De veilig gehechte, die zonder veel problemen een stabiele relatie kan hebben. De angstige, die constant bevestiging en aandacht nodig heeft. De afwijzend-vermijdende, die op vrijheid gesteld is. De angstig-vermijdende, die van de ene passionele relatie in de andere duikt. In ‘Blijf Bij Mij' deelt Rika Ponnet ons op in vier types. Vier types, die elk op een andere manier in relaties staan. "Met mijn boek wil ik mensen inzichten meegeven, waarmee ze een analyse van hun relatie kunnen maken", legt ze uit. "Zo kunnen ze inzien wat er fout aan het lopen is en vermijden dat ze in de toekomst dezelfde fout maken. Want vaak loop een relatie al mis bij de partnerkeuze. Bepaalde types beginnen beter geen relatie met elkaar."
Haar theorie is gegroeid uit de ervaring in haar relatiebemiddelingsbureau Duet. "Bij elke crisis of echtscheiding loopt de relatie vast in ruzies of discussies", vertelt ze. "Niet dat er elke dag met servies wordt gegooid. Het zit meestal in kleine dingen, zoals afspraken rond het huisvuil buiten zetten of brood halen. Als je dat vaak ‘vergeet', zit daar een vorm van sabotage achter. Het heeft een dieperliggende oorzaak. Je doet niet wat je partner verwacht, uit schrik om ondergeschikt te zijn. Er woedt een machtsstrijd over het hebben van controle en zekerheid. Een machtsstrijd, waarin de ene niet in staat is om tegemoet te komen aan de noden en wensen van de ander. En dan kan de relatie vastlopen. Wie welke noden heeft, heeft veel te maken met de opvoeding. Met welke hechtingsstijl je hebt."
Om het simpel te zeggen: je deelt de mens op in vier types.
"Er zijn vier hechtingsstijlen. Voor alle duidelijkheid: ik heb dat denkkader van de hechtingsstijlen niet uitgevonden. Het werd voor het eerst gebruikt in de jaren zestig in een onderzoek rond jeugddelinquentie. Dat pas ik nu toe op relaties tussen volwassenen."
De helft van de populatie is wat je noemt ‘veilig gehecht'. Wat betekent dat?
"Iemand die veilig gehecht is, heeft geen relaties met grote hoogtes en laagtes of met geweldige passie. Dat klinkt misschien saai. Maar veilig gehechten hebben wel een goede, stabiele relatie waarin de twee partners perfect gelukkig en tevreden zijn."
"Hoe je bent, gaat terug naar de eerste hechting met je moeder en vader. Iemand die veilig gehecht is komt uit een gezin waar de kinderen bij hun vader en moeder terecht kunnen. Dat moet geen klassieke gezinssituatie zijn, maar dat kan ook bij een echtscheiding. De kinderen hebben alleszins het gevoel dat hun ouders er zijn als ze zich niet goed of niet veilig voelen. De ouders zijn aanwezig, maar zitten ook niet te dicht op hun vel."
"Daardoor ontwikkelen de kinderen zowel zelfvertrouwen als vertrouwen in anderen. Ze gaan zichzelf ontplooien als autonoom wezen, maar ze gaan ook investeren in de verbondenheid met anderen. Bij het veilig gehechte type zijn die twee vrij goed in evenwicht."
Bij de andere types niet?
"Het afwijzende type heeft als kind heel vaak het gevoel gehad dat de ouder er niet is en dat ze alleen op zichzelf kunnen rekenen. Daardoor gaan ze hun autonomie en zelfzorg overmatig ontplooien. Ze doen zich sterk voor, willen carrière maken. Ze gaan ook telkens naar bevestiging zoeken, dat ze sterk en autonoom in het leven staan."
"Het angstige type heeft als kind extreme nabijheid ervaren van vader en moeder. Ouders die overbeschermend zijn en hun kind moeilijk loslaten. Daardoor krijgen ze het idee dat de ander er altijd moet zijn. En dat kopiëren ze later ook in hun relatie. Ze zijn claimend en afhankelijk. De partner moet nabij zijn. Ze twijfelen voortdurend en hebben veel nood aan affectie en aandacht. Ze moeten vaak horen: ik zie je graag of goed gedaan schatje."
En die twee tegenpolen trekken elkaar aan?
"Heel sterk. Ook bij veilig gehechten merk je dat altijd iemand meer vermijdend is en dat de ander wat angstiger is. Maar als die tegenstelling te sterk aanwezig is, gaan ze elkaar na een tijd afstoten. Als ze elkaar leren kennen, vallen angstige types op de stoere vermijders omdat ze beschermend lijken. De
vermijder voelt zich op zijn beurt bevestigd in zijn sterk zijn. Daardoor vallen ze op elkaar.
Maar na een tijd is net datgene wat ze zo aantrekkelijk aan elkaar vonden, hetgene wat hen zuur opbreekt."
En dan loopt het mis.
"De angstige ervaart dat de vermijder geen echte intimiteit kan geven. De vermijder vindt op zijn beurt dat de ander te claimend is, te veel aandacht opeist en heeft nog meer nood aan tijd alleen."
"Daardoor krijgt de partner het gevoel dat hij op de derde plaats komt, na het werk en de hobby's. De vermijder heeft het gevoel dat die van thuis niets anders doet dan aandacht vragen, zagen en klagen. Gevolg: hij gaat nog meer lopen, voetballen of werken om die situaties te vermijden. Ze versterken elkaars
systeem. En dan escaleert het. Ze merken dat ze niet bij elkaar passen en er volgt een breuk. Of één van beiden begint met iemand anders. De vermijder wil zich nog verder verwijderen van die claimende persoon die thuis zit. De angstige gaat vreemd om aandacht te krijgen of om de ander jaloers te maken."
Kan een relatie tussen die twee tegengestelde types werken?
"Als de twee echt ver uit elkaar liggen, is het resultaat vaak een echtscheiding. Dan is er maar één conclusie: de partnerkeuze zat niet goed en het is beter om er een punt achter te zetten"
"Is die tegenstelling in een mildere vorm aanwezig, helpt beter leren communiceren. Zet de tv eens uit bijvoorbeeld en drink samen een glas wijn. Dat lijkt simpel en wie veilig gehecht is doet dat bijna automatisch. Maar voor de andere 50 procent is liefde een werkwoord."
Zijn zij in staat om een stabiele relatie te hebben?
"Soms lukt het, maar is het parcours hobbeliger. Ik vind het belangrijk dat je kiest voor de relatievorm die jou het beste ligt. Je moet niet op 25 beginnen, om vanaf dan altijd samen te zijn. Er zijn mensen die zodanig vermijdend zijn dat ze het niet kunnen om 24 op 24 uur samen te zijn. Zij ervaren dat als versmachtend. Zoek dan iemand waarmee je een ander type relatie kunt vormen. Dan heeft het veel meer kans op slagen. Twee vermijders die een latrelatie beginnen bijvoorbeeld. Of gewoon casual seks hebben."
Ook de manier waarop iemand omgaat met seks heeft met het hechtingsverhaal te maken?
"Bij veilig gehechte mensen is seksualiteit een deel van de intimiteit. Vermijders kunnen seks ontkoppelen van hun gevoel en kunnen makkelijk onenightstands hebben. Angstigen zetten seks wel eens in als wapen, door te onthouden. Of ze zoeken extreem veel nabijheid door seksualiteit."
We hebben het nog niet gehad over het vierde type: de angstig-vermijdende.
"Deze mensen hebben altijd een rollercoasterrelatie. Met heel grote hoogtes en veel passie, maar ook dramatische toestanden."
"Ze hebben dit gevoel nog nooit gehad, hebben de man of vrouw van hun leven gevonden en bereiken meteen de top van de berg. Ze verliezen zichzelf helemaal. En dat gevoel is dan weer zo beangstigend, dat ze meteen weer de neiging hebben om zich uit de relatie terug te trekken. Dan zitten ze in het diepste
dal. En dat patroon blijven ze herhalen. De angstig-vermijdende types vallen op elkaar. En soms blijven ze elkaar aantrekken en weer afstoten."
Je illustreert je boek met heel wat praktijkvoorbeelden. Kan je eens een paar bekende voorbeelden geven?
"De beenhouwer en zijn vrouw uit ‘Van Vlees en Bloed' zijn een mooi voorbeeld van veilig gehecht koppel. Omdat er sleur in de relatie kwam - wat in elke relatie kan voorkomen - ging hij vreemd. Hij werd bospoeper (lacht). Als zijn vrouw dat ontdekt is ze heel boos. Wat heel normaal is. Maar hij beseft dat hij fout was en wil zijn huwelijk redden. Zij heeft de kracht om hem zijn misstap te vergeven. Wie angstig is, blaast dit op. Wie vermijdend is, kan overspel niets schelen."
"Ook in ‘Sex and the City' zitten mooie voorbeelden. Carrie is de angstig-vermijdende die een passionele knipperlichtrelatie heeft. Samantha is dan weer de vermijder, die makkelijk van bedpartner wisselt en seks heeft zonder dat ze emotioneel betrokken is."
Hoe weet je wie welk type is?
"Ik wil niet in de typische vrouwenbladtest vervallen: beantwoord tien vragen en je weet welk type je bent. Om je hechtingsstijl te weten is een vrij uitgebreid onderzoek nodig. Er zijn ook heel wat gradaties in elk type."
"Vooral zelfkennis is heel belangrijk. Door het boek te lezen, leer je voor jezelf uitmaken: hoe ben ik, wat verwacht ik en wat zijn mijn noden? En van daaruit kan je keuzes gaan maken en ook bewuster leren omgaan met je partnerkeuze."
We moeten onze partner dus met ons verstand kiezen?
"Ik pleit niet voor een rationele keuze. Rationeel: ik haat dat woord. Precies alsof je een checklist hebt en daaraan moet je partner beantwoorden (lacht)."
"Ik pleit er wel voor dat je bewuster kiest. Dat je vanuit je inzicht en vorige ervaringen kiest en daardoor in een betere relatie terecht komt."
Lukt ‘bewuster kiezen' als je verliefd bent?
"Verliefdheid wordt te zeer gezien als iets dat je overkomt. Maar je ‘valt' niet zomaar voor iemand. Het is altijd een keuze die je maakt. Je laat dat toe of niet toe. Zodra je al verliefd bent, ben je al een stuk verder. Je wordt niet verliefd in twee seconden. Je hebt al kennis gemaakt. En aan de manier waarop mensen
in dat eerste contact stappen, kan je voor een stuk zien welk type hij of zij is."
Naar aanleiding van mijn boek 'Blijf bij mij' werd ik in 'De Kruitfabriek' uitgenodigd. De tijd was echter mijn grootste tegenstander en zo kon ik mijn exposé onmogelijk ten gronde voeren. Jammer.
Je zou kunnen beweren dat inmiddels echt wel álles over de liefde geschreven is. Je zou kunnen denken dat je liefde niet mag analyseren maar gewoon moet ondergaan. Dat zou jammer zijn. Want in haar tweede boek ´Blijf bij mij´ gunt Rika Ponnet ons een vernieuwende blik op relaties zonder afbreuk te doen aan de romantiek. Fleur van Groningen interviewt me voor Het Nieuwsblad.
Is de strijd der seksen in onze relaties geslopen? Relatiedeskundige en seksuologe Rika Ponnet (44) in doet in 'Blijf bij mij' nauwgezet uit de doeken hoe wij in relaties strijden voor macht en intimiteit.
Je zou kunnen beweren dat inmiddels echt wel álles over de liefde geschreven is. Je zou kunnen denken dat je liefde niet mag analyseren maar gewoon moet ondergaan. Maar Rika Ponnet gunt ons een vernieuwende blik op relaties zonder afbreuk te doen aan de romantiek.
Ze neemt de machtsstrijd die nu eenmaal in elke relatie woedt onder de loep en toont aan hoe alle machtsverhoudingen veroorzaakt worden door de manier waarop wij ons als kind aan onze ouders leerden hechten, hoe zij met elkaar en met ons omgingen en of zij in staat waren om tegemoet te komen aan onze noden. Ponnet onderscheidt vier hechtingsstijlen, elk met zijn eigen specifieke kenmerken en behoeftes. Een waardevol inzicht dat van pas komt bij alle aspecten van de liefde.
Macht, dat klinkt toch een beetje vies. Zeker als het over de liefde gaat.
Ponnet: 'Mensen beginnen vaak te steigeren als ze dat woord horen. Tot ik uitleg dat iedereen graag controle heeft over zijn eigen leven. Dat komt terug in de kleinste, dagelijkse dingen. Grenzen stellen of verleggen. Wanneer krijg ík de voorrang, wanneer krijgt de ander die? En wat maakt dat ik wel of niet recht heb op voorrang? Het is een moeilijke evenwichtsoefening. Vrouwen worstelen daar vaker mee dan mannen, omdat ze lange tijd onderdrukt werden en geleerd hebben om zichzelf weg te cijferen. De strijd der seksen is in onze relaties geslopen en de rekening wordt voortdurend gemaakt: ik heb dit gedaan, nu moet jij dat doen. Mensen zijn vaak zo genadeloos voor elkaar.'
En dus besloot jij om ons, meedogenloze machtswellustelingen, te redden met een boek.
'Tijdens de gesprekken met klanten die hulp zoeken bij relatieproblemen, herken ik al jarenlang eenzelfde patroon: de machtsstrijd. Die strijd kan heel subtiel, onderhuids zijn. Soms zelfs volledig onbewust. Machtsspelletjes gebeuren niet alleen bij koppels waar de potten en pannen door het huis vliegen. Telkens ik mijn klanten daar op wees, vonden zij het een confronterende, maar erg leerzame eyeopener. Dus besloot ik om er een boek over te schrijven.
Rond die tijd werd me gevraagd om een lezing te geven over het thema hechting, iets waar ik al over had gelezen, maar waar ik me nog meer in ging verdiepen. Toen vielen de puzzelstukjes op hun plaats. Ik besefte hoezeer macht en hechting met elkaar verweven waren. De manier waarop wij ons hechten aan onze ouders -- veilig, angstig, afwijzend-vermijdend of angstig-vermijdend -- bepaalt voor een groot stuk ons verdere liefdesleven. Dat klinkt misschien determinerend, maar eigenlijk is het bevrijdend. We hebben niet alles in de hand. We kunnen wel keuzes maken en evolueren, maar grotendeels altijd binnen onze oorspronkelijke mal. Mijn inzicht in de hechtingsstijlen heeft me milder gemaakt, zowel privé als professioneel. Het brengt rust.'
Macht, dat ruikt niet naar liefde maar naar angst. Heeft het met overlevingsinstinct te maken?
'Van alleenstaanden is bekend dat ze minder lang leven en vaker last hebben van depressies en hartfalen. We zoeken allemaal naar een manier om veilig liefde te kunnen geven en ontvangen. Ontbreekt die veiligheid, dan proberen we de situatie of de ander te veranderen. Zelfbescherming vergroot onze overlevingskansen. Maar vooral: wij domineren de aarde nog steeds omdat we samen sterk zijn. De mens is in wezen een groepsdier, hij functioneert het beste in verbondenheid. Een veilige, liefdevolle thuisbasis zorgt voor zelfvertrouwen, met zelfontplooiing tot gevolg.
Bij gebrek aan die basis investeren angstig gehechten veel energie in de zoektocht naar liefde, wat ten koste gaat van hun zelfgroei en hen het gevoel geeft te afhankelijk te zijn. Vermijdend gehechten zullen er juist alles aan doen om zo zelfstandig mogelijk in het leven te staan, waardoor ze steeds minder verbondenheid ervaren en eenzaam worden.
Beide partijen lopen kans op relaties die verzanden in een machtsstrijd. Maar alle verschillende hechtingsstijlen hebben elk hun nut in onze maatschappij. Veilig gehechten zijn de lijm van onze samenleving, onveilig gehechten overstijgen zichzelf in de zoektocht naar aandacht. Het zijn vaak kunstenaars, uitvinders, leiders of initiatiefnemers. Wij hebben elkaar, met al onze verschillen, nodig. Niet alleen uit liefde maar inderdaad: ook om te overleven.'
Sting was dus een beetje onrealistisch met zijn 'If you love somebody set them free'?
'Daarvoor moet je al heel ver geëvolueerd zijn in het geven zonder iets in ruil te verwachten. Het is weinigen gegeven, maar die mature vorm van liefde bestaat: de ander alle ruimte en vrijheid gunnen om zichzelf te zijn. Al betekent dat niet onbegrensd je zin doen ten koste van de ander, er worden nog altijd duidelijke grenzen gesteld. Al negentien jaar merk ik dat mensen, hoe evenwichtig ze ook in hun eentje zijn, toch het gelukkigste zijn binnen een relatie. Een liefdesrelatie is de ultieme erkenning. Mijn uitverkorene heeft mij uitverkoren. Daarom zal het exclusieve van een relatie ook altijd belangrijk blijven. Ik geloof niet in polyamorie. Trouwens, begrenzing zorgt vaak voor de grootste creativiteit.'
En schuilt in confrontatie niet de ware intimiteit?
'Absoluut. Bots je met elkaar, dan brengt dat inzicht in jezelf en de ander. Je krijgt alles van elkaar te zien. Er worden emoties geventileerd en oplossingen gezocht. Een compromis maken is niet capituleren maar investeren in je relatie. We leven in een heel individualistische maatschappij die ons aanspoort tot zelfontplooiing. Maar het is een mythe dat je alleen maar groeit door heel veel met jezelf bezig te zijn. Juist door interactie ontwikkel je jezelf. En naargelang je partnerkeuze zullen bepaalde aspecten van je persoonlijkheid zich fel of weinig ontwikkelen. Ik leg klanten vaak uit dat ze hun relatie als een derde persoon moeten zien. Ze doen iets niet voor hun partner, ze doen iets voor hun relatie. Dat inzicht brengt rust. Ze beseffen dat ze geen slachtoffer zijn dat zich leeg geeft, maar dat ze een degelijk nest bouwen. En hoe sterker dat nest, hoe meer hun eventuele kinderen zullen floreren. Zelfs als ze op een dag uit elkaar gaan.'
Dat viel me ook op: dit boek is niet alleen een aanrader als je de liefde zoekt of een relatie hebt, maar ook in geval van een scheiding.
'Mensen gaan voortdurend uit elkaar. Meestal vanwege een scheve machtsverhouding, die je mogelijk kunt voorkomen door op tijd in te grijpen. Vaak zie je dat die machtsstrijd na de breuk gewoon verder gaat. Eigenlijk zijn de ex-partners dan in essentie nog steeds getrouwd. Ze houden de verbondenheid al vechtend in stand.'
Ruzie maken is ook een vorm van intimiteit.
'Zeker! Daarom is het ook zo belangrijk. Als jij de ander totaal onverschillig laat, voel je je volledig afgewezen. Dat is het akeligste gevoel dat iemand je kan bezorgen. Zolang de ander op je reageert, is er nog een relatie.'
Je boek is eveneens van toepassing op mensen die aan kinderen willen beginnen, lijkt me.
'Als ouder geef je je eigen hechtingsstijl door aan je nakomelingen. Ben je je niet bewust van je hechtingsstijl, dan kan je niet ingrijpen. Mijn boek biedt inzicht in je eigen programmatie en welke impact die op je gezin heeft. Zo kan je bijsturen. Als jij een angstige hechting hebt, kan je proberen om je kroost een zo veilig mogelijk gevoel te bezorgen. Uiteraard moet je die hechtingsstijlen wel genuanceerd bekijken. Niemand heeft perfecte ouders gehad, zelfs veilig gehechte mensen hebben wel eens moeilijkheden of kiezen de verkeerde partner. Al zijn er nog genoeg die beweren dat ze niet kiezen.'
In je boek las ik over singles die klagen dat ze altijd dezelfde mannen tegenkomen.
'Ze kiezen wel degelijk, onbewust beïnvloed door hun hechtingsstijl. Er komen veel mensen op hun pad, maar de andere soorten zagen ze niet of gaven ze geen kans. Er wordt nog altijd vanuit gegaan dat die eerste ontmoeting door iets bovennatuurlijks wordt geregeld. Alsof het je overkomt. Mensen willen geloven in de ware liefde, de Hollywoodliefde is nu een religie. Maar dat slaat nergens op. We kiezen naargelang we geprogrammeerd zijn. Toeval bestaat niet en bewuster kiezen is wel degelijk mogelijk.'
Met andere woorden: val je op foute mannen, werk dan aan jezelf. Zelfkennis is macht.
'Inderdaad. Hoe beter je jezelf kent, des te gelukkigere keuzes je kunt maken met meer kans op slagen. Merk je dat je vaak vastloopt, wijt dat dan niet aan 'ik doe niet genoeg mijn best' maar onderzoek waarom je je zo gedraagt. Kies voor een partner die bij je past. Ouders zouden vaker met hun kinderen over partnerkeuze moeten spreken. Over veilige seks kan gepraat worden, waarom niet over veilige liefde? Ze zouden kun kinderen kunnen vertellen over hun eigen relationele traject, zonder hen te belasten. Dat is opvoeding: je kroost bijstaan bij belangrijke beslissingen. Ik zie nog te veel mensen die al getrouwd zijn, maar cruciale gesprekken hebben overgeslagen. Je moet toch op voorhand weten dat je op dezelfde golflengte zit wat betreft de belangrijkste relationele thema's?'
Zoals bijvoorbeeld een kinderwens. In 'Blijf bij mij' benoem je de meest voorkomende arena's waarin de machtsstrijd uitgevochten wordt: kinderen, geld, seks, huishouden en werk.
'Dat zijn de belangrijkste, al kan je natuurlijk over alles strijden. Die strijd is ook niet het probleem, die is er in elke relatie. Er is pas een probleem als de strijd vastloopt en er telkens opnieuw ruzie wordt gemaakt over dezelfde dingen, zonder dat daar oplossingen voor worden gevonden. Maar zolang je over alles goed kunt praten en samen compromissen sluit, zit je goed. Soms geeft de één een tijdlang meer dan de ander, dat is normaal.'
Ik merk vaak dat twee hechtingsstijlen elkaar erg aantrekkelijk vinden. De angstige hechtingsstijl -- met verlatingsangst, en de afwijzende hechtingsstijl -- met bindingsangst. De dramaqueen en de eenzame cowboy. Een gedoemde combinatie?
'Iemand die angstig gehecht is, herkent rust en kracht in iemand die afwijzend gehecht is. Terwijl die persoon niet sterk is maar juist emoties vermijdt. De angstige zal de ander als een steunpilaar zien, de afwijzende zal genieten van de bevestiging. Die dynamiek zit in grote of kleine mate in de meeste relaties. Het is zeker geen garantie op falen. Tenzij het extreem wordt, want dan kom je allebei in een eenzijdige rol terecht. Je moet trouwens niet denken dat angstig typisch vrouwelijk is en afwijzend typisch mannelijk. Het is net zo vaak omgekeerd. Neem nu vrijgezelle vrouwen die extreem kritisch zijn voor potentiële partners. Die vluchten voor confrontatie.'
En toch willen ze eigenlijk iemand die bij hen blijft.
'Bezitterigheid, angst, onzekerheid, de behoefte om te delen én overgave. Het zit allemaal in de titel, hé?'
De vier hechtingsstijlen
In ´Blijf bij mij´ legt Rika Ponnet uit dat we ons als kind op vier mogelijke manieren kunnen hechten aan onze ouders en dat we dat hechtingspatroon meenemen naar onze volwassen relaties.
1. Veilig gehecht: de rots in de branding
Ongeveer de helft van onze bevolking is veilig gehecht. Het zijn de stabiele, betrouwbaren onder ons die een redelijk voorspelbaar leven leiden. Ze scheiden nauwelijks en hebben een talent voor goede relaties. Ze komen meestal uit een stabiel nest, leiden een evenwichtig leven, zijn goed in staat om moeilijkheden het hoofd te bieden, nemen geen gekke risico's. Ze zijn de solide basis van de samenleving en zorgen ervoor dat alles kan blijven draaien.
2. Angstig gehecht: de dramaqueen
Deze mensen zijn voortdurend op zoek naar totale overgave en diepe verbondenheid. Ze kunnen moeilijk alleen zijn. Ze groeiden op bij ouders die hen het gevoel gaven dat ze levensmoeilijkheden niet alleen aankunnen en leerden onvoldoende voor hun eigen welbevinden te zorgen. Ze zijn onzeker en zoeken vaak aandacht. Niet zelden via een podium. Ze zijn trouw, hebben een groot verantwoordelijkheidsgevoel en brengen mensen samen.
3. Afwijzend-vermijdend gehecht: de eenzame cowboy
Dit zijn de doeners onder ons. Vaak ondernemen ze verre reizen of hachelijke avonturen. Ze staan autonoom in het leven en investeren in zelfontplooiing. Hun dadendrang is een vlucht voor confrontatie met emoties. Zo beschermen ze zichzelf voor de pijn van afwijzing. Het zijn vaak de kinderen van ouders die emotioneel niet beschikbaar waren. Of in extreme gevallen groeiden ze op in een gezin waar sprake was van mishandeling of verwaarlozing. Ze helpen anderen graag om niet met hun eigen leven bezig te zijn, als compensatie voor de afwezigheid van een eigen gevoelsleven.
4. Angstig-vermijdend: het knipperlicht
Deze mensen zijn verslaafd aan aftrekken en afstoten. Zij creëren vaak een symbiotisch beeld van de liefde en zijn niet zelden het brein achter liefdesliedjes of -gedichten. Ze voelen zich vaak onbegrepen en slingeren tussen hoge toppen en diepe dalen. Het zijn mensen die zich heel graag willen binden maar het niet durven. In de liefde geven ze (te) snel gas, om zodra ze zich onbegrepen voelen, onmiddellijk op de rem te gaan staan. Ze hebben zich als kind afgewezen gevoeld en zijn ervan overtuigd dat ze niet de moeite waard zijn om te mogen bestaan.
Wat denkt u als iemand tegen u zegt ‘Blijf bij mij'. Vindt u dat uitnodigend of moet u juist de neiging onderdrukken om hard weg te lopen? En wat zegt dat dan over u? Relatiedeskundige Rika Ponnet weet er alles over. Interview van Veerle Beel voor De Standaard met Rika Ponnet over 'Blijf bij mij'.
Sommigen onder ons hebben bindingsangst, anderen zijn al drie keer getrouwd, en weer anderen zijn al hun hele leven gelukkig met hun studentenlief. Volgens Rika Ponnet is dat allemaal geen toeval. Veel heeft te maken met hoe onze eerste relaties in onze kindertijd waren - die met onze ouders: veilig gehecht, of niet. Het is een theorie van de Amerikaan John Bowlby, die bijvoorbeeld ook op neonatale afdelingen tot een heel andere manier van omgaan met premature baby's heeft geleid.
Ponnet, die samen met haar man het relatiebureau Duet leidt, past die psychologische hechtingstheorie over moeder en kind nu ook toe op de relatiemarkt.
Liep u vast met klanten die geen partner vinden, en zocht u naar een nieuwe verklaring?
‘Het is in ieder geval een theorie die helpt om meer inzicht te verwerven in problemen omtrent relatievorming. Ik ben niet de eerste die dit zegt, in het buitenland is bijvoorbeeld Sue Johnson al lang bezig met relatietherapie die hierop geschoeid is. Ik heb geprobeerd het te vertalen naar concrete verhalen van bij ons en ook naar de start van de relatie, de partnerkeuze.'
‘Ik zie dertigers bij wie alles in hun leven lukt. Behalve dat ene: ze hebben nog geen partner. Je kunt jezelf dan blijven wijsmaken dat je de juiste nog niet tegengekomen bent. Maar daar schiet je niets mee op. Je kunt je ook afvragen hoe het komt. De vraag is niet wat je fout doet. De vraag luidt: welke kansen heb je eerder gehad en waarom ben je ze uit de weg gegaan? Bijvoorbeeld: je had op je 25ste een goed lief, maar je verkoos een promotie in het buitenland. Daarop liep die relatie stuk. Waarom heb je toen gekozen voor die promotie, en niet voor de relatie?'
Omdat een 25-jarige nog jong is en de wereld wil zien?
‘Het is vandaag bijzonder trendy voor jongeren om de wereld als hun dorp te zien. Ze mogen niet al te gebonden zijn aan thuis, ze moeten allemaal op Erasmus en liefst zo ver mogelijk. Ik ken een CEO die zijn zonen naar China stuurt. Want daar ligt de toekomst! Op economisch vlak klopt dat als een bus. Maar welke prijs betaal je daar op menselijk vlak voor? Het is zo'n totaal andere cultuur, die voor ons zo ontoegankelijk is. Met zo'n keuze stel je je autonomie en zelfontplooiing dus heel ver boven je verbondenheid met andere mensen. En dat zijn twee belangrijke domeinen die we allebei moeten ontwikkelen om evenwichtig in het leven te staan.'
Autonomie wordt vandaag misschien meer gewaardeerd dan verbondenheid.
‘We zijn daar erg dubbel in, vind ik. Op school leren we kinderen dat ze sociaal moeten zijn en oog hebben voor de zwakkeren. In de Freinetschool hier schuin over mijn deur, hangt er uit dat ‘de groep voorgaat op het individu en dat je voor jezelf en de ander moet zorgen'. Er wordt zo weinig mogelijk gequoteerd, want dat is te competitief. Ik vind dat prachtig, maar vrees dat men later wel met iets anders wordt geconfronteerd. De ideale werknemer heeft geen vast uurrooster en geen vaste werkplaats; hij mag aan niets gebonden zijn, presteren en renderen is de waardemeter.
