WARM AANBEVOLEN >> Tweedaagse voor singles die opnieuw willen uitreiken!
20 februari 2024
WARM AANBEVOLEN! Samen met Kathleen Tobback organiseert collega Catherine een tweedaagse voor singles op 22 en 23 maart in Mechelen. Spread the word!
10 april 2020 Dagblad
Nu we thuis moeten blijven, zijn datingapps de enige manier om nieuwe mensen te ontmoeten. Maar het coronavirus dwingt ons om ook op Tinder te onthaasten. Kunnen urenlange videochats en virtuele kussen een nieuwe manier van daten inleiden?
De Morgen - Tekst: Jana Antonissen
“Weet je wie echt gaat afzien van social distancing? Mannen op datingapps”, zo start een van mijn lievelingsmemes uit het ondertussen eindeloze arsenaal aan quarantainegrappen op sociale media.
“Welkom terug bij hofmakerij, welkom terug bij wekenlang corresponderen alvorens af te spreken. Jane Austen: ik ben er klaar voor. Welaan dan, makker, schrijf me een gedicht.”
Datingapps als Tinder, Bumble, Happn of Hinge staan bekend om hun snelle consumptie van contacten: naar rechts swipen, een paar berichtjes heen en weer, dezelfde avond of iets later die week nog afspreken, al dan niet met elkaar naar bed, en op naar de volgende.
Valt er op die apps nog iets te beleven nu een zeer besmettelijk virus lelijk huishoudt en fysieke ontmoetingen ‘buiten het kerngezin’ door de overheid aan banden zijn gelegd?
Veel gebruikers schijnen zich voorlopig nog niet veel aan te trekken van de lockdown waarin de hele wereld zich – zij het in verschillende variaties – bevindt. Als er al naar de pandemie wordt verwezen op Tinder-profielen, dan eerder spottend. Onderschriften als ‘If corona does not take you out, can I?’, vermeldingen van grote voorraden wc-papier en zelfs foto’s van thermometers die een veilige lichaamstemperatuur aangeven reduceren het virus vooral tot een grappige gespreksopener.
“Ik wil je echt zien… Drankje bij jou thuis?”, stuurt ene Bas, 33.
“Te gevaarlijk”, antwoord ik. “Ik weet niet wie jij nog allemaal hebt gezien de voorbije dagen.”
“Ik zit al twee weken thuis, schat. Ik zal je heus niet besmetten”, probeert hij nog.
Een koppel dat op zoek is naar een extra meisje “om plezier mee te maken”, denkt mijn bedenkingen van tafel te kunnen vegen met de mededeling dat ze drie zelfgemaakte mondmaskers in huis hebben.
Anderen hebben minder geduld wanneer ik hen vriendelijk herinner aan het concept van social distancing.
“Wat is er mis met jullie? Ben jij serieus bang voor die shit?”, komt ene Adam, 24, venijnig uit de hoek alvorens me te unmatchen.
Voor dit type mensen bestaat overigens al een etiket: de pandemic fuckboy, ook weleens de Covidiot genoemd.
Gelukkig worden datingplatforms niet alleen door Covid-19-ontkenners bevolkt. “Hoe verloopt jouw quarantaine?”, is de, weliswaar weinig originele, openingszin waarmee realisten met verantwoordelijkheidszin zich melden. Helaas ziet het merendeel van deze categorie in de pandemie ook een excuus om me te spammen met onbenulligheden.
“Hallo daar, wat at jij vanochtend als ontbijt?”, vat Christophe, 29, zijn epistel aan. Vriendelijk, alleen kan ik me amper voorstellen dat het iemand echt interesseert wat een Tinder-match ’s morgens in haar of zijn mond stopt – pandemie of niet.
“Ik profiteer van de vrijgekomen tijd om wat doordachter te leven”, vervolgt Christophe. Zonder dat ik hem daarom vraag, bezorgt hij me een gedetailleerd verslag van zijn activiteiten: ‘amandelen kraken, brooddeeg kneden, vinyls beluisteren, gitaar spelen, contacten in binnen- en buitenland onderhouden over een goed glas natuurwijn, opruimen, nadenken, bezinnen’.
