WARM AANBEVOLEN >> Tweedaagse voor singles die opnieuw willen uitreiken!
20 februari 2024
WARM AANBEVOLEN! Samen met Kathleen Tobback organiseert collega Catherine een tweedaagse voor singles op 22 en 23 maart in Mechelen. Spread the word!
20 juni 2023 Dagblad
Geen mooiere belofte dan die tussen geliefden: in goede en kwade tijden. Maar wat als de moeilijke dagen aanbreken? Hoe kies je voor elkaar wanneer de liefde even niet vanzelf komt? ‘Het leven is soms worstelen, beseffen dat de ander ook aan het worstelen is en erop vertrouwen: we zullen elkaar wel weer vinden.’
De Standaard - Tekst: Maaike Van Melckebeke
Een van de foto’s die het meeste likes sprokkelde op mijn Instagramprofiel, is een zomers gezinstafereel. We zitten op de zeedijk. Ons jongste zoontje staat recht op mijn schoot, de andere twee kleuters hebben een lolly in hun mond – gekregen van de brasserie waar we net het einde van onze vakantie vierden. Iedereen lacht. Het is een idyllische plaatje, maar het was de start van een moeilijke periode. Thuiskomen met bergen vuile was, de vermoeidheid na een week hittegolf en onderbroken nachten: het deed iets barsten wat al langer onder druk stond. Ik voelde me niet gezien, hij had het gevoel dat hij niets goed kon doen. Meer nog dan de ruzie, herinner ik me hoe eenzaam het voelde. Om op barbecues andere koppels te zien lachen, of nieuw verliefde vrienden op wolkjes te zien lopen. Als iemand onze stemming oppikte, dan gaven we toe dat het lastig was met de kinderen, of dat we worstelden met werk. Maar dat ene, gevoelige zinnetje ‘het gaat even niet zo goed tussen ons’ rolde amper over onze lippen.
In maart, het was nog net geen lente, verscheen in De Morgen een interview met drummer en zangeres Isolde Lasoen. ‘Liefde is ook durven doorbijten’, zei ze. ‘Crisissen durven te overwinnen en besluiten: we gaan samen door deze moeilijke periode, we raken er wel door. Dat is echt wel liefde, vind ik, want wie doet dat nog?’ In mijn hoofd zorgden haar woorden voor het laatste stukje winterdooi. In een wereld waarin een relatie altijd symbiotisch hoort te zijn, of iets waar je moedig van wegwandelt als het niet (meer) zo is, voelde een derde optie zo verfrissend. Wat is een mooier teken van liefde, dan elkaar niet los te laten wanneer het leven doorweegt?
Zijn we het verleerd om te vechten voor elkaar? De afgelopen drie decennia liepen huwelijken in ons land steeds sneller op de klippen. In 2020 toonde die evolutie weliswaar een voorzichtige kentering. ‘Maar dat betekent niet dat relaties stabieler zijn’, nuanceert professor sociale wetenschappen Dimitri Mortelmans. ‘Wel dat we selectiever trouwen.’
In een onderzoek uit 2018 naar samenwonende koppels zag Mortelmans een ‘onzichtbare scheidingsgolf’. Van de samenwonende koppels die niet trouwden, was na 14 jaar nog slechts één derde samen. ‘We hebben de cijfers van de afgelopen jaren nog niet kunnen analyseren, maar ik verwacht een versnelling. Mensen gaan sneller uit elkaar dan vroeger, zoveel is zeker.’
‘Ik hoor het vaak van oudere mensen: jonge mensen geven zo snel op, we verdragen niets meer van elkaar’, zegt relatiebemiddelaar en seksuologe Rika Ponnet. ‘Maar we moeten wel appelen vergelijken met appelen. Relaties hadden 50 jaar geleden een andere definitie, een andere maatschappelijke betekenis. Het huwelijk was een onverbreekbaar contract. Een economisch verhaal ook, waarin de kerkelijke moraliteit sterk doorwoog. Je bleef daarin. Waren het daarom betere relaties? Zeker niet. Je had toen ook overspel, mensen die niet meer samen sliepen, ruzies …’ Nu kijken we heel anders naar relaties. ‘Het romantische, psychologische model overheerst. We gaan een relatie aan met iemand omdat we ons aangetrokken voelen tot die persoon. Wanneer we het dan niet meer voelen, of een periode meemaken van minder intimiteit, ervaren we dat als lijden. Het is een reden om uit elkaar te gaan.’ Het ene is niet beter dan het andere, meent Ponnet. ‘Mensen vechten niet minder voor elkaar. Neem het van mij aan: mensen die scheiden, hebben gevochten. En ja, het ene koppel is beter bestand tegen de strijdperken van het leven dan het andere. Maar dat heeft vaak meer te maken met kwetsuren van het verleden dan met een gebrek aan wilskracht.’