Je een tijdlang vrij en autonoom aan je studie en je werk kunnen geven, biedt zeker voldoening. Ik spreek uit ervaring, ik studeerde ook graag en blijf het boeiend vinden om bij te leren. Maar heel wat mensen zetten alles daarop. Dan komt de dag waarop je je afvraagt waarvoor je het allemaal doet, en slaat de zogenaamde quarterlife-crisis toe. En die mensen zitten dan op de stoel waar u nu zit, op zoek naar een partner, die ze eerder vooral uit de weg zijn gegaan.'
Volgens u vallen ‘vermijders' vaak op ‘angstig gehechten', die zich net tezeer vastklampen aan hun partner - en omgekeerd. Waarom het jezelf zo moeilijk maken?
‘Van thuis uit zijn die beide types gevormd tot mensen dia qua gehechtheid bepaalde noden hebben, die hen tot het perfecte antwoord maken voor de ander. De een heeft alles op autonomie ingezet, en stelt zich sterk en zelfstandig op. De ander zet alles op verbinding, en heeft die sterke andere nodig. Angstig gehechten worden onrustig als de ander niet bij hen is, ze bellen de ander vijfmaal per dag, sturen voortdurend sms'en of kunnen erg jaloers zijn. Hoe meer de ‘vermijder', voor wie grote intimiteit benauwend aanvoelt, zich daaraan probeert te onttrekken, hoe feller die angst bij de partner toeslaat. Toch zoekt de ‘vermijder' in eerste instantie deze relatie op, omdat hij of zij graag bevestigd en bewonderd wordt. Je valt niet op de verkeerde, zoals de uitdrukking zegt. Je kiest ervoor, vanuit je kinderlijke noden. Ik kan zo'n mensen aan iemand voorstellen die veilig gehecht is, maar meestal vinden zij zo iemand saai.'
U omschrijft ze in uw boek ook zo: het zijn mensen die vaak een langdurige relatie hebben, en een doodgewoon leven leiden, met huisje-boompje-kindjes.
‘Ze worden vaker als grijze muizen omschreven, maar saai? Ze gaan niet snel de boekskes vullen, dat is waar. Ik vind dat niet saai. Ik heb een vriendin die zo'n evenwichtig leven leidt, en die daar ook rust in vindt. Voor zulke mensen gaat heel veel vanzelf. Liefde is een werkwoord, de slogan die mijn leraar professor Alfons Vansteenwegen gelanceerd heeft, gaat niet echt op voor hen. Hun relaties gaan ook wel eens door moeilijk vaarwater, maar zij beschikken over het natuurlijke vermogen om compromissen te sluiten en de ander tegemoet te komen, zonder daar zelf onrustig van te worden. Omdat ze veilig gehecht zijn.
Laatst zei mijn vriendin tegen mij dat haar man het zo druk had. ‘Maar elke avond gaan we toch samen even wandelen'. Tijd of niet, zij doen dat. Zij voeden hun relatie en zij ervaren dat niet als werken. Ik bewonder dat, hoe ze spontaan zelf dingen toepassen die relatietherapeuten als advies geven.'
Kunnen mensen veranderen op dit vlak, of is het hechtingsverhaal deterministisch?
‘Wat je met je ouders meemaakt tijdens je eerste levensjaren, wordt er natuurlijk ingesleten. Het beïnvloedt zoveel facetten van ons leven... Het moment dat we ergens geboren worden, ligt een groot deel van onze toekomst al vast. Ja, dat is deterministisch. Het druist in tegen de mythe van de maakbaarheid. Maar niet helemaal. Nog heel veel mensen evolueren in de loop van hun leven wat hun hechtingstijl betreft, in negatieve zin, onder invloed van pijnlijke gebeurtenissen of relaties, maar zeker ook in positieve zin. Samenleven met een partner die veiliger gehecht is, kan ertoe leiden dat je meer van zijn of haar ingesteldheid overneemt.' ‘Ook inzicht kan erg verhelderend zijn. Gisteren had ik hier iemand die zei nog altijd niet te begrijpen waarom haar ex zus handelde, en zij zo. Door samen met haar naar de dynamiek in haar relatie, haar partnerkeuze te kijken, ging er een licht branden. Je begrijpt dat je door een bepaalde bril naar relaties en naar partners kijkt. En dat er ook andere brillen mogelijk zijn.'
Zegt u nu dat we rationelere partnerkeuzes moeten maken?
‘Die keuze maken we meestal op basis van verliefdheid, die een sterke emotie is. Verliefdheid aan het begin van een relatie is zeker een plus. Het kan de bron zijn waar je altijd terug naar toe gaat, een soort van selffulfilling proficy: een geloof dat je bij elkaar hoort, wat er ook komt. Anderzijds kunnen we ons ook afvragen of dit echt de enige goede manier is. Als je bij jezelf vaststelt dat elke verliefdheid eindigt in destructie, in nog maar eens een gebroken relatie, kan je moeilijk stellen dat het een gezonde leidraad voor je is, in het aangaan van relaties. Ik heb al gewerkt voor mensen die anders in een tweede relatie stappen. Niet rationeel, wel bewuster, misschien met iets minder passie, maar met evenveel engagement. Ik hou in het boek trouwens een pleidooi om niet enkel uit te gaan van het romantisch ideaal ‘ze werden verliefd en samen leefden ze lang en gelukkig', maar ook andere relatievormen als gelijkwaardig te beschouwen. Als 1 op 2 langere relaties strandt in een breuk, kunnen we dat moeilijk een succes noemen. Het werkt duidelijk niet voor iedereen. En vanuit het hechtingsverhaal zie je ook waarom: wat bij de ene als vanzelf gaat, kost de andere heel erg veel moeite.'
Welk advies zou u jongeren geven die net 20 zijn?
‘Het is niet iets waar je jongeren over adviseert. Het start wanneer ze geboren worden. Als je altijd tegen je dochter zegt dat mannen en vrouwen gelijkwaardig zijn en zelf pas je je in je relatie voortdurend aan de grillen en wensen van je partner aan, dan zal ze toch vooral dat laatste meedragen als beeld. Ook de manier waarop ouders onderling, en met hun kinderen, in conflict gaan, de manier waarop ze omgaan met verschil, is erg bepalend. Weet je wat ik vind? Ik vind dat wij zelf niet genoeg over onze relaties praten. Authentiek communiceren over de struikelblokken in ons leven en over de goeie momenten, dat zou veel voor jongeren kunnen betekenen. Het kan hen inzichten bieden, realistische voorbeelden van hou we met vallen en opstaan vorm geven aan dat aspect van ons leven. Maar concrete adviezen, nee, daar lopen ze van weg.
Authentiek communiceren is trouwens ook het sleutelwoord in relaties waarin een niet-veilige hechtingstijl spelbreker is. Je noden en gedrag, je denkwijze en gevoel toelichten bij de ander haalt de lont uit veel explosief materiaal. Leg uit waarom je aandacht nodig hebt of tijd voor jezelf, laat je niet verleiden tot een spel van aantrekken en afstoten, maar probeer je te tonen zoals je bent. Dan kom je al een heel eind.'
En anders blijf je oorlog voeren?
‘Die strijd die ontstaat vanuit verschillende hechtingsnoden verzandt vandaag heel vaak in een echte machtsstrijd, dé basis van bijzonder veel echtscheidingen ook. Vaak wordt die strijd herleid tot de man-vrouw-tegenstellingen, het Venus- en Marsverhaal waar conflicten gezien worden als een verschil in communiceren. Dat gaat voorbij aan de kern van de zaak. Als Lien thuiskomt van de supermarkt en zegt dat de boodschappen in de koffer staan, en Raf haalt die niet uit, dan is dat niet omdat hij het niet begrepen heeft. Hij heeft er dan gewoon geen zin in. Hij wil zich niet door haar laten commanderen. Het is een deel van hun machtsstrijd die zich daar afspeelt, en die zich op vele fronten kan herhalen: hoeveel tijd Raf aan zijn werk besteedt, of Lien. Hoeveel seks ze hebben. Wie er bepaalt wat er met het geld gebeurt, of wat de kinderen moeten doen.
In elke relatie speelt die machtstrijd zich af. Hoe veiliger gehecht, hoe makkelijker men tot compromissen komt. Hoe onveiliger gehecht, hoe vaker conflicten zich blijvend herhalen, er geen oplossing voor komt en men uiteindelijk alleen nog kan kiezen voor een breuk. Jonge mensen voelen dat almaar vaker aan en gaan dat risico op machtstrijd soms al op voorhand uit de weg. Zo zie ik de laatste jaren al eens vrouwen die al vrij vroeg ervoor kozen om alleen een kind op de wereld te zetten, zonder man. Sommigen zeggen het zelfs letterlijk: ‘dit is dan toch al van de baan, hierover hoef ik al niet meer te onderhandelen. En ook: over mijn kind zal die toekomstige in elk geval niets te zeggen hebben. Eigenlijk neem je op die manier op voorhand al terrein in, vanuit de onmacht om samen tot een beslissing te komen. Van een machtsstrijd gesproken!'
'We geloven in niet veel meer, maar als er één ding is waar we wél nog in geloven, is het de Liefde. Diep in ons hart zijn we er nog steeds van overtuigd dat er een Ware bestaat, een zielsverwant die uit het niets opduikt en die we zó herkennen. Maar hou u vast: ook dat is een illusie.'
Rika Ponnet hoorde als relatietherapeute en in haar relatiebureau Duet twintig jaar lang mensen vertellen over hoe ze de ware vonden, hoe daarna de crisissen ontstonden, en hoe de droom bijna of helemaal ontplofte: 'Ik krijg niet de aandacht waar ik recht op heb.' 'Vrouwen zijn niet te vertrouwen.' 'Ik trek de verkeerde mannen aan.' 'Zij weigert seks...' Ze zocht in al die verhalen én in de wetenschap naar de kern van de zaak, en kwam tot een ontluisterende conclusie: het gaat in de liefde uiteindelijk om controle, en om de strijd om de macht. Liefde is oorlog. En in die oorlog strijden we met oneindig veel middelen: met schoonheid, leeftijd, geld, ziekte, overspel, tijdrovende hobby's, met slaan en dwingen maar ook met plooien, zorgen, weglopen, zwijgen en aandacht ontzeggen.
'Iedereen steigert als ik zeg dat in elke relatie in meer of minder mate een machtsstrijd woedt,' vertelt ze. 'Vooral vrouwen worden woest. Ze maken zichzelf graag wijs dat macht alleen iets voor mannen is - zij doen zulke dingen niet. Maar ik zie niets anders.' Ondertussen brengt haar man Mark Boeykens, psycholoog en medeoprichter van Duet, met ironische gedienstigheid de koffie binnen.
Eerlijk gezegd steigerden wij in eerste instantie ook. Tot we haar nieuwste boek 'Blijf bij me' uithadden: daarin drukt ze ons - net als in haar wekelijkse analyses in Het Nieuwsblad - onomstotelijk met onze neus op feiten. Pijnlijk, maar ook verhelderend en - eens je de waarheid onder ogen wil zien - ook wel heel handig.
Ponnet: «Die strijd is, voor alle duidelijkheid, géén strijd tussen de seksen. Ik geloof niet in dat man-vrouwdenken. Gisteren zat hier een man die zei: 'Dat ik niet uit mezelf de vaatwas leegmaak, dat heeft toch niks met machtstrijd te maken.' En toen kwam hij natuurlijk aanzetten met het verhaal van 'Mannen komen van Mars, vrouwen komen van Venus': door de verschillende communicatiestijlen krijg je misverstanden. Het komt allemaal omdat de vrouw niet duidelijk vraagt: 'Maak de vaatwas leeg.' Ik heb daarop geantwoord: 'Komaan! Als je al drie jaar samen bent, en je vrouw heeft al een paar keer gezegd: 'Ik heb het druk met de kleine, en de vaatwas is vol,' dan ben je ben je toch niet zó dom dat je niet begrijpt dat ze graag zou hebben dat je die machine leegmaakt? Je wil gewoon je zin doordrijven en op de bank je koffie blijven drinken.' Hij hield voet bij stuk, maar dat soort zogenaamde misverstanden zijn dus vaak heel tactisch.
»Ook seksueel is de rolverdeling tussen man en vrouw niet zo traditioneel als we denken, ook al zijn het nog altijd vaker mannen die klagen over een tekort aan seks. Het is ook wel een terrein waar vrouwen macht kunnen uitoefenen. Maar de zin in seks staat niet los van de rest van de relatie: als zij het gevoel heeft dat hij haar waardeert en erkent en dat hij, bijvoorbeeld, wél die afwasmachine uit zichzelf leegmaakt, zal ze meer zin hebben om zich in bed over te geven. Niet dat we constant in ons hoofd rekeningen maken, maar het gaat toch om een evenwicht: hij erkent mij, dus ik erken hem.»
Humo: De strijd woedt niet in elke relatie even hevig.
Ponnet: «Nee, en hij woedt ook niet in het begin. Als we verliefd zijn versmelten we even: we zijn één, een beetje zoals een baby met zijn moeder. Je hebt gevoel dat er tussen jou en de ander geen verschillen bestaan, maar dat heeft niks te maken met de realiteit. Die begint pas na drie maanden door te schemeren: dan begin je te zien hoe de ander echt is en ontdek je dingen die je niet zo fijn vindt - 'Hij wil niet op reis,' of: 'Zij geeft geen geld uit aan eten.' Dat is de fase waarin mensen die bang zijn voor intimiteit, zich terugtrekken. Sommige mensen kunnen niet langer dan twee, drie maanden in een relatie blijven. Ze voelen dat de ander echt belangrijk begint te worden, en ze vinden dat te beangstigend.»
»Nu, iederéén die merkt dat zijn lief belangrijk voor hem aan het worden is, wil een bepaalde zekerheid hebben. En dat is het moment waarop er in iedere relatie een machtstrijd losbarst. Je voelt je op je kwetsbaarst, en dan wil je controle over het gedrag van de ander: hoe hij jou ziet, hoe hij de relatie ziet. Je wil dat hij jou geeft wat je nodig hebt om je veilig genoeg te voelen, om kwetsbaar te dúrven zijn.
»Om ons veilig te voelen, hebben we allemaal nood aan macht. Dat zie je ook in het bedrijfsleven: het is wetenschappelijk bewezen de mensen die onderaan de ladder staan, de meeste stress hebben. Bazen denken wel: 'Wij hebben de meeste verantwoordelijkheid en dus ook de meeste stress,' maar dat is niet waar. Zij kunnen hun eigen agenda bepalen, ze kunnen participeren in beslissingen. De mensen aan de basis hebben het gevoel dat anderen over hun leven beslissen, en er is niets dat zoveel stress genereert als onmacht.»
Humo: Een mens heeft dus macht nodig om zich kwetsbaar te durven opstellen.
Ponnet: «Hij heeft daar zekerheid voor nodig. En de één heeft meer zekerheid nodig dan de ander. De één wil, bijvoorbeeld, drie keer per dag een sms krijgen met 'Ik zie je graag' of 'Ik denk aan je', en de ander vindt één keer per week wel genoeg. En dan begint die strijd om aandacht en nabijheid op jouw maat. En hoeveel zekerheid we nodig hebben, heeft te maken met hoe we emotioneel zijn geprogrammeerd. En dat gaat terug op...»
Humo: Laat me raden: onze kindertijd!
Ponnet: «Vooral met hoe je als kind liefde hebt ervaren. Dat bepaalt je zogenoemde hechtingsstijl, de manier waarop je je later aan anderen zal hechten. Mensen met een onveilige hechtingsstijl zullen het in relaties altijd minder makkelijk hebben dan mensen met een veilige hechtingsstijl.»
Humo: Vijftig procent van de mensen hecht onveilig.
Ponnet: «Klopt, maar daar zijn ook weer gradaties in. Een groot deel van hen is wel in staat een vaste relatie te hebben, zij het met wat meer strijd en ruzies en een iets grotere kans op relatiebreuken.»
Humo: Eigenlijk hebben we het over de begrippen waarmee we om de oren geslagen worden: verlatingsangst en bindingsangst.
Ponnet: «Ja. Als je opgroeit moet je twee belangrijke dingen leren: een zelfstandig individu worden dat voor zichzelf kan zorgen én banden aangaan met anderen. Je hebt de twee nodig om evenwichtig en gelukkig door het leven te kunnen gaan. En bij mensen met een onveilige hechtingsstijl is dat ene aspect overontwikkeld en het andere onderontwikkeld. Daardoor stellen ze zich in relaties ofwel te autonoom ofwel te afhankelijk op.
»Ik hoor weleens een ouder die hele lange werkdagen klopt over zijn of haar kind zeggen: 'Geen probleem. Hij is acht en al zo zelfstandig!' Dan krijg ik de rillingen. Natuurlijk is het leuk als kinderen zelf een brood kunnen kopen of de vaatwasmachine vullen, maar ze moeten wél het gevoel hebben dat je er voor hen bent als het erop aankomt. Carrièremensen die denken dat ze veilige hechtingen opbouwen door op zondag twee uur met hun kinderen bezig te zijn, hebben het mis. Dat is larie. Zo werkt het niet. Als je ouders fysiek of emotioneel afwezig zijn als je hen nodig hebt, zal je je emotionele behoeftes gaan verdringen. Later zal je échte banden ook eerder vermijden.»
Humo: En wat zorgt ervoor dat iemand twintig sms'jes per dag nodig heeft?
Ponnet: «Vaak hadden zulke mensen angstige ouders, die, bijvoorbeeld vanuit hun eigen behoefte aan de nabijheid van hun kind, in overdreven mate voor hen zorgden. Ze blijven zich bemoeien en geven dat kind eigenlijk constant de boodschap: 'Alleen kan je het niet. Je hebt mij nodig.' Ze willen dat hun kind klein blijft om een belangrijke rol in hun leven te kunnen blijven spelen.»
»Kinderen van dergelijke ouders worden later vaak mensen die zélf ook graag zorgen en redden. Als we zulke mensen bezig zien, denken we vaak: 'Wat een goedheid.' Maar achter overdreven zorgen zit ook behoefte aan macht. Pas nog vroeg iemand aan mij: 'Hoe verklaar je dit? Ik heb een vriendin, een toparts, maar ze begint altijd relaties met crapuul dat uit de goot gered moet worden.' Die vrouw zit in de zorgsector en bouwt in alle relaties die ze aangaat bij voorbaat een machtsverschil in. Dan weet je bijna zeker: dit is iemand met hechtingsproblemen en een grote behoefte aan zekerheid en controle.»
Humo: Je zei net wel dat iederéén na de alles vertroebelende verliefdheid in een machtsstrijd belandt. Dus ook zij die als kind wél in de juiste mate hebben geleerd zelfstandig te zijn en banden aan te gaan.
Ponnet: «Zelfs diegenen met een veilige hechtingsstijl gaan door zo'n fase, maar zij zijn in staat om compromissen te sluiten zonder dat ze zich bedreigd voelen. Zonder rekeningen bij te houden ook: 'Ik ben hem nu tegemoetgekomen, daarna moet hij iets voor mij doen.' Zij hebben ook weleens kletterende ruzie, maar kunnen dat verdragen. Ze worden er niet onrustig of angstig van. Ze zullen zich ook nooit afsluiten en vluchten in tijdrovende hobby's, of iemand op een extreme manier naar zich toetrekken door heel jaloers of claimerig gedrag.»
»Zulke mensen kijken door een andere bril naar hun partner en de rest van hun omgeving. Ze gaan ervan uit dat anderen het in essentie wel goed met hen voorhebben. Als er een bekende langsloopt die hen niet groet, zullen ze denken: 'Die heeft een slechte dag.' Of: 'Ze heeft me niet gezien.' Terwijl iemand die angstiger in het leven staat, dan snel denkt: 'Zij moet mij zeker niet.' Of: 'Heb ik misschien iets misdaan?'»
»Wie veilig gehecht is, vindt meestal een partner die dat ook is. Samen hebben ze het vermogen om de juiste keuzes te maken in hun leven. Al vindt wie onveilig gehecht is zo'n leven en zo'n relatie vaak maar saai - te weinig emotioneel, te weinig passioneel.»
Humo: De ware vinden, liefde op het eerst gezicht: we willen er graag in geloven, zeg je in 'Blijf bij me', maar het gaat er allemaal niet zo romantisch aan toe als we denken.
Ponnet: «Nee, op wie je verliefd wordt en hoe je in een relatie stapt worden ook door je hechtingsstijl ingegeven.»
Humo: Liefde op het eerste gezicht bestaat niet?
Ponnet: «Voor sommigen wel: ze bestaat voor mensen die heel snel naar verbondenheid zoeken, die heel makkelijk en ongereserveerd diep gaan in een contact - wat vaak voor veel narigheid zorgt. Ze bestaat níét voor degenen die dat juist niet doen, en echt veroverd moeten worden. Maar die komen ook vaak in de problemen, want mannen of vrouwen die het geweldig vinden om iemand echt te moeten overweldigen, zijn meestal veel meer in de jacht geïnteresseerd en minder in het bestendigen van een vaste relatie. Of ze zijn goed in het verleiden, maar beginnen je daarna, als je op je allerkwetsbaarst bent, af te breken.»
»Onveilig gehechte mensen hebben veel vaker destructieve relaties. Daar moet je zo snel mogelijk uit weg. En dan moet je goed nadenken: 'Hoe komt het dat ik hier in beland ben?' Vaak hebben ze al heel snel signalen gevoeld dat er iets fout zat, dat er een machtsonevenwicht was. En in plaats van er dan de rem op te zetten, zijn ze er toch mee doorgegaan.»
Humo: In de liefdesoorlog strijden we met oneindig veel middelen. Vaak is de partner die de macht in handen lijkt te hebben, juist degene die ze eigenlijk ondergaan.
Ponnet: «Macht heeft vele gezichten. Als een sterke, zorgzame man zijn klagende vrouw verzorgt, lijkt het wel alsof hij de touwtjes in handen heeft, maar in feite is zij het die de agenda bepaalt. Ik wil nu niet suggereren dat iedere zieke partner die ziekte als wapen inzet om de ander onder controle te houden, maar het gebeurt. Ook vrouwen die hun eigen leven opgeven en zich volledig afhankelijk opstellen, definiëren daar vaak hun partner mee. Ze zetten hem vast in een rol: 'Jij moet nu voor mij zorgen.'
»In niets doen, weigeren, passiviteit, kan bijzonder veel macht zitten - dat wist Ghandi al. Conflicten volledig uit de weg gaan is een krachtig instrument. Stel dat iemand, telkens als jij zegt dat je iets niet tof vindt, daar niet op ingaat. Of dat hij, elke keer als jij hysterisch wordt, wegloopt en zegt: 'Wees toch niet zo emotioneel.' Dan zegt hij eigenlijk: 'Wat jij voelt, doet er niet toe voor mij.' Zo geeft hij jou het gevoel dat je niet erkend wordt.»
De romantische mythe
Humo: Kan je het afleren steeds weer op foute mannen of vrouwen te vallen? Anders gezegd: kan je je foute hechtingstijl bijsturen?
Ponnet: «Ja, je kan eraan ontsnappen. Niet op je twintigste, maar iemand die rijper is en ervaren heeft hoe funest het kan zijn om te afhankelijk of te autonoom in een relatie te staan, zal dat leren afblokken.
»Sommigen leren het ook binnen hun relatie beter te hanteren. Mensen die neigen tot afhankelijkheid leren bij zichzelf tot rust te komen, en hun eigen zelftroostende vermogen te ontwikkelen. En de autonome leert dan weer de ander in zijn of haar behoefte aan bevestiging tegemoet te komen. Als dat ze dat niet doen, loopt het op den duur gegarandeerd fout. De één begint harder te trekken waardoor de ander steeds harder wegloopt - en zo blijf je bezig, natuurlijk.»
Humo: Er zijn ook mensen, schrijf je, die een relatie beginnen met iemand waar ze niet verliefd op zijn. Speciaal om niet in dat patroon te hervallen.
Ponnet: «Ja, al gebeurt dat niet zo heel vaak - weinig mensen kunnen dat. Maar als je van jezelf weet dat jouw manier van hechten je steevast bij de verkeerde doet uitkomen, is dat wel een oplossing. Je hebt ook mensen die zeggen: 'Ik kan het niet meer opbrengen,' en besluiten alleen te blijven en alleen nu en dan losse seksuele contacten te hebben, of a friend with benefits. Ze zijn daar niet optimaal gelukkig mee, maar ze zeggen: 'Zo heb ik tenminste een leven dat functioneert.' Je kan het vergelijken met een alcoholist die de drank afzweert. Maar het is natuurlijk niet makkelijk. We hebben allemaal nood aan liefde en erkenning.»
Humo: Je schrijft ook dat, als ze een beetje inzicht verwerven in zichzelf en de ander, het mensen vaak lukt hun relatie te redden. Maar wanneer is in de oorlog de schade te groot? Wanneer moet je uit elkaar?
Ponnet: «Als de relatie echt destructief is en er sprake is van agressie.»
Humo: Is dat niet extreem laat?
Ponnet: «Zo extreem is dat niet. Als de machtstrijd niet beslecht raakt, loopt het vaak uit de hand. Veel therapeuten melden dat het geweld in relaties toeneemt. Je zou denken: 'De beschaving neemt toe, het geweld neemt af.' Maar het tegengestelde is waar.»
Humo: Hoe komt dat?
Ponnet: «Omdat de arena de laatste decennia is veranderd. Vroeger hadden mannen en vrouwen hun eigen domein - simpel gezegd: de vrouwen zorgden voor het huishouden en de kinderen, de mannen voor het inkomen. Nu bezetten mannen en vrouwen allebei die domeinen, en dus moet er over alles onderhandeld worden en is er over alles strijd mogelijk: geld, status, opvoeding, schoonheid, sportiviteit, persoonlijkheid. Al die dingen kunnen iemand het overwicht bezorgen.
»Bovendien voelen we ons ook in de maatschappij zoals die zich de laatste decennia aan het ontwikkelen is - minder sociale samenhang, minder werkzekerheid, veel concurrentie, geen duidelijke idealen en veel uiterlijk vertoon - steeds onzekerder. En mensen die zich onzeker voelen, wat doen die? Die proberen macht te verwerven.
»Er is zoveel aan het verschuiven. Vrouwen willen werken én ze willen kinderen, maar niemand weet precies hoe je dat het beste kan combineren, en welke rol de man in dat geheel moet spelen. De mannen zijn ook zoekende: tot waar laten we die vrouw in onze buurt komen? Wat willen wij van een vrouw in een relatie? Mannen voelen zich op dit moment door vrouwen bedreigd. Dat merk ik constant.
»Veel vrouwen zijn ook echt agressief. De strijdvaardigheid is bij hen soms echt te ver doorgeslagen. Vooral veertigers en vijftigers hebben dat sterk: daar zitten soms vrouwen bij om schrik van te krijgen. Ze komen uit gezinnen waar vrouwen nog tekortgedaan zijn, dragen dat met zich mee, en gaan daar, nu zij als vrouw wél mogelijkheden krijgen, vrij krachtig in door. Vrouwen van die generatie hebben natuurlijk ook zelf hun plaats nog moeten bevechten, ze hebben zelf dingen meegemaakt op het werk die denigrerend en seksistisch waren.»
Humo: Die vrouwen zijn ook vaak alleen.
Ponnet: « Ja. Het probleem is: ze zijn hoogopgeleid en onafhankelijk, en doen alles wat mannen doen, maar als het op het vinden van een man aankomt denken ze vaak nog zoals vrouwen van honderd jaar geleden. Dan willen ze iemand waar naar kunnen opkijken. Maar het evolueert: ik zie steeds meer jongen vrouwen relaties aangaan met mannen die niet per se meer moeten verdienen dan zijzelf.»
Humo: En die jongen mannen voelen zich daardoor niet bedreigd?
Ponnet: «Ook dat neemt af. Omdat mannen van twintig meer en meer zijn opgevoed door onafhankelijke vrouwen, en zulke vrouwen normaal vinden. Ze vinden een slimme, onafhankelijke vrouw interessant en aantrekkelijk - als ze tenminste zelf goed in hun vel zitten. Dat gaat vooruit.»
Humo: Je zegt ook dat we nog te weinig profiteren van alternatieve vormen van relaties.
Ponnet: «Ja. Het ideaalbeeld - dat zie je ook nog altijd in de reclame - blijft het traditionele gezin met twee kinderen en een hond, liefst een labrador. En dan samen wandelen langs het strand: ergens zit dat nog in ons hoofd als het hoogst haalbare. Dat verandert maar langzaam, terwijl het toch wel nodig is: anders blijf je de mensen die daar niet aan voldoen stigmatiseren. En met al die scheidingen stevenen we af op generaties met meer en meer hechtingsproblemen.
»We moeten beseffen dat we niet allemaal in die mal moeten passen van trouwen of permanent samenwonen op hetzelfde adres, en ons meer bewust worden van de andere mogelijkheden, en het potentieel daarvan voor een gelukkig relationeel leven. De latrelatie is voor veel mensen bijvoorbeeld een heel goed functionerende manier van samenzijn.»