Ik zou hem mijn dagschema kunnen terugsturen: het internet doorspitten op nieuwsberichten en memes die ik nog niet gezien heb, vervaarlijk dicht tegen mijn deadline aanschurken, mijn vingers lam typen om alsnog mijn artikel tijdig af te krijgen, verder het internet doorscrollen, te laat gaan slapen, en weer van vooraf aan beginnen. In plaats daarvan negeer ik zijn goedbedoelde vragen, en swipe verder.
Misschien ben ik te kritisch. In pandemische tijden gelden namelijk andere selectiecriteria, gelooft Elisabeth Timmermans. Timmermans, als communicatiewetenschapper verbonden aan de Erasmusuniversiteit Rotterdam, is auteur van Liefde in tijden van Tinder. Samen met internationale collega’s onderzoekt ze momenteel de impact van langdurig sociaal isolement op relaties en dating.
“Het grote voordeel van apps als Tinder was dat ze de kloof tussen online- en offlinedaten verkleinden. In tegenstelling tot traditionelere onlinedatingplatforms leer je via apps mensen kennen die bij je in de buurt wonen, waardoor je makkelijk snel kunt afspreken. Dat voordeel is verdwenen, nu afspreken niet meer gaat.
“Gebruikers van datingapps hadden weleens de neiging online kieskeuriger te zijn dan in het echte leven. Door de grote pool aan beschikbare singles schreven ze anderen soms op basis van banaliteiten af. Maar nu we allemaal in hetzelfde schuitje zitten, kan ik me inbeelden dat zelfs louter chatten met anderen die ook alleen thuis zitten veel singles soelaas biedt.”
Voor veel millennials die, zoals ik, niet het huisje-boompje-beestjepad bewandelen, is het huidige contactverbod erg confronterend: plots wordt duidelijk hoezeer we onze identiteit ontlenen aan sociale contacten. Wie zijn we nog wanneer dat allemaal wegvalt?
Maar volgens relatie-experte Rika Ponnet van bemiddelingsbureau Duet gaan dezer dagen niet alleen singles van mijn generatie lustig online op zoek naar potentiële partners, dan wel tijdelijke verstrooiing.
“We dachten dat het aantal aanmeldingen zou stilvallen door de coronacrisis, maar het tegendeel blijkt waar. Sowieso adviseren wij om aan slowdating te doen, maar nu verloopt alles nog langzamer. Toch houdt het onze klanten duidelijk niet tegen dat de eerste gesprekken nu noodgedwongen via Google Hangout of Skype verlopen.
Videogesprekken compenseren weliswaar slechts gedeeltelijk, maar er is een enorme nood aan menselijke verbinding. De angst om niet geconnecteerd te zijn met anderen is enorm, verslaafd als we allemaal zijn aan communicatie en aandacht. Wij hebben het zeer moeilijk om echt alleen te zijn.”
Hoe meer quarantainedagen verstrijken, hoe duidelijker dat wordt. Een Bumble-match vraagt me of ik een opsluiting met een onbekende zou overwegen, “bij wijze van sociaal experiment”. Een Spaans meisje dat begin dit jaar naar België verhuisde voor haar werk vertelt me op Tinder dat ze al twee weken niemand meer in het echt gezien of gesproken heeft. De weinige vrienden die ze al in ons land gemaakt had, hebben allemaal de stad verlaten.
“De eerste dagen kon ik mijn angstaanvallen amper bedwingen. Nu begin ik aan de situatie te wennen”, schrijft ze.
Ponnet: “Wie vandaag single is, wordt keihard geconfronteerd met wat dat écht betekent. Je kunt normaal nog zo’n druk sociaal leven hebben, nu die activiteiten allemaal wegvallen, gaapt voor velen ineens het grote zwarte gat. Maar uiteindelijk ben je zélf dat grote zwarte gat.
