WARM AANBEVOLEN >> Tweedaagse voor singles die opnieuw willen uitreiken!
20 februari 2024
WARM AANBEVOLEN! Samen met Kathleen Tobback organiseert collega Catherine een tweedaagse voor singles op 22 en 23 maart in Mechelen. Spread the word!
25 juni 2022 Magazine
Greet (67) en Jan (69) zijn 41 jaar gehuwd en hebben drie volwassen kinderen. Hun huwelijk heeft de nodige ups en downs gekend, maar de laatste jaren hadden beiden het gevoel rust gevonden te hebben. Tot een paar maanden geleden een van hun kleinkinderen omkomt in een dramatisch ongeval. Sindsdien heeft Greet het bijzonder moeilijk met de houding van Jan. Er komt opnieuw veel oude pijn naar boven.
Column voor Libelle
Ik leerde Jan kennen via de scouts. We waren elkaars jeugdliefde, verloren elkaar ook wel eens periodes uit het oog, maar kwamen uiteindelijk altijd weer samen. We trouwden, samen met twee andere koppels uit dezelfde scoutsgroep, een heel mooie ervaring was dat. Tot op vandaag zijn we nog allemaal samen én vrienden. Het is bij elk van ons niet van een leien dakje gelopen. Ik heb gezondheidsproblemen gehad, er was een miskraam, Jan heeft een periode een andere vrouw gekend, een van onze kinderen puberde verschrikkelijk, maar uiteindelijk vonden we wel rust en was ik ervan overtuigd dat we goed zaten voor de resterende jaren. Vandaag twijfel ik echter, voel ik opnieuw de pijn die ik voorheen in ons huwelijk ervoer. Vooral de pijn toen ik ons eerste kindje verloor is opnieuw prominent aanwezig. Dat hangt uiteraard samen met het overlijden van ons Pientje, ons eerste kleinkind. Ze werd zes maanden geleden aangereden door een auto en overleed nadien in het ziekenhuis. Jan was op dat moment samen met onze dochter op wandel, ze hoorden het gebeuren. Afgelopen week zou ze drie geworden zijn. Ik ben er kapot van, vind geen manier om hiermee goed om te gaan. En wat meer is, ik weet niet hoe ik Sara, onze dochter, daarin moet ondersteunen. Ze laat niemand toe, sluit zich af van alles en iedereen. Ik herken ook hoe zij daar als koppel mee omgaan. Hij die vooral weg vlucht, in werken en het regelen van alles en nog wat, en ook in het proces tegen de chauffeur die het ongeluk veroorzaakte. Als ik daar ben voel ik hoe koud en afstandelijk hun contact is geworden, terwijl ze er ook moeten zijn voor Noah, hun jongste van twee. Ik kan zelf met deze zorgen alleen bij een vriendin terecht, met Jan kan ik er onmogelijk over spreken. Ik begrijp er niets van. We hebben zelf het verlies van een zwangerschap moeten verwerken, dat kostte ons toen bijna ons huwelijk, maar we hebben het achter ons kunnen laten. Nu blijkt dat hij er niets uit geleerd heeft. Ik ervaar hem als koud en gevoelloos, alleen maar bezig met praktische dingen, emotioneel volledig afgesloten. Hij duwt me ook weg, telkens ik erover wil praten. Fysiek laat hij me evenmin toe. Hij wil dat ik hem met rust laat, hij zegt dat hij het op zijn manier doet en praten niet helpt. Daar kan ik in komen, maar we zijn uiteindelijk wel een koppel en het is ook als koppel dat we hier doorheen moeten. Ik begrijp hem ook niet. Het lijkt wel alsof hij niet voelt, niets wil voelen. En ik vraag me dan altijd af. Wat voelt hij dan voor mij, als hij ook dit gevoel niet toelaat. Leef ik dan al zo lang samen met iemand die als het op gevoelens aankomt, compleet niets ervaart. Verschrikkelijke gedachte is het, die me echter niet loslaat.