Humo: Er is nu ook de website Second, voor mensen die een vaste relatie hebben maar nood hebben aan iemand ernaast - om die relatie vol te kunnen houden. Is dat ook een optie?
Ponnet: «Ik zag hier recent iemand die al een kind heeft met een man met wie het slecht is afgelopen. Zij had nu weer een kind had met een ander man, die haar ook niet de aandacht gaf die zij zoekt. Zij wil haar tweede kind besparen wat haar eerste is overkomen, en daarom wil ze niet scheiden. Maar omdat ze ook niet in een emotionele woestijn wil zitten, gaat zij nu die oplossing proberen. Ze zoekt nu on the side, iemand voor een seksuele relatie en wat affectie.»
Humo: Meer en meer mensen scheiden.
Ponnet: « Ja. Maar niemand ervaart scheiden als een oplossing. Het is altijd de laatste optie. Dat is
waarom ik 'Blijf bij me' heb geschreven: als onze relaties zo vaak mislopen, is het dan toch niet handig om eens te kijken naar de manier waarop we onze partner kiezen? Want daar ligt de kiem van de narigheid.
»In een wereld waarin alles maakbaar is en we dus ook zelf verantwoordelijk zijn voor alles, willen we zo graag geloven dat de liefde nog iets is dat ons overkomt, iets dan onherroepelijk zo moet zijn. We willen niet dat die liefde rationeel is, iets dat je kan analyseren en misschien ook zelf in goeie banen moet leiden. Maar waar heeft die romantische mythe ons gebracht? Zijn we zo verslaafd aan die illusie dat we dat we bereid zijn om alle ellende die eruit ontstaat erbij te nemen? Of kiezen we ervoor de dingen te zien zoals ze zijn, en nemen we daar vrede mee?»
Bots jij iedere keer op dezelfde problemen in je relatie? Dan is ‘Blijf bij mij', het nieuwe boek van Rika Ponnet zeker iets voor jou. Of: een boek over verschillende types die elkaar aantrekken - maar ook afstoten - , over machtsstrijd in een relatie én hoe je daar van af stapt, dàt is het nieuwe boek van Rika Ponnet. Een gesprek! Artikel van Frauke Joossen voor Flair.
Rika Ponnet: "Die machtsstrijd vind je steeds vaker terug in relaties. Die is er altijd geweest, maar in onze huidige maatschappij wordt die toch steeds groter. Mannen en vrouwen zijn steeds meer gelijkwaardig, waardoor je ook veel meer domeinen krijgt waarover ruzie kan worden gemaakt. Heel simpel: vroeger bleef de vrouw thuis en zorgde ervoor dat de kinderen groot werden, de man verdiende het geld en hield de tuin op orde. Hij moeide zich niet met het huishouden; dat was haar terrein. En zij had niets te zeggen over hoe hij aan geld kwam, zolang er maar loon was op het einde van de maand. Maar nu zet zij de vuilbak buiten, neemt hij vaderschapsverlof en poetsen we om de beurt. Logisch dat daar meningsverschillen over ontstaan. Want misschien vindt hij dat jij die financiën misschien toch op een andere manier zou kunnen beheren. En misschien vind jij dat het niet echt pedagogisch is dat hij jullie zoon of dochter een hele woensdagmiddag voor de tv plant. Hoe meer we op elkaars terreinen komen, hoe meer kans op conflict. Dat is ook niet erg: ruzie af en toe heb je nodig om dichter bij elkaar te komen. Het is de manier om een verschil tussen jullie op te klaren. Door het conflict ontdekken jullie elkaars grenzen en groeien jullie dichter naar elkaar toe. Als je het op een constructieve manier doet, tenminste. Want conflict, dat hebben we elk in onze eigen stijl. De een doet het door te bokken of weg te lopen, de ander roept de hele buurt bij elkaar of begint te huilen. Vaak merk je dat twee partners anders reageren bij ruzie. En daar verliezen ze elkaar, zodat ze uit elkaar groeien."
Ben jij zijn type?
Het kan dus ook anders. Het begint allemaal met inzichten. En daar helpt Rika's boek bij. Daarin legt ze uit dat je veilig en niet veilig gehechte mensen hebt.
Rika: "Het gaat allemaal terug naar je kindertijd. Van je ouders leer je wat liefde is. Kom je uit een harmonieus gezin waarin je op de juiste manier emotioneel werd gevoed, dan word je ‘veilig gehecht'. Dan zal je eigen relatie later vaak ook harmonieus zijn. Jullie zullen wel eens ruzie hebben, maar die op een volwassen, evenwichtige manier kunnen oplossen. Kreeg je die warme, veilige basis niet mee, dan is de kans groot dat je ‘niet veilig gehecht' wordt later. Die hechtingsstijl neem je mee in je leven en merk je het sterkst op in je liefdesrelaties. Daar herhaal je in grote mate de patronen die je als kind hebt aangeleerd.
We hebben twee belangrijke ontwikkelingsdomeinen:
1. autonomie: kun je voor jezelf zorgen, kun je problemen alleen het hoofd bieden zonder in paniek te raken?
2. in verbondenheid gaan met anderen: Om te overleven heb je anderen nodig. Kun je je hechten, hulp vragen en je laten troosten?
Bij veilig gehechten zijn die twee vrij goed in evenwicht. Bij niet veilig gehechten zie je twee grote types: de angstige en de vermijder."
Angstige of vermijder?
De Angstige: ontwikkelden hun autonomie niet genoeg als reactie op hun thuissituatie. Ze investeren te weinig in zelfontplooiing, maken zich volledig afhankelijk van anderen. Vragen voortdurend om aandacht, bevestiging, nabijheid en troost.
De vermijder: reageert net omgekeerd op de emotioneel onveilige thuissituatie: ze overontwikkelen hun autnomie en onderontwikkelen hun verbondenheid met anderen. Zijn vaak heel erg met carrière bezig, avonturiers. Gaan wel relaties aan, maar nemen daar van in het begin een ongelijke positie in: type reddersrelatie. Door die ongelijkheid waar ze naar op zoek gaan is het ook onmogelijk om tot echte intimiteit te komen. Vaak ook de sterke in de relatie, de dominante of diegene die zich zwijgend aanpast om alzo elk conflict uit de weg te gaan.
Angstige hartje vermijder
Rika Ponnet: "Natuurlijk zijn er niet een paar types mensen. Veilig gehechten kunnen een onderstroom van niet veilige hechting hebben. Net zoals iemand van (met) het ‘vermijderstype' ook stukjes van de angstige kan herkennen. Iedereen is uniek, maar door die onderverdeling in types hoopte ik mensen inzichten te bieden én tools aan te reiken om daarmee om te gaan. Wat ik heel vaak zie in mijn praktijk, is dat er een patroon is in de partner waar je op valt."
Tips van Rika
Ook het allereerste begin van je relatie is belangrijk. Natuurlijk moet je ‘gewoon' verliefd kunnen worden. Maar misschien is het, met de hechtingsgedachten in je achterhoofd, niet slecht om ook een stukje je verstand in te schakelen als je iemand leert kennen. Is dit iemand waar je een toekomst mee hebt? Is hij net zoals je exen iemand die niet aan jouw verlangens zal voldoen? Gaan jullie op een gelijkwaardige manier met elkaar om? Stel jezelf die vragen en durf ook te passen als je tot de conclusie komt dat hij wel heel leuk is, maar eigenlijk niet bij je past.
"Veilig gehechten zullen vaker vallen op andere veilig gehechten, terwijl vermijders angstigen aantrekken en angstigen vallen op vermijders. De angstige hoopt - onbewust - dat door de vermijder te ‘bekeren' - en dus zijn liefde en aandacht te krijgen - ze haar gevoel voor eigenwaarde kan opkrikken. Net zoals de vermijder onbewust verlangt om geheeld te worden door de reacties van de angstige. Maar in de praktijk is dat natuurlijk niet zo. Bij een conflict vraagt de angstige om aandacht en bevestiging, terwijl de vermijder dan net gaat lopen, letterlijk of figuurlijk. En zo ontstaan misverstanden. Want de angstige vraagt: bevestig mij. De vermijder kan dat niet, waardoor de angstige nòg angstiger wordt, nog meer aandacht en liefde vraagt en zo de vermijder meer en meer van zich wegduwt.
Het lijkt een uitzichtloze situatie, maar dat is het niet. Door inzichten te krijgen in wie jij bent als type en wie je partner is als type, komt er ook een rust die ervoor zorgt dat je anders kunt handelen of op z'n minst de boel kunt relativeren. Een stom voorbeeld: jullie hebben ruzie omdat hij zoveel tijd in zijn werk stopt. Jij - de angstige - zeurt dat hij je niet belangrijk vindt. Hij - de vermijder - vindt dat jij je aanstelt en belachelijk doet. Dat is immers hoe hij als vermijder reageert, hij loopt weg voor jouw emotie. Waardoor jij je miskend voelt, ongelukkig en hem nog meer probeert te claimen.
Als je wéét dat dit zijn reactie is, maar dat er iets anders onder zit, kun je de boel relativeren. Dan hoef je niet meteen te gaan krijsen en huilen - de dramaqueenact, zeg maar. Dan kun je rustig blijven - of een wandelingetje maken tot je rustig bent - en er over praten. Als jij op een kalme manier aan hem kunt uitleggen waarom je zo reageert, kom je een heel eind verder. Vaak is dat al voldoende om iets te veranderen in je relatie, soms is het een eerste stap op zoek naar hulp om knopen te ontwarren. Niet iedereen komt er uit met het lezen van een boek, maar toch ben ik er van overtuigd dat veel mensen hier iets aan hebben. En het wordt bevestigd: we zijn intussen aan de vierde druk van het boek, mijn mailbox zit vol met enthousiaste mailtjes,... Dat was de bedoeling!"
Ze werkt al jaren mee aan Libelle, als relatiedeskundige en met haar rubriek SOS Relatie. En nu is er Rika Ponnets boek ‘Blijf bij mij’. Om de liefde beter te begrijpen, en langer te laten duren. Interview voor Libelle van Carine Stevens.
Ze passeren onvermijdelijk de revue tijdens het lezen van ‘Blijf bij mij': de liefdesperikelen van zowat iedereen in je omgeving. Ineens begrijp je beter waarom die ene vriendin vaak de verkeerde mannen aantrekt, waarom je ouders altijd over hetzelfde ruziën en waarom je schoonzus zo in haar werk vlucht. En terugkijkend op je eigen relationele geschiedenis snap je ineens glashelder waarom het met die of die partner is fout gelopen. Confronterend én verhelderend. Relatiedeskundige Rika Ponnet is dan ook niet de eerste de beste. Je kent haar vast van haar maandelijkse Libelle-rubriek ‘SOS Relatie', waarin ze telkens een koppel aan het woord laat en samen met hen naar een oplossing zoekt. Of van relatiebemiddelingsbureau Duet, dat ze samen met haar man Mark runt. Of van radio of tv, waar ze een graag geziene gast is om relatie-items toe te lichten. En nu is er dus ‘Blijf bij mij'. In de inleiding belooft Rika Ponnet dat het lezen van dit boek je kijk op jezelf, je relatie, het leven zal veranderen. Dat het je partnerkeuze positief zal beïnvloeden als je single bent, en je relatie zal verstevigen als je een partner hebt. Oké, het zijn beloftes die in elk relatieboek worden gedaan. Maar deze keer heb je écht het gevoel een stukje wijzer te zijn geworden. "Fijn om te horen", zegt Rika Ponnet. "Ik denk echt dat dit boek, en de hechtingstheorie die ik daarin uit de doeken doe, een eye-opener kan zijn voor veel mensen."
In elke relatie woedt een machtsstrijd, is je uitgangspunt. Staat macht dan niet haaks op liefde?
"Ik merk dat veel mensen steigeren als ik de woorden ‘macht' en ‘relatie' in één zin gebruik. Niemand ziet zichzelf graag als machtsgebruiker, en zeker niet in de liefde. Vrouwen al helemaal niet. Die vinden macht een vies woord, iets waar ze in geen geval mee geassocieerd willen worden. Macht is voor hen: doelbewust anderen beïnvloeden om er je voordeel uit te halen. Met bijhorende beelden van bullebakken van mannen en champetters van vrouwen (lacht). Maar macht heeft veel gezichten en de wapens zijn niet altijd even herkenbaar. Het is ook de vrouw die haar looks inzet om een rijke man te strikken. De man die dagenlang zwijgt en mokt. De vrouw die de sekskraan dichtdraait om haar man een lesje te leren. De man die zich wentelt in de rol van zielig slachtoffer en veel aandacht vraagt. Ik weet dat macht een negatieve connotatie heeft, maar het is niets anders dan een strijd om controle, om zekerheid. Je wilt een veilig kader creëren waarin je in alle intimiteit kunt liefhebben en jezelf kunt zijn. En de kiem daarvan wordt al gelegd bij de start, als twee mensen elkaar ontmoeten en posities innemen."
Kun je al ergens op letten tijdens dat eerste contact?
"Wat vertel je over jezelf? Benadruk je je autonome en zelfstandige kant, en vind je het fijn om daarin bevestigd te worden? Of bewierook je de ander, omdat je wordt aangetrokken door zijn sterkte? Vraag je af of er voldoende gelijkwaardigheid is. Kies je een partner die afhankelijk van je is of word je zelf graag ‘gered'? Heel belangrijk, want uitgerekend wat je in het begin zo in elkaar aantrekt, wordt de basis van latere relatieproblemen."
Spelen al die rationele overwegingen wel een rol als je hopeloos verliefd bent?
"Mensen willen graag geloven in het sprookje van de romantische liefde, in de ontmoeting met die ene ware. Maar verliefdheid overkomt je niet zomaar; je hebt daar nog altijd een sturende keuze in. Of je je openstelt voor een bepaald type partner, daarover heb je wel degelijk controle. Je kunt leren van vroegere ervaringen en zo tot betere, bewustere keuzes komen. Met je hart én je hoofd."
Inzake partnerkeuze zit jij als relatiebemiddelaar op de eerste rij.
"Inderdaad, ik heb in de afgelopen twintig jaar vaak met mijn neus bovenop een beginnende relatie gezeten. Heel boeiend, en totaal anders dan het verhaal van een koppel dat al twintig jaar samen is en in een crisismoment mijn hulp inroept. Zo'n knoop is veel moeilijker te ontwarren. Ik ga dan steevast terug naar de beginfase: hoe hebben ze elkaar leren kennen, waarvoor zijn ze gevallen? Ook de SOS Relaties in Libelle begin ik niet toevallig altijd met het verhaal van de kennismaking. Door je af te vragen wat je toen zo aantrok in je partner, kom je uit bij eigen emotionele programma, bij de manier waarop je als kind liefde hebt ervaren en beleefd. Want je hechtingsstijl, de manier waarop je als volwassene in intieme relaties staat, gaat terug tot je eerste levensjaren, zelfs tot de zwangerschap. Mensen met een onveilige hechtingsstijl - zowat vijftig procent, trouwens - hebben het in relaties moeilijker, omdat ze zich ofwel te autonoom, ofwel te afhankelijk opstellen."
Ligt het dan allemaal al vast, zelfs de fouten die we in de liefde maken? Geen leuk idee.
"Maar tegelijk een bevrijdende gedachte, in die zin dat het niet allemaal je eigen schuld is. We gaan tegenwoordig te veel gebukt onder het geloof in de maakbaarheid van het leven, alsof we alles zelf in de hand hebben. Eigen schuld, dikke bult als je er een zootje van maakt - je had maar beter je best moeten doen. Dat is een verpletterende verantwoordelijkheid, die bovendien niet strookt met de realiteit. Uiteindelijk moeten we het toch doen met wat we hebben meegekregen. Dus ja: je hechtingsstijl ligt al vast, maar dat geldt ook voor je lichaamslengte en haarkleur. En als je aanleg hebt voor zwaarlijvigheid, is dat net zo goed een levenslang aandachtspunt."
Kan iemand met een angstige hechtingsstijl, die veel bevestiging nodig heeft, proberen om iemand te worden die met meer vertrouwen in relaties staat?
"Als je je bewust bent van je hechtingsstijl en die van je partner, kun je daar zeker mee aan de slag. Het helpt als je weet door welke bril je naar je relatie kijkt, en als je leert inschatten welke machtsstrijd zich daardoor ontplooit en hoe je escalatie kunt vermijden."
Heeft dit boek ook invloed gehad op je relatie?
"Tuurlijk, niet alleen door zo intensief over het thema na te denken, maar ook omdat het zo'n enorme klus is. Mark is trouwens mijn grootste criticus; hij leest alles na en wijst me meedogenloos op wat volgens hem niet helemaal correct is. En als je als koppel een thema uit de werksfeer bespreekt dat tegelijk je relatie aanbelangt, verloopt dat niet altijd even rimpelloos. De communicatielijnen tussen ons waren af en toe grondig verstoord, en soms zelfs even afgesloten. (lacht) Maar we slagen er altijd weer in om het gesprek op gang te brengen en begrip te hebben voor elkaars standpunt."
Je schrijft ook over hechting in je eigen leven.
"Enkele gebeurtenissen op rij hebben me aan den lijve doen ondervinden hoe ingrijpend hechtingsprocessen zijn. Eerst werd ik voor het eerst moeder, van een tweeling. Anna en Charlotte zijn nu vier jaar oud; via hen leer ik nog elke dag hoe hechting tot stand komt en hoe intens gelukkig dat maakt. Een half jaar later stierf mijn vader: ik ontdekte dat rouw ook echt rauw is en moest ‘onthechten' van iemand die ik graag had gezien en die er niet meer was. Tenslotte kreeg Mark een ernstig ongeval, gevolgd door een moeizame revalidatie en een zware periode voor ons, als gezin en als koppel. Mijn hechtingssysteem was in alarmfase. Wat hechting met je doet, ervaar je inderdaad vooral in de drie diepste verbondenheden in je leven: de band met je ouders, je geliefde en je kinderen. Zij zorgen voor geborgenheid, veiligheid en intimiteit, voor een basis van waaruit je je jezelf ontplooit en de wereld intrekt. Hechting is de kern van je leven, het maakt je tot de mens die je bent."
Na de eerste verliefdheid ontstaat in veel relaties een 'machtsstrijd': je ergert je aan kleine kantjes, je bent bang te veel van jezelf te moeten opgeven, er ontstaat een bepaalde sleur ... Maar hoe vermijd je dat die strijd het einde van je relatie betekent? Rika Ponnet probeert in haar boek Blijf bij mij de antwoorden te vinden. Interview van Bieke Van Gelder voor Primo.
Op de achterflap van je boek lees ik "Lees dit boek en je zult de liefde begrijpen". Kan dat dan?
Ponnet: Goh, dat is een moeilijke vraag, maar ik denk het wel. We koesteren allemaal het idee dat de liefde iets is wat ons overkomt, dat het iets mysterieus is, dat we er geen controle over hebben, alsof er iemand buiten ons is die dat stuurt. Dat is natuurlijk niet zo. ‘Graag zien' verloopt meestal volgens bepaalde patronen en is ook iets wat we leren als mens. Van zodra we geboren zijn, hechten we ons aan onze ouderfiguren en zij leren ons wat liefde is, hoe je liefde toont en ontvangt ... Onze definitie van wat liefde is, is dus eigenlijk iets zeer individueels en we hebben die grotendeels meegekregen van thuis uit. Ontdekken wat voor jou liefde is, daar gaat het om in dit boek. Want ‘de liefde' bestaat niet. Jouw liefde ziet er anders uit dan de mijne. Waar het in mijn boek om gaat, is dat ieder voor zichzelf ontdekt wat de ongeschreven regels zijn die men meegekregen heeft op het vlak van de liefde, want dat zegt veel over hoe je in een relatie staat. Als je daar een goed zicht op hebt, dan loop je veel minder de neiging of de kans om vast te lopen in conflicten.
De titel van het eerste deel is ‘De machtsstrijd'. Er staat ook ‘Geen liefde zonder strijd'. Dat klinkt allemaal niet erg romantisch.
Ponnet: We verwachten in een relatie om tot een bepaalde intimiteit te komen met een partner. Dat vergt een vorm van kwetsbaarheid en om je kwetsbaar te kunnen opstellen moet je een gevoel van controle hebben over de ander: zijn betrokkenheid, de duurzaamheid van de relatie ... Je wil graag zekerheid voor je je kwetsbaar opstelt. En elke relatie maakt die fase door. Je moet een zicht hebben op wie wat doet, wat je van elkaar verwacht op het vlak van affectie en aandacht, maar ook alledaagse dingen zoals het huishouden. Je kan zeggen dat dat iets onbenulligs is en niets met liefde te maken heeft, maar onder die afspraken schuilt iets anders. Als je op dat vlak makkelijk tot afspraken komt, dan spreekt daaruit dat je bereid bent om het nest dat je samen aan uitbouwt goed vorm te geven. Als je partner de vuilzakken buitenzet, dan zegt hij eigenlijk: "Ik ben bereid om die inspanning te leveren voor onze relatie". Daar waar het niet lukt, spreekt een onvermogen om te investeren in die relatie, om zich kwetsbaar op te stellen en ten volle tot intimiteit te komen. En dan begint de strijd.
Een pak van die dingen zijn volgens jou terug te brengen op ons hechtingsprofiel. Wat houdt dat precies in?
Ponnet: Die kennis over hechtingsprofielen en hun impact op relaties is niet nieuw, hoor. Vooral in de kinderpsychologie en kinderpsychiatrie wordt dat al zeer frequent toegepast. Het onderzoek naar hechting bij volwassenen is veel recenter en daar heb ik het vooral over in het boek. De manier waarop volwassenen in relaties staan is voor een groot stuk terug te voeren op de manier waarop we ons ooit gehecht hebben aan onze ouders én hoe zij zich aan ons gehecht hebben, want het is altijd een wederkerig proces. Ik probeer het in een notendop te verduidelijken: om te kunnen overleven komt er vlak na onze geboorte een hechtingsmechanisme op gang. De manier waarop ouders je leren uiting te geven aan zorg, nabijheid enzovoort, maakt dat je een bepaalde hechtingsstijl ontwikkelt. En dan zie je dat er veilig gehechte personen ontstaan als ouders voldoende kunnen inspelen op de noden van hun kinderen én als ze in staat zijn hun kinderen zich te laten ontwikkelen als autonome personen. Daar waar dat vermogen veel minder aanwezig is of ontbreekt, zie je dat er mensen ontstaan met een angstige of een vermijdende hechtingsstijl, of een combinatie van beide.
Je vermeldt in je boek dat ongeveer 50% van de mensen veilig gehecht is. De andere helft heeft dus een onveilige hechting. Is dat verontrustend?
Ponnet: Het is natuurlijk allemaal zeer gradueel. Ook bij degenen die in die andere hechtingsstijlen zitten zijn er mensen die goed functioneren binnen een relatie. Meestal zijn zo'n relaties wat turbulenter, maar die mensen zijn toch in staat om een vaste relatie uit te bouwen. Als je naar het rooster kijkt van de hechtingsstijlen, dan loopt het het vaakst fout bij mensen die zich aan de uitersten bevinden. Meestal zijn dat degenen bij wie het aan de oorsprong, in hun ouderrelatie dus, al moeilijk ging: mensen van wie de ouders absoluut niet aanwezig waren of zelf angstig waren, bijvoorbeeld. Zo'n situaties zorgen er dan voor dat je zelf moeilijk in een relatie staat. Maar zoals gezegd is dat allemaal heel gradueel en absoluut niet zwart-wit. Het is niet zo dat iemand met een angstige hechtingsstijl zijn hele leven lang alleen maar problematische relaties zal hebben. Mensen evolueren daar ook in: naarmate je ouder wordt, doe je andere ervaringen op en die kunnen corrigerend werken ten opzichte van de ervaringen die je in je kindertijd hebt gehad. Een periode samen zijn met iemand die veilig gehecht is, kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat je zelf zekerder wordt op of een veiligere manier met relaties kan omgaan. Het klinkt dus wel determinerend, en dat is het (voor) langs de ene kant ook. De mens is niet volledig maakbaar: hoe je ouders met je omgaan in je jeugd, bepaalt voor een groot stuk hoe je later in je leven staat. Langs de andere kant: binnen de krijtlijnen die vastliggen vanuit je opvoeding, zijn er nog veel evoluties mogelijk. Dat is het positieve aan het hele verhaal.
We hebben het tot nu toe alleen gehad over de impact van hechting binnen een relatie. Maar speelt die hechting ook een rol voor mensen die geen relatie hebben?
Ponnet: Vaak is geen relatie hebben een symptoom van een onderliggend probleem. Ik krijg vaak dertigers over de vloer die ongehuwd zijn, geen kinderen hebben en dan met een oppervlakkig verhaal aankomen dat ze de ware nog niet tegengekomen zijn. Ik geloof daar niet in. Als je daar dieper over doorpraat, dan hoor je effectief dat er wel kansen geweest zijn, maar dat men er nog niet klaar voor was. En ook dat gaat telkenmale terug op de hechting. De vraag die zo iemand zich moet stellen is "Waarom heb ik de mensen die op mijn pad gekomen zijn geen kans gegeven?". Essentieel in het hele verhaal is ook de partnerkeuze. Er wordt vandaag veel gepraat over problemen binnen relaties en mensen gaan dan in therapie, krijgen remedies en tips aangereikt ... Maar heel belangrijk is durven kijken naar je partnerkeuze, zeker als je nog alleenstaande bent.
Moeten we dan een partner kiezen met ons hoofd? Rationeler omgaan met de liefde?
Ponnet: Niet noodzakelijk rationeler, maar wel bewuster. Het is geen goed idee om als een kip zonder kop in een relatie te stappen, zeker wanneer je in het verleden ongelukkige keuzes hebt gemaakt. Een combinatie die heel vaak voorkomt is vermijdend-angstig omdat die twee elkaar aantrekken. Ze zijn eigenlijk elkaars tegenpool, maar toch bevestigen ze elkaar in hun wereldbeeld en lijken ze in eerste instantie tegemoet aan elkaars noden. De ene heeft heel veel nood aan iemand die sterk is en de ander krijgt bevestigd dat je alleen op jezelf kan rekenen als het erop aankomt, omdat hij een angstige partner ziet die zich heel afhankelijk gedraagt. Wat hen in elkaar aantrekt, wordt na verloop van tijd een groot probleem: de angstige wil almaar meer affectie en nabijheid ervaren, de vermijdende trekt zich daaruit terug, waardoor de angstige zich nog meer gaat vastklampen. Dat is dus een combinatie die vaak leidt tot relaties met veel machtsstrijd en conflicten ... Vandaar mijn pleidooi voor een doordachte omgang met partnerkeuze: vanuit zelfkennis te komen tot een duidelijk beeld van wat jij nodig hebt in een relatie en stem je keuze daarop af, want een bewuste partnerkeuze leidt vaak tot betere relaties en daar is iedereen bij gebaat.
Bij Anja Daems van De Madammen ging het over machtsstrijd, hechtingsstijlen, intimiteit, ...kortom over Blijf bij mij.
Ook in hechte relaties wordt er al eens geruzied. Of beter: juist in hechte relaties woedt er soms storm. "Intieme liefde is ondenkbaar zonder conflicten", stelt Rika Ponnet in haar nieuwe boek Blijf bij mij. De seksuologe linkt de manier waarop volwassen partners ruzie maken, aan de hechtingsstijl die ze ontwikkelden als kind. Artikel van Barbara De Munnynck voor Psychologies Magazine.
Love is a battlefield. De rockhit van Pat Benatar mag uit de 80s dateren, de stelling klopt nog steeds. Tussen twee mensen die hun leven delen en een gezin draaiende houden, woedt er altijd een machtsstrijd. Want samenleven is samen beslissingen nemen en daarbij rijst onvermijdelijk de vraag: wie er geeft toe en wie krijgt z'n zin? De top vijf van twistpunten onder koppels bestaat uit het huishouden, de carrières, geld, seks en de kinderen. "We leven in een maatschappij waarin de economische logica domineert", zegt Rika Ponnet. "Bijgevolg kijken veel koppels door die bril naar hun relatie: ‘Geef ik dit toe, wil ik dat in ruil.' In mijn praktijk stel ik vast dat mensen gauw vastlopen in zo'n extreem ‘voor wat, hoort wat' denken. Gek genoeg helpt het wanneer ik de economische symboliek doortrek en hun relatie presenteer als een ‘BVBA van de Liefde' met twee vennoten. Partners hoeven niet exact evenveel te investeren, om gelukkig te zijn met het rendement van hun relatie."