“Want wie bang is voor zijn eigen vier muren, vindt het vooral moeilijk zich rustig op zichzelf terug te plooien. Dit zal voor velen een moment zijn om eens uitgebreid stil te staan bij de waarde van intieme relaties, of het gebrek eraan.
“Pas op, dat geldt niet alleen voor singles: ook koppels moeten nu onder ogen zien dat er geen vluchtroutes meer zijn. Alleen in quarantaine is nog altijd beter dan in een stroef lopende relatie opgesloten te zitten.”
Onthaasten is in tijden van verplicht thuisblijven onvermijdelijk, ook op datingvlak. Maar daarom hoeven deze apps hun waarde niet te verliezen. Social distancing zou wel eens een uitgelezen kans kunnen zijn om ze op een gezondere manier te gebruiken.
“Bij Tinder en co. primeert beeld op inhoud”, zegt Ponnet. “Maar verliefdheid en langdurige relaties komen pas tot stand wanneer je iemand beter leert kennen, en dat vergt tijd. Het snelle consumeren van contacten liet veel mensen uiteindelijk achter met een leeg gevoel.
“Nu dat niet meer kan, worden we uitgedaagd onszelf beter toe te lichten, een aantal dingen duidelijker uit te spreken. We moeten het talige aspect van daten herontdekken, want emoticons hebben ook maar een beperkte draagwijdte. Nu een fysieke verbinding geen optie is, worden we gedwongen inhoudelijk meer de diepte in te gaan. Dat geldt overigens niet alleen voor nieuwe contacten, maar ook voor het onderhouden van bestaande relaties.”
Na een hele tijd swipen en een vermoeiend aantal weinig inspirerende gesprekken, heb ik uiteindelijk twee jonge mannen en een vrouw gevonden die ook in niet-pandemische tijden mijn interesse zouden wekken.
Sonny* is maar liefst vijf jaar jonger dan ik – wanneer de apocalyps nadert, is enige gulheid geboden – maar zijn schrijfstijl bevalt me. Na één avond uitgebreid chatten over opera, gezichtsbeharing en antistoffen spreken we af elkaar enkele dagen later op te bellen. Ik had een videocall voorgesteld, maar hij verkiest een ouderwets telefoontje. Hij geeft toe dat hij het ietwat eng vindt om meteen bewegend beeld te worden op het scherm van een onbekende. Aan de telefoon kan hij zich beter op het gesprek concentreren. Bovendien houdt hij van stemmen, zegt hij.
Het Antwerpse accent dat zich anderhalf uur lang in mijn oor nestelt, strookt op een of andere manier niet met de weloverwogen volzinnen uit Sonny’s berichten. Zelf vindt hij dat ik “erg professioneel” klink.
Desondanks valt ons gesprek nooit stil, zodat ik op een bepaald moment zelfs vergeet dat ik al meer dan een uur met een onbekende aan de lijn hang. Zolang telefoneer ik normaal gezien alleen met heel goede vrienden, of geliefden.
Enkel op basis van foto’s en een stemgeluid een beeld van iemand vormen is bevreemdend – beweging blijkt toch essentieel.
Dan is de Skype-date met Sarah*, 27, efficiënter. Zodra de webcam aanspringt, zwaaien we enthousiast naar elkaar terwijl we elk vanuit onze eigen slaapkamer een glas wijn inschenken. Ze haalt regelmatig nonchalant een hand door haar kortgeknipte haar, tussen haar twee voortanden gaapt een spleetje dat tevoorschijn komt telkens als ze lacht. Ze lacht veel. Gelukkig vindt ze ook mijn onhandigheid grappig: na een iets te enthousiast armgebaar druipt de Riesling van tussen mijn toetsenbord.
Al pratend gaan we even voorbij aan de schijnbare uitzichtloosheid van onze situatie en speculeren over wat na de lockdown komt.
