WARM AANBEVOLEN >> Tweedaagse voor singles die opnieuw willen uitreiken!
20 februari 2024
WARM AANBEVOLEN! Samen met Kathleen Tobback organiseert collega Catherine een tweedaagse voor singles op 22 en 23 maart in Mechelen. Spread the word!
14 september 2021 Dagblad
Voor Jill (37) en Robbe (34) ging het al rap van huisje, tuintje, boompje... Ze ontmoetten elkaar in september 2012 op een trouwfeest. Zij als collega van de bruidegom, hij als getuige. Een andere dronken gast had iets te losse handjes, Robbe schoot haar ter hulp. De rest leest als een film. Alleen liet het kindje op zich wachten, en zo ruimde romantiek baan voor seks op commando en teleurstelling na teleurstelling
Nieuwsblad.be - Tekst: Kim Clemens
Ergens waren ze tegenpolen. Hij een ietwat schuchtere ingenieur die doorgaans de ratio laat spreken, zij een hypersociale communicatiewetenschapper met veel buikgevoel. En toch gebeurde er die septemberavond iets. Mocht het écht een film zijn, dan zinderde die eerste blik nog dagenlang na. Dan was er vuurwerk, een strijkorkest en misschien al een eerste kus. In werkelijkheid begon de relatie iets voorzichtiger. Aftastend. Jill was al wel vaker gekwetst geweest. En op haar 29ste ook beducht voor valse vlinders. “We hadden veel gepraat, veel gedanst, maar geen nummers uitgewisseld”, zegt Robbe. “Maar een paar dagen later stuurde ik een mail naar het werkadres van de bruidegom. Er stond een out of office-bericht ingesteld, met daarin Jill haar contactgegevens. Ik heb haar een mail gestuurd, en ze stuurde terug.”
“De berichten werden almaar langer. Hele epistels”, zegt Jill. “En elke keer als ik mijn mailbox opende, was ik zo nieuwsgierig naar wat er nu weer zou staan. Twee weken en twee dagen na die eerste ontmoeting zijn we samen gaan eten. Ik weet nog hoe we de ober drie keer moesten wegsturen toen hij onze bestelling wilde noteren, omdat we te enthousiast aan het babbelen waren om de menukaart te bekijken. En zo ging de bal aan het rollen.”
Dat ze toch lang gewacht heeft om het officieel te maken, zegt Robbe. “Ik werd daar wel wat onzeker van, ja. Het leek of ze misschien iets meer aan ons twijfelde, terwijl ik het al veel langer van de daken wilde schreeuwen. Allez, of op Facebook, zoals dat gaat. Pas op, niet dat ze de relatie traag op gang liet komen. Ik weet nog de eerste keer toen we bij mij in de buurt afspraken. Jill had een rugzak mee met spullen voor het geval ze zou blijven slapen. Dat maakte wel indruk.” (lacht)
“Het was niet dat ik hem verborgen wilde houden, of zo”, zegt Jill. “De mensen die het moesten weten, die wisten dat ik met iemand afsprak. En na twee maanden nam ik hem al mee naar het verjaardagsfeest van mijn grootmoeder, en stelde ik hem voor aan de familie.” Eens die stap dan gezet was, ging het vooruit. “Ik ben drie jaar jonger dan Jill”, zegt Robbe. “Toen we mekaar leerden kennen, had ik nog geen echt lange relaties gehad. Er zat altijd wel ergens iets verkeerd. Maar deze keer kwam dat moment maar niet, dat moment waarop de eerste barsten komen. We gingen al snel samenwonen, zij het wel afwisselend bij haar en bij mij.” Er kwam een aanzoek op vakantie in de Verenigde Staten, een huwelijk dag op dag vier jaar na hun eerste afspraakje en eerste kus.
