WARM AANBEVOLEN >> Tweedaagse voor singles die opnieuw willen uitreiken!
20 februari 2024
WARM AANBEVOLEN! Samen met Kathleen Tobback organiseert collega Catherine een tweedaagse voor singles op 22 en 23 maart in Mechelen. Spread the word!
07 november 2022 Column Dagblad
Haar man had zijn ziekte overwonnen. Maar er was ook veel gesneuveld in de strijd. Hun seksualiteit was verdwenen. Bij haar blijft vooral woede achter. Rika Ponnet over levensdemonen en hoe je die recht in de ogen moet kijken.
Column voor Het Nieuwsblad
Zodra ze zit, begint ze hartstochtelijk te huilen. Tussen de snikken door verontschuldigt ze zich. Dat het niet de bedoeling was, deze dijkbreuk. Ik sus, zet de doos met Kleenex in het zicht. Geef haar alle ruimte. Na een tijdje mindert het snikken. Ze snuit haar neus, zucht diep. Als ze zich nogmaals verontschuldigt, geef ik aan dat het heel oké is. Dat ik ervan uitga dat deze uiting van verdriet kan omdat ze zich hier, op deze stoel, veilig voelt om deze emoties te uiten. Ze knikt, en vult aan. Dat ze zich in de nabijheid van wie ze niet kent, vrij voelt. Vrij van de verantwoordelijkheid om voor de andere, en de relatie te zorgen.
Ze begrijpt niet waar al dat verdriet ineens vandaan komt. Net nu alles goed gaat. Ze vertelt over de afgelopen drie jaar. Het begon bij hem met veelvuldig plassen, een naar zijn gevoel ‘overbodig’ onderzoek. Het slechte nieuws dat als ‘goed’ gebracht werd. Het vroege stadium. Er tijdig bij zijn. Ze lacht even grimmig als ze de woorden uitspreekt. Hoopvol klonk het toen, terecht zo blijkt vandaag. Maar de prijs, daar had toen niemand het over. Er volgde een operatie waarbij ze meer en dieper hadden moeten snijden. Maar de prostaatkanker was wel weg. Ze vindt het nu vreemd, hoe positief ze die tijd was doorgekomen. Dat hij kon sterven, was een gedachte die ze niet toegelaten had. Ze zag maar een weg: genezing, de positieve kant van de cijfers en percentages. Daar belandde hij ook, waardoor alles winst leek te zijn. Overwinning. Leven.
De opluchting was groot, de omgeving blij en hij nam de draad van zijn leven terug op. Alsof er niets gebeurd was. Stappen met vrienden, reizen plannen. Over wat was wou en wil hij niet praten. Het woord spreekt hij nooit uit. Ze erkent het als de manier waarop hij, en zij als koppel altijd met moeilijke dingen zijn omgegaan. Wat niet benoemd wordt, is er niet. Maar net daar loopt ze nu vast. Ze voelt frustratie en irritatie, telkens als ze hem ziet of bezigziet. Emoties die ze sowieso moeilijk en vermoeiend vindt en die ze de laatste tijd almaar vaker weg drinkt. Witte wijn. En ook daarover heeft ze dan een schuldgevoel. Ik suggereer om het toch even te proberen, om naar die boosheid te gaan. Ze knijpt haar handen tot vuisten, haar mond een streep, opnieuw tranen. Waarom ik, wij. Ze vermeldt haar leeftijd, eind de dertig. Dan hoor je zoiets niet mee te maken. Het woord: impotentie. Dat ze sindsdien niet meer intiem zijn geweest. Dat hij het wel wil maar dat zij hem volledig afwijst. Ze weet dat het niet oké is en dat ze het recht niet heeft. Dat hij al zoveel moest doormaken. Ze heeft het over Warre Borgmans, de aanleiding van deze stap. Over verlies, rouw. Niet alleen voor hem, ook voor haar, voegt ze er fel aan toe.
Ze loopt rood aan als ze het heeft over de bemoederende, toedekkende houding die ze her en der ervaart. Dat seks meer is dan penetratie. Dat er zoveel manieren zijn om een vrouw te bevredigen. Dat mensen er uiteindelijk vaak wel een weg in vinden. “En wat als ik die weg niet wil?”, zegt ze met ingehouden woede. “Ik wil leven als ik vrij, niet telkens de dood in de ogen kijken.” Ze ventileert, almaar heftiger. Dat hij op geen enkele manier erkent wat het met haar gedaan heeft. Hoe hij haar leven, hun gezinsleven en hun toekomst ineens helemaal anders deed kleuren. Dat hij er uiteraard niets aan kan doen, maar op zijn minst toch de moed mag hebben om het er samen over te hebben. Dat ze zich zo eenzaam heeft gevoeld, buitengesloten, machteloos. Vooral dat, machteloosheid.
Ze huilt opnieuw, haar schouders zakken, haar vuisten worden handen die nu rustig in haar schoot liggen. Ik bevestig haar in haar gevoel. Het traumatiserende van een levensbedreigende ziekte. Voor de patiënt, voor de omgeving. Het verlies van gezondheid. Het verlies van een seksualiteitsbeleving waarvan ik alleszins de impact op geen enkele manier minimaliseer. Haar gerechtvaardigde woede die naar buiten moet. Wie immers niet vecht tegen deze levensdemonen, uiteindelijk met en tegen zichzelf zal vechten. Dat woede die je verdrinkt slok voor slok een straf is die je jezelf oplegt. Ze zakt in ontspanning, en boekt een sessie samen met hem. Ze wil de weg vinden, zegt ze lichtjes cynisch. Om ooit te landen daar waar Borgmans schijnbaar is: bij het vermogen om het immense verlies te erkennen en uit te spreken en tegelijkertijd vrede te vinden. Of beter: verder te gaan met wat is.