“Zodra dit allemaal voorbij is, zal iedereen helemaal losgaan. Toch?”, vraagt Sarah me. De twijfel in haar stem is amper hoorbaar, maar wel degelijk aanwezig. “Gigantische drinkpartijen en overal orgieën”, mijmert ze.
“Ik weet het niet”, antwoord ik, “ik geloof dat het nog wel even duurt voor we weer in groep samenkomen. Ik kan me voorstellen dat we voorzichtiger zullen zijn.”
Iedereen die dezer dagen het nieuws ook maar een beetje volgt, begrijpt dat de coronacrisis wel eens bijzonder lang kan aanslepen. Niet alleen duurt het minstens een jaar vooraleer een vaccin ontwikkeld en veilig ingezet kan worden, er zullen ook variaties op het virus ontstaan. Experts spreken nu al van een tweede en derde golf aan besmettingen. Met andere woorden: we zullen moeten wennen aan langere periodes van social distancing.
Optimisten zien er een unieke kans in: zo spreken sommige trendwatchers en wetenschappers van “een nieuw begin” of zelfs “een gouden tijdperk”, waarin we minder consumeren, en meer verbonden met elkaar leven. De pandemie zou onze samenleving voorgoed veranderen.
Betekent dit dat we ook op lange termijn meer aan slowdating zullen doen, voorzichtiger, en dus langzamer zullen omspringen met nieuwe contacten? Zal corona ons seksueel geremder maken?
Gedragsbioloog Mark Nelissen, emeritus-hoogleraar aan de Universiteit Antwerpen, gelooft van niet, zeker niet op lange termijn. Sowieso is hij eerder realistisch over de blijvende impact die deze crisis op ons gedrag zal uitoefenen.
“Je ziet nu wel dat mensen elkaar meer helpen, maar zodra de crisis voorbij is, wordt die samenhorigheid geleidelijk aan weer ingeruild voor ons gedrag van voor de crisis. Het duurt decennia vooraleer een verschuiving van maatschappelijke normen en waarden zich voltrekt.
“Het is natuurlijk hoopgevend om van een nieuw begin te spreken, maar wel erg rooskleurig. Mensen blijven mensen; enkel invloeden van buitenaf, zoals bijvoorbeeld door de staat opgelegde regels, kunnen ons gedrag veranderen.
“Tijdelijk zullen mensen misschien seksueel geremder zijn en vooral investeren in serieuze, duurzame relaties. Maar na enkele maanden of misschien zelfs al weken keren onenightstands en overspel onvermijdelijk terug. Doordat ons gedrag grotendeels genetisch bepaald is, handelen we in principe al duizenden jaren hetzelfde. Onze genen zorgen ervoor dat we contact willen zoeken met anderen en verschillende partners vinden.”
Mijn derde zorgvuldig geselecteerde match is een lange jongeman met een uitstekende kaaklijn en een schijnbaar eindeloze voorraad gevatte observaties. Na het uitwisselen van vermoeiend veel berichten, foto’s, videofragmenten, liedjes en een zelfgeschreven gedicht (nu is écht het moment om veeleisend te zijn, dames) besluiten we te videobellen.
Victor* blijkt op beeld even vlot en vreemd als in onze correspondentie, dus neem ik zijn voorstel voor een avondwandeling op gepaste afstand van elkaar in overweging. Maar niet voor ik weet wie hij de voorbije twee weken nog gezien heeft, en waar hij geweest is. Zelf heb ik het huis uitsluitend verlaten om te gaan hardlopen. Op mijn familie na ontmoette ik geen levende ziel.
“Ben je van plan om nog met anderen af te spreken?”, vraag ik hem onomwonden, me volledig ervan bewust dat dit in normale tijden totaal ongepast en zelfs ziekelijk jaloers zou zijn. Maar dit zijn geen normale tijden.
