Een pakkend verhaal over een meisje in het roze

14 juli 2022

Soms is niet het bureau van de relatiebemiddelaar de praktijk, maar gebeurt het in het echte leven. Zoals het verhaal van het meisje Roos, dat kwam aanwandelen in de vorm van haar mama, van kop tot teen in het roze gehuld. Relatie-experte Rika Ponnet luistert, en is er intens van aangedaan.

Column voor Het Nieuwsblad

 

Soms is niet het bureau van de relatiebemiddelaar de praktijk, maar gebeurt het in het echte leven. Zoals het verhaal van het meisje Roos, dat kwam aanwandelen in de vorm van haar mama, van kop tot teen in het roze gehuld. Relatie-experte Rika Ponnet luistert, en is er intens van aangedaan.

Door de vensters van de ontbijtruimte schijnt een uitbundige lentezon. Ik geniet, alleen, van vers brood, sterke koffie, een zachtgekookt ei, de anonieme hotelsfeer. Een ochtend op reis in mijn eigen stad. Er zijn weinig gasten, de sfeer is gedempt, rustige klassieke muziek op de achtergrond, mijn roman halfweg. Alles zoals ik het graag heb.

Als niet veel later een visuele overdaad de ontbijtzaal komt binnengewandeld, vloekt dat met al het voorgaande. Niet kijken kan niet. Daar zorgt ruim 1 meter 80 vrouw voor. Ze draagt haar lange, platinablonde haar in dikke krullen, maar het zijn vooral haar kleren en schoenen die met alle aandacht gaan lopen. Een combinatie van roze in alle mogelijke schakeringen, met als meest opvallende stuk: een fuchsia regenjas van glanzend plastic, die wijd uitwaaiert.

Ze gaat aan het tafeltje naast mij zitten. Ik ben geïntrigeerd, overdonderd en ik uit mijn verwondering, bewondering, omdat er lef uit spreekt. Ze is spontaan en direct, zoals Nederlanders dat kunnen zijn, en na een paar zinnen vraagt ze of het stoort. Dat ze bij mij komt zitten.

Net 45 is ze, een Barbie op leeftijd, in haar lach een weemoedige ondertoon. Twee jaar gescheiden, hij met een ander, maar hun dochter van zeven het licht van haar leven, een oogappel. Het kind waarvan ze altijd droomde toen ze zelf een jong meisje was. Ze haalt een kaartje boven, een foto van een meisje: Roos. Gekleed in een wolk van lichtroze tule. De communiejurk die zij maakte. Want roze is hun kleur. “Ik houd van twinning, met ons tweeën een pak uit dezelfde roze stof. Ik maakte ze zelf. En dan gaan stappen. De commentaren, de blikken, heerlijk.” Argeloos draai ik het kaartje om. De tekst. Iets over een sterretje. Een datum. Een kruisje. “Meer mensen vergissen zich als ik de foto toon.” Het is wel degelijk een communiefoto, maar het kaartje is iets wat zij als mama ontwierp, na haar dood.

Ze verhaalt het drama, een week nadat haar Roos in een wolk van roze haar communie had gedaan. Op weg naar huis, de auto van haar vader, een grijze asfaltweg ter hoogte van een banale kledingwinkel. Een aanrijding, hulp die voor geen van beiden kon baten. De begrafenis had zij geregeld, tegen alle regels in. Alleen roze: de kist, de bloemen, de linten aan elke stoel. En het kaartje bijna een kopie van het kaartje dat ze samen hadden gemaakt, voor die communie.

Ze wil geen medelijden, ze voelt het ook niet voor zichzelf. Alleen pijn, een onmetelijk diepe leegte waarmee ze verder moet. Ze is blij met mijn luisterend oor. Het kunnen en mogen vertellen helpt haar het meest. “Zolang het over haar mag gaan, is ze er ook. Roze is mijn manier om dicht bij haar te blijven.” Waarop ze aangeeft dat de basiskleuren het voor haar doen. In de natuur een combinatie van rood en violet. In de schilderdoos van Roos veel rood, liefde, en wit, de onschuld. “Mijn meisje”.

Ze laat me, heeft me al lang genoeg beziggehouden. De krakende, glanzende jas, weg is ze.

Onderweg naar huis, op mijn fiets, schreeuwen alle etalages dat roze dit seizoen het helemaal is. Ik zie laarsjes, over the top en daardoor alweer juist, maar ga niet binnen. In mijn achterhoofd het statement van een vriendin: roze dragen is iets dat je moet verdienen.