Makkelijk is het niet, de rol van plusmoeder in een nieuw samengesteld gezin. Maar wat als je plusdochter je een boze stiefmoeder noemt? En haar papa het laat gebeuren?
Column voor Het Nieuwsblad
Ze had haar onlangs, venijnig lachend, de boze stiefmoeder uit Sneeuwwitje genoemd. En er aan toegevoegd dat het ook die uit Assepoester kon zijn, maar dan zonder dochters. Want ja, kinderen, die had ze niet, kwam er even pinnig achteraan. Hij had wat schaapachtig gelachen. En nadien gezegd dat ze het moest begrijpen. Een puber. Die zeiden maar wat. Waarmee de discussie voor hem afgesloten was. Zij voelde de pijn opnieuw, nu ze het vertelde. Hoe emotioneel uitgekleed ze zich had gevoeld door die kille blauwe 14-jarige ogen waarin ze altijd alleen maar afwijzing, spot, boosheid zag. Ogen die perfect leken te zien waar haar weke plekken zaten. De niet ingevulde kinderwens. Haar verlangen om in dit nieuw samengesteld gezin om de week een soort van mama te mogen zijn.
Alles had ze er de afgelopen twee jaar aan gedaan. Om diezelfde veertienjarige gelukkig te maken. De geliefkoosde potjes koken. Haar alle me-time gunnen met de papa, die ze inderdaad toch telkens een week moest missen. Haar programma’s op TV. Haar activiteiten. En als er iets afweek van hoe zij het in haar hoofd had. Scènes. Huilen. De echte mama die gebeld werd en haar zeg deed. Waarop hij telkens toegaf, plooide en het ook woordeloos vroeg aan haar. Pas je aan. Doe het voor mij. Voor de vrede.
De laatste tijd werd het erger, maar dat geloofde hij niet. Ze zag spoken, overdreef. Haar lievelingstrui die nergens meer te vinden was. De vetvlek op haar suede laarsjes waarvan ze zeker was dat die er niet door haar was gekomen. Haar sleutels die ze nergens terug vond en dan toch ineens opdoken op een plek waar ze voorheen al gekeken had. En de sardonische blik die haar dan telkens te beurt viel, als hij het uiteraard niet zag. Gelukkig waren er de weken met hem. Zo fijn, telkens weer. Hij was het dekseltje op haar potje. Uren praten konden ze, maar ook zonder woorden verstonden ze elkaar. De eerste keer in haar leven dat het zo was, zo innig, zo passend, zo juist. En net dat joeg haar immens veel angst aan. Kon ze dit volhouden? Van hemel naar hel, week na week. En wat ze eventueel kon doen om toch de liefde te winnen, van de ijsprinses.
We hebben het over schuldgevoel. Zijn schuldgevoel omdat hij voor haar koos, voor een nieuw leven, weg uit een dood huwelijk. En hij tot op vandaag gevoelsmatig daarvoor aan het vereffenen is. Door nooit een grens te trekken. Nooit nee te zeggen. En de ijsprinses dit schuldgevoel voedt. Omdat ook kinderen de macht grijpen waar ze voor het rapen ligt. Ze haalt een tekening boven. Omdat ze het als illustratrice soms beter zo kan uitdrukken. Een lange tafel met de ijsprinses aan het hoofd, op een troon, en de papa er naast en zij aan het andere eind. Hoe eenzaam het daar zitten is. En ze naar de stoel verlangt rechtover hem.
Ik suggereer dat je die plaats nooit kan verdienen. Hoe hard je ook je best doet. Dat hij ze haar zal moeten geven. Door haar te bevestigen in haar rol als plusmama de weken dat ze een gezin van drie zijn. Door niet de scheidsrechter te zijn, maar te vaderen, te begrenzen. En haar toe te laten te plusmoederen. En dat maar zal lukken als hij zichzelf vergeeft, zijn keuze ten volle leeft.