Hoewel Victor niet bepaald om de hoek woont, is hij bereid me op te zoeken om samen een uurtje door te brengen in de buitenlucht. Aangezien er op dit moment nog geen regels bestaan over het toegestane aantal kilometers dat je mag afleggen voor lichaamsbeweging, doen we op zich niets verkeerd. Toch voelt het lichtjes illegaal.
Ik vraag mijn date zijn zelfgemaakte mondmasker en handschoenen aan te houden en herinner hem eraan dat ik de buurt bij elkaar zal schreeuwen als hij dichter dan twee meter komt. Extreme omstandigheden vragen om extreme eisen.
Volgens Rika Ponnet is de nood aan verbinding vandaag zo groot dat we bereid zijn er meer inspanningen voor te leveren.
“Nu heel onze samenleving door een gezamenlijke vijand wordt bedreigd, zijn we allemaal even kwetsbaar. Daardoor gaan we elkaar anders benaderen. We zijn emotioneler, zoeken steun bij elkaar. Bovenal vergt contact vanaf een afstand onderhouden een vorm van investering die we een beetje verloren waren; dat moeten we nu opnieuw leren.”
Terug naar die avondwandeling. Ik ontmoet Victor op een straathoek op een steenworp van mijn voordeur. Voor de zekerheid houd ik de sleutels in mijn jaszak toch maar tussen mijn knokkels geklemd. In de loop van onze wandeling door de uitgestorven straten verslapt mijn greep zich; mijn date houdt zich netjes aan de afspraken.
Hij zegt zich onderweg afgevraagd te hebben of de overheid al toegang heeft tot de geolocatie van zijn telefoon. We praten over onze families, de oorverdovende stilte na een schermgesprek, toekomstdromen die door deze crisis op de helling komen te staan.
Wanneer de mogelijkheid van fysieke toenadering volledig geëlimineerd is, blijft enkel de kunst van het converseren over. Wie niet interessant is, valt meteen door de mand. Dit is dating in zijn meest pure vorm.
Als afscheid steken we kort een hand op, alvorens terug te keren naar onze eigen quarantaine-eenheden. We weten niet of en wanneer we elkaar kunnen terugzien.
Ik voel een victoriaans verlangen opborrelen. Het enige dat nog ontbreekt, is een chaperonne die ons streng in de gaten houdt. Ach, wat zeg ik, daar hebben we vandaag toch drones voor?
Voorlopig onderhoud ik nog virtueel contact met zowel Victor als Sonny en Sarah. Vooral in het geval van die laatste twee vraag ik me af wat voor impact weken, indien niet maanden, van digitale communicatie op een uiteindelijke eerste ontmoeting heeft. Maakt het een nieuwe connectie duurzamer, of juist niet?
Elisabeth Timmermans: “Uit onderzoek weten we dat wanneer je te lang met iemand chat het gevaar bestaat dat je een geïdealiseerd beeld ontwikkelt. Online kunnen mensen zich namelijk beter voordoen, bijvoorbeeld door langer na te denken over een gevat antwoord.
“Wanneer je na wekenlang corresponderen in het echt afspreekt, zou je dus wel eens teleurgesteld kunnen zijn. Skypen kan in dat opzicht helpen; het geeft je toch een idee van hoe iemand in een interactie is. Maar het biedt nog altijd geen totaalbeeld.”
Volgens Rika Ponnet waren we sowieso uit het oog verloren dat het geheel veel meer is dan enkel de optelsom van de onderdelen. “Er heerst een erg contraproductieve controledrift in de datingwereld. Mensen verlangen te veel controle over de afloop van elk nieuw contact. Terwijl daten niet alleen om het uiteindelijke resultaat draait. Het gaat ook om wat je er nu en hier aan hebt; hopelijk ontdekken we opnieuw de waarde daarvan.”
Voorlopig vind ik het digitale flirten, inclusief victoriaans smachten vanaf een afstand, best aangenaam, om niet te zeggen: voldoende.
Sonny, Sarah en Victor zijn schuilnamen.