WARM AANBEVOLEN >> Tweedaagse voor singles die opnieuw willen uitreiken!
20 februari 2024
WARM AANBEVOLEN! Samen met Kathleen Tobback organiseert collega Catherine een tweedaagse voor singles op 22 en 23 maart in Mechelen. Spread the word!
30 oktober 2023 Dagblad
Google weet het, aan de unief merkt de professor het bij z’n studenten, en zelfs bij Vlaamse notarissen belandt de kwestie al op tafel. De open relatie zet z’n opmars in de samenleving breder dan ooit voort. “Het is een wandeling over een bergketen, veeleer dan een wandeling in het park.”
Het Nieuwsblad - tekst: Kristof Bohez
Het koppel dat aan de relatietherapeut zegt hoe het na jaren huwelijk samenleeft als broer en zus. Mét respect, maar zonder seks. De vriendin die je vertelt hoe ook haar relatie een nieuwe impuls zou kunnen gebruiken. Herkenbaar? De jongste tijd is er een toverwoord dat een almaar uitgesprokener antwoord biedt op de traditionele samenleefvorm: de Open Relatie. Of een ‘consensuele non-monogame relatie’, zoals ook professor seksuologie Paul Enzlin (KU Leuven) het noemt. Met respect voor elkaar, doorgaans met seks, maar niet noodzakelijk met enkel elkaar.
“Als klinisch seksuoloog zag ik inderdaad al vaker koppels die het over een open relatie wilden hebben”, zegt Enzlin. En ook bij zijn jongere student-seksuologen aan de universiteit merkt Enzlin een trend. Niet alleen worden er merkelijk meer masterproeven over het thema geschreven, ook in de wandelgangen echoot het. “In wat ik van studenten hoor, valt het me op hoe sommigen relaties en seksualiteit veel vrijblijvender bekijken. Vroeger was het simpel. Je ging naar een fuif, je hoopte dat iemand je bij een bepaald liedje kuste, en daarna kon je eventueel een romantische relatie aanknopen. Als dat mislukte, kon je herbeginnen. Vandaag is de leefwereld van twintigers anders. Nu zijn er dingen als friends with benefits (een vriend met wie je ook seks hebt, red.), booty calls (snelle telefoontjes voor een afspraakje), een hele hook-up-cultuur eigenlijk.”
Wat Enzlin zegt, vertaalt zich ook in sociale media die erop inspelen. Denk aan de datingapp Feeld, waar een van de voorkeuren ‘polyamorie’ heet. Maar het ultieme bewijs dat de trend zich niet tot jongeren beperkt, vinden we bij Fednot. Via de Belgische beroepsvereniging laten enkele notarissen weten dat ze effectief al met de kwestie te maken kregen. Eén Vlaamse notaris ontmoette nog niet zo lang geleden drie geliefden van nog geen vijftig jaar. “De ene ‘centrale’ partner wisselde het samenwonen af met twee verschillende liefdespartners. Die twee wonen dus afwisselend bij de ene”, aldus de notaris. “De kinderen zijn op de hoogte, de drie partners gaan zelfs samen naar familiefeesten. Een door de jaren gegroeide verhouding, leek mij, waarbij geen van de oorspronkelijke twee echtgenoten een waardevol huwelijk wilde afbreken, en de ene partner weer andere dingen vindt bij de nieuwere partner. Hoe die mensen met elkaar praatten en naar elkaar keken: dat was echt chill. Afgunst voelde ik niet.”
Reden voor een bezoek aan de notaris kan in zo’n geval een erfeniskwestie zijn, leren we, of een extra woning die de ene partner met een extra partner wil kopen. “Geen simpele vraag”, klinkt het, omdat je volgens de Belgische wet met slechts één iemand getrouwd of wettelijk samenwonend kan zijn, en er slechts één kan profiteren van het goedkoopste erfbelastingtarief. De geesten mogen dan misschien al gerijpt zijn, de samenleving lijkt nog niet (helemaal) klaar voor de open relatie.