En dan was het tijd om werk te maken van die o zo grote kinderwens. “We hadden het daar al vroeg in de relatie over gehad”, zegt Jill. “Op huwelijksreis heb ik de laatste strip van mijn pil uitgenomen – het zou stom geweest zijn om mijn regels te hebben in Bora Bora. En daarna zouden we de natuur haar gang laten gaan. Ik had voordien al eens testen laten doen in het ziekenhuis. Mijn oudere zus had een aandoening die kinderen krijgen moeilijker maakt, en ik wilde weten of ik die ook had. Maar alle testen waren goed. Niks stond ons in de weg, zo leek het.”
Maar het duurde en het duurde. Na vier maanden nog geen maandstonden, na vijf maanden ook niet. “We hebben in die periode een paar keer een zwangerschapstest gedaan, want ja, wie weet lag het daaraan. Niet dus. Mijn cyclus lag helemaal plat.” Na een jaar proberen maakten ze dan toch een afspraak bij de gynaecoloog. De eerste tests brengen niets bijzonders aan het licht. “Binnen de zes maanden zijn jullie zwanger”, zo voorspelde de dokter. Er was alleen een klein duwtje nodig. Verschillende keren per maand moest Jill naar het ziekenhuis voor een bloedafname, en als de tijd rijp was, kreeg ze een spuit die de eisprong uitlokt. “Dat was het begin van de periode met de meest romantische mails ooit”, zegt Jill. “Ik kreeg van de gynaecoloog bericht wanneer mijn baarmoederslijmvlies dik genoeg was, en ik moest langsgaan om mijn spuit te krijgen. 48 uur later moesten we dan vrijen. Die mails stuurde ik dan door naar Robbe.”
“Zodat ik wist wanneer ik moest presteren. Eén keer, want anders vermindert de zaadkwaliteit.” Robbe lacht schamper. “Dat was echt geen leuke periode. In het begin wisten we ook niet of het nu precies 48 uur later moest zijn of niet. Als man kun je ook zo weinig doen. Jill moest constant naar het ziekenhuis, moest hormonen nemen, bloed laten prikken, echo’s laten nemen. Ik kon alleen maar een beetje letten op gezonde voeding, en niet te veel alcohol drinken. En klaarstaan als de mail kwam.”
Er gebeurde niets. Geen vage streep op een zwangerschapstest, geen minuscule hormonenpiek die misschien toch ergens op een zweem van ingenesteld eitje kon duiden. Jill: “Ons groot geluk is dat we mekaar geen verwijten maakten. We zaten samen in het bootje. Maar we voelden wel dat er iets mis was. We zijn van ziekenhuis veranderd, en toen hebben we ontdekt dat het jaar seks op commando gewoon nutteloos was. We konden niet zomaar zwanger worden.”
“Mijn zaadcellen bleken te traag”, zegt Robbe. “Iets wat al in het eerste onderzoek een jaar eerder te zien was, maar waar ze nooit rekening mee hadden gehouden. Op die manier was een bevruchting onmogelijk. De nieuwe arts is dan meteen overgeschakeld op ICSI. Met succes. We hadden van de eerste poging zeven bruikbare embryo’s, en de eerste bleef direct plakken. Eindelijk.”
De euforie kwam in korte vlagen. “De eerste test was goed, maar een week later was er een kleine bloeding. Nog een week later dachten ze dat het vruchtzakje leeg was en bij de eerste echo klopte het hartje iets te traag. We hadden het misschien moeten voelen, dat het niet goed zou komen. Maar bij de echo rond negen weken was alles helemaal in orde”, zegt Jill. “Toen zat ik eindelijk op mijn roze wolk. Robbe moest daarna naar Amerika voor zijn werk. Toen ik hem van de luchthaven oppikte, zijn we rechtstreeks naar het ziekenhuis gereden voor de twaalfwekenecho. De dokter was stil. Het hartje klopte niet meer. Ik ben toen ingestort.”
Robbe: “Door mijn jetlag zat ik toen in zombiemodus. Misschien maar goed, want zo kon ik nog kalm naar huis rijden. De baby was op 9,5 weken gestopt met groeien. Jill moest toen met medicijnen een miskraam uitlokken en weeën opwekken. Die nacht. Dat was echt een bloedbad.”