Waarom praten we er niet over?
We vechten dan wel niet minder voor elkaar, maar wie in zo’n woelige periode zit, heeft vaak het gevoel de enige te zijn. ‘In de buitenwereld ligt de nadruk erg op de verliefdheidsfase’, zegt Ponnet. ‘Als je dan samen in de zetel naar een interview kijkt met twee mensen die dolverliefd zijn, dan denk je: we zijn hier de dwazeriken van dienst. Zij zijn gelukkig, terwijl wij aanmodderen. Dat continue adverteren van ideaalbeelden, zo weten we uit onderzoek, maakt dat we kritischer kijken naar onze eigen relaties.’ Kritischer dan nodig, benadrukt de seksuologe. ‘Wanneer je in een langdurige relatie zit, dan zijn er hobbels. Relaties deinen mee op de golven van het leven.’
Het een beetje lastig hebben, hoort bij de liefde, beaamt psychiater Dirk De Wachter. ‘Vroeg of laat botsen alle koppels op problemen of stress.’ Meer zelfs: die problemen en stress zijn vaak gelijkaardig. In tegenstelling tot wat de beroemde openingszin uit Anna Karenina poneert (alle gelukkige gezinnen lijken op elkaar, elk ongelukkig gezin is ongelukkig op zijn eigen manier), zijn onze problemen minder origineel dan we zelf geloven. De Wachter: ‘Ik zie vaak dezelfde thema’s terugkomen. Mensen die het jonge ouderschap onderschatten, koppels die worstelen met hun carrière. En nog een klassieker: de seksuele verleidingen van deze wereld.’
Als iedereen in hetzelfde bootje zit, waarom praten we er dan amper over? Op Instagram blijft het, tussen de eerlijke foto’s van postpartumlijven of van slaaptekort getekende gezichten, zoeken naar verhalen over hoe zo’n baby kan wegen op je seksleven. En zelfs in meest moedige getuigenissen over mentale gezondheid blijft de impact van zo’n ziekte op relaties tussen de regels hangen. Waarom voelt het gemakkelijker om publiek toe te geven dat je soms roept tegen de kinderen dan te zeggen dat je dat doet tegen je lief? ‘Kinderen zijn er, die kun je niet zomaar wegtoveren’, lacht Ponnet. ‘Het klinkt hard, maar daar draait het om: het idee dat een relatie een keuze is. Je kan één keer tegen een vriendin zeggen dat het niet geweldig gaat, misschien twee keer, maar na drie keer zal ze misschien zeggen: als het allemaal zo slecht is, zet er dan een punt achter.’
We geloven meer dan ooit dat alles maakbaar is. Gaat het niet vlot? Lees dit boek! Volg deze tips! Analyseer wat er misgaat! ‘Maar niet alles is maakbaar’, zegt Ponnet. ‘Iedereen brengt zijn verleden mee in een relatie, dat los je niet meteen op. Soms is het gewoon een moeilijke periode die je moet uitzitten, waarin je niet veel anders kan dan mild zijn voor elkaar. Dat wist men vroeger meer dan nu.’
Hoe gaat het de laatste tijd tussen ons?
De wens tot maakbaarheid loslaten, daar begint het mee. Niet elke fase moet fantastisch zijn. Ponnet: ‘Het is soms worstelen, beseffen dat de andere ook aan het worstelen is en erop vertrouwen dat je elkaar achteraf wel zal vinden.’ Tegelijk waarschuwt ze om niet te laten betijen. ‘Alles relativeren en zeggen: we praten niet veel meer, maar het is gewoon een fase, dat is ook niet gezond. Als onze kinderen niet gelukkig zijn op school, of plots ander gedrag tonen, dan gaan we daar toch over praten met onze partner? Het is goed om diezelfde alertheid te houden voor onze relaties.’