Gegoogeld
Een rondvraag bij seksuologen leert dat de interesse in de open relatie voelbaar is, maar dat er ook een blinde vlek is: er bestaan nog geen cijfers over het aantal landgenoten dat de ‘gesloten relatie’ overboord gooit. Een recent onderzoeksproject door Els Elaut en haar collega’s van de UGent – bij meer dan vijfduizend Vlamingen – laat hooguit zien welke groep vooral positief tegenover non-monogamie staat. Dat blijken, naast de eerder aangehaalde jongeren, vooral mannen tussen 41 en 56 jaar te zijn.
Dat sluit aan op het grote monogamie-onderzoek van onze krant en het magazine Charlie uit 2017, waarbij vaker nog mannen (32 procent) dan vrouwen (25 procent) aangaven al ontrouw te zijn geweest ondanks een vaste relatie.
Het is alvast een indicatie dat meer dan één op de vier Vlamingen opbotst tegen de beperkingen van de klassieke relatie. Zes jaar geleden al zei meer dan één op de drie bevraagden te willen nadenken over een andere relatievorm. En in de afgelopen vijf jaar, weet Google, werd de zoekterm ‘open relatie regels’ drie keer zo populair.
Vooral mannen tussen 41 en 56 jaar staan positief tegenover non-monogamie.
Tegengif voor routine
Vandaag viert de open relatie vooral hoogtij in de groep die destijds nog de holebigemeenschap heette, zegt UGent-onderzoeker Els Elaut. Ook Tine Jacobs, oud-bestuurder bij belangenverdediger Çavaria en zelf lesbisch, ziet in de LGBTQ-community de voortrekkers. “Op de poly-bars die Polyamory Belgium organiseert, komen ook steeds vaker heterokoppels af die geïnteresseerd zijn in een open relatie, al is het soms zo dat maar een van beide partners echt interesse toont.”
Niet ideaal als startpunt, meent ook professor Enzlin. Komen evenwaardige partners in een open relatie zelf aan het woord, dan worden vaak dezelfde voordelen bezongen: het rijkere leven dat je krijgt door anderen én jezelf beter te leren kennen, het tegengif voor de routine. Tegenkantingen zijn er uiteraard ook: de complexiteit, het belang van een goeie agenda en heldere communicatie, de moeite die je ervoor over moet hebben. Tegenkantingen, zo beamen therapeuten Rika Ponnet en Wim Slabbinck, die verdacht vaak klinken als moeilijkheden die je ook aan traditionele relaties kan toeschrijven.
“Mijn seksuele leven speelt zich al acht jaar volledig online af. Aan één zo’n webcamgast heb ik bijna 15.000 euro uitgegeven. In twee jaar en een half”
Langzaamste bepaalt tempo
Rhea Darens (53) is ervaringsdeskundige én relatietherapeute. Exact dertien jaar geleden herdacht ze de relatie met haar man, die ze sinds haar 16de kende. “Ik had een goeie relatie waar niks mis mee was”, vertelt ze. “Alleen: ik werd plots verliefd op een collega. Eerst stelde ik me de vraag: Wil ik dan vreemdgaan? Nee, dacht ik. Ik zou er toch niet van kunnen genieten als ik me schuldig voel. Daaruit volgde een andere vraag: Zit ik dan in een relatie waarin ik m’n man niet eens een vraag durf te stellen? Is het dat wat ik gewild zal hebben als ik 80 ben?” Die bedenking trok Rhea over de streep. “Ik vertelde m’n man hoe het zat. Dat ik eraan dacht om onze relatie open te zetten. Maar dat een nee van zijn kant ook kon. Dat ik dan zelfs een andere job wou zoeken. Scheiden wou ik niet. Ik vroeg m’n man om er een maand over na te denken.”
Na een maand kwam ook Rhea’s man tot het inzicht dat dit bespreekbaar moest zijn. Hun klassieke verhouding van 23 jaar werd zo een open relatie. Dat leidde twee keer tot een crisis. Rhea: “De eerste jaren zijn bij een open relatie het moeilijkst, omdat je beiden moet wennen aan de nieuwe situatie. Je hebt ook geen voorbeelden. De kans dat je moeder je advies kan geven, is nihil. In die verkenningsfase is het belangrijk dat je je tijd neemt, onderling overeenkomt wat je van elkaar wel en niet wil weten, en dat de langzaamste in het proces het tempo bepaalt.”