Jill: “Ik bleef maar bloed verliezen. Echt, een waanzinnige hoeveelheid. Degoutant, en ik kon niks doen. Hij heeft me toen de hele tijd ondersteund. Alles opgekuist. Stond naast me toen ik het vruchtje zag liggen, terwijl de dokter me had gezegd dat dat niet zou gebeuren. Dat zijn zware momenten, maar we hebben toen veel aan elkaar gehad.”
Robbe: “Ik kan me voorstellen dat een minder goede relatie daaraan kapot gaat, maar ons heeft het nooit uit elkaar geduwd. Ook al zat ik ermee dat ik zo weinig kon doen om te helpen.”
Het zou de eerste miskraam worden van drie. “Het eerste was het ergste”, zegt Jill. “Bij het tweede waren we met vakantie op Ibiza. Het was nog priller in de zwangerschap, maar we wisten ook beter wat we konden verwachten. Hij kon er redelijk snel positief naar kijken, dat het ons tenminste al eens was gelukt om zwanger te geraken. Bij mij lukte dat minder goed. Vooral omdat je op voorhand niet weet of het ooit wél eens lang genoeg blijft plakken. Bij het zevende en laatste embryo is dat nu wel gelukt. Ons dochtertje is nu bijna twee maanden oud. Ik ben zo blij dat ze er is. Zo gelukkig, elke keer als ik haar zie. We zijn een goed team, met ons drie. We hebben veel meegemaakt in dat traject van de voorbije vier jaar, maar onze relatie is er niet door veranderd. Behalve dat ik nog meer overtuigd ben dat hij dé man is met wie ik een gezin wil. Iemand op wie ik áltijd kan rekenen”, zegt Jill.
“Kijk, ik was niet de meest romantische toen we elkaar leerden kennen, en ik ben nog steeds niet iemand die rozenblaadjes gaat strooien of zo”, zegt Robbe. “Maar ik zal haar altijd zo goed mogelijk proberen te helpen. We doen dit samen.”
“Als je een kind krijgt na zo’n zwaar traject van miskramen, zul je altijd het gevoel hebben dat het het allemaal waard was. En toch is het niet zelden dat die uitputtingsslag sporen nalaat. Het is niet evident om er als koppel zo sterk uit te komen. Relaties zijn niet oneindig in hun draagkracht.”
“Het is mooi om te zien hoe zij dit echt samen gedragen hebben. Hoe ze de moeilijke momenten konden delen en elkaar ondersteunen. En daardoor ook nog meer verbonden zijn dan vroeger. Vrijen op commando, het lichaam van de vrouw als een hormonenpoel en een kweekvijver, en bij de man de machteloosheid als het allemaal niet gaat zoals je dacht dat het zou gaan: dat zijn uitdagingen die veel fundamenteler zijn om als koppel mee om te gaan dan als bijvoorbeeld de seks even niet spannend is. Het kan zo ingrijpend zijn als je lichaam niet wil doen wat bij anderen vanzelf lijkt te gaan. Alsof je door de natuur afgewezen wordt in je man-zijn of je vrouw-zijn. Als je zoiets meemaakt in een relatie waarin de emotionele connectie niet zo goed zit, dan kan het ervoor zorgen dat je uit elkaar groeit. Dat de ene de andere gaat beschuldigen, of als een probleem gaat zien. Of dat ze op een heel verschillende manier rouwen en daar elkaar in kwijtraken.”
“Hier zie je het omgekeerde. Het was hún kinderwens, die ze samen hebben aangepakt. Je voelt ook dat het aan de basis evenwichtige, sterke mensen zijn. En dat er nu een soort van maturiteit zit in de relatie. Wat ze hebben meegemaakt is misschien geen garantiebon voor de toekomst, maar wel een heel sterk fundament. Ze weten nu dat er iemand naast hen staat op wie ze kunnen vertrouwen.”