WARM AANBEVOLEN >> Tweedaagse voor singles die opnieuw willen uitreiken!
20 februari 2024
WARM AANBEVOLEN! Samen met Kathleen Tobback organiseert collega Catherine een tweedaagse voor singles op 22 en 23 maart in Mechelen. Spread the word!
28 oktober 2020 Dagblad
Vrouwen doen nog steeds vaak veel meer in het huishouden dan mannen, ook als ze voltijds werken. Hoe erg is het gesteld met de huishoudkloof? En wat kan u zelf doen om de kloof te dichten? Relatie-expert Rika Ponnet beantwoordde uw vragen.
Live chat voor De Morgen
Mijn ouders hebben mijn oudere broer, mijn jongere zus en mezelf steeds hetzelfde behandeld, opgevoed en ze verwachtten dezelfde bijdragen van ons in huishoudelijke taken. Mijn ouders verdeelden de huishoudelijke taken ook gelijk tussen hen. Toch groeide er (onbewust) een kloof tussen mijn bijdrage en die van mijn broer en zus.
Is dit te wijten aan karaktertrekken (de mensen die de taken gewoon doen omdat ze moeten worden gedaan versus de mensen die er nooit zin in hebben?) Of is de rol van de ‘maatschappij’ dan nog steeds doorslaggevender dan de opvoeding? - Anoniem (vrouw, 30)
Mensen die altijd opnieuw in de gevende rol in relaties terechtkomen, altijd meer geven dan krijgen, zijn over het algemeen wat men noemt ‘pleasers’. Als pleaser wil je heel graag van betekenis zijn voor anderen, wat een mooi gegeven is. Onder het pleasen zit evenwel ook vaak een laag zelfbeeld, de overtuiging dat als je niet geeft, de andere je niet zal waarderen. We geloven er dan op de een of andere manier niet in dat de andere ons graag ziet, zal valideren, gewoon om wie we zijn, dat we eigenlijk altijd moeten bewijzen dat we de liefde, bevestiging, aandacht van de andere ‘waard’ zijn.
Pleasen is een vorm van liegen. We geven, niet echt omdat we willen geven, maar omdat we angstig zijn voor afwijzing. Probeer als stelregel te nemen dat een nee een nee is en een ja een ja. Heel vaak hoor ik dat pleasers zeggen: 'ja, maar' of 'neen, toch'. Bij de 'ja, maar' treedt de pleaser in jou direct in actie, maar steekt het gevoel van zelfbegrenzing de kop op. Ik geef, maar eigenlijk niet van harte. Bij de 'nee, toch', is de begrenzer er eerst, maar gaat de angst voor afwijzing toch met jou aan de haal, en geef je uiteindelijk alsnog toe. In geen van beide gevallen voel je je goed in je geven. Daarin vooral voor jezelf consequenter zijn, dat mechanisme beter zien, kan je helpen om niet te snel taken op je bord te leggen die er eigenlijk niet horen.
Ik zou graag mijn vriendin motiveren om meer te doen in het huishouden. Ze is vooral gefocust op haar werk en kan moeilijk een pauze nemen om bijvoorbeeld de vaat te doen. Ze doet zeker huishoudelijke taken maar meestal moet ik het voortouw nemen. Als ik er een opmerking over maak, kaatst ze vaak de bal terug en is het gesprek snel gedaan. - Anoniem (man, 32)
Ik ben oprecht blij dat er ook een aantal mannen reageren. Zeker binnen jongere stellen zijn er wel wat mannen die zich de vrouw van dienst voelen. Ik denk dat bij jullie het niet zozeer gaat over een strijd rond taken, maar meer over wie het voortouw neemt en de wijze waarop jij je ongenoegen daarover uit.
Opmerkingen maken is een strategie die vaak een omgekeerd effect heeft. Iemand voelt zich dan aangevallen, heeft het gevoel niet goed te kunnen doen. Dat motiveert mensen niet om meer te nemen of hun gedrag te veranderen, integendeel. Het zorgt ervoor dat ze zich extra hard gaan verschansen achter hun muur, hun hakken in het zand zetten.
Probeer vooral te benoemen wat je wel goed vindt, en dat je het fijn zou vinden mocht ze wat vaker dat initiatief nemen, omdat het jou ook zou motiveren om nog meer je best te doen voor het wij-verhaal.
Ik werk als expat en ben acht maanden per jaar niet thuis. Dan hebben mijn vrouw en ik een latrelatie. Zij zorgt thuis voor onze kinderen en combineert dat met een gezinsvriendelijke job: onthaalmoeder. Dat was haar droomjob en die hebben we samen kunnen waarmaken. Als ik thuis ben, doe ik mijn deel van het werk. Ik let er specifiek op, want ik wil een moderne man zijn. Ja, mijn werk is vaak in de tuin, aan de auto of in de verbouwingen. Dat werk laat ze voor me liggen als ik weg ben. Dat is de afspraak.
Ik sta wel op voor de kinderen, doe boodschappen, kook, help met de (af)was etc. Maar slechts vier maanden per jaar. Die andere acht maanden doe ik - heel letterlijk - niets in het huishouden. Wij vinden deze ongewone, genderstereotiepe verdeling fijn. Waarom lijken zoveel deskundigen tegenwoordig te vinden dat dat niet meer mag? Waarom moet de maatschappij ons per se een schuldgevoel aanpraten? - Lucas (man, 31)
Ik denk oprecht niet dat iemand jou/jullie een schuldgevoel aanpraat. Wat werkt voor twee mensen, lijkt me altijd opnieuw oké. Wat jullie verhaal duidelijk aantoont, is dat het niet zozeer gaat over een ‘gelijke’ verdeling in de volle betekenis van het woord, maar over een afspraak die er in onderling respect is gekomen en waarbij elkeen zich gezien voelt.