Ik, jij + wij = 3
Sterke, hechte koppels hebben weinig problemen met die denkswitch. Ze hebben geen moeite om hun relatie te bekijken als een soort van ‘derde poot' die hun twee persoonlijke polen verbindt. "Iedereen kent in z'n omgeving wel een koppel", zegt Rika Ponnet, "dat in conflictsituaties precies het goede doet. Zonder dat ze boeken hebben gelezen of therapie hebben gevolgd. Louter intuïtief, vanuit het instinct om hun verbondenheid, hun relatie te beschermen als iets kostbaars. Bij zulke koppels groeit een conflict over volle wasmanden nooit uit tot iets groter dan de strijkkamer. Een ruzie bedreigt niet meteen de relatie." Hechte koppels respecteren elkaars autonomie en hebben oog voor de noden van elk van de twee partners. Daarnaast voelen ze een diepe verbondenheid, die ze bewust voeden en verzorgen. Bij zulke koppels geldt: in de liefde is één plus één drie; er is een ik, een jij en een wij. "Ongeveer de helft van de bevolking kijkt zo naar relaties", weet Rika Ponnet uit onderzoek. "De andere helft kreeg als kind een andere wiskunde aangeleerd. Er zijn mensen die streven naar versmelting, naar twee partners in symbiose: één plus één blijft één. En er zijn mensen die niets van zichzelf willen opofferen voor een gezamenlijk liefdesproject. Bij hen blijft één koppel de som van twee individu's, zonder dragende derde poot."
Liefdeswiskunde
Hoe je als volwassene omgaat met een relatieconflict, heeft te maken met de ‘liefdeswiskunde' die je als kind van je moeder leerde. Had je een prettig gevoel van verbondenheid met haar, en stimuleerde ze tegelijkertijd je autonomie? Dan hoor jij bij die 50% lucky bastards voor wie één plus één als vanzelfsprekend drie is. Jij kunt in relaties zowel water bij de wijn doen als opkomen voor jezelf. Jij gelooft in de liefde en weet dat die bestand is tegen kleine stormen. "In psychologisch jargon spreken we van veilige hechting", zegt Rika Ponnet. "De band die een kind in de eerste drie levensjaren ontwikkelt met zijn of haar moeder - of algemener: met de belangrijkste zorgfiguur - bepaalt sterk de latere partnerkeuze en relatievaardigheden." Om als volwassene op een gezonde manier met intimiteit en met conflict te kunnen omgaan, moet je als kind een min of meer veilige hechtingsstijl hebben ontwikkeld. Rika Ponnet: "Honderd procent veilige hechting bestaat niet. Er zijn geen perfecte mensen en dus ook geen perfecte moeders. Niemand krijgt als kind het ultieme evenwicht aangereikt tussen verbondenheid en autonomie. Maar pakweg de helft van ons kreeg van thuis een werkbare mix mee: een basisvertrouwen in zichzelf, in andere mensen en in relaties. Dat volstaat om te spreken van veilige hechting." Jammer genoeg loopt het bij één op de twee kinderen anders. Zij ontwikkelen een onveilige hechtingsstijl en dragen die mee in hun volwassen liefdesleven.
Vastklampen of weglopen?
Ons denkkader, ons liefdesvermogen wordt gevormd door onze eerste intieme relatie. Sommige moeders zetten om uiteenlopende redenen te sterk in op de verbondenheid met hun baby of peuter. Ze betuttelen hun kind en houden het klein. Dat leidt tot volwassenen die dromen van versmelting en intense relaties. Andere moeders overdrijven in het beklemtonen van autonomie. Zij leren kinderen om alleen op zichzelf te vertrouwen, waardoor ze op latere leeftijd weglopen van de liefde of bewust kiezen voor lat-relaties. Rika Ponnet: "Bij onveilig gehechte kinderen is het evenwicht tussen verbondenheid en autonomie verstoord. Ofwel is het hechtingsmechanisme overdreven geactiveerd: dan krijg je angstige volwassenen, die zich vastklampen aan hun partner. Ofwel is het hechtingsmechanisme gedeactiveerd: dan krijg je ‘vermijders', die hun relatie weigeren ernstig te nemen. Een kleine restgroep heeft een ambivalente hechtingsstijl en schippert tussen de onveilige extremen. Dat maakt hun partnerrelaties helemaal problematisch."
Soort zoekt soort (soms)
Veilig en onveilig gehechte mannen en vrouwen hebben een neus voor elkaar. En op dit niveau geldt: soort zoekt soort. Rika Ponnet: "Dat verklaart waarom sommige koppels quasi moeiteloos conflicten uitpraten, terwijl een ruzie bij anderen meteen escaleert." Twee veilig gehechte partners investeren gemakkelijk in hun relatie omdat ze op de liefde durven vertrouwen. Bij twee onveilig gehechte partners is dit basisvertrouwen er niet. Zij maken sneller en langer ruzie omdat hun hechtingssysteem meteen alarm slaat. Rika Ponnet: "Een onveilig gehechte, angstige volwassene zal in een banaal relatieconflict meteen het bewijs zien dat de partner ervandoor wil. Met als reactie: grote ruzie en heftig aanklampen." Dit werkt contraproductief, want op dit niveau - binnen de Onveilige Club - trekken tegenpolen elkaar aan. Een angstig gehechte volwassene heeft een laag zelfbeeld en zoekt een sterke partner om mee te versmelten. Het buikgevoel kiest dan bijna altijd voor een ‘vermijder', want die straalt kracht uit en autonomie. Rika Ponnet: "Zo wordt een kleine ruzie bij een onveilig gehecht koppel al snel een noodlottige dans. Want hoe meer de angstige partner gaat klampen, hoe harder de vermijdende partner wil weglopen."
Tussen de krijtlijnen
Naar schatting is 50% van de volwassenen veilig gehecht, 20% angstig, 20% vermijdend en een onduidelijke restgroep is ambivalent. De kans dat je dezelfde hechtingsstijl hebt als je moeder is immens. Twee op de drie volwassenen ontwikkelden hun hechtingsstijl als jong kind. Dat wil zeggen dat die bij één op drie toch verandert tijdens het opgroeien. Veilig gehechte kleuters die als tiener de dood of de (v)echtscheiding van hun ouders meemaken, kunnen een onveilige hechting verwerven. Omgekeerd kunnen angstige of vermijdende adolescenten door een vroege liefdesrelatie met een veilig gehechte partner nog switchen van stijl. Grofweg zet je kinderlijke hechtingsstijl echter de krijtlijnen uit: die bepaalt tot welke partner je als volwassene bent aangetrokken en hoe je ruzie binnen een liefdesrelatie beleeft. Een angstige of vermijdende persoon zal nooit zo gezond en vol vertrouwen leren ruziën met z'n lief als een veilig gehechte persoon, maar er is wel evolutie mogelijk. Inzicht in jezelf en in je partner helpt.
Eerste hulp bij conflicten
De kracht van Blijf bij mij is dat het boek een interessante bril biedt (‘hechtingsstijlen') om te kijken naar relaties en conflicten. Het boek verheldert de dynamiek tussen twee partners. Ook als je veilig gehecht bent, steek je er veel van op. Rika Ponnet: "Honderd procent veilige hechting is een utopie. Veilig gehechte mensen hebben meestal een onderstroom van hetzij angstig, hetzij vermijdend gedrag. Dat bepaalt hoe ze omgaan met conflicten."
Onveilig gehechte mensen kunnen op drie fronten werken aan betere partnerrelaties:
Ken jezelf: Denk eens na over de relatie met je moeder, de relatie tussen je ouders, je hechtingsstijl. Hoe veilig is die? Ben je eerder angstig of vermijdend? Als je begrijpt waarom je op een bepaalde manier op intieme conflicten reageert, kun je dat ook uitleggen aan je partner. Zodra je beseft dat je onveilig gehecht bent, kun je kiezen voor een (eerder) rationele partnerkeuze. Extreem angstig gehechte mensen worden aangetrokken tot grote vermijders, maar op lange termijn werkt zo'n verbintenis niet.
Ken je partner: Hoe veilig gehecht is je partner? Welke onderstroom heeft hij/zij? Zodra je weet dat jij nogal angstig bent en je lief nogal vermijdend, hoeven jullie ruzies niet meer te escaleren bij elke dichtslaande deur. Hij/zij maakt nu eenmaal ruzie door zich af te sluiten. Jij vreest dan het einde van de relatie, maar dat is jouw angst, niet de realiteit. Dat inzicht haalt de stoom van de ketel.
Investeer in je relatie: Denk niet: ‘Wat ik doe voor jou, moet jij op één of andere manier terugdoen voor mij.'
Denk beter: ‘Wat kan elk van ons doen voor de relatie, zodat die ons allebei gelukkig houdt?'
"Hoe we onze partner kiezen, hoe we van elkaar houden, hoe we ruzie maken en het bijleggen of scheiden: onze liefdesstijl wordt geprogrammeerd terwijl we nog in de luiers lopen." Rika Ponnet schreef een helder, soms confronterend boek over hoe prille ouderliefde bepaalt hoe we later in relaties staan. Interview van Ilse Degryse voor De Morgen.
De beloftes die relatiedeskundige Rika Ponnet doet in het openingshoofdstuk van Blijf bij mij, zijn niet de minste. "Lees dit boek en je zult de liefde begrijpen", schrijft ze. "Je kijk op jezelf, op je relatie, op het leven zal voor altijd veranderen." En: "Ik beloof je een methode om als single je partnerkeuze te verbeteren en om in een relatie jezelf en je partner weg te voeren of te houden van het mijnenveld dat de machtsstrijd is."
Ponnet beweert dat ze "de code" gekraakt heeft "om relaties en relatieproblemen te ontcijferen". Daarvoor moeten we volgens haar terug naar onze kindertijd, want "onze liefdesstijl wordt geprogrammeerd terwijl we nog in de luiers lopen". Cruciaal zijn de eerste drie levensjaren. Hoe we dan liefde ervaren van onze ouders, en vooral van onze moeder, bepaalt welke hechtingsstijl we ontwikkelen. Die hechtingsstijl nemen we mee naar ons volwassen leven. Hij dicteert ons hele leven lang hoe we onze partner kiezen, hoe we van elkaar houden, hoe we ruzie maken en het al dan niet weer (kunnen) bijleggen, hoe we scheiden en elkaar loslaten. Da's een hele boterham. In haar kantoor in Gent, waar ze samen met haar echtgenoot al zeventien jaar het relatiebemiddelingbureau Duet runt, licht Ponnet stap voor stap toe wat ze bedoelt.
U onderscheidt vier hechtingsstijlen.
"Ik niet alleen. Er wordt al decennialang gedegen wetenschappelijk onderzoek naar gedaan. Algemeen wordt aangenomen dat de helft van de volwassenen een veilige hechtingsstijl heeft. Een vijfde is angstig gehecht, een vijfde vermijdend-afwijzend en de rest combineert de angstige en de vermijdende stijl."
Beginnen we met de meerderheid: de veilig gehechten.
"Zij hebben warmte en geborgenheid ervaren bij hun ouders en bijgevolg staan ze makkelijk in het leven. Hun grootste talent is om relaties met anderen uit te bouwen. Intimiteit jaagt hen geen schrik aan. Ze hebben vooral ook (zelf)vertrouwen genoeg om in conflict te durven gaan. Ruzies zijn iets zeer intiems omdat ze een explosie van emoties zijn. Veilig gehechten worden daar niet angstig of onrustig door. Niet bij elk conflict bekruipt hen de verlammende angst dat ze verlaten zullen worden of de beklemmende drang weg te moeten uit de relatie. Neen, ze kunnen het conflict reduceren tot wat het is. Ze laten het niet uitdijen tot de totaliteit van de relatie of van hun partner."
Dat klinkt abstract.
"Een voorbeeld. Stel dat ik je gevraagd heb om voor mij een doos balpennen mee te brengen. Jij bent dat vergeten. Als ik veilig gehecht ben, ga ik er in vertrouwen van uit dat jij het beste met me voorhebt en dat mijn vraag gewoon uit je gedachten is gegaan. Als ik angstig gehecht ben, zou ik daar direct het idee aan verbinden dat jij me wil kwetsen, dat je me eigenlijk niet graag hebt en bij me weg wil."
Angstig gehechte mensen hebben last van verlatingsangst?
"Dat is de populaire term die je daaraan kan verbinden. Angstig gehechten hebben veel nood aan affectie, aan zekerheid. Ze willen dat hun partner erg beschikbaar is. Niet dat hij daarom altijd fysiek aanwezig moet zijn, maar ze moeten wel het gevoel hebben dat hij klaar staat. Angstig gehechten zijn de types die tien sms'jes per dag sturen of voortdurend mailen. Ze vragen continu om aandacht. ‘Zie mij! Zorg voor mij!"
Het zijn ook erg dominante mensen, schrijft u.
"Klopt. Ze zijn trouw, maar zeer veeleisend. Ze zijn erg claimend naar hun partner toe. Angstig gehechten hebben vaak ouderfiguren gehad die zelf ook angstig waren. Ze hebben hun kind het gevoel meegegeven dat het het alleen niet zal redden in de boze wereld."
De afwijzend-vermijdende types daarentegen hebben last van bindingsangst.
"Zij zitten helemaal in de andere hoek. Vermijders hebben moeite met intimiteit. Ze hebben veel ruimte voor zichzelf nodig. Ze worden onrustig van de constante nabijheid van de ander. Als kind moeten we ons ontplooiien op twee domeinen: we moeten onszelf ontwikkelen tot een autonoom persoon, maar om te overleven hebben we ook andere mensen nodig en moeten we investeren in verbondenheden. Vermijders hebben sterk ingezet op autonomie, vanuit het gevoel dat de ander er nooit voor hen zal zijn. De vermijder durft zich niet kwetsbaar op te stellen en gaat gevoelens uit de weg. Ze hadden een moeder en/of vader die emotioneel niet beschikbaar was of die erg afwijzend was. Ze komen uit gezinnen waar niet over emoties gepraat werd."
Paradoxaal genoeg trekken angstigen en vermijders elkaar aan.
"Daar zit wel een logica in, omdat ze het antwoord zijn op elkaar noden en elkaars wereldbeeld bevestigen. De angstige denkt dat die autonome sterke wel voor hem zal zorgen en stelt zich van meet af aan onderdanig op. Dat bevestigt die sterke in zijn zelfbeeld, namelijk dat de anderen zwakker zijn en hij dus enkel op zichzelf kan vertrouwen. In de eerste maanden van de verliefdheid levert dat geen problemen op, want dan is bijna alles nog seksueel. Maar als ze voorbij die eerste grote aantrekking komen, merken ze dat ze een slecht antwoord zijn op elkaars noden. De angstige wil meer nabijheid dan de vermijder bereid is te geven en die laatste ervaart dat als vermoeiend. Hij gaat zich terugtrekken, waardoor de angstige nog angstiger wordt en extremer gedrag aan de dag gaat leggen om toch een reactie uit te lokken."
Voor de angstige is ruzie maken een schreeuw om aandacht.
"Ja, het is een kinderlijke strategie. Dat zie je ook heel goed bij vechtscheidingen. Dat zijn in feite huwelijken die voortgezet worden omdat mensen elkaar niet kunnen loslaten. De ene partij is vaak de rust en de rationaliteit zelve, terwijl de andere conflicten blijft zoeken. De omgeving denkt dan: waarom laat die ene die ander nu niet met rust? Maar het is het patroon van het huwelijk dat verdergaat. De vermijder die zeer cool omgaat met elke emotie aan de andere kant - ook een kinderlijke strategie: je loopt er gewoon van weg -, geeft voortdurend de boodschap dat wat die ander voelt onnozel is en niet legitiem. Dat komt zeer afwijzend over. Als je ruzie maakt, voel je tenminste nog betrokkenheid bij die ander."
De angstige vermijders, de vierde categorie, hebben volgens u het aan kortste eindje getrokken in de liefde.
"Dit zijn typisch de mensen uit de showbusiness, die de Dag Allemaals vullen met hun turbulente liefdes en waar we allemaal zo graag over lezen. Ze leven op een erg passionele manier. Ze gaan naar de toppen van de bergen, maar baggeren ook in de diepte van de zee. Ze zoeken elkaar op en hebben haast bipolaire relaties. Het is een voortdurend aantrekken en afstoten."
Zij vinden veilig gehechten saai en middelmatig.
"Wie veilig gehecht is, haalt die hoge toppen nooit, maar ook die diepe dalen niet. Veilig gehechten hebben een plafond, maar ook een bodem. Ze kunnen vooral goed maat houden. Angstig-vermijdende types zijn vaak creatievelingen en zij bepalen in onze maatschappij het stereotiepe beeld van de liefde. Ze schrijven liedjes en boeken, staan op een podium, komen met hun verhaal in de media. Ik hoor het mensen hier vaak zeggen: ‘Als mijn liefdesleven niet passioneel is zoals in de film, is dat toch een teken dat het niet goed zit.' Neen! De kans dat ze die hoge toppen niet zullen meemaken, is voor de meeste mensen inderdaad klein. Maar dat ze daar maar blij om zijn, want in dat diepste dal wil je ook niet zijn."
De ondertitel van uw boek is: ‘Hoe we in relaties strijden om macht en intimiteit'. Wat hebben macht en liefde met elkaar te maken?
"Het woord macht roept veel weerstand op als je het gebruikt in een context van relaties. Vooral vrouwen hebben er moeite mee om zichzelf als machtsuitoefenaar te zien. Toch is het cruciaal om te beseffen dat je zelf ook behoefte hebt aan macht."
Ook in gezonde relaties zit er macht?
"Jazeker. Mensen zoeken ook geen macht om de macht. Macht is een middel om een gevoel van veiligheid en intimiteit te krijgen in onze relatie."
Dat moet u uitleggen.
"Als de verliefdheid wat bekoeld is, begint de machtsstrijd. Koppels ervaren dat niet alles wat ze willen, mooi op elkaar aansluit. Ze botsen. Zij wil kinderen, hij niet. Zij wil verre reizen maken, hij niet. De strijd gaat erover wie wat wanneer beslist. Wie domineert en wie past zich aan? Veilig gehechte mensen voeren die gevechten ook, maar ze vinden telkens het evenwicht terug. Ze sluiten compromissen. Ze komen los van hun eigen wensen en verlangens en daar wordt de relatie duurzamer van. Onveilig gehechten stranden in die machtsstrijd doordat ze hun kinderlijke liefdesstrategieën de bovenhand laten nemen. Op den duur wordt er voor van alles en nog wat gevochten en neemt de strijd groteske vormen aan. Een voorbeeld: de man is het een doorn in het oog dat er altijd stapels papier op de tafel in de woonkamer liggen. Hij zou het liever wat ordelijker hebben, maar zij is een sloddervos. Veilig gehechten komen elkaar tegemoet. Ze geven ieder wat van hun macht op ter wille van de veiligheid en geborgenheid in de relatie. Een volledig leeg tafelblad zal niet lukken, maar ze beperken het tot één stapel papier. Onveilig gehechten kunnen dat niet of veel moeilijker. Ze kunnen de macht niet delen, willen de controle behouden."
De band met onze ouders bepaalt onze hechtingsstijl. Dus we zijn gedetermineerd vanaf onze vroege jeugd en raken er nooit meer vanaf. Is dat niet heel fatalistisch? En legt dat niet heel veel druk op ouders?
"Het is vooral een realistisch idee. We zijn er in positieve zin van overtuigd dat opvoeding belangrijk is, maar erkennen veel moeilijker dat we ook dingen doorgeven die niet zo fantastisch zijn. We herhalen in onze relaties - met onze partner, maar ook met onze kinderen - de patronen die we thuis gezien hebben. Ik vind dat geen probleem. Het is eerder een bevrijdende gedachte zelfs. Ouderschap is niet enkel datgene wat jij doorgeeft aan je kinderen. Daar hebben je ouders en je grootouders en alles wat daarvoor komt ook een impact op. Wat ik pas beklemmend vind, is de typisch Amerikaanse gedachte dat jij als individu de volledige verantwoordelijkheid draagt. Als het niet goed gaat met jou of met je kinderen, heb jij gefaald. Zo is het niet. Je staat daar niet als individu. Je maakt deel uit van een systeem."
Je zult maar onveilig gehecht zijn. Is het dan echt onmogelijk om van hechtingsstijl te veranderen?
"Dat kan tot op zekere hoogte, in positieve en in negatieve zin. Kom je als onveilig gehechte terecht bij een veilig gehechte partner, dan kan die je vertrouwen helpen groeien. Omgekeerd kunnen negatieve ervaringen van een veilig iemand ook een angstig of vermijdend individu maken. Als veilig gehechten zich bijvoorbeeld binden aan een vermijder, steekt er bij die eerste toch wel wat angst de kop op. Het zijn dus zeker niet alleen je ouders die je hechtingsstijl bepalen. Ervaringen spelen een rol, maar de basis wordt wel gelegd in de eerste levensjaren. Daar start het. Overigens bestaat er niet zoiets als de volmaakt veilig gehechte mens. Niemand heeft perfecte ouders gehad. Er is ook bij veilig gehechten altijd een angstige of vermijdende onderstroom."
U geeft ook advies in uw boek. De allerbelangrijkse tip is: ken uzelf.
"Je hechtingsstijl ligt vast, maar als je de kinderlijke mechanismen onderkent die spelen in je volwassen relatie, kun je er beter mee om."
Een tweede advies is om slim je partner te kiezen. Weinig romantisch is dat.
"Ik pleit zeker niet voor een rationele partnerkeuze. Verliefdheid is een belangrijke bron in een relatie. Maar mensen die onveilig gehecht zijn en al een paar keer in een destructieve relatie zijn beland, denken beter twee keer na voor ze opnieuw met iemand in zee gaan. Laatst had ik hier een angstig-vermijdende vrouw van veertig met een aantal verwoestende relaties achter de rug. Dat wou ze niet meer. Ze is in een relatie gestapt met een man op wie ze niet verliefd was, maar bij wie ze zich wel erg veilig voelde. Het was geen passie, maar ze had een warm gevoel bij hem en dat is tot liefde uitgegroeid. Soms mist ze de roes wel, maar ze weet ook dat dat geen goeie kracht is in haar leven."
Het helpt ook om ‘de relatie' als derde partner te zien, schrijft u.
"Voor veel mensen werkt dat heel goed. Het economische denken is sterk doorgedrongen in relaties. Mensen zijn gefocust op wat ze eruit halen. Het vermogen om onvoorwaardelijk en zonder te rekenen dingen te doen voor je partner is sterk afgenomen. We willen dat alles rendeert en opbrengt. Als je vastgelopen bent in de machtsstrijd, kan het helpen om je voor te houden dat je dingen doet voor je relatie, voor wat jullie samen hebben in plaats van voor je partner. Het is een techniek om niet te blijven vasthangen in het rekenen."
Een andere tip is om te bedenken hoe je met je kinderen en huisdieren omgaat en daar lessen uit te trekken.
"Ik heb lang katten gehad. Als zij mijn zetel kapotkrabden, was ik daar even woest om. Maar het volgende moment zat ik ze al weer te aaien, want ze doen dat toch niet met opzet. Bij huisdieren en kinderen zijn we niet achterdochtig zoals vaak wel bij onze partner en kunnen we het probleem reduceren tot wat het is. Positief bevestigen is nog zoiets. We doen dat naar onze kinderen allemaal erg veel. ‘Flink gedaan! Wat zie je er mooi uit, meisje!' Hoe vaak zeggen we dat tegen onze partner?"
Laatste tip: we moeten de traditionele mal van het huwelijk loslaten en andere relatievormen overwegen.
"We zien het klassieke standaardgezin te veel als top in de hiërarchie. Dat is een foute redenering. Ik ontmoet mensen die afwijzend-vermijdend gehecht zijn en voor wie het hoogst haalbare een latrelatie is. Dankzij de vrije moraal die nu heerst, kan dat ook. We moeten meer gebruik maken van de variatiemogelijkheden die er zijn. Dat we dat niet doen, is een belangrijke reden waarom er zoveel gescheiden wordt."
Is dit ook een pleidooi voor een open huwelijk?
"Neen, echte intimiteit kan alleen exclusief zijn. Seks met verschillende partners doet daar afbreuk aan. Meestal is het ook een van de twee partners die kiest voor het open huwelijk en de andere die zich aanpast. Dan zit je weer in die destructieve machtsstrijd."
Heb jij ook het gevoel dat jullie ruzies altijd over hetzelfde gaan? Vraag je je af waar het bij jullie af en toe misloopt? Dan is het nieuwe boek ‘Blijf bij mij' van Rika Ponnet iets voor jou. Zij vroeg zich de afgelopen jaren vaak af hoe het toch komt dat zoveel koppels uit elkaar gaan. Ze merkte dat een echte machtsstrijd meestal aan de basis lag van hun problemen. Ze ging op zoek naar het waarom van die strijd en kwam zo tot een vernieuwende kijk op relaties, een boek vol inzichten. En dat is het begin van alle wijsheid... Interview van Frauke Joossen voor Vitaya Magazine.
Je kunt haar inmiddels de relatiegoeroe van Vlaanderen noemen: seksuologe Rika Ponnet helpt, samen met haar echtgenoot en team, mensen aan een partner met het relatiebemiddelingsbureau Duet én ze zorgt er als therapeute en auteur voor dat relaties blijven lopen. Haar gloednieuwe boek (‘Blijf bij mij, hoe we in relaties strijden voor macht en intimiteit') geeft inzicht in de complexe wereld die relaties heet. Want waarom trekken tegenpolen elkaar aan, maar stoten ze elkaar vaak na een tijd ook weer af? Waarom kiezen veel mensen telkens voor een ‘foute' partner? En waarom gaan ruzies binnen je relatie altijd weer over hetzelfde? Het zijn maar een paar van de - heel herkenbare - vragen die Rika Ponnet aan de hand van praktijkvoorbeelden beantwoordt in haar boek.
Rika: "In 2006 schreef ik voor het eerst een boek en toen heb ik gezworen dat ik er nooit meer een zou schrijven. Het is écht wel stressy, en ik heb het eigenlijk al te druk. En kijk, nu doe ik het weer... (lacht). Ik doe het tóch, omdat ik denk dat veel mensen er iets aan kunnen hebben. Zo is het met het eerste boek ook gegaan. Toen ging het me vooral om het beeld, de misvattingen rond singles. Ik zag in mijn praktijk en bij Duet zoveel zoekende mensen die heel veel vragen hadden over de liefde. In die tijd had je de twee uitersten: de zielige single die alleen thuis op de bank zat, en de Sex and the City-single die helemaal happy was in haar eentje. Wie herkent zich nu in één van die twee? Ik wilde een eerlijker beeld schetsen. Net zoals ik in ‘Blijf bij mij' een eerlijker beeld wil schetsen over relaties."
Het is een relatieboek. Valt er dan nog iets nieuws vertellen op dat vlak?
"Ik ben niet de vrouw van tien tips en dertig weetjes - zoals er veel boeken zijn. Ik probeer geen pasklare oplossing te verkopen, want die ís er niet. Ik probeer wél om inzichten te bieden. En inzichten zijn vaak een - grote - eerste stap naar verandering. Dit boek is het resultaat van mijn zoektocht. Sinds mijn eerste boek ben ik zelf ook geëvolueerd natuurlijk. Toen al intrigeerde me heel erg de partnerkeuze die mensen maken."
Hoezo?
"Ik zag bij Duet dat mensen vaak telkens opnieuw dezelfde, ongelukkige keuzes maakten. Op een bewust niveau wisten ze goed genoeg wat een fijne partner is, maar ergens was er iets dat hen telkens opnieuw stuurde in de richting van een ongelukkige keuze. Alsof ze zo geprogrammeerd zijn. Later zag ik dan meer mensen die een relatie hadden beëindigd en heel erg op zoek waren naar een verklaring. We scheiden almaar vaker, relaties lopen vaker op de klippen. De verklaring die daar vaak voor wordt gegeven, is ‘de veranderende maatschappij'. Vroeger was scheiden niet alleen sociaal not done, maar ook praktisch en financieel ontzettend moeilijk. Daar kan ik voor een deel zéker in meegaan. Meer mensen scheiden omdat ze het kunnen. Maar dat kon toch niet het enige zijn? Ik ben me gaan verdiepen in wáár precies relaties mislopen. En eigenlijk zie je dan altijd dat het op de machtsstrijd binnen een relatie is."
Maar die machtsstrijd, die was er vroeger toch ook al?
"Natuurlijk, maar door onze veranderende maatschappij is er toch een wezenlijk verschil. Vroeger werd er misschien minder gescheiden, maar dat wil niet zeggen dat het allemaal gelukkig getrouwde mensen waren. Maar omdat weggaan geen optie was, had je ook een lagere verwachting van het huwelijk. Uiteindelijk hebben we onszelf de duvel aangedaan met het hele romantische liefdesideaal, de Hollywoodmythe. In films en liedjes gaat het altijd over de uitersten. De ideale liefde, de perfecte relatie. Niemand heeft zo'n relatie, maar er is wel een groep mensen die zich vragen gaat stellen bij hun relatie omdat die niet ‘zoals in de film' is."
Zijn we veeleisender geworden in relaties?
"We zijn meer een emo-maatschappij geworden. Alles wordt ‘gevoeld'. Ik ben geen pleitbezorger van het verstandshuwelijk. Er moet natuurlijk verliefdheid en aantrekkingskracht zijn. Maar je moet ook je verstand laten meespreken bij je partnerkeuze. Verliefdheid is de illusie van intimiteit. Echte intimiteit komt pas later, als je elkaars minder mooie kanten hebt gezien en nog altijd voor elkaar kiest. Als je in het begin van je relatie niet alleen voelt, maar ook nadenkt, bijvoorbeeld over jullie achtergrond en doelen in het leven, vermijd je veel problemen."