Praat met elkaar, bepleit ook De Wachter. ‘Ik kreeg al mensen over de vloer die me vertelden: het gaat al 10 jaar niet goed tussen ons. Dan denk ik toch: oei, dat is lang. Hoe langer je wacht, hoe moeilijker om niet in verwijten te spreken. Een goede relatie gaat in essentie over de vraag: kunnen jullie bij elkaar terecht met de lastigheden van het leven? Als dat niet lukt, dan is er iets aan de hand. Dat beseffen, is al veel. Spreek het uit, in de eerste plaats naar elkaar toe. Niet in een ruzie, maar als jullie beiden rustig zijn. Als de kinderen slapen of bij de grootouders zijn, op een terrasje. Gewoon de woorden: hoe het de laatste tijd is tussen ons, dat is toch niet goed?’’
En wat na die moeilijke woorden? ‘Ik ga niemand aanraden om date-avonden in te voeren of samen dingen te ondernemen’, lacht Ponnet. ‘Dat legt net extra druk. Maar ik geloof wel in het effect van elke dag een klein moment van afstemming te zoeken. Een moment waarop je even niet bezig bent met je eigen frustraties of taken van alledag, maar de focus bij de ander legt.’ Psychologe Barbara Fredrickson bedacht er zelf een term voor: micromomenten van verbinding. ‘We zien liefde in westerse culturen te vaak als iets wat continu en onvoorwaardelijk is, iets wat alleen aan onszelf behoort’, schrijft ze in haar boek Love 2.0. ‘Maar in werkelijkheid zijn het kleine positieve momenten van verbinding die we delen met anderen.’ Zulke momenten zijn dan wel vluchtig of kort, ze hebben een aantoonbaar positief effect op ons geluksgevoel en gezondheid.
‘Zo’n micromoment hoeft niet speciaal te zijn’, benadrukt Ponnet. ‘Even oprecht vragen naar de ander zijn of haar dag. Niet op automatische piloot, maar echt doorvragen. Ah, was het echt een goede dag? Je had vandaag toch dit of dat? Is het gegaan zoals je wou? Zo toon je op een heel eenvoudige manier: ik maak wat ruimte voor jouw verhaal. De ander voelt zich gezien, daar draait het om.’
Nog zo’n eenvoudige gewoonte waarvan wetenschappers weten dat het ons dichter bij elkaar brengt: aanraken. Het hoeft zelfs geen seks te zijn. Ponnet: ‘Elkaar even vastnemen, een zoen geven, de ander zijn of haar hand vastnemen op straat: het is ook een vorm van zien, en een heel krachtige motor voor verbinding.’
Geen ergere eenzaamheid dan de eenzaamheid met twee
Niet elke relatie valt te redden. En een breuk is geen persoonlijk falen. ‘Ruzie of conflict betekent niet dat een relatie gedaan is’, zegt Ponnet. ‘Het toont dat er nog een intense verbinding is. Maar wanneer er sprake is van geweld, zowel psychisch of fysiek, moet er altijd actie worden ondernomen. Zoek hulp of ga uit elkaar.’ Ook zonder geweld kan een situatie onhoudbaar zijn. ‘Soms is de verbinding volledig weg. Wanneer koppels zelfs de kleine momenten van connectie niet meer kunnen opbrengen: ook dat is destructief. Wie ben ik dan om te zeggen dat je in een ijskelder moet blijven leven? Er is geen ergere eenzaamheid dan de eenzaamheid met twee.’
Ook De Wachter raadt patiënten soms aan om elkaar los te laten. ‘Als er geen dialoog van gelijken mogelijk is of er zoveel kwaadheid is dat die nog moeilijk te overbruggen valt.’ Maar, benadrukt hij: ‘We moeten de mindere kanten altijd eerst onder ogen zien, liever dan er van weg te lopen. Door erover te spreken, kan er juist meer verbinding ontstaan. Misschien ook niet. Dan is het wat het is en kun je uit elkaar gaan. Maar het is altijd een goed idee om te praten.’