeft leren doseren en meer balans gevonden tussen werk en privé.’
Radicale beslissing
Delaere komt ook heel wat mensen tegen die ziek worden en pas dan zichzelf tegenkomen. ‘Ze beseffen dat ze zich te veel hebben laten leven door hun omgeving of vanwege financiële redenen en stellen zich letterlijk de vraag: Wat wil ík nu eigenlijk? Alleen die vraagstelling betekent vaak al een enorme bevrijding. Ik denk dat de les is dat we ons te veel aanpassen aan de dwangmatigheden van het leven, waardoor we niet meer voelen wat echt bij ons past. Als mensen uiteindelijk breken met hun oude bestaan – dikwijls niet alleen met hun werk, maar ook met negatieve vriendschappen of een slechte relatie – en luisteren naar hun eigen lichaam en geest, voelen ze zich vaak herboren.’
Ook Nele Leys (50) had het op zeker moment gehad met haar werk. Op haar veertigste nam ze de radicale beslissing om het roer om te gooien. ‘Ik werkte bij een bank maar de laatste jaren veranderde mijn job enorm. Vroeger haalde ik plezier uit het dagelijks contact met de klanten en gaf ik financieel advies via lange persoonlijke gesprekken.’
Maar de bedrijfscultuur in het bankwezen evolueerde in een richting waar ze totaal geen affiniteit mee had. Het ging steeds meer over pure verkoop. ‘Ik had het gevoel dat ik mensen dingen opdrong die ze helemaal niet nodig hadden. Dat voelde zo onnatuurlijk dat ik steeds vaker met tegenzin naar het werk ging. Elke zondagavond klaagde ik dat ik weer naar de bank moest. Tot mijn man zei: ‘Je moet nog 25 jaar werken. Ga je nu voor de rest van je leven iedere zondagavond met tegenzin aan je werkweek beginnen?’ Dat zette me aan het denken. Wat wilde ik dan wel?’
Ze had altijd een voorliefde gehad voor kaas en toen de lokale kaaswinkel ermee stopte, kwam het eurekamoment. ‘Er stond een prachtig pand te koop, ik was er meteen verliefd op. Ook besefte ik dat ik op mijn veertigste geen tien jaar meer moest wachten. Dus hebben we de sprong gewaagd en zijn we Mi KaaZa begonnen, onze eigen kaaswinkel.’
Tien jaar later staat ze nog altijd honderd procent achter haar beslissing. ‘De kaaswinkel is mijn passie. Ik neem voor iedere klant tijd, alleen is het veel minder gedwongen dan vroeger bij de bank. Ik hoef aan niemand rekenschap af te leggen. Die vrijheid is onbetaalbaar.’