Zijn er nog meer veranderingen die een rol spelen?
"Man en vrouw komen meer op elkaars terreinen. Heel simpel gesteld zorgde vroeger de man voor het loon, de vrouw voor het huishouden. Nu doen mannen en vrouwen dat allebei. Daardoor moet je vaker overleggen en is er dus ook meer kans op een conflict. Nu is een machtsstrijd in principe geen probleem, die heb je in elke relatie. Het hoort bij het uitzoeken van wie je bent, wie de andere is en hoe jullie samen je relatie kunnen doen werken. De machtsstrijd heb je nodig om je plek binnen je relatie te vinden. Daarom zal je die strijd ook af en toe opnieuw krijgen. Daar is dus niets mis mee, alleen zie ik wel - sla er de echtscheidingscijfers maar op na - dat die machtsstrijd vaker verzandt of escaleert en een koppel uit elkaar gaat. In de zoektocht om dat te verklaren, kwam ik automatisch uit bij de rol die de persoonlijke achtergrond en geschiedenis spelen bij je partnerkeuze, én de theorie rond hechting."
En die is?
"Als mens leren we allemaal wat liefde is bij onze eerste zorgfiguren, meestal onze ouders. De manier waarop zij met ons hechting, emotionele binding tot stand brengen, de manier waarop zij voor ons zorgen, tegemoet komen aan onze noden en behoeftes, is de basis voor al onze latere relaties. Die hechtingsstijl komt nadien het sterkst tot uiting in onze liefdesrelaties, bij onze partnerkeuze. Daar herhaal je in grote mate de patronen die je thuis meegekregen hebt. Tenslotte geef je die hechtingsstijl weer door in de relatie met je kinderen, de derde, echt diepgaande binding in ons leven. Kijk je naar de manier waarop mensen in relaties gaan staan, wat hun gevoeligheden, tekorten en diepe verlangens zijn, dan heb je ook de sleutel tot de machtstrijd binnen relaties. Neem nu de vaak gehoorde klacht bij koppels dat een van hen te veel zaagt of de ander niet wil luisteren. Dat wordt dan al eens gezien als typisch vrouwelijk of mannelijk gedrag en dan volgen meestal tips in de zin van ‘spreek hem aan op het juiste moment'. Op een dieper niveau gaat het vaak over andere dingen. Zij heeft dan veel nood aan bevestiging, aan aandacht, hij juist aan tijd voor zichzelf, aan vrijheid. Hij ervaart haar nood aan het delen van emoties dan als verstikkend, zij ziet zijn nood aan ‘zijn ding doen' als haar afwijzen, haar niet graag zien. En zo trekt de machtstrijd zich op gang, met als inzet: hoe krijg ik de ander zo ver dat hij of zij tegemoet komt aan mijn diepste noden, aan de tekorten die ik vanuit mijn opvoeding heb ervaren. Zodra ik dat inzag, dat de machtstrijd er niet is omdat mensen verschillend zijn, maar omdat ze elk strijden om de liefde te krijgen zoals zij ze graag zouden willen, werd me enorm veel duidelijk."
"Telkens als er zich nu een paar aanbiedt met problemen of een single die maar niet begrijpt waarom het altijd fout gaat, maak ik een eenvoudige analyse. Is er sprake van een machtsonevenwicht en zo ja, bij wie in de relatie ligt dan de macht? Wat doet diegene die het minst macht heeft om toch een evenwicht tot stand te brengen? Voelt men zich in een koppel emotioneel veilig genoeg om zichzelf te zijn, zich te geven, zich kwetsbaar op te stellen? Kunnen we vanuit de hechtingsstijl van elkeen verklaren waarom ze deze strijd leveren? Door op die vragen een eerlijk en duidelijk antwoord te zoeken en te geven, probeer ik mensen inzichten aan te bieden in het hoe en waarom van hun problemen. Ik probeer met hen ook te kijken naar hoe ze het vroeger, bij hun ouders geleerd hebben, zonder te verwijten of te stigmatiseren. Velen ervaren het trouwens als een echte geruststelling te horen dat meer dan de helft van de populatie in mindere of meerdere mate met dezelfde problemen worstelt. Want dat is het cijfer: ongeveer 50% van de bevolking is niet veilig gehecht. Er werd op onvoldoende wijze tegemoet gekomen aan hun emotionele noden als kind, hun ouders waren niet beschikbaar, scheidden, hun moeder of vader overleed op jonge leeftijd of werd ernstig ziek...Kinderen leren dan de andere er niet altijd is als je hem nodig hebt of onvoldoende en ontwikkelen een strategie om daarmee om te gaan: ze gaan zich zeurderig gedrag, aanklampingsgedrag vertonen, zich laten opmerken, om zo alsnog de aandacht te verwerven die ze nodig hebben. Ze ontwikkelen een angstige hechtingsstijl. Of ze leren dat je maar best voor jezelf kan zorgen, je de ander niet kan vertrouwen en ontwikkelend zo een vermijdende hechtingsstijl. Die twee basisstijlen zijn er in veel gradaties en variaties, maar ze komen altijd terug. Ze kunnen omgebogen worden in de loop van ons leven, dankzij goede relatie-ervaringen of via therapie."
Het is dus niet hopeloos als je al zes relaties achter de rug hebt en weer single bent?
"Dat is het mooie. We groeien en evolueren elke dag. En door inzichten te krijgen kun je, door soms hele kleine dingen te veranderen, een heel groot verschil maken. Neem nu een vrouw die zaagt en een man die zich terugtrekt achter zijn computer omdat hij met rust wil gelaten worden. Ipv te zagen zou zij kunnen uiting geven aan wat ze werkelijk wil: even praten, horen dat hij er toch voor haar is, een beetje aandacht. Ze zou dat gewoon kunnen vragen. En hij zou kunnen aangeven dat hij er nu even geen zin in heeft, wat tijd nodig heeft om op adem te komen na zijn dagtaak. Maar straks maken we het even gezellig voor TV, als de kinderen naar bed zijn. Dat bedoel ik met kleine veranderingen in de omgang met je partner die veel teweeg kunnen brengen."
Kaderstuk 1:
Inzicht krijgen doe je zo:
1. ik raad mensen vaak aan om een kleine stamboom te maken van hun directe familie, ook die van hun partner; denk vooral goed na hoe de koppels in je familie eruit zien; wie is op wie gevallen? Hoe geven ze uiting aan liefde en betrokkenheid? Is er sprake van strijd? Bepaalde patronen? Kijk ook naar de partnerkeuze bij je zussen en broers. Zie je pararellen met je eigen verhaal?
2. Maak een analyse, zoals ik dat doe, van de strijd in jullie relatie. Wie doet wat en waarom? Wat zegt dit over jullie behoeftes en tekorten?
3. Ideaal is hierover met je partner te praten, jezelf te verklaren, je behoeftes en verlangens te duiden en hem te vragen hetzelfde te doen.
4. Lukt het niet om met hem dit gesprek te voeren, weet dan dat ook door gewoon je eigen gedrag wat bij te sturen je veel verandering in gang kan zetten. Verklaar jezelf, daarmee begint alles.
Kaderstuk 2:
Veilig gehecht, dat is...
...als je thuis een veilige hechting hebt ontwikkeld. Dat geldt voor ongeveer de helft van de mensen. Je werd door je ouders voldoende emotioneel ondersteund, zij waren in staat op voldoende wijze af te stemmen op je behoeftes, je leerde dat conflicten normaal zijn en niet betekenen dat de ander je niet meer graag ziet, je leerde voor je behoeftes op te komen, je bent in staat om hulp te vragen voor de dingen die moeilijk zijn, maar je bent ook voldoende zelfstandig om voor jezelf te zorgen. Je investeert in je leven veel energie en tijd in de kwaliteit van je relaties en hebt daardoor ook voldoende energie om jezelf te ontplooien. In je hoofd is er meestal rust. Doordat je je veilig en geborgen voelde ontwikkelde je een positief-realistisch zelfbeeld én een positief-realistisch beeld van anderen.
Niet veilig gehecht, dat is...
...de andere helft van de mensen. Als je een thuissituatie hebt gehad waarbij je ouders niet voldoende op jouw behoeftes konden inspelen. Dat kan bijvoorbeeld komen door een afwezige ouder, een scheiding, een traumatische ervaring of een thuissituatie met veel ruzie. Daar kun je op twee manieren op reageren: door je angstig en opeisend te gaan gedragen, veel aandacht te vragen (de dramaqueen) of door je op jezelf terug te plooien (de vermijder). Die houding neem je dan mee naar je volwassen (relatie)leven...
De dramaqueen: je reageert angstig op een situatie en gaat je min of meer kinderachtig gedragen. Bijvoorbeeld door op een overmatige manier de aandacht op jezelf te vestigen, anderen te claimen, je te afhankelijk op te stellen. Doordat je zoveel energie stopt in het zoeken naar aandacht en bevestiging, naar verbondenheid, gaat er te weinig energie naar de ontplooiing van je werkelijke verlangens, naar het ontwikkelen van autonomie.
De vermijder: als vermijder redeneer je: ‘Er wordt niet aan mijn behoeftes tegemoet gekomen, ik kan anderen dus niet vertrouwen en kan dus alleen maar voor mezelf zorgen.' In tegenstelling tot de dramaqueen steek je juist heel veel energie in je autonomie ('Ik moet voor mezelf kunnen zorgen!') waardoor je te weinig energie kunt stoppen in verbondenheid met anderen, in het tot stand brengen en in stand houden van intimiteit.
De dramaqueen komt in de problemen omdat ze te afhankelijk in relaties staat, de vermijder omdat ze zich te weinig kan engageren. Op die manier bewerkstelligen beiden wat ze het meest vrezen: door haar aanklamperig gedrag zorgt de dramaqueen ervoor dat haar partner zich verstikt voelt en de benen neemt. De vermijder doet er zelf alles aan om de relatie te saboteren, de partner de devalueren en zo een relatiebreuk te bewerkstelligen.
Dramaqueen of Vermijder for life?
Ook als volwassene kun je nog van hechtingsstijl veranderen, onder andere onder invloed van je partner. Als je bijvoorbeeld een relatie krijgt met een veilig gehecht type, kan dat helend werken. Dit komt doordat je partner het goede voorbeeld geeft en als het ware aan ‘ouderlijke nazorg' doet. Omgekeerd kan het ook dat een veilig gehecht type onder invloed van een partner evolueert naar een niet veilig gehecht type.
Kaderstuk 3:
Hoe inzicht je kan helpen in de machtsstrijd
Ruzie maken in een relatie is normaal, nodig zelfs. Het is een vorm van intimiteit. Maar je moet leren ruzie te maken, zodat een pittige discussie je dichter bij elkaar brengt in plaats van elkaar doet wegdrijven. Ben je niet veilig gehecht, dan zal dat je meer moeite kosten dan dat je veilig gehecht bent. Je merkt dat er bij een ruzie onder- of overgereageerd wordt, waardoor de machtsstrijd escaleert. Vanuit de hechtingstheorie kun je veel beter werken aan die. Het helpt je de dingen juister te interpreteren. Als jouw partner bijvoorbeeld wegloopt bij een ruzie en jij weet dat hij een 'vermijder' is, dan wéét je ook dat het niet persoonlijk is, dat hij je niet afwijst, maar dat hij op zijn manier omgaat met de situatie. Zodat je, als hij weer terug is, op een minder gekwetste manier met hem kunt praten over wat er gebeurde.
Het is eigenlijk heel simpel...
Als vermijder moet je vooral relatiebevorderende dingen doen, tegen je gevoel, je verlangen naar autonomie ingaan. Probeer op momenten dat je verlangen om te vluchten de kop opsteekt, jezelf te verklaren. Als dramaqueen voel je je vaak overspoeld door emoties, heb je de neiging te piekeren, jezelf en je relatie in vraag te stellen. Besef dat twijfelen deel is van wie je bent en niet noodzakelijk betekent dat je relatie niet goed zit. Probeer tijdens of na emotionele momenten, scènes jezelf te verklaren. Voor beiden geldt: hoe beter je partner snapt hoe jij voelt, hoe jij functioneert, hoe makkelijker hij of zij daarmee omkan. Dé sleutel is communicatie. Praten is heel belangrijk in elke relatie, maar nog veel belangrijker in een relatie van niet veilig gehechten.
De trend van de maand: roodharige seksuologen die boeken schrijven. Na ‘Het Borstenboek' van Kaat Bollen, brengt nu ook koperwiekje Rika Ponnet haar pennenvruchten op de markt. Maar daar stopt de vergelijking dan ook. ‘Blijf bij mij' is een vernieuwend relatieboek waarin Ponnet beschrijft hoe relaties het strijdtoneel zijn voor macht en intimiteit. "Geen seks? Wel, dan zet ik ook de vuilnisbakken niet buiten." Interview van Jeroen Denaeghel voor P-Magazine.
Tony Soprano. De naam schiet door m'n hoofd wanneer ik het kantoor van relatiebemiddelaarster Rika Ponnet (44) binnenstap. De seksuologe geeft me een stevige handdruk en gaat voor me aan haar bureau zitten. De armen gekruist voor haar borsten, kijkt de rosse voenk me strak aan. ‘No bullshit,' lees ik in haar helblauwe kijkers. Net als de maffiabaas uit de populaire tv-reeks schuif ik zenuwachtig op m'n stoel. Gelukkig ben ik het die de vragen mag stellen.
Mislukte relaties hebben niks te maken met de juiste niet tegenkomen, schrijf je. Met wat dan wel?
PONNET: "In 99% van de gevallen draait het om machtsverhoudingen die nefast evolueren. Veel koppels begrijpen niet wat er juist fout loopt in hun relatie. Ze maken ruzie om het wegzetten van de vuilniszakken of het ledigen van de vaatwasmachine. Dat lijken banale dingen, maar vaak spelen hier onderliggende frustraties mee. Iemand voelt zich afgewezen, is gefrustreerd en werkt dat op z'n partner uit. ‘Jij hebt me gisteren geen seks gegeven, wel dan kan je vandaag naar de afwas fluiten.' Men wil zich niet ondergeschikt maken aan de andere en gaat het eigen terrein bewaken. Als we frustraties niet gaan ventileren en uitklaren bij elkaar, komen we in de problemen. Daarom pleit ik om af en toe eens goed ruzie te maken - dat is trouwens één van de meest onderschatte tekens van intimiteit."
Volgens jou is strijden om macht een natuurlijke behoefte. Zelfs baby's doen het.
PONNET: "Natuurlijk. Iedereen heeft macht nodig, anders voelen we ons niet veilig. Bij een poetsvrouw denken we vaak: ‘Oh, da's toch wel een makkelijke job hé. Veel zorgen zal die niet hebben.' Maar de stress bij mensen die laag op de sociale lader staan is vaak hoger dan aan de top. Ze hebben veel minder het gevoel dat ze hun eigen leven controleren omdat er boven hen nog vijf anderen zeggen wat ze moeten doen. Een CEO zit in de driver-seat. Die beheerst het machtsspel i.p.v. het te ondergaan."
Dé basis van hoe partners met elkaar omgaan ligt volgens jou in de hechtingsstijl die we meedragen. Naargelang de angst voor verlating en hoe we met intimiteit omgaan kan je mensen in vier hechtingsstijlen indelen: de veilige, de angstige, de afwijzend-vermijdende en de angstig-vermijdende.
PONNET: "Een mens heeft twee opdrachten als hij op de wereld komt: enerzijds het ontwikkelen van autonomie en anderzijds de verbondenheid met anderen creëren. Zelfontplooiing versus intimiteit. Mensen uit de veilige hechtingsstijl slagen erin om een evenwicht tussen beide te bewaren, maar bij anderen overheerst één van de twee. De meeste mensen die intimiteit vermijden, zijn meestal heel prestatiegericht, zoals bedrijfsleiders en politici. ‘Zie mij, kijk eens wat ik kan,' is typisch voor de Steve Jobs van deze wereld. Mensen die veilig gehecht zijn, hebben geen nood om CEO te worden of doen daar geen gekke dingen voor. Helaas stimuleert onze maatschappij steeds vaker dat we voor het succes van een carrière gaan."
Soms terecht. Ik heb me blauw geërgerd aan die violiste die haar rockgroep School is cool in de steek liet voor een Argentijns lief.
PONNET: "Dat zegt vooral iets over jou. (lacht) Iedereen is anders. Misschien is dat meisje angstig gehecht en voelt ze zich alleen goed als ze dicht bij hem is. Dan is die stap een logische keuze."
Volgens jou val je best niet op de Tom Barman's en Daan's van deze wereld. Machtsuitoefening tot in het kwadraat: zij bepalen, hun partner volgt.
PONNET: "Dat heb je met artiesten. Alles moet wijken voor hun creativiteit die niet te plannen valt. Zij bepalen de agenda. De partner wacht tot de kunstenaar aanspreekbaar is of tijd heeft. Artiesten hebben een onstilbare behoefte aan erkenning. Ze hebben vooral knipperlichtrelaties: in Dag Allemaal hebben ze het over ‘de vrouw van hun leven' en twee maand later staan ze naast een andere op de cover. Veel artiesten zitten in het angstig-vermijdend kwadrant. Ze willen héél graag intimiteit en gooien zich onbegrensd in een relatie, maar naarmate die langer duurt, voelen ze zich kwetsbaar en trekken ze zich terug uit angst gedumpt te worden. Hoe fantastisch de verliefdheidsfases zijn, hoe dieper ze achteraf vallen. Het zijn mensen die moeilijk door het leven gaan, maar wel heel creatief kunnen zijn. Omdat ze in hun leven nooit voldoende bevestiging kregen, gaan ze zichzelf overstijgen om de beste te zijn en applaus te oogsten. De tragiek van zo'n mensen is dat ze altijd de bevestiging van anderen nodig hebben om gelukkig te zijn. Een partner kan dat hongerig gat naar aandacht niet opvullen. Onlangs moest ik voor een weekblad op zoek naar een showbizzkoppel dat al meer dan dertig jaar samen was. Wel, dat was niet te vinden."
Je adviseert om een partner te kiezen waar de liefde niét bevochten moet worden. Als je niet moet vechten voor iemand, wat is een relatie dan nog waard?
PONNET: "Dat zegt weer iets over jou. Er is een verschil tussen je best voor iemand doen of het onbereikbare najagen. Als je altijd moet vechten om bevestiging van de andere kom je nooit tot echte intimiteit. Ik heb het over de types die een normale, rustige relatie als verstikkend ervaren en altijd op zoek gaan naar de ‘moeilijke' gevallen. Ze kennen vaak alleen de voorwaardelijke liefde. Dat iemand hen graag ziet om wat ze zijn, kan er bij hen niet in. Neen, ze moeten met een dure BMW rijden of zich nieuwe borsten aanschaffen. Kinderen die enkel liefde en aandacht krijgen als ze hoge punten op school halen of de beste op het voetbalveld zijn, evolueren vaak tot zo'n types."
Je legt een heel sterk verband tussen mislukte relaties en een gemis aan intimiteit tijdens de kinderjaren.
PONNET: "Ja. De laatste jaren wordt bij echtscheidingen steeds vaker met dit denkkader rekening gehouden. Men beseft dat bij kinderen jonger dan drie jaar co-ouderschap een héél slechte zaak is. Omdat zo een jonge kinderen vaak niet in staat zijn een veilige hechting op te bouwen als ze voor zo lange periodes van een centrale hechtingsfiguur ontstoken zijn. De rol van een vader bij de opvoeding wordt vaak onderschat. Een vader gaat tussen de symbiose van moeder en kind staan, waardoor een baby zich als autonoom wezen kan ontplooien. Alleenstaande moeders hebben vaker dan gemiddeld een te extreme binding met hun kind, waardoor die nooit op eigen benen leert staan. Het kind gaat een angstige hechting ontwikkelen waardoor het later niet in staat is om een standvastige relatie op te bouwen. Het is altijd hetzelfde verhaal: je moet een evenwicht tussen autonomie en verbondenheid nastreven."
Vaak trekken mensen die angst hebben om verlaten te worden net vaak degene die intimiteit afwijzen aan. Hoe komt die contradictie tot stand?
PONNET: "Omdat ze elkaar bevestigen in hun noden. De ‘angstige' heeft een beperkte ontwikkelde autonomie en zoekt een rots in de branding, een schouder om tegen aan te leunen. De ‘afwijzende' heeft net schrik van die gehechtheid. Hij vindt het vooral belangrijk om sterk en onafhankelijk in het leven te staan. Carrière, een eigen leven los van anderen, daar draait het bij hem om. De ‘afwijzende' is door z'n zelfzekere uitstraling een aantrekkingspool voor de ‘angstige'. Ze stapt op hem toe, waardoor de afwijzende in z'n autonomie bevestigd wordt. Na een tijdje gaan die ongelofelijk op elkaars zenuwen werken. De angstige wil aandacht en affectie van haar grote held, terwijl die gewoon met gerust wil gelaten worden. Met als gevolg dat alles nog erger wordt. De ‘angstige' voelt zich verlaten en gaat de ‘vermijdende' nog meer claimen."
Zijn we dan zo makkelijk in vakjes te stoppen? Ik herken symptomen van beide extremen in m'n gedrag.
PONNET: "Je kan angstig gehecht zijn met een vermijdende ondertoon. Dan heb je eigenlijk veel nood aan intimiteit en nabijheid, maar anderzijds veel schrik om gekwetst te worden. Zo'n mensen hebben vaak bezette minnaars of buitenlandse lieven omdat ze weten dat bij hen de echte intimiteit nooit tot stand komt. Meestal ligt een traumatische ervaring hiervan aan de basis. Ik ken een vrouw die in haar studententijd haar lief met een ander in bed betrapte. Wel, nog steeds durft ze zich niet in een relatie te geven. Altijd komt ze aandraven met een vent die bezet is of in het buitenland vertoeft. Dat is de deur naar de vlucht openhouden."
Door jouw boek leerde ik ook dat Hans Otten in het angstig gehecht-kwadrant zit.
PONNET: "Waarom?"
Omdat hij overspel pleegde toen z'n vrouw zwanger was.
PONNET: "Hola. Om iemand z'n hechtingsstijl te bepalen moet je toch wel wat dieper gaan graven. Maar het klopt wel dat dit typisch gedrag is voor mannen die angstig gehecht zijn. Ze voelen zich tijdens een zwangerschap emotioneel uitgesloten en gaan aandacht op een ander zoeken. Ik snap dat ergens ook. Sommige worden - zeker na de geboorte van het kind - effectief het vijfde wiel aan de wagen."
Praat je dan overspel in zo'n omstandigheden goed?
PONNET: "Natuurlijk niet. Ik stel alleen maar vast dat het voorvalt. En in dit geval is er ook preventie mogelijk. Ik heb al vaak zwangere vrouwen gewaarschuwd dat ze hun man het gevoel moeten geven dat hij belangrijk is. Je bent immers samen zwanger!"
Ik haat koppels die zeggen dat ze samen zwanger zijn. M'n lief verwacht een baby, niet ik.
PONNET: "Maar jawel, Jeroen. Er zit wel geen baby in je buik, maar toch ben je zwanger, verwacht je mee dat kind."
Vergeet het. Ik ben niét zwanger.
PONNET: "En toch is het zo. Maar ik snap de weerstand wel.
Vroeger mocht de man niet bij de bevalling aanwezig zijn. Hij ging op café en kwam na de geboorte ladderzat in het moederhuis aan. Nu is de eis tot betrokkenheid soms te groot. Je hebt mannen die de ademhalingsoefeningen meevolgen of met een soort flessenvoeding-constructie rond hun nek zitten waardoor het lijkt dat ze borstvoeding geven. Dat is echt te gek voor woorden. Mannen hebben die functie niet in de natuur, waarom zouden ze die dan moeten invullen?"
In je boek schuw je de kritiek op de relatiebijbel ‘Mannen komen van Mars, vrouwen van Venus' niet. Dat mannen vrouwen niet begrijpen omdat ze indirect communiceren, vind je nonsens.
PONNET: "Klopt. Als een vrouw zegt ‘de boodschappen staan in de auto', weet een man maar al te goed dat hij die moet gaan halen. Als hij dat niet doet, speelt hij gewoon een machtspelletje."
Niet mee eens. M'n lief is vaak kwaad omdat ik nooit uit mezelf de vaatwasmachine ledig. Maar ik kan toch niet ruiken wanneer die borden eruit moeten?
PONNET: "En waarom zij wel?"
Vrouwelijke talenten.
PONNET: (lacht) "Dus vrouwen zijn geboren met een instinct om vaatwasmachines te ledigen? Komaan Jeroen, ge zijt aan het zeveren!"
We hadden het over indirecte communicatie. Een man zal zeggen: ‘Haal die borden eruit.'
PONNET: "Daar ben ik nog zo zeker niet van. Praat elke man die seksueel niet aan z'n trekken komt dat met z'n vrouw uit? Neen, hij zoekt z'n vertier bij een ander. Het verschil in seksen telt hier niet, het heeft alles met macht te maken. Als je vrouw vraagt om die borden uit de afwasmachine te halen, beschouwt ze dat als een nederlaag. En jij doet dit niet automatisch omdat je niet de slaaf van je partner wil zijn. De manier waarop je communiceert heeft te maken met een hechtingsstijl, niet met geslachten. Al geef ik toe dat - vooral in oudere generaties - vrouwen zich eerder in het angstige kwadrant situeren en mannen in het vermijdende. Jongens moesten flink zijn en zichzelf ontplooien, terwijl men bij meisjes vooral op verbondenheid en zorg voor anderen inzette. Maar nu de opvoedingspatronen wijzigen, zien we dat mannen en vrouwen gelijkaardig communiceren. Ik ken evenveel mannen die kunnen zagen, hoor."
Ook hét sekscliché haal je onderuit. Het idee dat mannen er emotieloos op los beuken en vrouwen enkel vrijen omdat ze verlangen naar intimiteit, wordt niet bevestigd door onderzoek.
PONNET: "Ik stel vast dat ook vrouwen een lekkere gast opscharrelen om vrijblijvende seks te hebben. Alleen zijn ze een pak discreter dan mannen. Ze gaan op café niet over hun aantal veroveringen pochen. Vrouwen weten dat mannen daar moeilijk mee om kunnen. ‘Als die vrouw er al zoveel gehad heeft, zal ik nogal uit m'n pijp moeten komen,' denken ze dan."
En wat als een seksuologe hun pad kruist die elk kneepje van het liefdesspel kent? Dan sla je als man toch helemaal tilt?
PONNET: (lacht) "Ik kende m'n man al voor ik seksuologe werd. Er zullen wel wat mannen zijn die geïntimideerd zijn door vrouwelijke seksuologen, maar eigenlijk is dat helemaal niet nodig. In de intimiteit van ons eigen leven worstelen we met dezelfde dingen. Kijk naar Goedele Liekens. Het is niet omdat je het op tv goed kan uitleggen, dat je privéleven ook altijd op wieltjes loopt."
De machtsstrijd wordt volgens jou aangewakkerd omdat het klassieke rollenpatroon - vrouw aan de haard, man als kostwinner - niet meer van toepassing is. Man en vrouw komen nu op vaker op elkaars domein waardoor er meer discussies ontstaan. Was de emancipatie van de vrouw dan toch geen goede zaak?
PONNET: "Neen! De weg terug is uit den boze! Moeten onze vrouwen zoals moslima's gaan leven? Ik denk het niet. Een maatschappij is het rijkst als mannen en vrouwen zich op alle domeinen kunnen ontplooien. Vroeger gebeurde dit niet en had je - vooral bij de vrouwen - een pak gefrustreerden. Ik ken vandaag veel mannen die blij zijn dat hun vrouw gestudeerd heeft en werkt. Ook het feit dat ze al eens hun emoties mogen laten zien, hun zorgtaak als vader ten volle mogen opnemen, zien ze als een verbetering."
Toch zeg je dat veel vrouwen het moeilijk hebben met een huisman aan hun zijde.
PONNET: "M'n ervaring leert me dat vrouwen dat domein niet graag afstaan. Want dan boet je weer aan macht in. Net zoals mannen blij zijn dat de top van het bedrijfsleven nog steeds een mannenclubje is. De emancipatie is dan wel ingezet, het eindstation is nog niet bereikt."
De hedendaagse vrouw streeft naar emancipatie maar smelt wel weg bij onderdanige sm-seks in Vijftig Tinten Grijs. Vreemd toch?
PONNET: "Een paar decennia emancipatie heeft niet alle verschillen weggevaagd. Ik merk in m'n praktijk dat men nog vaak klassieke keuzes maakt: mannen kijken bij hun partnerkeuze vooral naar het uiterlijk, vrouwen naar de portemonnee. En in onze primaire behoeften heeft de vrouw nog steeds graag dat de man haar seksueel domineert. Extreme dominantie is nog steeds dé klassieke fantasie bij vrouwen, da's het succes van Vijftig Tinten Grijs."
Dus de man blijft wel de beuker.
PONNET: (lacht) "In hun fantasie, hé. Of ze dat ook willen beleven is iets anders. De verbeelding is een sterk gegeven. Waarom was de trouw van Kate en William hét kijkcijferkanon van het jaar? Wat was daar zo speciaal aan? Omdat we graag wegdromen bij de mythe van een sprookjeshuwelijk."