Het gaat erover dat je als koppel duidelijk voelt dat elkeen op zijn manier zijn bijdrage wil leveren aan het gezinsverhaal, er niet de hele tijd gemakkelijk ‘aangeleund’ wordt. Jullie hebben dat compromis gevonden, het werkt, dan is er ook geen enkel probleem.
Mijn vrouw en ik werken evenveel. We doen dezelfde functie in dezelfde sector. Toch doe ik als man het grootste deel in het dagelijkse huishouden. Ook de zorg van de kinderen komt grotendeels op mijn schouders terecht. Ook wij hebben daar dikwijls discussies over. Dit gaat helemaal tegen de tendens die jullie omschrijven. Ik begin mij al een ‘duts’ te voelen. Of heb je nog ervaringen met dergelijke situaties? - Anoniem (man, 30)
Ook dit is vaak een probleem. Als mannen het grootste deel van het huishouden doen, hebben ze het gevoel ‘belachelijk’ te zijn, een sloef of duts, ruggengraatloos. Ik vind dat oprecht spijtig. Zoals ik eerder aanhaalde: in de zorg voor huishouden en kinderen zit iets bijzonder waardevols. Er spreekt liefde, betrokkenheid en zorgzaamheid uit, aandacht voor jullie ‘wij-verhaal’, inzet… Waarom kunnen we dat niet valideren?
Ook hier gaat het opnieuw over een gebrek aan waardering voor wat je doet, investeert, niet noodzakelijk over het feit dat je die taken opneemt. Die waardering, dat respect vragen, lijkt me wel belangrijk, ook naar je kinderen toe. Dankbaarheid leren uiten lijkt mij een bijzondere belangrijke opvoedingstaak.
Dat - ondanks het feit dat we allebei een fulltime job hebben - het grootste deel van het huishouden bij mij terechtkomt, vind ik aanvaardbaar, maar ik heb moeite met de vanzelfsprekendheid waarmee de organisatie van het huishouden bij mij wordt gelegd. Als ik iets vraag, gebeurt het wel, maar het wordt nooit spontaan gedaan. Hoe kunnen we hier meer evenwicht in vinden? - Lies (vrouw, 39)
Zoals ik al zei: niet de concrete verdeling, wel de gevoelde waardering, het respect is belangrijk. Zwijgend alles doen en blijven doen, het brandt je volledig op en legt een bom onder veel huwelijken.
Durf uiting te geven aan wat je niet leuk vindt, aan wat te veel is, aan de waardering die je mist. En dat spontane: pijnlijk, maar dit zal maar komen als er regelmatig iets niet spontaan is gebeurd, maar daar wel waardering voor werd geuit. Vraag je iets en wordt het gedaan, bevestig dit dan ook op een constructieve manier.
Dit is geen vraag, eerder een vaststelling. Ik ben vorig jaar gescheiden, heb vier kinderen en heb steeds in een leidinggevende functie gewerkt. De week dat de kinderen bij mij verblijven, is best wel zwaar en dan beperk ik mijn werkuren (ik werk 9/10den). De week zonder kinderen kan ik hard doorwerken, ook 's avonds, ongegeneerd een opleiding volgen, mijn eigen ambities realiseren.
Ik heb mezelf teruggevonden. Omdat de gezins-‘last’ (maar ik vind dit een afschuwelijk woord) nu echt wel 50-50 verdeeld is, ondanks een scheiding die uiteraard zeer pijnlijk is en blijft, in de eerste plaats voor de kinderen. Het is cynisch, maar de scheiding biedt tegelijk ook ademruimte. - Anoniem (vrouw, 46)
Dit is een heel herkenbaar verhaal. Jij krijgt door de gelijke verdeling van huishouden/ouderschap/werk het gevoel dat er een beter evenwicht is. En het gekke is dat ik van de kant van veel mannen na een scheiding iets gelijkaardigs hoor. Niet dat ze blij zijn met de klussen die er bij gekomen zijn, wel dat ze dankbaar zijn voor de veel nauwere band die ze zo ontwikkeld hebben voor hun kinderen, ook het gevoel dat zelfzorg, je plan trekken, je een soort van autonomiegevoel geven dat ze voorheen niet kenden.
Het zegt ook iets over de essentie van dit verhaal: tot op vandaag slagen we er niet in om mannen ten volle die taken te doen opnemen. Mannen verzetten zich. Dat heeft te maken met het feit dat je mensen niet motiveert door dingen voor te stellen als een saaie klus zonder meer. De winst van zelfzorg, zorg voor anderen is nochtans immens. Primaire zorg in een gezin, voor kinderen, versterkt je band, zet je dichter bij het leven, maakt je bewuster en zorgt er vaak ook voor dat je beter voor jezelf zorgt.
Het huishouden doen, je inzetten voor je gezin, het zorgt voor een veel groter gevoel van betrokkenheid, erbij horen, verbondenheid… Dingen die mannen tot op vandaag vaak missen in hun thuiscontext.