Ik ben 41 jaar met Greet getrouwd, we zijn al veel langer samen. Het lijkt wel alsof Greet er altijd geweest is en ook altijd zal zijn. Ik kan me dan ook niet voorstellen dat dit ooit zou eindigen, er een dag zonder haar zou zijn, al zeker niet gewenst of gewild. Ik heb altijd voor ‘ons’ gekozen, het is een waarde die ik hoog in het vaandel draag. Je kiest voor iemand in de goede en kwade dagen, maar ook, je probeert iemand te aanvaarden zoals zij of hij is. Dat is voor Greet een moeilijke. Telkens ik iets anders zie, ervaar of denk, vindt ze dat moeilijk, probeert ze mij te overtuigen van haar gelijk en me ook zo ver te krijgen dat ik het doe, zie of ervaar zoals zij. Zo werkt het natuurlijk niet. Maar ik heb dat altijd aanvaard, en geleerd door de jaren heen van het te nemen zoals het komt, het te laten passeren. Beetje horen zien en zwijgen zeker, voor de vrede. Ons huwelijk heb ik nooit in vraag gesteld. Vandaag uit Greet dat evenwel regelmatig, dat ze ons hele leven in vraag stelt, alles wat wij hebben. Ik herken haar bijna niet, de wijze waarop ze omgaat met wat wij nu als familie meemaken. Ik kan naar mijn gevoel niets goed meer doen. Alles wat ik zeg of vraag, lijkt haar te irriteren, ik lijk haar te irriteren. Ze zegt dat het komt door de wijze waarop ik omga met het overlijden van ons Pientje, maar dat legde ik al uit. Ik ween misschien niet, maar uiteraard raakt mij dat ook, alleen denk ik dat het niet veel zin heeft om daar eindeloos te blijven inhangen. Greet blijft altijd opnieuw alles herhalen wat zich die dag heeft afgespeeld, dat ons Sara dit nooit te boven zal komen, het beheerst elk gesprek, het is het enige waarover het nog mag of kan gaan. Ik kan op die manier niet leven. Want uiteindelijk is dat nog altijd wat wij verder moeten doen, leven. Het enige wat zij bij wijze van spreken nog wil doen is in de zetel liggen, onder een fleecedekentje met haar dikke sokken aan en een voorraad zakdoeken en vooral mij verwijten dat ik ook niet daar lig. Kijk, het is nooit mijn manier geweest van met moeilijke dingen om te gaan. Ik probeer van elke moeilijke situatie het beste te maken, niet te blijven hangen in wat was en niet meer te veranderen is. Ik heb het ook moeilijk met al dat wenen. Het komt natuurlijk zoals het komt, ik weet dat ook wel, maar ik heb niet het gevoel dat Sara er bijzonder veel aan heeft dat wij de hele tijd zitten te wenen. En Pientje ook niet. Hard gezegd, maar ze komt er niet mee terug. Ik vind dat verschrikkelijk. We hebben samen zoveel tegenslagen overwonnen, en nu zou dit ons de das omdoen. Ik snap ook niet zo goed wat wij hier komen doen. Ik zet mee deze stap om aan Greet te tonen dat ik echt wel geëngageerd ben, er voor haar wil zijn. Ergens vind ik de manier niet om het haar duidelijk te maken en hopelijk kan het dan wel via deze weg.
Greet en Jan gaan met het verlies van Pientje op een totaal andere manier om. We komen in onze gesprekken ook snel tot die essentie: hoe gaan beiden om met moeilijke dingen in het leven. Greet heeft veel behoefte om over emoties te praten, ze te ventileren. Ze vindt dat rouwen iets is wat je samen moet doen en vooral dat gevoelens er maar zijn, als je ze uit. ‘Hij zegt dat hij het moeilijk heeft, maar ik merk er zo weinig van. Ik heb vaak het gevoel dat ik met mijn verdriet alleen sta.’ ‘Heeft hij wel gevoelens vraag ik me nu af.’ Dat raakt Jan zichtbaar, maar hij trekt zich terug achter een muur van stilzwijgen. Als ik dat opmerk, kijkt hij me verdrietig aan. ‘Zo gaat het altijd bij ons, alsof zij expert is en weet wat ik voel. Ik krijg het ook niet gezegd zoals zij en dus zwijg ik.’ Ik heb het met hen over rouwen. Hoe sommige mensen veel nood hebben aan praten, anderen dat liever voor zichzelf houden. En beide manieren okay zijn. Voor velen ‘doen’, concreet dingen proberen oplossen, helpt. Waarop Greet: ‘Ik begrijp dat, maar je hoopt in je relatie toch dat de andere na al die jaren voelt wat je nodig hebt. Ik vraag me ook af of hieraan iets gedaan kan worden. Het is toch sowieso beter, dat lees je overal, om je gevoelens te uiten. Jan kropt alles op, dat kan toch nooit gezond zijn?’ Waarop Jan naar buiten kijkt en er opnieuw het zwijgen toe doet. In de daaropvolgende sessies lukt het geleidelijk aan om Greet minder aanvallend te laten zijn, o.a. vanuit het inzicht dat het van zijn kant misschien even gerechtvaardigd is om te verwachten dat zij hem laat zijn. We kijken gerichter naar wat er speelt bij elk van hen. Daaruit blijkt bij Greet dat ze in het verleden, ten tijde van het miskraam, zich diep eenzaam en in de steek gelaten heeft gevoeld en ze nu opnieuw dat gevoel heeft, bij het overlijden van Pien. ‘Alsof ik helemaal alleen dat verdriet ervaar. Ik voel me dan zo klein, kwetsbaar.’ Omdat Greet niet langer aanvallend is, lukt het eveneens om Jan meer aan bod te laten komen. ‘Als ik Greet zie wenen, voel ik me machteloos en onbeholpen, alsof ik verantwoordelijk ben voor haar tranen. Dat maakt me onrustig, gestresst. Ik voel dan zelf niets meer, alleen de behoefte om te werken, dingen op te lossen, dat brengt rust. Ik heb toen heel veel werk verzet in ons huis, de tuin, mijn manier om daarmee om te gaan.’ Als ik suggereer dat het juridisch proces waarin hij zich nu vastbijt ook vanuit datzelfde gevoel is, bevestigt hij dat. ‘Weet je, ik voel me zo machteloos bij wat gebeurd is. De vraag, had ik het kunnen voorkomen. Ik weet dat het zo niet is, maar op deze manier hoop ik toch nog iets voor Pien te kunnen doen.’ Terwijl Jan dit zegt, begint Greet hartstochtelijk te huilen. Hij legt zijn hand op haar been. Ik geef aan, we kunnen hier gewoon wat bij blijven, we hoeven niets te doen, niets te zeggen. Zo zitten we een tijdje samen, terwijl het buiten regent. Een paar dagen later laten ze me weten dat ze verder kunnen, elk op hun manier, samen.