Waarom blijven vrouwen op rijke mannen vallen?
PONNET: "Geld blijft het mannelijk machtsmiddel bij uitstek. Het gaat niet enkel over het economische, want vrouwen verdienen ook geld, maar wel over de karaktereigenschappen die zo'n status met zich meebrengt: zelfzekerheid, autonomie - daar houden vrouwen van. Waarom kopen mannen een Porsche? Omdat ze weten dat dit nog steeds goed werkt bij vrouwen."
Toch zijn er vaak carrièrevrouwen die complete losers onderhouden. Hoe komt dat?
PONNET: "Het redderscomplex. De afwijzende-vermijdende vrouw bouwt op voorhand een scheefgetrokken machtsverhouding op, zodanig dat ze geen intimiteit hoeft te ervaren. Door redder te spelen worden die types ook bevestigd in hun autonomie. Voor de buitenwereld lijkt zo iemand de goedheid zelve, maar eigenlijk deelt ze de lakens uit."
Er staan een paar pakkende anekdotes in je boek. Zoals het verhaal van een vrouw die met haar seksverslaafde man naar een parenclub trekt. Om haar relatie te redden, wil ze zich voor hem bewijzen. In de hoop hem jaloers te maken laat ze de hele club over haar gaan. Ze strijdt voor haar mans liefde en aandacht, maar die geeft geen krimp. Ze voelt zich emotioneel dood, crasht en vraagt de scheiding aan.
PONNET: "Da's vaak het verhaal bij parenclubs. Er zijn maar héél weinig mensen die met een open relatie omkunnen. De meeste mensen vinden seksuele exclusiviteit heel belangrijk. Degene die dit kunnen loslaten en toch nog samen een intieme relatie hebben zijn dun gezaaid. Bij al de rest zit je in een machtsstrijd waarbij de ene zich wegcijfert voor de andere."
Ook dat is macht, je partner zover brengen om altijd hoge hakken of netkousen te dragen tijdens het vrijen. Fetisjisme is dus ook niet zo onschuldig?
PONNET: "Je ontmenselijkt die persoon. Als je vrouw enkel aantrekkelijk is wanneer ze netkousen draagt, kan je nooit tot echte intimiteit komen, want je laat haar enkel toe op jouw voorwaarden. Bij sommige koppels loopt de seks vast in een machtsstrijd. Onlangs zat hier een man die wou dat z'n vrouw er tijdens het vrijen uitzag als een prostitué. Ze moest altijd speciale kostuumpjes aandoen en de grofgebekte hoer spelen. Ik vond dat geen probleem, zolang hij ook af en toe eens aan de wensen van z'n vrouw tegemoet kwam. Maar al snel werd duidelijk dat hij dit niet deed. Hij werkte hard, kocht haar van alles, dus vond hij dat zij altijd aan zijn seksuele wensen tegemoet moest komen. Dat was zijn idee van een relatie, terwijl z'n vrouw een heel ander verlangen had. Zij wilde gewoon wat affectie, maar die man kon niet op een normale manier tot intimiteit komen. Zoiets is moeilijk op te lossen."
Je kreeg ook een vrouw op bezoek die bij haar man niet meer aan haar trekken kwam en vroeg of je haar geen veilige scharrel kon bezorgen. Wat antwoord je dan?
PONNET: "Dat ik haar die service niet kan geven. Maar ik heb niet gezegd dat ze geen overspel mag plegen. Iedereen moet dat voor zichzelf uitmaken. Haar relatie met die man was goed, behalve tussen de lakens. Die man had een laag libido en geen behoefte aan seks. Ze bedroog hem in z'n directe omgeving waardoor ik vermoed dat ze wilde dat haar overspel uitkwam. Ze hoopte dat jaloezie haar echtgenoot seksueel actiever zou maken. Dat mislukte, de kerel deed of z'n neus bloedde. Nu zoekt ze haar seksuele contacten verder van huis."
Kan overspel een oplossing zijn in een relatie?
PONNET: "Het is nooit een oplossing, maar ik begrijp wel dat het in een aantal gevallen de best mogelijke keuze is, zeker met kinderen."
Raad jij aan om een slippertje op te biechten?
PONNET: "Ik geef daar geen advies over. M'n job is de consequenties van zo'n daad uitleggen. Meestal speelt bij zo'n biecht de eerlijkheid geen rol en wil men gewoon van een torenhoog schuldgevoel af. Dan vraag ik: ‘Hoe zal je partner met zo'n bekentenis omgaan?' Jij bent dan wel verlost van je geheim, maar wat heb je bij je kinderen en partner aangericht? Pas op, ik roep niet op om een scheve schaats te rijden. Overspel doet altijd afbreuk aan de intimiteit in een relatie. Iedereen die ooit al vreemdging, weet dat de relatie nooit meer als voorheen wordt. Het zelfvertrouwen is weg. Je relatie boet aan waarde in, omdat je die andere iets hebt aangedaan. Tenzij je een extreme afwijzend-vermijdend hechtingsstijl hebt. Zo'n mensen hebben daar geen last van. Het zijn dan ook gepatenteerde overspelplegers."
Moeten we gewoon eens niet toegeven dat we net als de chimpansees polygame wezens zijn?
PONNET: (grijnst) "Typisch. Als het overspel betreft, vergelijken we ons geweldig graag met apen. Voor alle andere terreinen geldt dat plots niet meer. Kijk, ik zeg niet dat we de biologie moeten negeren, maar we zijn geen chimpansees. De mens is geëvolueerd."
Maar waarom gaan dan zoveel mensen vreemd?
PONNET: "Monogaam leven is een keuze. Het blijft een opdracht waar niet iedereen in slaagt. Als je m'n boek gelezen hebt, weet je ook dat mensen met de ene hechtingsstijl dat beter volhouden dan andere. Vergelijk het met vraatzucht of alcoholisme, daar is de ene mens ook veel gevoeliger aan dan de andere."
Wordt overspel ook niet beïnvloed door de seksueel getinte maatschappij waarin we leven. De porno vliegt ons rond de oren. Heeft dat geen invloed op de seksuele vorming van jongeren?
PONNET: "Degene die zich hierdoor laten beïnvloeden, vormen een kleine minderheid. De meeste jongeren krijgen een gezonde omkadering mee en weten dat een pornofilm geen realistisch beeld is van een seksuele relatie. Men gaat er nu van uit dat jongeren er op los vogelen, maar in essentie is er in 50 jaar weinig veranderd. Er wordt weliswaar makkelijker over seks gesproken, maar bij de eerste keer zijn ze net zo onzeker als onze grootouders."
Lijdt je relatiebemiddelingsbureau ‘Duet' onder het overaanbod aan datingsites die we op internet vinden?
PONNET: "Eigenlijk is dat voor ons een goede zaak geweest. Die sites werken drempelverlagend naar daten - wat een goede evolutie is -, maar anderzijds merken we dat mensen ook sociale controle willen. Niet iedereen op zo'n site heeft goede bedoelingen."
Facebook zou vaak aan de basis liggen van een echtscheiding. Merk je dat in de praktijk?
PONNET: "In een derde van de gevallen zit internet er voor iets tussen. Overspel is van alle tijden, maar nu gebeurt het vaker dan vroeger omdat we gewoon veel vaker met het andere geslacht in contact komen. Op de werkvloer, maar ook op sites zoals Facebook."
De conclusie van je boek is niet echt hoopgevend: de hechtingsstijlen die ons relatiepatroon bepalen liggen vast.
PONNET: "We kunnen ons inderdaad niet als een computer resetten. Dat vind ik zelfs een bevrijdende gedachte. Ik mag er niet aan denken dat we onszelf zouden kunnen programmeren. De krijtlijnen van ons zijn liggen vast, maar hierbinnen is er wel marge om te evolueren. Cliënten vertellen me vaak: ‘Ik val altijd op de verkeerde, kies jij eens voor mij!' Zo werkt het dus niet. Ik kan je wel iemand voorstellen, maar als jij daar niks voor voelt, ga je die toch niet kiezen. Wel kan ik helpen om jezelf en je noden beter te begrijpen, zodanig dat je jouw partnerkeuze daarop kan afstellen. Mensen zijn meer dan een verzameling hormonen."
Liever ratio dan gevoelens hoor ik hier.
PONNET: "Helemaal niet. Ik pleit in de liefde niet voor de rationele keuze, maar wel voor de bewuste. Da's iets helemaal anders. Je kan uit je fouten leren en jezelf niet meer als een kip zonder kop in een avontuur storten. Ik merk dat mensen op hun 35e vaak veel betere relatiekeuzes maken dan op hun twintigste."
Nog een laatste vraag. N.a.v. het artikel ‘Seksuologen spatten van het scherm' in De Morgen, reageerde je nogal gepikeerd op de foto van een wulpse Kaat Bollen. Waarom?
PONNET: "Ik heb geen probleem met Kaat Bollen. Er is voor zo een boek een markt en de manier waarop zij zich profileert is haar keuze. Ik heb er wel een probleem mee als er vanuit de media, door telkens weer op die mensen en boeken te focussen, een bepaald beeld van onze beroepsgroep ontstaat. Wij zijn geen pseudowetenschappers die zelf graag de seksbom uithangen. Ja, sex sells, vandaar die aandacht, maar ik wou toch even in de verf zetten dat de grootste groep werk doet dat nooit de media haalt. Ik heb collega's die werken met seksuele delinquenten, slachtoffers van incestgezinnen begeleiden of mensen die seksuele problemen hebben na een ernstige ziekte. Zij zijn dus niet bezig met de grappige, wat oppervlakkige kant van seks. Ze ploeteren vaak in de minder aangename loopgraven van ons intiem leven, waar ze bijzonder zinvol en zwaar werk doen, waarvoor we hen als maatschappij echt dankbaar mogen zijn"
Dat is genoteerd. Bedankt, Rika.
Liefde als een blikseminslag. Je ontmoet iemand, en wordt zomaar, patsboem, verliefd: het staat in de sterren geschreven. "Niet echt", corrigeert relatiedeskundige Rika Ponnet . "Je pikt er niet zomaar bij toeval die éne uit: onze keuze wordt bestuurd door onze hechtingsstijl". Daarover gaat haar nieuwste boek 'Blijf bij mij - Hoe we in relaties strijden om macht en intimiteit". Een eye-opener met ook praktische tips, die je op een heel andere manier naar relaties laat kijken. Hilde Sabbe interviewt me voor Het Laatste Nieuws.
Wat bedoelt u met 'hechtingsstijl'?
"Onze hechtingsstijl wordt bepaald door de manier waarop van ons gehouden wordt als we klein zijn. Als kind moet je twee belangrijke dingen leren. Het ontwikkelen van autonomie en zelfredzaamheid, zodat je voor jezelf kan zorgen, én het vermogen om een band aan te gaan met anderen. Als die twee in evenwicht zijn, bestaat er grote kans dat je gelukkig wordt.
Maar zo eenvoudig is het niet altijd. Als je ouders vaak fysiek en emotioneel afwezig waren, of té aanwezig, zodat er haast geen ruimte was om je eigen ik te ontwikkelen, raakt dat evenwicht verstoord. Dan spreek je over 'onveilig gehechte' mensen."
'Gelukkig gehechte ' individuen zie je dan weer bij koppels van wie je denkt: bij die gaat alles vanzelf. Gewoon gelukkig, zonder grote drama's, conflicten of knellende twijfels. Om jaloers op te zijn, toch?
"Mensen met een veilige hechtingsstijl hebben ook conflicten, maar kunnen die sneller achter zich laten. Ze worden ook boos op hun partner, maar kunnen tegelijk sneller relativeren en vergeven. Ze voelen zich ook niet gauw aangevallen of afgewezen. Onveilig gehechte mensen zijn diegene die, als iemand hen in het voorbijgaan niet groet, meteen besluiten: zie je wel, die moet mij niet. Terwijl veilig gehechte mensen gewoon denken: die heeft mij niet gezien. En wat dat jaloers zijn betreft: onveilig gehechte mensen vinden de harmonieuze relatie van veilig gehechten soms behoorlijk saai."
Bij die onveilig gehechte mensen onderscheidt u verschillende categorieën. Vermijders en angstigen, om er maar twee te noemen.
"Ja, maar ik wil er ook geen systeem van maken waarbij iedereen in een rastertje past. Maar deze twee komen vaak voor. Vermijders zijn de mensen die, omdat ze als kind zo vaak met afwezigheid zijn geconfronteerd, geleerd hebben dat je niet op anderen kan rekenen. Iedereen kent wel zulke mensen: ze stralen uit dat ze niemand nodig hebben, en worden door anderen vaak 'flink' en 'sterk' bevonden. De angstigen zijn dan weer diegene die nooit het gevoel kregen dat ze zelfredzaam zijn, en dus voortdurend denken: ik ben zwak en klein. Dat zijn die mensen die in een relatie voortdurend behoefte aan bevestiging hebben. Die zijn niet tevreden met één telefoontje of één sms-je. Het ongelukkige is dat die twee vaak elkaar aantrekken, dat de angstige van de vermijder denkt: die gaat het allemaal voor mij oplossen. Helemaal tragisch wordt het als de vermijder zich terugtrekt bij zoveel vraag naar intimiteit, waarbij de ander nog meer gaat aanklampen enzovoort..."
Zelfs vreemdgaan kun je verklaren vanuit hechtingsstijl. Overspel is het wapen van de onveilig gehechte, stelt u. Hoe dan?
"Bij overspel hebben we vaak een eenvoudig scenario voor ogen: man ontmoet knappe, jonge(re) vrouw en gaat vreemd. Maar de realiteit is iets complexer. Bij een koppel dat verwikkeld zit in een machtsstrijd is overspel vaak een manier om het machtsevenwicht te herstellen. Om toch je gram te halen."
'Macht' is een woord dat in uw boek vaak terugkomt. Rijmt niet op liefde, toch?
"Als het over relaties gaat, is macht nog altijd een groot taboe. Niet alleen in partnerrelaties, ook in de ouder-kind relatie . Terwijl het wel de realiteit is. Vroeg of laat barst er tussen twee mensen in een relatie een machtsstrijd uit: je voelt je kwetsbaar en verwacht van de ander dat hij je geeft wat je nodig hebt om je veilig te voelen."
Niet onbelangrijk: kun je een bepaalde hechtingsstijl afleren? Of is het: eens onveilig gehecht, altijd onveilig gehecht?
"Neenee, je kan er wel degelijk aan ontsnappen. Als je de patronen bij jezelf herkent, en kan communiceren. Angstige mensen kunnen leren dat de wereld niet vergaat als ze een avond alleen zijn. Autonome mensen kunnen leren een stukje van hun autonomie afgeven en meer de nadruk leggen op verbondenheid."
U geeft ook tips voor eerste afspraak. Het lijkt me inderdaad moeilijk om meteen aan een potentiële partner te vragen: 'en, hoe ben jij gehecht?'
"Nee, daarom is het handig om bij jezelf na te gaan hoe je wil overkomen. Heb je een onveilige hechtingsstijl, dan heb je de neiging om je al in die eerste prille momenten te veel aan te passen. Je bent of te veel bezig met je eigen behoeften (angstig) of met die van de ander (vermijdend). Als je daar op let, kan je het klassieke patroon doorbreken en niet wéér in dezelfde valkluil trappen."
Sommigen mensen zullen uw boodschap niet romantisch vinden.
"We willen allemaal zo graag geloven dat liefde iets mythisch is , het ene onverklaarbare in deze rationele wereld. In die zin is mijn boodschap misschien wel nuchter, maar tegelijk bemoedigend. Ik vind het een bevrijdende gedachte dat we geen willoos slachtoffer zijn in een groter geheel, maar wel degelijk een deel van ons liefdesleven in de hand hebben. Dat zie je ook bij de mensen die hier (haar relatiebureau Duet, red) komen, omdat er iets misgelopen is. Die hebben zoiets van: 'Aha, zo zit dat in elkaar. Daardoor dat ik elke keer voor de verkeerde partner val. Als je dat negatief patroon kan doorbreken, is dat toch positief?"
Hun boeken verkopen als zoete broodjes. Van Dirk De Wachters Borderline times gingen al meer dan 9.000 exemplaren over de toonbank. Rika Ponnets Blijf bij mij werd ruim 13.000 keer verkocht. Dat zijn opmerkelijke cijfers voor non-fictiewerken in Vlaanderen. Zeker omdat het geen boeken zijn die even makkelijk weglezen, je moet er wel wat moeite voor doen. Zeker ook omdat ze geen feel-good-boodschap brengen maar ons diep in onze eigen ziel doen kijken. Dubbelinterview door Ilse Degryse voor Knack.
Er is veel eenzaamheid, stellen De Wachter en Ponnet vast. Steeds meer mensen hebben moeite om tot een duurzame relatie te komen. Dat ligt aan de individualistische tijd waarin we leven. Het credo is zelfontplooiing. Het leven is maakbaar, zo wordt ons van alle kanten voorgehouden. We kunnen worden wat we maar willen, als we maar genoeg ons best doen en voor ons ‘eigen project' gaan. We zetten met zijn allen - mannen en vrouwen gelijk - hoog in op autonomie en zelfverwezenlijking. Maar dat heeft een keerzijde. We lopen weg van wezenlijke verbondenheid en zo vereenzamen we en masse. Of anders geformuleerd: gelukkig worden we niet van dat leven in ons uppie want het is nu eenmaal de aard van het beestje om in geborgenheid te willen leven.
"Een stabiele partnerrelatie geeft zin aan het leven", zegt Rika Ponnet. "Het is een existentieel verlangen van de mens om gezond afhankelijk te zijn van anderen. Elke dag zie ik singles die het ondanks de ellende die ze in vorige relaties hebben meegemaakt toch opnieuw willen proberen. Ze geven aan dat ze heel moeilijk om kunnen met eenzaamheid. Dat stemt me hoopvol en zelfs blij, omdat dat voor mij het signaal is dat die mensen ondanks alles gezond functioneren. In onze samenleving leeft sterk het idee dat je alleen gelukkig moet kunnen zijn, dat je de ander niet nodig mag hebben en je in je eentje een invulling moet kunnen geven aan je bestaan. Maar zo werkt het dus niet hé."
Dirk De Wachter beaamt: "L'enfer, c'est le manque de l'autre, schrijf ik in mijn boek. De mens is een relationeel dier. We betrekken onze identiteit uit anderen. Daar is geen ontkomen aan. Dat verlangen naar hechting zit diep in ons geworteld, maar vandaag is relationele variatie de norm. We kijken op naar de acteurs en actrices van Hollywood, zij worden in de media enorm geprezen. De BV's die van de ene naar de andere relatie zappen, staan op de voorpagina van de Story en de Dag Allemaal. We zijn daar heel dubbel in: we associëren verandering met succes, maar tegelijk verlangen we erg naar die ene partner voor langere tijd. Het resultaat van dat spagaat is dat we allemaal in meerdere of mindere mate lijden aan verlatingsangst. De eenzamen zijn niet alleen de daklozen. Er zijn ook veel succesvolle eenzamen."
Ponnet: "We miskijken ons daar inderdaad vaak op. Mensen met een sterke ontplooiingsdrang zijn vaak maatschappelijk succesvol. Ik zie veel alleenstaanden die enorm ingezet hebben op autonomie. Ze zijn de hele tijd maar hard doorgegaan en hebben het helemaal alleen willen doen. Ze hadden niemand nodig. Maar dan zijn ze veertig en dan komt de zingevingsvraag. Vorige week had ik een vrouw bij me die zei: ‘Ik ben de laatste veertien dagen huilend opgestaan, want ik weet niet voor wie ik het allemaal doe.' Ander voorbeeld: ik zie steeds meer jonge vrouwen naar de fertiliteitskliniek stappen. Niet omdat ze geen partner vinden maar omdat ze het krijgen van kinderen gewoon niet met een man kunnen delen. Ze zijn niet in staat om de controle voor een stuk los te laten."
De Wachter: "Terwijl dat essentieel is. De zucht naar zelfontplooiing is te ver doorgeschoten. Ik maak me vooral zorgen over de volgende generatie, en ik begrijp dat u daar ook zo over denkt, mevrouw Ponnet. Het aantal kinderen dat al van in de oorsprong gehavend is in zijn relationaliteit en niet veilig gehecht is neemt toe. Dat hoor ik van de kinderpsychiaters. Hechting wordt hét probleem van de volgende generatie."
Dat zijn veel moeilijke woorden ineens. Dat moet u uitleggen. Wat is hechting?
Ponnet: "Al in je vroege kindertijd wordt je emotionele programma vastgelegd. Hoe we dan liefde ervaren van onze ouders, bepaalt welke hechtingsstijl we ontwikkelen. Die hechtingsstijl nemen we mee naar ons volwassen leven. Als je als kind veilig gehecht bent, durf je de verbondenheid later aan met anderen. Onveilig gehechten lopen daarvan weg."
De Wachter: "Je krijgt als kind je basis mee en daarop bouw je je identiteit. Als de verticale hechting - die met onze ouders - niet goed zit, zal de horizontale hechting ook niet goed werken. Als je als kind die fond thuis niet hebt gekregen - en dat gebeurt met steeds meer kinderen nu er steeds meer gebroken gezinnen zijn - is het later erg moeilijk om een stabiel relationeel leven op te bouwen. Vermoedelijk zal het aangaan van een duurzame band voor de komende generaties steeds moeilijker worden."
Ponnet: "Het is voor kinderen bijvoorbeeld belangrijk om te zien hoe je in een relatie tot een consensus komt. Dat ma zich af en toe moet inhouden omdat pa vindt dat het anders moet, of omgekeerd. Kinderen moeten zien wat geven en nemen betekent. En ook: dat ruzie maken erbij hoort en dat conflicten weer over kunnen gaan, dat die de liefde niet in twijfel trekken, dat het basisvertrouwen intact blijft."
De Wachter: "Dat is modelling, zoals het de ontwikkelingspsychologie heet. Zoiets leer je niet uit een boek. Dat beleef je."
U maakt zich beiden zorgen over het toenemend aantal echtscheidingen en het effect daarvan op onze kinderen. Gaan mensen te snel uit elkaar?
De Wachter: "Ik ben helemaal niet tegen echtscheiding. Ik ben er een grote voorstander van dat mensen uiteen gaan als een van de partners misbruikt of mishandeld wordt. Maar ook wat echtscheidingen betreft, zijn we te ver doorgeschoten. Ik doe ook veel koppeltherapie en ik zie steeds meer mensen uiteengaan waar er geen extreme ruzies zijn. Die zijn gewoon uitgekeken op elkaar. De spanning is weg, er is geen passie meer. Ik vind dat opmerkelijk. De drempel om uit elkaar te gaan verlaagt nu relationele variatie de norm is. Voor kinderen is het erg verwarrend als ouders nog goed overeenkomen en toch scheiden. Er zijn studies die aantonen dat ruzie maken nog niet zo slecht is bij een echtscheiding, voor de outcome van de kinderen. Dan verstaan ze beter dat het echt niet meer gaat."
Ponnet: "Zolang het natuurlijk geen vechtscheiding is."
De Wachter: "Ja, dat is een miserie. Twintig procent van de echtscheidingen zijn vechtscheidingen, blijkt uit cijfers. En dat is waarschijnlijk een onderschatting. Dat kan ik niet zo goed verdragen. Ik ben geen moralistische mens, er moet veel kunnen, maar dat mensen hun huwelijk beslechten op de kop van hun kinderen... dat vind ik niet goed."
Ponnet: (cynisch lachje) "Ja, wie wel?"
De Wachter: "Ja, maar ik zie het zoveel gebeuren. Ik wil echt mijn bezorgdheid daarover uitspreken. Ik richt me als man vooral aan de vaders omdat zij het nog slechter doen dan de moeders. Dertig procent van de gescheiden mannen in Nederland ziet bijvoorbeeld zijn kinderen niet meer, en het zal hier niet anders zijn. Die mannen zeggen: nieuwe, leg, blanco blad, alles voorbij. Daar wil ik voor waarschuwen. Ouder, let op uw kinderen!"
Het kind staat centraal, zegt u. En dus is het niet verkeerd om voor de kinderen bijeen te blijven?
De Wachter: "Ik ben daar zeer genuanceerd in, en tot mijn genoegen mevrouw Ponnet ook. Mensen moéten niet bijeen blijven. Op de kop van je kinderen ruzie maken en dan aan die kleine zeggen: ‘Het is voor u hé ventje dat we bijeen blijven...' Dat is ook kindermishandeling. Dat moeten mensen vooral niet doen."
Ponnet: "Dat is wetenschappelijk aangetoond: een goed geregelde echtscheiding, waar ex-partners nog in staat zijn om te communiceren en goeie afspraken te maken, is voor een kind de op één na beste plaats om op te groeien. Helemaal bovenaan staat natuurlijk een harmonieus of vriendschappelijk huwelijk, maar als dat niet gaat, is dat plan B zo slecht nog niet. Plan C is een slecht geregelde echtscheiding, waar mensen blijven vechten of hun kind gebruiken als wapen in de strijd. Maar het allerslechtste is een dysfunctioneel gezin waar heel destructieve mechanismen spelen, waarin mensen totaal niet meer in staat zijn om elkaar graag te zien of liefde en betrokkenheid te tonen."
De Wachter: "Als ik voor een conservatief gezelschap ga spreken, dan provoceer ik al eens graag. Dan zeg ik dat het voor kinderen het beste is om op te groeien in een goed wedersamengesteld gezin. Daar leren ze echt van jongs af hoe om te gaan met verschillen en met complexiteit. Zo'n wedersamengesteld gezin kan heel chique zijn. Ik zie er zo een paar in mijn omgeving. Al lijkt een warm, intact gezin me nog altijd het beste."
Ponnet: "Absoluut."
Mijnheer de Wachter, u schrijft dat we een beetje ongelukkig moeten leren zijn. En dat de leuk-dwang, waar deze maatschappij aan lijdt, de grote vijand is van de hechting.
De Wachter: "Oh absoluut. Alles moet tegenwoordig leuk zijn: de relatie, het werk, noem maar op. En als het niet leuk is, stoppen we ermee. Maar het paradijs is niet van deze wereld. Er zijn goeie en kwade dagen. Soms is het vervelend als je thuiskomt en hij zit daar weer en jij wou juist graag eens op je gemak zijn... En kinderen grootbrengen is heel zwaar en een gedoe want de ene vindt sowieso van de ander dat hij te weinig doet... Maar daardoor geraken is wel de moeite waard. Elkaar kunnen dragen en verdragen werkt verbindend. Ik zie als psychiater natuurlijk mensen met extreme problemen, die een kind verloren of een zware ziekte doormaakten. Bij hen is het doorgaans erop of eronder. Owel breekt het lijntje omdat hun rouw zo verschillend is. Ofwel raken ze juist meer gehecht door de miserie die ze samen hebben doorgemaakt."
Ponnet: "Hetzelfde zie je in alledaagsere situaties. Het leven is niet alle dagen kermis. Er zijn fases van strijd, verlies en rouw en die samen doorspartelen maakt je sterker als koppel."
De Wachter: "Die leuk-dwang zie ik ook als een probleem voor de volgende generatie. Zij groeien op met de illusie van een fantastische wereld, mede door de hele reclamecultuur natuurlijk. Maar het leven is niet fantastisch. Het leven is de moeite waard, het is best oké, maar bij momenten is het wat moeilijker. En dan moet je zeker niet meteen richting psychiater hollen. Het is onwaarschijnlijk hoe de wereld psychiatriseert. Mensen komen bij de kinderpsychiater met de gewoonste opvoedingsproblemen. Dat vind ik een probleem."
Kunt u daar een voorbeeld van geven?
De Wachter: "Een kleine die alleen maar boterhammen met choco wil eten. Dan zegt zo'n moeder: "Dokter, wat moet ik doen? Als ik iets anders durf te geven, is het kot te klein en dan gaat hij niet naar school.' We durven geen grenzen meer te stellen, voor onszelf niet en voor onze kinderen niet. Mensen zijn zo onzeker over de opvoeding, terwijl in dit geval het antwoord gewoon is: ‘Eén boke met choco en één boke met iets anders. Voilà. En krijs nu maar.'"
Ponnet: "Daar zit je ook weer bij die scheefgelopen hechting. Ouders zijn vaak niet meer in staat om om te gaan met verschilervaringen met hun kind. Als je je kind in de hoek zet, ziet het jou op dat moment niet graag. Als je dan zelf niet veilig gehecht bent, dan durf je dat conflict niet aan, loop je daarvan weg. Mensen willen per se de beste vriend zijn van hun kind. Dat hebben ze misschien wel een zeer hechte band, maar dat is niet hetzelfde als een veilige band voor dat kind."
De Wachter: "Kinderen snakken ernaar dat ouders grenzen stellen. Vriendjes zijn met onze kinderen is niet iets waar we moeten naar streven. Hiërarchie is belangrijk. Dat zijn woorden waar men in de vrije jaren zestig vies van was, maar ik pleit ervoor dat er een verschil is tussen ouders en kinderen. In de opvoeding hebben ouders het voor het zeggen en moeten de kinderen luisteren, kleine kinderen natuurlijk meer dan grotere."
Hechting geven we door van generatie op generatie en kinderen leren van het voorbeeld van hun ouders. Steeds meer kinderen groeien op in éénoudergezinnen. Zijn zij straks allemaal onveilig gehecht?