“Ik werd plots verliefd op een collega. Eerst stelde ik me de vraag: wil ik dan vreemdgaan? Nee, dacht ik. Ik zou er toch niet van kunnen genieten”
“Een valkuil is het meteen benoemen van emoties die sowieso komen. Jij bent zo jaloers of zo angstig, bijvoorbeeld. Het is veel constructiever om je in te leven in de gevoelswereld van je bestaande partner, en dingen te zeggen als: Ik zie wat dit met je doet, ik zou dit omgekeerd net zo voelen. Sowieso is een open relatie gedoe, zeker in het begin. Geen walk in the park, veeleer een wandeling over een bergketen. Er is moed voor nodig om je kwetsbaar op te stellen, maar juist dat zorgt voor de veiligheid, die nodig is voor vrijheid.”
Om haar visie kracht bij te zetten, gaf Rhea Darens begin dit jaar een boek uit: Een open relatie: niet voor watjes. “Uit bezorgdheid voor onze kinderen waren mijn man en ik er aanvankelijk niet open over. Wij merkten dat we non-monogamie nog niet beheersten en wilden niet dat onze onveiligheid hun onveiligheid werd. Kinderen kunnen gestrest raken door ruzies. Sinds kort weten ze het wel – het zijn inmiddels twintigers – en ze zijn blij om onze zorgvuldigheid. De jongere generatie staat ook al veel verder dan wij, en ze is vaak ook veel nuchterder.”
Taboe
Het blijft wel een maatschappelijk taboe, zegt relatietherapeute Rika Ponnet. “Velen durven er niet openlijk over te spreken omdat familieleden meeluisteren of -lezen. Vaak leeft het beeld dat een open relatie louter dient voor de seks.” Logisch, als je weet dat een huwelijksfoto van een traditioneel koppel in veel huiskamers een toppunt van ingekaderd geluk is.
Tot nader order is monogamie met twee nog altijd de relationele norm. Ook al eindigt één op de drie Vlaamse huwelijken sinds 1980 met een echtscheiding.
Om andere koppels te begeleiden die over ‘de bergketen’ willen, runt Rhea Darens een therapiepraktijk in onder meer Antwerpen. Daar ziet ze dat het ook tot onzekerheid en onveiligheid kan leiden. “In de gesprekken in m’n praktijk gaat het zelden over lichamelijkheid buitenshuis – niet iedereen zit ook te wachten om te horen hoe geweldig de seks met een ander is – maar gaat het veel meer over emotionele verbondenheid. Iemand die bij z’n vaste partner te vaak zit te whatsappen met een andere partner, bijvoorbeeld. Daar zit vaak veel meer hartzeer dan bij lichamelijke aangelegenheden. Nee, als buitenstaanders denken dat open relaties louter over meer seks gaan: helaas, er komt veel meer bij kijken. Tegelijkertijd is er bij kernkoppels vaak wel weer méér seks. Ik heb de indruk dat het soms een compensatie is voor een emotionele kink in de kabel.”
Kan therapie je relatie redden? “Ik weet zeker dat bepaalde koppels nog samen zouden zijn als ze op het juiste moment in therapie waren gegaan”
Stilaan maar zeker, zegt Darens, gaat het klassieke relatiemodel op de schop. Al waarschuwt ze voor naïviteit. “Wel alle vrijheid willen in non-monogamie, maar niet de verantwoordelijkheid nemen voor de zorg die erbij komt kijken, leidt tot onveiligheid. Die vertaalt zich in onzekerheid, angst en jaloezie. Het creëren van een veilige setting is de eerste vaardigheid die je onder de knie moet krijgen. De jaloezie is niet het probleem, wel de zwakke hechting tussen de partners. Van meer mensen houden is makkelijk. Voor meer mensen zorgen, dat is de echte uitdaging.”
Het zou fijn zijn, besluit Darens, als de maatschappelijke focus verlegd kan worden. “Van monogame relaties naar duurzame relaties. Is een duurzame relatie uiteindelijk niet wat iedereen het liefst wil?”
“Iemand die bij z’n vaste partner te vaak zit te whatsappen met een andere partner: daar zit vaak veel meer hartzeer dan bij lichamelijke zaken”