Waarom maken we altijd die 'belachelijke' ruzies?

04 mei 2021

Het zijn details. Vaak te belachelijk voor woorden. En toch gaan we er telkens weer voor met elkaar in de clinch. Vanwaar komen die schijnbaar banale ruzies?

Column voor Het Nieuwsblad

Ze was helemaal ontploft die week, door zijn opmerking over de te grof gesneden prei. De soep wordt toch gemixt, had ze geantwoord. Hij vindt dat het altijd op zijn best moet, in fijne stukjes, zoals je ze stooft. Geen betere oefening in snijvaardigheid, dat weet ze ondertussen toch.

Zo ook voor de wortelen de week ervoor die ze te royaal schilde. De puree waarin geen ei thuishoort. De manier waarop ze het pakje speculoos had opengemaakt. En misschien had hij wel gelijk. Maar dat toontje. Bij de prei was ze uitgevlogen. Wat een irritant, vinger zwaaiend meestertje ze hem vond. Waarop hij kwaad weg liep. Als ik niets mag zeggen, doe het dan allemaal zelf, had hij geroepen. Er werd die avond in een beladen stilte gegeten, even zwijgzaam naar bed gegaan.

Wat zij zo moeilijk vindt, de afstand, zijn volgehouden ‘muren’ en norsheid. Ze maakt het goed, aait woordeloos zijn billen, vrijt, maar het voelt aan als sorry zeggen voor een schuld in zijn hoofd. Hoe ze hier toch altijd in vastlopen, een steekvlam die er zomaar ineens is. En dat die ruzies bij haar iets kapot maken, het gevoel voor hem altijd weer fragieler wordt, ze schrik heeft dat het ooit over is. Hij vloekt. Of ze nu echt bij mij komen om het over wortelen en prei te hebben. Zo belachelijk. Ik zie haar krimpen en innerlijk terug deinzen en begin toch opnieuw over die snijplank. Dat rationeel er voor beide standpunten iets te zeggen valt. Soep kan grove stukken verdragen. Maar ook, oefening baart kunst. En groenten efficiënt fijn snijden valt daar onder. Die opmerking irriteert hem zichtbaar. Als iedereen altijd een beetje gelijk krijgt, kom je nergens. Dat zag hij zo vaak thuis gebeuren, het sparen van de kool en de geit in de ettelijke escalerende conflicten met zijn broer. En hoe hij dat haatte, zijn ouders die niemand gelijk of ongelijk gaven en daardoor zijn gevoel voor rechtvaardigheid overgevoelig hadden aangescherpt. Hij wil dan ook 1 weg, omdat twee visies tot een onoplosbaar spanningsveld leiden. En het uiteraard dan zijn visie is, want hij heeft gelijk.

Ze krimpt nog meer. Ik geef haar ruimte en tijd om te spreken, door hem luisterend te doen zwijgen. Ze heeft het over hoe kritiek haar blokkeert, ze zo haar best doet, maar hij het niet ziet. Wat ze allemaal deed voor ze die prei sneed, goed deed, maar waarvoor er nooit waardering komt. De zorg voor de kinderen, het gezin, de vele emotionele arbeid, van verjaardagen tot halen en brengen. En wat hij doet, telkens weer een soort van uitgerukte fanfare vereist als waardering. Als ik hem vraag haar woorden te herhalen, lukt dat amper, zo snel steekt het gevoel zich te moeten verdedigen de kop op. We doen er weken over alvorens beiden zien dat aanvallen en verdedigen een manier is van erkenning vragen. En hoe belangrijk het is: het bewust kijken naar wat de andere in jouw leven doet en dat ook te communiceren. Dat onder al die terugkerende discussies altijd weer een diepe behoefte zit. Zie mij. Erken mij. Zie mij graag.