De Wachter: "We moeten opletten dat we niet vervallen in een neoconservatisme en beweren dat moeder, vader en de kinderen het enige werkbare model is. Ik zie bijvoorbeeld ook veel homoseksuele koppels die dat heel goed doen."
Ponnet: "Ja maar, de dynamiek is daar hetzelfde."
De Wachter: "Klopt, het gaat om het doorbreken van je individuele cocon, over de ander toelaten in je bestaan. Dat is een model voor je kinderen. Dat geef je het makkelijkste door in een partnerrelatie, maar dat kan ook in andere relatievormen. Alleenstaande moeders - meestal zijn het toch de vrouwen die alleen voor de kinderen blijven zorgen - kunnen ook in netwerken zitten waarin ze hun kind verbondenheid leren."
Ponnet: "Dat kan ook breder familiaal, inderdaad, maar ook dat is weer een probleem vandaag. Die ruimere familiale omkadering ontbreekt vaak. De verticale verbondenheid naar grootouders toe verliezen we ook."
De Wachter: "In de vooroorlogse tijd leefden we in grote extended families, landbouwgezinnen in boerderijen. Daarna kwam er het nucleaire gezin: mama, papa en de kinderen. Vandaag is het steeds meer mama met het kindje alleen. Het lijkt alsof de wereld versmalt. Dat zal ook wel weer leiden tot nieuwe vormen van verbondenheid zeker? Ik geloof niet in het einde van de cultuur, maar vandaag is het moeilijk om te voorspellen hoe het over twee generaties zal gaan. We zitten in een overgangsfase, het zijn borderline times om het met de titel van mijn boek te zeggen."
Ponnet: "Ik blijf daar toch hoopvol onder."
De Wachter: "Ik ook. Ik richt mijn pijlen vooral op mijn eigen generatie. Jonge mensen zijn opnieuw meer bereid om daarover na te denken, om op een doordachtere manier weer in hechting te gaan en verbondenheid op te zoeken. De twijfel is er al, da's al een begin, maar als ze niet veilig gehecht zijn zal het toch moeilijk voor ze zijn."
Ponnet: "Ik spreek steeds meer twintigers die het absoluut anders willen dan de vorige generatie. Ze hebben ervaren dat de prijs die je voor autonomie betaalt erg hoog is. Je ziet dat ook in die nieuwe architecturale projecten zoals co-housing. Mensen vormen zelf weer meer een gemeenschap, in plaats van vroeger die opgelegde familiale banden die ook niet altijd goed waren."
Dus vroeger was het niet beter?
Ponnet: "Ik denk dat er in essentie nog evenveel goeie relaties zijn als honderd jaar geleden, alleen wordt dat nu anders beslecht. Als vrouw werd je vroeger gezien als de hoeder van je huwelijk. Je eerste taak was om het gezin bij elkaar te houden. Maar dat had wel veel catastrofale huwelijken tot gevolg en als vrouw bestond je niet als individu."
De Wachter: "Ik schrijf dat wel 25 keer in mijn boek: vroeger was het zeker niet beter. Het is goed dat we bevrijd zijn uit de katholieke moraal en de kneuterige dorpsigheid. Het is goed dat er meer relationele vrijheid is, dat vrouwen geëmancipeerd zijn en weg kunnen uit een slecht huwelijk. Maar de emancipatie van de vrouw en het verbrokkelen van het kerngezin hebben ook schaduwkanten en wij zijn de eerste generatie die daar onbevangen vraagtekens durft bij te plaatsen."
Ponnet: "Ik ben geboren in ‘68. Mijn generatie heeft heel sterk ingezet op carrière en zelfontplooiing. Onze moeders bestonden enkel in functie van hun gezin en waarschuwden ons dat we het anders moesten doen. Wij hebben vaak lang gewacht om aan kinderen te beginnen, want het moederschap was toch vooral een last en geen lust. We zijn in die richting te ver doorgeschoten. Nu gaat het erom weer dat evenwicht te herstellen en daar ben ik hoopvol in voor de jongere generaties."
De keerzijde van die nadruk op zelfontplooiing is ook: als je niet zelf iets van je leven maakt, dan ben je een loser.
De Wachter: "Als je mislukt, dan is dat jouw schuld. En dan krijg je een diagnose want het idee dat mensen falen verdragen we als maatschappij niet goed. Dan mag de psychiater het oplossen. Men zegt dan: die mens was niet goed, dat was iets in zijn kop, hij was ziek. Hoe succesvoller de maatschappij, hoe meer psychiatrie men creëert, als collateral damage. Steeds meer mensen vallen uit de boot en het aantal consultaties en diagnoses bij de psychiater stijgt. En dat begint al bij zeer jonge kinderen. Als ze in de klas niet zo rustig zijn of ze zijn een beetje stil of een beetje dit of dat, dan krijgen ze een diagnose. Als ze niet aan de hoge normen voldoen die we van jongs af stellen, dan komt er er een lieve juf en die doet een spelletje met je en dan krijg je een afkorting: ADD, LDD, ASS enzovoort. Al die afkortingen zijn etiketten die normeren, al zijn ze misschien goed bedoeld."
We gaan te veel uit van het perfecte mensbeeld?
De Wachter: "En dat perfecte beeld is dan nog heel beperkt. Het heeft te maken met succes, met prestaties. Het relationele wordt daar amper in meegenomen."
Ponnet: "Als mensen bij me komen, vraag ik altijd: omschrijf uzelf eens. Dan hebben ze het eerst een hele tijd over hun professionele leven, dat is iets waar mensen zich sterk mee identificeren. In tweede instantie praten ze over reizen, uit eten gaan, de inrichting van hun huis... Dat zijn allemaal heel consumentgericht domeinen. En opmerkelijk: iedereen zegt hetzelfde. We denken dat we daarin volstrekt origineel zijn, maar dat is een illusie."
De Wachter: "Ons consumptiegedrag is onze identiteit. Dat compenseert een beetje de onzekerheid waarin we leven, maar nu die consumptie wordt aangetast door de kredietcrisis, worden we hard in onze identiteit geraakt."
Waar we het nog niet over gehad hebben is seksualiteit.
Ponnet: "Daar gaat veel meer aandacht naartoe in de media dan dat dat een rol speelt in het leven van mensen."
De Wachter: "Daar is een markt voor en dus wordt het belang daarvan uitvergroot. Ook op dat vlak komen we uit hypocriete, onderdrukkende tijden. We mochten niet genieten, zeker vrouwen niet. Daar zijn we gelukkig van bevrijd..."
Ponnet: "...maar nu is het van moeten geworden."
De Wachter: "Opnieuw: we schieten daarin door, wat een rare uitdrukking is in dit verband. Seks is niet meer verboden, het is verplicht geworden. En die dwang is al even schadelijk."
Ponnet: "Seksualiteit zit heel sterk in de prestatiesfeer. De media speelt daar een kwalijke rol in. Het enige criterium is altijd: hoe vaak we het doen per week. Maar wie stelt zich nu in godsnaam die vraag?"
De Wachter: "Soms komen mensen mij dat vragen. ‘Wij doen het zoveel keer en is dat wel goed?' Dan zeg ik: ‘Dat moet ik opzoeken in tabellen. Wat is uw leeftijd en hoe vaak zei u...?' (lacht)"
Ponnet: "Die vraag leeft niet echt. Mensen lezen erover in de bladen, maar ze komt niet uit hun eigen beleving."
De Wachter: "Het probleem van deze tijd is het relationele, niet het seksuele."
Ponnet: "Absoluut. Ik focus nooit eenzijdig op het seksuele. Seks is altijd ingebed in de relatie. En ook: de ene periode loopt dat al wat beter dan de andere. De ene periode is de behoefte aan seks groter dan de andere. Weet je, als je drie kleine kinderen hebt en je moet met twee uit werken, waar zou je dan de energie vandaan halen om elke avond... Seksualiteit is belangrijk, maar het is veel breder dan de daad alleen. Het gaat vooral ook om aanraken, om intimiteit, om het vermogen om er op die manier voor elkaar te zijn. Je merkt nu dat mensen dat ook beginnen door te hebben. Ik wil Goedele Liekens niet afvallen, Start to sex verkoopt wel, maar heel wat minder dan de vorige..., wil toch iets zeggen. Mij stemt dat opnieuw wel hoopvol."
Jullie hebben een paar keer benadrukt dat jullie hoopvol blijven, maar jullie basisanalyse is donker. Zien jullie het niet te zwart in? Jullie werken vooral met mensen met problemen en extrapoleren daar een diagnose uit voor de hele maatschappij.
De Wachter: "In het ziekenhuis zorg ik voor chronisch schizofrene patiënten, de meest zieke mensen die aan de rand van de samenleving staan. In mijn private praktijk zie ik zeer succesvolle mensen. Ik zeg altijd wat provocerend dat ze aan hetzelfde lijden. De eenzaamheid van die managers is dikwijls heel groot, net als hun onvermogen om te leven in de ware zin van het woord. In die zin lijden ze even erg als mijn erg zieke patiënten, die het door hun wanen, hallucinaties en angsten zo moeilijk hebben. De gelijkenis is stuitend. De zogezegd normale mensen kijken te weinig naar de patiënten. Wat die laatsten mij vertellen, zegt iets over de wereld. Alleen: de wereld wil dat niet weten."
Ponnet: "De kritiek die ik vaak krijg, is dat ik een deterministische visie heb, omdat ik schrijf dat je hechtingsstijl al vroeg bepaald wordt en dat je die je hele leven met je meedraagt. Ik denk één dat ik er in elk hoofdstuk toch de nadruk op leg dat een evolutie mogelijk is. En twee: ik vind het eerder een bevrijdende gedachte dat bepaalde dingen in mijn leven nu eenmaal vastliggen en dat niet alles maakbaar is. Dat ontslaat je van een last. We gaan allemaal tenonder aan keuzestress. Dan is het toch ergens makkelijk dat de krijtlijnen vastliggen en dat we moeten proberen om het daarbinnen zo goed mogelijk te doen."
"Relatieproblemen verhullen een schreeuw om gepaste aandacht en betrokkenheid", stelt Rika Ponnet. De Gentse seksuologe en auteur van Blijf bij mij kijkt door de bril van psychologische hechtingsstijlen naar amoureuze en maatschappelijke perikelen. Vol mildheid voor de betrokkenen, want achter de persoonlijke queeste voor liefde schuilt volgens haak vaak een zoektocht naar zin. "Onze samenleving is gericht op het individu, maar dat is meer dan ooit niets zonder de groep." Artikel van Joris Delporte voor Tertio.
"Elke liefdesrelatie is een machtsstrijd." Op die sloganeske kernzin focussen veel recensies over Blijf bij mij van Rika Ponnet. Een boodschap die bij ons onwillekeurig de herinnering aan de novelle Extension du domaine de la lutte van Michel Houellebecq oproept. In dat naargeestige maatschappijportret spiegelt de Franse literaire doemdenker economisch liberalisme op menselijke relaties. Marktdenken en survival of the fittest, ook in amoureuze sferen.
Ponnet heeft in haar stemmige Gentse kantoor niets 'houellebecqiaans'. Goedlachs en zacht. En vooral, ze is ondanks haar kritiek op het hyperindividualisme in onze samenleving erg mild voor de zin- en liefdeszoekers onder ons, zeker wanneer het mangelt aan hun hechtingsstijl.
Uw boek past de hechtingstheorie van de Britse psychiater John Bowlby toe op liefdesrelaties. Verklaren zorgen uit de kindertijd de relatieperikelen van volwassenen?
"Wie in de prille jeugdjaren de nodige menselijke nabijheid heeft gemist, kampt later inderdaad vaker met relationele problemen. Al is dat geen wet van Meden en Perzen. Veel hangt af van de psychologische draagkracht van de betrokken personen. Over hechtingsstijlen spreek ik dus graag met voorzichtigheid en zeker zonder te moraliseren."
"Onze hechting heeft trouwens niet alleen invloed op ons liefdesleven maar levert de bril waardoor we de hele werkelijkheid bekijken. Wie het geluk heeft om veilig gehecht te zijn, heeft vaak meer vertrouwen in zichzelf en de ander. Om nog te zwijgen over extra veerkracht bij tegenslagen, betere conflictbeheersing ook."
Volgens u strijden we in relaties voor macht en intimiteit. Hoe verloopt dat gevecht?
"Koppels die bij mij aankloppen voor advies zijn vaak ongelukkig door aanslepende relatieconflicten. De scenario's blijken talrijk. Zo is al dan niet overspel in het spel. Maar aan de oppervlakte merk ik sowieso een strijd om controle over het gedrag van de ander. Onderhuids is intussen een gevecht voor intimiteit aan de gang."
"Onze maatschappij ziet relatieconflicten volgens mij trouwens te eenzijdig in een negatief licht. In essentie zijn ze een schreeuw om gepaste aandacht en een roep om de juiste betrokkenheid. Het gaat erom die onderliggende boodschap naar boven te halen."
Van vechten voor intimiteit naar een vechtscheiding lijkt tegenwoordig geen ongebruikelijke stap. Is menige relatie gedoemd tot mislukken door de onderhuidse machtsstrijd?
"Zo lang die strijd aan de gang is, bestaat nog verbondenheid tussen de partners. Ook bij vechtscheidingen blijft de betrokkenheid in veel gevallen groot, al wordt die uiteraard negatief geuit. Achter hoogoplopende conflicten schuilt niet zelden veel liefde. Zodra beide partners inzien welke diepere noden tot de ruzies leiden, ontstaat een zekere mildheid en dus de kans op verzoening. Een positieve kentering is veel minder waarschijnlijk bij koppels die naast elkaar leven."
Vervreemden van je eigen partner, hoe snel gebeurt zoiets?
"Het risico is gezien de maatschappelijke context reëel. We leven in een interessante wereld en voelen ons bijna verplicht zo veel mogelijk te beleven. De stroom aan prikkels blijft aanzwellen. Ook ligt de werkdruk hoog. Tweeverdieners hebben wel het geluk dat relaties bestand zijn tegen 'magere periodes'. Het is evenwel raadzaam die achteraf te compenseren. Niet noodzakelijk door weekendjes weg en evenmin door 'quality time'. In die 'kwaliteit van tijd' geloof ik nauwelijks. Wie zijn relatie op dieet zet, compenseert dat niet met een intens halfuurtje per dag. Regelmatig doodgewone 'family time' met elkaar doorbrengen helpt nog het best."
Echtscheidingscijfers blijven hoog. Veel kinderen groeien hierdoor op in eenoudergezinnen. Zijn die straks massaal onveilig gehecht met een verdere opwaartse knik in de echtscheidingsstatistieken als gevolg?
"Ik ben geen doemdenker maar wetenschappelijk onderzoek toont effectief aan dat opgroeien in gebroken gezinnen vaker aanleiding geeft tot onveilige hechtingsstijlen. Bovendien is de familiale ondersteuning van gebroken gezinnen minder vanzelfsprekend dan vroeger. Jonge grootouders passen vaker voor structurele kinderzorg. Dit terwijl zij onmisbare corrigerende factoren zijn binnen kwetsbare opvoedingssituaties. Maar opnieuw, ik zie dit niet louter deterministisch. Ik ontmoet veel volwassenen die een perfect gelukkige jeugd beleefd hebben en toch onveilig gehecht zijn."
"Persoonlijk reken ik erop dat de menselijke soort zichzelf tijdig corrigeert. Het besef groeit dat onze maatschappij een hoge prijs betaalt voor echtscheidingen. Gelukkig maar. Relatiebreuken zijn te lang beschouwd als problemen voor individuen en koppels. Maar naast het leed van partners en kinderen, raken familiebanden beschadigd. Ziekteverzuim en gezondheidskosten nemen toe. Vooral onder jongeren proef ik het verlangen het beter te doen en zich meer doordacht te hechten. Ik bespeur zelfs een 'réveil' van klassieke familiewaarden. Niet dat de twintigers teruggrijpen naar de oude rolmodellen maar een stabiele partnerrelatie staat opvallend hoog op de prioriteitenlijstjes."
Scheiden Vlamingen te snel?
"Velen kiezen vooral te overhaast of ondoordacht hun levenspartner. Het blijft me verbazen hoe vaak medemensen in zee gaan met iemand die ronduit tegengestelde visies heeft rond essentiële levenskeuzes. Sommigen bespreken zelfs niet hun kinderwens voor het huwelijk. Toch valt met gepaste begeleiding het aantal echtscheiding nog terug te dringen. Een op de tien echtparen die een beroep doen op professionele hulp wanneer hun huwelijk op springen staan blijven alsnog samen. Dankzij therapie beseffen ze dat de relatie nog te kostbaar is om op te geven. Maar de stap naar professionele hulp blijft voor veel landgenoten erg hoog."
Wat kan elk van ons doen om een naaste bij te staan die een zware relatiecrisis doormaakt?
"We 'bemoeien' ons in dergelijk situaties gek genoeg te weinig met elkaar. Als iemand in onze nabije omgeving ernstige relatieproblemen kent, wordt daarop zelden ingegaan. Om hem of haar te sparen, klinkt dan de redenering. Dit terwijl actief luisteren en reëel aanwezig zijn tijdens dan cruciaal is. In alle discretie je hart luchten bij een vriend of familielid lost de problemen niet op maar het biedt genoeg troost en kracht om voort te vechten. Wie zich geïsoleerd voelt neemt sneller radicale beslissingen, waaronder de echtscheiding aanvragen."
Hoe kijkt u aan tegen co-ouderschap?
"Bij die regeling heb ik in het verleden al kanttekeningen gemaakt, wat me bakken kritiek opgeleverd heeft. Principieel heb ik zeker niets tegen dit systeem. Wanneer de draagkracht van het kind het toelaat en de ouders elkaar nog genoeg respecteren is deze optie niet verkeerd. Maar constant verhuizen zet jongelui in de praktijk op een emotionele roetsjbaan die alleen de sterkste karakters aankunnen. Jonge kinderen onder de vijf jaar slagen er moeilijker in zich te hechten wanneer ze elke week bij een andere ouder verblijven."
Is de vroegere 'default' oplossing waarbij moeder de kinderen toegewezen krijgt dan beter?
"Nee. Dat systeem met een alomtegenwoordige moeder en een 'pretpapa' die twee weekends per maand zijn kroost verwent is evenmin ideaal. Dit omdat de band met de vader zo onderontwikkeld blijft. We dienen gewoon af te stappen van de illusie dat een standaardregeling voor alle gezinssituaties en bij alle leeftijden geschikt is. Ik meen dat we de rechten van het kind nog niet genoeg centraal plaatsen tijdens en na echtscheidingen. Ouders redeneren spontaan te veel vanuit hun rechten als moeder of vader."
Welke concrete oplossing schuift u naar voren?
"Tegenwoordig gaan bijzonder jonge koppels met dito kinderen uit elkaar. De aanvankelijke regeling na de relatiebreuk blijft vaak jaren gelden, terwijl de emotionele noden van een tweejarige niet dezelfde zijn als die van een tiener. Daarom pleit ik voor jaarlijkse evaluatiemomenten om de verblijfs- en bezoekregeling tegen het licht te houden. Laat die meegroeien met de kroost. Al besef ik uiteraard dat voor dergelijk maatwerk met geregeld overleg de ex-partners wel nog door een deur moeten kunnen."
Hoe is het om relatiecoach te zijn in tijden van individualisme?
"De focus ligt meer dan ooit op prestaties van het individu. Hierdoor vergeten velen hoe nietig we zijn zonder de groep. Zowel succes als mislukking wordt geassocieerd met persoonlijke verdienste of het gebrek daaraan. Scholen zijn in datzelfde bedje ziek. Uitmunten is de boodschap. Van jongs af worden kinderen gestimuleerd om uit te steken boven de massa. Onterecht, opvoeders leren hen beter dat iedereen eerst en vooral deel uitmaakt van die massa. Uitmuntende prestaties zijn altijd mee te danken aan een netwerk. Vanuit mijn werk ben ik nog extra in die verbondenheid, deze inter-persoonlijke context geïnteresseerd."
Prestatiedrang. Een onophoudelijk salvo van prikkels. Bent u bezorgd over kinderen die hierin opgroeien?
"Goh. De jongste generatie krijgt toch in de eerste plaats volop kansen. Aan pessimisme doe ik daarom niet mee. Ook hebben opvoeders meer dan ooit aandacht voor de persoonlijke evolutie en het geluk van de jongsten. Onder de veelheid aan prikkels lijden ze trouwens veel minder dan hun ouders. Deze tijden zijn vooral uitdagend voor wie de ouderrol vervult. Kinderen waar nodig afschermen en begeleiden bij hun keuze in het rijke scala van ontspanningsmogelijkheden is ronduit vermoeiend. Plaatsvervangende keuzestress zeg maar (lacht). Wie minder sterk in zijn schoenen staat, raakt als ouder sneller dan ooit de trappers kwijt. De grens tussen een keurig opvoedingstraject en ontsporingen is almaar fijner."
De relatiemodellen in uw boek zijn levensbeschouwelijk neutraal. Maar hoe ervaart u het christelijk gekleurde verhaal van de vier liefdestalen dat we kennen van C.S. Lewis?
"Fris mijn geheugen eens op."
Deze apologeet onderscheidt met klassieke termen genegenheid (storge), vriendschap (philia), zinnelijke liefde (eros) en de liefde als keuze (agape). Die laatste van bovenaf gekregen liefdesvorm garandeert dat de andere facetten in evenwicht blijven.
"Een mensbeeld waarbij die vier liefdestalen samenvallen vind ik bijzonder hoog gegrepen. Als richtpunt of streefdoel vind ik dat verhaal niet verkeerd. Maar ideaalbeelden leggen ons ook druk op. Wie dan niet aan de eigen verwachtingen voldoet, krijgt snel de indruk te falen. En dat heeft mogelijk een negatieve impact op het verdere leven; leidt tot verzuring zelfs."
"Opnieuw vanuit de hechtingsstijlen houd ik cliënten voor dat ze deels voorgeprogrammeerd zijn. Als je wieg staat in een ontwrichtende omgeving, wacht je later veel mentaal opruimwerk. Uiteraard is dat geen pleidooi voor berusting. Werken aan onszelf is altijd mogelijk. Maar de resultaten van die oefening hangen nauw samen met de vertreksituatie."
Uw klanten zijn onderhuis ook zinzoekers, niet?
"Zonder de ander zijn we niets. Iets betekenen voor onze naasten geeft ons leven zijn betekenis. In onze praktijk komen veel prille veertigers aankloppen die op dat punt zoekend zijn. Op hun carrière hebben ze veel ingezet. Maar de louter materiële invulling van hun hechtingsbehoefte heeft hen op langere termijn geen voldoening geschonken. Dan borrelen confronterende zingevingsvragen op. Voor wie doe ik het allemaal? Gaat iemand mij herinneren wanneer ik hier niet meer rondloop? Deze onrust verdwijnt pas wanneer we het gevoel hebben essentieel te zijn in het leven van een ander. Of we nemen onze toevlucht tot spiritualiteit.
Telt uw klantenbestand veel overtuigde gelovigen?
"Dat percentage ligt erg laag. Een katholieke single die het geloof centraal plaatst in zijn leven en evenveel engagement van een toekomstige partner verwacht heb ik noodgedwongen doorverwezen. In ons bestand zitten te weinig dergelijke kandidaten. 'Randkerkelijken' krijgen we wel iets vaker over de vloer. Sowieso peilt ons bureau steevast naar de geloofsvisie van cliënten. Die is bepalend voor hun persoonlijke normen- en waardenstelsel en dus relevant bij de partnerkeuze."
"Het frappeert me trouwens dat weinigen over dit onderwerp losbranden. Ik proef veel schroom. Een enkeling verontschuldigt zich zelfs dat hij gelooft."
Welke waarden schatten uw gesprekspartners het meest 'naar waarde'?
"Zeker in de relationele sfeer hechten velen belang aan eerlijkheid, betrouwbaarheid, respect voor mens, dier en natuur. Universele en klassieke wensen eigenlijk die ze als richtinggevend ervaren."
Waw... Smelt... Zucht... Weet jij het nog? Het moment waarop je als een blok viel voor je partner? Voor je soulmate, een m/v met talent en met ogen waarin je kon verdrinken? Weet je nog hoe hard het prikte en hoeveel pijn het deed wanneer je hem of haar een paar dagen moest missen? Hoe jullie versmolten en voor eeuwig en altijd samen wilden zijn? Dit is de inleiding van Sarah Van Gysegem van De Gezinsbond n.a.v. een gesprek met Rika Ponnet over 'Blijf bij mij'.
Na een zalige periode propvol roze brillen wordt het stilaan tijd voor een portie realiteit. Die perfecte partner blijkt een pietje-precies. Of een hopeloze sloddervos. Je begint je te ergeren. Er komen ruzies. En dat mag. Meer zelfs, volgens relatietherapeut Rika Ponnet móet het: "Een liefdesrelatie zonder strijd is geen goeie relatie. Hoe graag twee mensen elkaar ook zien, er zullen tussen hen áltijd verschillen bestaan, ze zullen regelmatig moeten zoeken naar compromissen, en daar hoort nu eenmaal ruzie bij. Als er geen enkele vorm van strijd is, veeg je dingen onder de mat. Je partner doet of zegt sowieso dingen die je storen, en je kunt dat misschien even negeren, maar op een bepaald moment raakt je emmer vol. Ruzie maken is trouwens iets heel intiems: je verliest de controle, wordt emotioneel en stelt je kwetsbaar op. Maar nadien heb je meestal een gesprek waarbij je kijkt waar het probleem ligt en hoe je daar in de toekomst kunt mee omgaan. Uiteindelijk leg je het bij en wordt jullie band weer wat sterker. Koppels moeten dus zeker niet bang zijn voor een beetje strijd en wat geruzie."
Kwestie van macht
Heel wat doordeweekse discussies zijn vrij eenvoudig te verhelpen door naar een middenweg te zoeken. De sloddervos probeert er aan te denken om zelf z'n sokken in de wasmand te mikken. Het pietje-precies maakt wat minder ophef om een ontbrekend dopje op een tube. Maar Rika Ponnet ziet ook heel wat koppels bij wie schijnbaar banale ruzies blijven weerkeren zonder dat er een oplossing komt: "Als het altijd over hetzelfde gaat, zit er vaak iets anders onder. Dan is het een strijd om macht. Neem nu het klassieke voorbeeld van de vrouw die elke zondagmiddag extra haar best doet om lekker te koken voor het gezin. Haar man gaat die voormiddag iets drinken met zijn vrienden en houdt er quasi nooit rekening mee dat er om één uur gegeten wordt. Ook al wéét hij dat zijn vrouw ervan baalt als hij te laat thuis komt, toch blijft hij keer op keer hangen. Waarom? Omdat hij zo zijn macht wil laten gelden tegenover zijn vrouw, die op veel momenten te dominant is. En zij zal 's avonds wel zeggen dat ze ‘hoofdpijn' heeft. Zo werkt het: ieder oefent macht uit op de domeinen die hij ter beschikking heeft."
De code ontcijferd
Volgens Rika Ponnet is zo'n strijd om macht tegelijk een strijd om gepaste intimiteit, om wat mensen precies nodig hebben in een liefdesrelatie. En dat kan nogal eens verschillen. Je hebt bijvoorbeeld heel aanhankelijke types die hun partner compleet opeisen en overstelpt willen worden met aandacht en attenties. Anderen zijn dan weer meer op vrijheid en onafhankelijkheid gesteld. "Hoe je op het vlak van relaties in elkaar zit, hangt af van je hechtingsstijl, van de manier waarop je omgaat met contact en intimiteit. En dat is inderdaad voor iedereen anders. Ik noem de hechtingsstijl ook wel eens de ontbrekende code om relaties en relatieproblemen te ontcijferen. Het straffe is dat je manier van hechten wordt bepaald door je eerste drie levensjaren en door de band die je toen had met de mensen die voor je zorgden. Heel simplistisch voorgesteld kunnen we zeggen dat ongeveer de helft van de mensen op een gezonde, veilige manier gehecht is. Ze komen uit een gezinssituatie waarbij er een mooi evenwicht was: warmte en verbondenheid aan de ene kant, en ruimte om zichzelf te ontplooien aan de andere kant. De andere helft heeft dat niet zo goed meegekregen en is daardoor minder veilig gehecht. Die mensen hebben dan bijvoorbeeld een vorm van verlatingsangst, of net tegenovergesteld,van bindingsangst."
Meer mildheid
In haar boek ‘Blijf bij mij' wil Rika Ponnet de lezer een duidelijk inzicht geven in die verschillende hechtingsstijlen: "Hoewel niemand zichzelf opnieuw kan programmeren, kun je wel zicht krijgen op hoe jij en je partner omgaan met relaties. Je zult elkaars gedrag niet veranderen, maar een beetje inzicht in die andere, wat beter begrijpen hoe hij of zij in elkaar zit, zorgt ervoor dat je makkelijker compromissen maakt. Echt waar, als het moeilijk loopt met je partner, kan dat inzicht en begrip voor meer mildheid en minder strijd zorgen. Wanneer een man bijvoorbeeld beseft dat zijn vriendin nogal angstig is en veel meer nood heeft aan bevestiging dan hij, kan hij daar rekening mee houden en haar vaker een berichtje sturen. Zij kan op haar beurt proberen om haar angsten onder controle te houden en haar vriend wat ruimte te gunnen. Op die manier komen ze elkaar tegemoet, en dat zal sowieso een positief effect hebben op hun relatie."
Zwart en wit
Uiteraard beweert Rika Ponnet niet dat ze het ultieme redmiddel voor elke relatie in petto heeft. "Als twee mensen zo tegengesteld zijn dat er permanent strijd wordt gevoerd, zal inzicht of therapie niet helpen. Met de beste wil van de wereld, je kunt van één keer zwart en één keer wit niet twee keer grijs maken. En ja, bij de vorige generatie kwamen er inderdaad veel minder echtscheidingen voor, maar er waren zeker en vast even veel slechte huwelijken. Vroeger gold namelijk de regel: ‘Trouwen is houwen.' Vrouwen hadden financieel en praktisch gewoon de mogelijkheid niet om weg te gaan van hun man, en bleven dat ongelukkige huwelijk dan maar uitzitten voor de rest van hun leven. Voor mensen van nu is dat geen optie meer. Ik maak zeker geen reclame voor echtscheidingen, want die brengen ook heel wat nadelen en problemen met zich mee. Maar als koppel samenblijven ten koste van alles, lijkt me ook niet aangewezen. Naar de tijd van vroeger wil niemand nog terug, want van die slechte huwelijken werden ook de kinderen ongelukkig."
Aan het werk
Aan je relatie werken helpt ook je kinderen vooruit, daarom is het volgens Rika Ponnet ontzettend belangrijk om niet bij de pakken te blijven zitten. "Loopt het moeilijk en stroef met je partner, doe er dan iets aan. Kijk naar je relatie en naar de manier waarop die verloopt, en stel jezelf de vraag of je dat ook oké zou vinden voor je kinderen. Zou je willen dat je zoon of dochter dezelfde band heeft met zijn of haar toekomstige? Als het antwoord nee is, steek je maar beter de handen uit de mouwen. Jij en je partner geven een voorbeeld aan je kroost, jullie tonen dag na dag hoe je als koppel samenleeft. Als er geen warmte of affectie is, en er woedt voortdurend een bitse strijd, dan is dát het beeld dat je kinderen meenemen naar hun latere relaties. Het loont dus absoluut de moeite om er werk van te maken."
Zij wil naar een warm land op vakantie, hij niet. Hij gaat graag uit eten, zij niet. Koppels botsen op verschillen. En dan wordt er vaak een strijd gevoerd over wie, wat, wanneer beslist. Een strijd om macht: wie domineert en wie past zich aan. Een spel tussen koppels dat eigenlijk al start bij de partnerkeuze. Interview van Leen Vermeire van Vrouwen met vaart (kvlv) met Rika Ponnet over haar boek 'Blijf bij mij'.
Macht heeft vele gezichten
"Ik ondervind dat, telkens ik het woord macht in de mond neem, mensen steigeren. Niemand ziet zichzelf graag als een machtsgebruiker en zeker niet op het domein van de liefde," start Rika ons gesprek. "Bij macht denken wij vaak aan militaire conflicten, bulderende staatshoofden of directeurs, de machtigen der aarde. Tot ik uitleg dat macht veel gezichten heeft met vaak subtiele en onzichtbare wapens. Zoals de vrouw die haar man liefde en aandacht ontzegt, maar die haar liefde en aandacht wel geeft aan haar kinderen, aan andere mensen of aan huisdieren. Of de man die op het werk of in een vereniging voor iedereen klaar staat, behalve voor zijn vrouw die thuis op hem wacht. De arena's waar koppels deze machtsstrijd uitvechten, zijn de grote domeinen in het leven: werk, huishouden, seks, kinderen en geld. Macht of het verlangen om het eigen belang door te duwen, speelt bij alle koppels op alle domeinen van het leven."
Hechtingsstijl bepaalt mee partnerkeuze
"Hoe koppels die machtsstijd voeren, wordt bepaald door hun hechtingsstijl," gaat Rika verder. "Deze stijl is voor mij als het ware de ontbrekende code om relaties en relatieproblemen te ontcijferen. De manier waarop mensen gehecht zijn, bepaalt mee hun partnerkeuze en vormt ook de bedding waarin de machtsstijd gevoerd worden."
Wat is hechting?
"Een baby kan niets als hij op de wereld komt. Dus gaat hij zich in de eerste plaats hechten aan zijn moeder om zo de zorg af te dwingen die hem zal helpen te overleven. Deze hechting is een fysiek en emotioneel overlevingsmechanisme. Telkens een baby honger heeft, zich alleen voelt, pijn heeft of bang is, doet hij alles wat in zijn mogelijkheden ligt om mama of papa weer dicht bij hem te brengen. Een ouder die de signalen van zijn kind juist interpreteert en daar attent en begripvol op reageert, legt de basis voor een veilige hechtingsstijl bij het kind. Ouders zijn dan ook voor kinderen de belangrijkste hechtingspersonen. Zodra we volwassen zijn, nemen we deze hechtingsstijlen mee en zijn ze de basis voor onze relaties."
Hechtingsstijl bepaalt mee partnerkeuze
"Als de hechting goed verloopt, hebben mensen een veilige hechtingsstijl. De helft van de bevolking is veilig gehecht," stelt Rika gerust. "Deze mensen zijn niet bang voor nabijheid en intimiteit, en ook niet om alleen te zijn. Maar bij conflict kunnen ook zij een trekje van een onveilige hechtingsstijl vertonen. Alleen lukken deze veilig gehechte koppels er dan in om die conflicten uit te praten omdat ze opnieuw in contact komen met hun verlangen naar nabijheid en hun verlangen om op eigen benen te staan.
Als de hechting niet goed verloopt, ontstaat er angst: angst om zich te binden of angst om verlaten te worden.
Wie angst heeft om zich te binden, heeft een vermijdende hechtingsstijl met een angstige ondertoon ofwel een afwijzende ondertoon. Wim heeft een angstig-vermijdende hechtingsstijl. Hij geniet van het intieme gevoel dat een relatie met zich meebrengt, maar zodra hij verschil begint te ervaren met Eva trekt hij zich terug. De nabijheid waar hij zo naar verlangt, voelt plots ongemakkelijk aan en hij maakt ruzie zodat er verwijdering komt. Die heeft hij nodig om nadien terug toenadering te zoeken. Filip heeft eerder een afwijzend-vermijdende hechtingsstijl. Hij toont weinig of geen gevoelens en emoties, niet omdat hij niet wil maar omdat hij er zelf zo moeilijk toegang tot krijgt. Alles wat emotie is, ook ruzie, ervaart hij als bedreigend en gaat hij uit de weg. Hij voelt zich goed als er afstand is.
Wie bang is om verlaten te worden, heeft een angstige hechtingsstijl. Petra is zo iemand. Ze is bang om verlaten te worden door haar partner. Telkens ze hoort of denkt dat Dirk in contact komt met een andere vrouw, slaagt ze in paniek en denkt ze dat hij haar zal verlaten. Ze probeert dan voortdurend bevestiging en geruststelling te krijgen van Dirk.
Eén van deze vier hechtingsstijlen zet bij iedereen de grondtoon. Als de laatste drie hechtingspatronen bij iemand de grondtoon vormen dan is het voor deze mensen vaak moeilijk om een duurzame relatie aan te gaan of zijn er in de relatie vaak relatieproblemen. ‘Liefde is een werkwoord' klopt voor wie veilig gehecht is, maar zeker voor wie onveilig gehecht is. Hoe hard werken het wordt, hangt dan nauw samen met hoe onveilig mensen gehecht zijn."
Erfelijk
"75% van de mensen erft zijn hechtingsstijl van één van de ouders," verduidelijkt Rika. "Zo krijgen nogal wat moeders met een vermijdende hechtingsstijl, dochters met een gelijkaardige hechtingsstijl. Maar of we de hechtingsstijl van vader of moeder overnemen, hangt, naast erfelijkheid, ook nauw samen met onze persoonlijkheid en onze positie in het gezin."
Vroeger en vandaag
"Op lezingen hoor ik vaak de vraag: onze ouders hebben ons op hun manier goed proberen op te voeden, maar ze hadden de hedendaagse inzichten niet. Kan onze generatie dan wel veilig gehecht zijn? Dat misverstand wil ik altijd zo vlug mogelijk uit de wereld helpen," verdedigt Rika vurig. "Onze noden inzake affectiviteit en aandacht vullen wij op een hedendaagse manier in: wij denken aan knuffelen of openlijk uitdrukking geven aan gevoelens. En inderdaad, dat werd in de vorige generaties niet of weinig gedaan. Maar om de basis te leggen voor een veilige hechtingsstijl is dat ook niet de essentie. De essentie is wel: stabiliteit in aanwezigheid, duidelijkheid, evenwicht in zorg en betrokkenheid. Als kinderen dit mogen ervaren, dan ontwikkelen ze voldoende zelfvertrouwen om de wereld rondom hen te ontdekken, om zichzelf te ontplooien en autonomie te verwerven. En elke generatie zal daar vorm aan geven eigen aan de tijd.
We moeten immers opletten. Die hechte band die veel ouders hebben met hun kind, het veel uiting geven aan emoties, het veel knuffelen of geen ruzie maken, zijn wel positieve evoluties maar per definitie geen tekenen van een veilige hechting. Vandaag hebben ouders het bijvoorbeeld meer dan vroeger, moeilijk met grenzen stellen, met het tonen van ouderlijk gezag en autoriteit. En ook dat is minstens zo essentieel voor het ontplooien van een veilige hechting. Veel ouders willen vandaag zo graag de beste vriend van hun kinderen zijn, maar vergeten daarbij dat ouderschap geen relatie is die op gelijkheid is gebaseerd zoals vriendschappen. De werkpunten van vandaag als ouder zijn anders dan die van gisteren, maar de voorwaarden om tot een veilige hechting te komen, zijn dezelfde gebleven."
Macht in een duurzame relatie
"Er is dus geen liefde zonder strijd," besluit Rika. "Relaties blijven duren als partners bereid zijn de machtsstrijd niet op de spits te drijven, maar ervoor kiezen om eerlijk te communiceren over hun gevoelens en behoeften. En dat is vaak niet gemakkelijk omdat koppels in een negatieve interactiestijl geraakt zijn. Het lijkt dan alsof ze niet meer in staat zijn anders te reageren of te communiceren. Wat dan helpt, is de negatieve gedachtenstroom over je partner stilleggen en je bewustworden van je eigen gedrag. Ik geef koppels dan vaak de raad even te kijken naar hun relatie met de poes, de hond, hun kind of kleinkind. Als de poes een kras maakt in mijn lievelingszetel ergert ik mij ook, maar ik zie er geen kwaad in. Hzo kan je ook leren kijken naar je partner: hij of zij kan je soms ergeren, maar neen, net zoals de poes, heeft de ander geen slechte bedoelingen."
Blijf bij mij werd gerecenseerd door Guido Cuyvers voor het literaire maandblad De Leeswolf.
Geen liefde zonder strijd. Relaties zitten vol macht en strijd om controle. Dat leidt vaak tot breuken of tot onvermogen om de juiste partner te vinden. Relaties blijven maar duren als de partners hun machtsstrijd niet op de spits drijven. Vanuit dat basisinzicht schreef Rika Ponnet dit boek. In het eerste deel ontleedt ze macht in relaties. Omdat in ieder mens een Machiavelli schuilt, ontkomt geen enkele relatie aan macht. Ponnet beschrijft hoe macht op een aantal domeinen werkt: in liefdesrelaties, op het werk, in verband met kinderen, in seks, in alles wat draait om geld, in het huishouden. Nochtans is het duidelijk dat wie alleen het eigen belang vooropstelt, zonder rekening te houden met de partner, uiteindelijk in een verliessituatie terechtkomt: de relatie houdt op te bestaan. De grote schuldige daarvan zit volgens de auteur in het ‘DNA' van een relatie en in het DNA van de partners, namelijk in de hechtingsstijl, de manier waarop mensen omgaan met intimiteit en verbondenheid. Het is volgens Ponnet de ontbrekende code om relaties en relatieproblemen te ontcijferen. Mensen ontwikkelen in de prille kindertijd een hechtingsstijl, afhankelijk van de manier waarop de ouders met het kind omgaan. De auteur onderscheidt en beschrijft vier hechtingsstijlen: de veilige, de angstige, de afwijzend-vermijdende en de angstig-vermijdende. Bovendien geven ouders hun eigen hechtingsstijl vaak door aan hun kinderen. Alleen veilig ouderschap leidt tot een veilige hechtingsstijl, die voldoende garanties biedt voor het partnerschap. Vervolgens toont Ponnet aan dat hechting werkelijk de kern is van wat rationeel tussen mensen gebeurt. Partnerkeuze, scheiding en rouw tonen aan hoe groot de impact is van de hechtingsstijl op cruciale momenten en evoluties in het relationele leven. Ze tonen aan dat wie niet veilig gehecht is, een grotere kans heeft om vast te lopen of vaker met relationele problemen en breuken te maken krijgt. In het laatste deel komen een aantal wegen naar een veiligere hechting aan bod. Hechtingsstijlen kunnen immers wijzigen onder invloed van gebeurtenissen of mensen, en kunnen dan ook in positieve richting evolueren. Het boek besluit met een checklist om de eigen hechtingsstijl te bepalen en met een bundeling van de noten. Blijf bij mij is een boeiend werk, dat mede door de vele cases zeer vlot leest.
“Hechting is het thema van deze tijd”, stelt Rika Ponnet. Weg met Venus, Mars en alle andere koek: ‘Blijf bij mij’ houdt relaties tegen een ander licht, ook holebirelaties. Klamp je je vast, kies je makkelijk het hazenpad of twijfel je tussen beide? “Ik wil geen enkele hechtingsstijl culpabiliseren.” Artikel van Annelies De Waele en Lut Verstappen voor Zizo Magazine.
In je boek maak je geen onderscheid tussen heteroseksuele en homoseksuele relaties. Hebben relaties tussen personen van hetzelfde geslacht niet een eigen dynamiek?
Rika: "In wezen zie ik geen verschil. Ook holebi's groeien op met het romantische ideaal van een partnerrelatie waarin het gevoel regeert. Ook zij zullen ervaren dat een relatie niet alleen over liefde gaat, maar ook over strijd. En hoe ieder een stuk bagage meebrengt, gebaseerd op wat je in je eerste kerngezin en in eerdere relaties hebt beleefd."
"Misschien ligt het strijdtoneel elders. Bij koppels van hetzelfde geslacht, vooral bij vrouwen, zie je vaker een gelijkwaardige taakverdeling. Heterorelaties behouden nog dikwijls een traditioneel rollenpatroon, ondanks alle emancipatie. Die patronen sluipen ook binnen in veel holebirelaties. Het is misschien taboe, maar in sommige holebirelaties cast een van beiden zich fel in de rol die je veeleer mannelijk kunt noemen, terwijl de andere vooral de verzorgende, als vrouwelijk ervaren, rol opneemt. Ook die stellen maken ruzie over wie de was zal doen."
"Het is begrijpelijk. We groeien allemaal op in een wereld waarin die traditionele rolverdeling nog sterk wordt voorgeleefd. Ik vel daar geen oordeel over. In functie van het hechtingsverhaal is het belangrijk te weten waar je je waarde uit haalt, en of je daar binnen je relatie de ruimte voor krijgt."
Uit onderzoek weten we dat een heel sterke partnerbinding kenmerkend is voor een aantal lesbische relaties, met een neiging tot symbiose. Zijn lesbiennes vaker angstig gehecht?
Rika: "Over hechtingsstijlen en hoe die de partnerrelaties beïnvloeden is al heel veel bekend. Er wordt nergens melding gemaakt van verschillen tussen hetero's en holebi's, dus moeten we aannemen dat die er niet zijn. Alleen bij homo's, die vaker een promiscue levensstijl verkiezen, zou er vaker sprake zijn van een angstige ondertoon in de hechtingsstijl. Natuurlijk kunnen er andere psychologische mechanismen spelen. Die kunnen dan weer beïnvloed zijn door iemands hechtingsstijl. Zo ‘kiest' een vrouw misschien voor een lesbische relatie omdat ze - bewust of onbewust - een heel negatief manbeeld heeft ontwikkeld. Misschien groeide ze op met een slecht functionerende vader en is ze niet in staat, of te bang, om een intieme relatie aan te gaan met iemand van het andere geslacht. Deze vrouw kan, vooral op jongere leeftijd, een relatie met een andere vrouw als veiliger ervaren. Misschien zal ze na tien of vijftien jaar toch nog de stap zetten naar een relatie met een man. Het omgekeerde kan ook: een lesbische vrouw die vanuit een verlangen naar veiligheid relaties met mannen aangaat, terwijl ze pas ontdekt wat liefde en intimiteit kunnen betekenen als ze de stap zet naar een vrouwenrelatie."
"Natuurlijk wil ik de keuze voor een holebirelatie niet psychologiseren. Niet alle vrouwen met een afwezige vader ‘worden' lesbisch. Ik ben er trouwens van overtuigd dat je geaardheid voor een groot deel aangeboren is. We weten ook dat op het continuüm aan geaardheden een aantal mensen nooit een relatie met iemand van het andere of van hetzelfde geslacht zal overwegen. Daartussen zit een grote groep voor wie die positie minder zwart-wit is. Je eigen positie bepalen, is een persoonlijke strijd , die je bovendien levert in een wereld met het heteropatroon als norm."
Anderzijds heb je het type lesbo dat zeer onafhankelijk is, of toch zo overkomt, het type waar anderen vaak verliefd op worden. Zij gaan snel ‘all the way', maar verbreken hun relatie al even bruusk. Heeft dit vermijdende patroon een link met hun lesbisch zijn, met hun strijd om te kunnen zijn wie ze zijn?
Rika: "Opnieuw zie ik hier een spiegel met heterorelaties. De destructieve relatiepatronen waar vermijdende personen in stappen, homo of hetero, verschillen niet wezenlijk. De voorbeelden zijn me niet vreemd: het type stoere vrouw die in een relatie met veel strijd en jaloezie met een veeleer traditionele vrouw twee kinderen op de wereld zet. Vervolgens ruilt ze haar partner voor een jonger, ook zeer vrouwelijk uitziend type, met wie al vrij snel opnieuw de strijd losbarst. Je kunt hier de vrouwen makkelijk vervangen door hetero's. De mechanismen die hier spelen hebben minder met hun geaardheid te maken dan wel met hun hechtingsstijl."
"Het is wel zo dat het type ‘cowboy', de vermijder die niemand nodig lijkt te hebben, in onze maatschappij sterk wordt opgehemeld. Daar zijn vrouwen even gevoelig voor als mannen. Maar de persoon die kiest voor een relatie met zo'n vermijder heeft ook haar of zijn inbreng. Uiteenlopende hechtingsstijlen trekken elkaar aan als een magneet."
Hebben veilig gehechte personen meer gelijkwaardige relaties?
Rika: "Als je onder gelijkwaardigheid verstaat ‘met respect voor ieders inbreng en talent' dan is het antwoord ja. Als het betekent ‘met twee even veel carrière maken en de huishoudelijke taken delen', dan vrees ik dat het nog vaker neen is. Nogal wat mensen met een veilige hechtingsstijl leven vrij klassiek: ze vinden vroeg hun levenspartner, krijgen kinderen en blijven niet zelden bij elkaar tot de dood hen scheidt. Ook wat seksualiteit betreft: tachtig procent heeft van geboorte tot dood maar twee bedpartners."
"Ik merk wel dat de veilig gehechten sneller aan de bak komen bij een relatiebureau als Duet: door hun hoge relationele vaardigheid, hun realistisch verwachtingspatroon vinden ze sneller een match."
Staren we ons als het over relaties gaat niet blind op de scheidingscijfers?
Rika: "De cijfers zijn hard: veertig procent van de gehuwden houdt het voor bekeken, dat is gigantisch. Bij niet-gehuwden liggen die cijfers nog hoger. Zestig procent van de gehuwden blijft dus wel getrouwd. Maar ook in de gezinnen die ‘compleet' blijven, zien we veel ongezond of risicovol gedrag. Overspel wordt graag gezien als een romantische beslissing, maar het is vaak een uiting van zeer veel onrust, narcisme, angst, wegloopgedrag..."
"Mijn boek slaat aan omdat mensen inzicht krijgen in de patronen waarin ze vastlopen, maar ook vanwege het realiteitsgehalte. Mensen vinden het bevrijdend te lezen dat het romantische ideaal slechts een fase is. Daarna komt de tijd van de ‘goed-genoeg-relatie'. Ik stoor me aan de mythe van het geluk. We kunnen ons niet elke dag ‘top' voelen. Meestal voelen we ons ‘gewoon', en soms ook wat minder, ook in onze relatie."
"Het verschil met vroeger is dat we nu minder vastzitten. De toename van relatiebreuken gaat onmiskenbaar samen met de toename van de welvaart. We scheiden omdat we het ons kunnen permitteren. Nu kiezen we voor iemand vanuit emotionele argumenten, en verlaten we hem of haar weer om dezelfde redenen. Vroeger was een ‘goede' partner iemand die voor een inkomen zorgde of voor het huishouden kon instaan. Nu moet die persoon niet alleen een economisch interessante partij zijn en een goede mogelijke vader of moeder, maar ook onze beste vriend en minnaar, onze soulmate. Een partner heeft nog nooit aan zoveel romantische idealen moeten voldoen."
"En al kunnen we onze huidige keuzevrijheid alleen maar toejuichen, toch kan je je afvragen of we daarin niet zijn doorgeschoten. Door zoveel eieren in die ene mand te leggen, alles te verwachten van die ene partner, leggen we een enorme druk op onszelf en de andere."
Komen vermijders er wel toe om dit boek te lezen? Je ziet de angstig gehechte personen steeds weer investeren in relatieboeken, therapie, terwijl de vermijders dat allemaal vooral... vermijden.
Rika: "Ik denk dit niet. Zich emotioneel ontkoppelen, ‘plots' weglopen, ‘je gevoel volgen' tot elke prijs... zijn een paar van die typische gedragingen van vermijders. Maar ook daar is veel lijden, leegte, onvervuld verlangen. Je hechten is het natuurlijke patroon. Vermijdend zijn in relaties is altijd een gevolg van een onveilige hechting. Het is coping gedrag, ontwikkeld in de ‘oorlogszone' waarin deze mensen zijn opgegroeid. Ook vermijders kampen erg vaak met de vraag: waarom ben ik nog single? Waarom lukt het in mijn relaties niet? Waarom ervaar ik telkens als ik samen ben met iemand zoveel onrust? Dus ja, ook mensen met een vermijdende hechtingsstijl hebben vaak tal van vragen en vinden op die vragen in dit boek een antwoord. Het boek kan een eerste stap zijn voor wie de drempel naar therapie te hoog is. ‘Blijf bij mij' is een eye opener omdat het deculpabiliseert en afrekent met stereotiepen: Mars-Venus maakt plaats voor een verhaal van mensen."
In je boek stel je dat vermijders wel trouwe en diepe vriendschappen hebben. Hoe rijm je dit met het feit dat ze nauwelijks intimiteit willen delen in een relatie?
Rika: "In vriendschappen geldt een ander soort van intimiteit dan in liefdesrelaties. Wie als kind intimiteit en kwetsbaarheid als pijnlijk en bedreigend heeft ervaren, heeft als volwassene veel angst om die opnieuw aan te gaan met een exclusieve partner. Vermijders vinden elkaar buiten hun relaties, en durven daar wel te praten over hun eigen intieme verhaal. Of zullen dat net ook daar vermijden door met hun vrienden zoveel mogelijk te doen en zo weinig mogelijk te praten. Je ziet de twee. Seks opzoeken zonder emotionele verbondenheid, is ook typisch gedrag. Maar ik wil geen enkele hechtingsstijl culpabiliseren; elk type brengt iets bij aan het grote verhaal."
Moeten we ook niet wat beter leren alleen zijn, in plaats van ons al te snel in relaties te storten die destructief blijken?
Rika: "Natuurlijk moet je voor jezelf de beste partner zijn: zelftroostend, zelfstimulerend, zelfcorrigerend, noem maar op. En het is uiteraard zeer gezond om eventjes alleen te blijven na een relatiebreuk. Alleen zijn kan je oefenen, leren. Maar al bij al hebben we altijd anderen nodig, dat maakt gewoon deel uit van ons mens-zijn."
"Je kan als single natuurlijk een goed leven hebben, maar je kan niet verwachten dat iedereen dit waarmaakt. Het verhaal van autonomie klinkt in onze samenleving veel luider dan dat van de verbondenheid. Je individuele ambities waarmaken, staat voorop. Ook het onderwijs zet hier sterk op in, alsof iedereen het aankan om alleen voor een jaar naar het buitenland te gaan studeren, internationaal stages te lopen... Laten we onze relaties koesteren."
Je boek past volgens sommigen in een trend. Dirk De Wachter en Paul Verhaeghe waarschuwen eveneens voor de ophemeling van het individualisme, het materialisme. In hoeverre denk je dat het huidige economisch-politieke systeem invloed heeft op onze persoonlijke hechtingsstijl binnen relaties?
Rika: "Deze drie boeken zijn in wezen een pleidooi voor meer verbondenheid, voor meer nadruk op het relationele. Gezien de hoge verkoopcijfers beantwoorden ze blijkbaar aan een behoefte."
"Ik volg De Wachter in zijn pleidooi om in onze relatie met kinderen te durven grenzen stellen. We bewijzen hen geen dienst door aan al hun verlangens tegemoet te komen. Je kinderen veel knuffelen is niet genoeg voor een veilige hechting. Duidelijke grenzen stellen en binnen een veilig kader het verschil onderlijnen, is even cruciaal. Ook in het onderwijs is de trend te vaak het conflict vermijden; daar zijn nu te weinig mannelijke rolmodellen aanwezig. Veilige hechting staat onder druk in deze maatschappij waarin het individu, het prestatiemodel vooropstaan, terwijl er tegelijk weinig morele gezagskaders overblijven."
En de toekomst?
Rika: "Ik blijf toch positief: de menselijke soort corrigeert zichzelf telkens weer. Zo zie je nieuwe vormen van solidariteit ontstaan, buurten die op een eigentijdse manier het vroegere gemeenschapsgevoel nieuw leven inblazen."
De vier hechtingsstijlen, in een notendop
Als kind kunnen we ons op verschillende manieren hechten aan onze ouders. Dat patroon nemen we mee naar onze volwassen relaties. Naast vier basistypes vinden we tal van varianten. Er zijn geen ‘goede' of ‘foute' hechtingsstijlen; elke stijl heeft zijn aandeel in een relatie.
Eens onveilig gehecht, altijd onveilig gehecht? Dat hoeft niet. Je stijl kan evolueren, bijvoorbeeld door wat je meemaakt in relaties. Naar je eigen geschiedenis kijken en onderzoeken welk type je bent, is een eerste stap naar een beter inzicht in hoe jij functioneert in relaties en hoe je meer deugddoende banden kunt opbouwen.
De checklist in het boek zet je op weg. Maar om je precieze stijl te bepalen, is een diepgaander interview nodig.
1. Veilig gehecht
- ongeveer de helft van onze bevolking
- komen meestal uit een stabiel nest
- hebben realistische verwachtingen over relaties
- zijn goed in staat om moeilijkheden in relaties te overwinnen
- scheiden minder
2. Angstig gehecht
- een vijfde van de bevolking
- zijn steeds op zoek naar de totale liefde
- kunnen moeilijk alleen zijn
- leerden onvoldoende voor hun eigen welbevinden te zorgen
- piekeraars die bevestiging zoeken (bijvoorbeeld op een podium)
- hun groot verantwoordelijkheidsgevoel maakt hen kwetsbaar voor burn-out
- zijn trouw en loyaal; brengen mensen samen
3. Afwijzend-vermijdend gehecht
- een overlevingsmechanisme, ontwikkeld door kinderen van ouders die emotioneel niet beschikbaar waren of die zijn opgegroeid in een gezin met veel conflicten, met mishandeling of verwaarlozing
- beschermen zichzelf voor de pijn van afwijzing door nabijheid te vermijden; ze hebben geleerd om 'flink' te zijn
- lijden vaak aan onbereikbare liefdes, die hen ‘bewijzen' dat een relatie hen niet gegund is
- type ‘eenzame cowboy': voortdoen, niet voelen!
- ondernemen vaak verre reizen of storten zich in het avontuur
- staan autonoom in het leven; investeren in zelfontplooiing
- helpen graag anderen, als ‘vlucht' uit hun eigen leven en als compensatie voor eigen emoties
4. Angstig-vermijdend gehecht
- hebben zich als kind afgewezen gevoeld
- knipperlicht-geliefden, verslaafd aan aantrekken en afstoten
- hebben een onrealistisch ideaalbeeld van relaties: altijd passie en totale overgave, of niets
- willen zich graag binden, maar durven niet
- voelen zich vaak onbegrepen
- scheren hoge toppen, gaan dan weer door diepe dalen
Deze website gebruikt cookies om de werking van de website te kunnen verbeteren. Lees hier meer over in het privacy & cookie statement.
Ok, akkoord